Jurisprudentie
BC2271
Datum uitspraak2007-12-07
Datum gepubliceerd2008-01-21
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
ZaaknummersKG 07/1464
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Datum gepubliceerd2008-01-21
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
ZaaknummersKG 07/1464
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Indicatie
Executiegeschil. Vordering tot schorsing executie vonnis kantonrechter tot ontruiming toegewezen. Nieuwe feiten: brief Parnassia. Psychische klachten. Hierdoor aannemelijk dat executie schade zou toebrengen op een wijze die naar verwachting de aan een gedwongen ontruiming inherente negatieve gevolgen fors zal overstijgen.
Uitspraak
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - voorzieningenrechter
Vonnis in kort geding van 7 december 2007,
gewezen in de zaak met rolnummer KG 07/1464 van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
procureur mr. M.A.R. Schuckink Kool,
tegen:
de vereniging Staedion Wonen,
gevestigd te Den Haag,
gedaagde,
procureur E. Kars.
Partijen zullen hierna worden aangeduid als [eiser] en Staedion.
1. De procedure
[eiser] heeft Staedion doen dagvaarden tegen de zitting van 7 december 2007. Beide partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht. Spoedshalve is dezelfde dag om 15:30 uur uitspraak gedaan. Aan partijen is afgegeven een uittreksel uit het audiëntieblad in executoriale vorm. Het onderstaande vormt hiervan de uitwerking.
2. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1. [eiser] huurt vanaf [datum] 2002 van Staedion de woning aan de [adres] (hierna: de woning).
2.2. [eiser] is in het voorjaar van 2005 naar Suriname vertrokken. Hij is op [datum] 2007 vanuit Suriname teruggekeerd naar Nederland.
2.3. Op het adres van de woning heeft vanaf 9 december 2005 de zus van [eiser], [zus van eiser], ingeschreven gestaan. Inmiddels staat zij niet meer op dit adres ingeschreven.
2.4. Bij vonnis van de kantonrechter van deze rechtbank van 5 november 2007 (hierna: het vonnis van de kantonrechter) is de huurovereenkomst tussen [eiser] en Staedion ontbonden en is [eiser] veroordeeld de woning binnen drie dagen te ontruimen. De kantonrechter heeft hiertoe - zakelijk weergegeven - redengevend geoordeeld dat [eiser] - in strijd met de huurovereenkomst - lange tijd zijn hoofdverblijf niet in de woning heeft gehad alsmede de woning aan zijn zus in gebruik heeft gegeven. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
2.5. De ontruiming is aangezegd tegen 10 december 2007.
2.6. Namens [eiser] is hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter.
2.7. Een brief van 6 december 2007 van Parnassia te [...] aan [eiser] luidt, voor zover relevant, als volgt:
'(...) U [bent] van oktober 2007 onder behandeling (...) bij Parnassia Ambulant Centrum Volwassenen Noord, Locatie [...].
Aangemeld door de psychiater Psychiatrisch Centrum Suriname met verzoek overname van de behandeling.
Patiënt is in Suriname na het overlijden van zijn broer opgenomen geweest met een ernstig katatoon/mutistisch toestandsbeeld.
(...)
Samenvatting relevante gegevens
Patiënt is bekend met schizofrenie. In 2001 maakte hij zijn eerste psychotische episode door gekenmerkt door betrekkingswanen, beinvloedingswanen, ideeën dat zijn gedachten gelezen worden, gedachte-inbreng en onttrekking. Tevens zijn er ernstige akoestische en visuele hallucinaties.
Het sociaal functioneren is fors verminderd. De psychose verminderde voorspoedig onder gebruik van antipsychotische medicatie.
Op dit moment heeft patiënt nog regelmatig psychotische klachten te weten akoestische en visuele hallucinaties, patiënt neemt hier antipsychotische medicatie voor met goed effect.
Beleid naast de psychiatrische behandeling patiënt te ondersteunen en te begeleiden naar zijn wens op gebied van huisvesting, goede woonruimte is gezien uw ziekte essentieel. (...)'
3. De vordering, de gronden daarvoor en het verweer
3.1. [eiser] vordert - zakelijk weergegeven - Staedion te verbieden over te gaan tot ontruiming van de woning.
3.2. Hiertoe voert [eiser] - zakelijk en verkort weergegeven - het volgende aan. Executie van het vonnis van de kantonrechter levert misbruik van procesbevoegdheid op. Er is sprake van juridische misslagen en van nieuwe feiten.
3.3. Staedion voert gemotiveerd verweer dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
4. De beoordeling van het geschil
4.1. Bij de beoordeling wordt vooropgesteld dat in deze procedure tegen het te executeren vonnis geen inhoudelijke bezwaren kunnen worden aangevoerd, behalve wanneer die leiden tot het oordeel dat sprake is van misbruik van procesbevoegdheid. Dat kan zich voordoen als het te executeren vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust, of indien nieuwe - na het vonnis opgekomen - feiten klaarblijkelijk een noodtoestand doen ontstaan voor de geëxecuteerde, zodat onverwijlde tenuitvoerlegging onaanvaardbaar is.
4.2. De voorzieningenrechter is van oordeel dat, gezien de onder 2.7 weergegeven brief, sprake is van nieuwe feiten in de hiervoor bedoelde zin. Uit deze brief, waarover de kantonrechter nog niet beschikte, volgt immers dat [eiser] lijdt aan ernstige psychische klachten, ter behandeling waarvan goede huisvesting van groot belang is. Gelet hierop is aannemelijk dat executie van het ontruimingsvonnis [eiser] schade zou toebrengen op een wijze die naar verwachting de aan een gedwongen ontruiming inherente negatieve gevolgen fors zal overstijgen. Onder deze omstandigheden levert de onverwijlde executie van het vonnis door Staedion misbruik van procesbevoegdheid op.
4.3. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vordering zal worden toegewezen op de onder 5 te vermelden wijze.
4.4. Staedion zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
verbiedt Staedion de in het vonnis van de kantonrechter van 5 november 2007 uitgesproken veroordeling tot ontruiming ten uitvoer te leggen zolang hierover niet in het ingestelde hoger beroep is beslist;
veroordeelt Staedion in de kosten van dit geding, tot dusver aan de zijde van [eiser] begroot op € 1.151,31, waarvan € 816,-- aan salaris procureur, € 251,-- aan griffierecht en € 84,31 aan dagvaardingskosten, welke kosten op de voet van artikel 243 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering moeten worden betaald aan de griffier van deze rechtbank;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en uitgesproken ter openbare zitting van 7 december 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.
SV