Jurisprudentie
BC2706
Datum uitspraak2008-01-22
Datum gepubliceerd2008-01-25
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers08/700435-07
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2008-01-25
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers08/700435-07
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verdachte heeft met zijn mededader een volstrekt argeloos en niets vermoedend kind dat in de auto van haar moeder naar muziek zat te luisteren, uit die auto getrokken en vervolgens die auto gestolen. Mede gelet op eerdere veroordelingen wordt aan hem 27 maanden gevangenisstraf voor dit feit opgelegd. Bovendien wordt van twee eerder voorwaardelijk aan hem opgelegde vrijheidsstraffen de tenuitvoerllegging gelast.
Uitspraak
RECHTBANK ALMELO
Parketnummer: 08/700435/07, 14/810283/05 (tul) en 14/705062/05 (tul)
STRAFVONNIS
Uitspraak: 22 januari 2008
De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [datum] 1987,
wonende te [plaats],
thans verblijvende in het huis van bewaring te [plaats]
terechtstaande terzake dat:
hij op of omstreeks 16 augustus 2007 in de gemeente Enschede
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een op/aan
de J.J. van Deinselaan geparkeerd staande personenauto (merk Opel), in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [eigenaar], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [dochter van eigenaar], gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s) (onverhouds/plotseling) het (bijrijders)portier van
die auto heeft/hebben geopend en/of (vervolgens) die [dochter van eigenaar] bij de
(rechter)arm heeft gepakt en/of die [dochter van eigenaar] uit de auto heeft
gerukt/getrokken/gesleurd en/of daarbij heeft geroepen: "Er uit";
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
Gezien de stukken;
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting;
Gehoord de vordering van de officier van justitie;
Gelet op de verdediging door en/of namens verdachte gevoerd;
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring.
Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad.
De rechtbank passeert het verweer van de raadsvrouwe dat een ander scenario voor de diefstal te weten één waarbij verdachte niet betrokken is geweest, denkbaar is.
Immers heeft de raadsvrouwe dit verweer niet nader onderbouwd en geldt daardoor niet als standpunt als bedoeld in artikel 359, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen -die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen
vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen-
waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 16 augustus 2007 in de gemeente Enschede tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een op/aan de J.J. van Deinselaan geparkeerd staande personenauto (merk Opel),
toebehorende aan [eigenaar], welke diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen [dochter van eigenaar], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat verdachte
en zijn mededader onverhoeds/plotseling het bijrijdersportier van die auto hebben geopend en vervolgens die [dochter van eigenaar] bij de rechterarm hebben gepakt en die [dochter van eigenaar] uit de auto hebben getrokken en daarbij hebben geroepen: "Er uit";
Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
"Diefstal voorafgegaan van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken gepleegd op de openbare weg, terwijl het feit is gepleegd twee of meer verenigde personen",
strafbaar gesteld bij artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht;
De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 27 maanden, met aftrek van het voorarrest, met tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde straffen in de zaken met de parketnummers 14/810283/05 en 14/705062/05 van respectievelijk 6 maanden gevangenisstraf en 20 dagen jeugddetentie.
De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van het feit, de omstandigheden waaronder dit is gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, zoals deze hierna zal worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen.
Verdachte heeft zich met zijn mededader schuldig gemaakt aan een ernstig
vermogensdelict, gepleegd tegen een volstrekt argeloos en niets vermoedend kind dat in de auto van haar moeder naar muziek zat te luisteren, waarbij het aanwenden van fysiek geweld niet werd geschuwd.
Gebeurtenissen als de onderhavige hebben een niet geringe invloed op de slachtoffers daarvan in het bijzonder en op de samenleving in het algemeen en brengen gevoelens van onrust en beroering bij medeburgers teweeg. Een en ander heeft verdachte, op het moment dat het feit gepleegd werd, kennelijk onverschillig gelaten.
Met name het lafhartige karakter van de gedragingen en de achteloosheid en het gemak waarmee het feit gepleegd is, rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank een vrijheidsstraf zoals die is gevorderd door de officier van justitie
De rechtbank heeft voorts bij het bepalen van de straf rekening gehouden met het feit dat verdachte eerder terzake soortgelijke delicten is veroordeeld tot forse vrijheidsstraffen en tijdens het plegen van het feit nog in twee proeftijden liep. De in die straffen gelegen waarschuwingen hebben hem er niet van weerhouden door te blijven gaan met het plegen van soortgelijke strafbare feiten.
De na te melden straf is gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 14g, 14h en 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Vorderingen tenuitvoerlegging wegens recidive, betreffende de parketnummers
14/810283-05 en 14/705062-05.
De rechtbank is ten aanzien van de vorderingen van de officier van justitie te Almelo van 21 november 2007, tot het geven van een last tot tenuitvoerlegging van de bij de vonnissen van de meervoudige strafkamer van de rechtbank te Alkmaar van 13 september 2005 opgelegde voorwaardelijke straffen te weten zes maanden gevangenisstraf en 20 dagen jeugddetentie, van oordeel dat die vorderingen behoren te worden toegewezen, nu is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
R E C H T D O E N D E:
Verklaart bewezen, dat het tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan.
Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert het strafbare feit zoals hierboven vermeld.
Verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van
27 maanden
Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
Betreffende parketnummer: 14/810283/05.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voorzover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Alkmaar van
13 september 2005, te weten 6 maanden gevangenisstraf.
Betreffende parketnummer: 14/705062/05.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voorzover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Alkmaar van
13 september 2005, te weten twintig dagen jeugddetentie, welke jeugddetentie zal worden omgezet in gevangenisstraf.
Aldus gewezen door mr. Teekman, voorzitter, mr. Ellenbroek en mr. Veurink, rechters, in tegenwoordigheid van Veldhuis, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 22 januari 2008.