Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BC0364

Datum uitspraak2007-12-18
Datum gepubliceerd2007-12-18
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers217320 \ CV EXPL 07-4374
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Tussenvonnis in een verstekzaak waarin aan eiseres wordt verzocht om de algemene voorwaarden te overleggen in het kader van ambtshalve toetsing van onredelijk bezwarende bedingen (HvJ EG). Eiseres vordert naast de hoofdsom een boete van 23 euro per dag (zonder maximum), welke wordt opgelegd zodra de creditcardhouder de creditcard niet retourneert. Daarnaast verzoekt de kantonrechter om nadere informatie in verband met de vraag of de WCK van toepassing is op deze zaak.


Uitspraak

RECHTBANK ASSEN Sector kanton Locatie Assen zaak-/rolnummer: 217320 CV EXPL 07-4374 vonnis van de kantonrechter d.d. 18 december 2007 in de zaak van: de besloten vennootschap INTERNATIONAL CARD SERVICES B.V., hierna te noemen: eiseres, statutair gevestigd te Amsterdam, kantoorhoudende te Diemen, eisende partij, gemachtigde: Jongejan Wisseborn Gerechtsdeurwaarders, tegen [Gedaagde], hierna te noemen: gedaagde, wonende te [adres], gedaagde partij, niet verschenen, tegen wie verstek is verleend. De procedure 1. Eiseres heeft bij dagvaarding d.d. 23 november 2007, op daarin geformuleerde gronden, gevorderd gedaagde te veroordelen tot betaling van een geldbedrag ad € 7.997,39, rente ad € 43,37, buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 1.427,54, deurwaarderskosten ad € 66,70, rente en kosten rechtens. Gedaagde is niet ter zitting verschenen, zodat tegen hem verstek is verleend. Vonnis is bepaald op heden. De vordering 2. Eiseres heeft gesteld dat zij op grond van een bruikleenovereenkomst met gedaagde een creditcard heeft verstrekt, een en ander onder de door eiseres gestelde voorwaarden en tot een maximumbedrag. Eiseres heeft gesteld dat ondanks gezonden overzichten en aanmaningen het opeisbare saldo van de opnamen/bestedingen niet is voldaan door gedaagde. Het totale saldo van de opnamen/bestedingen bedraagt per 17 oktober 2007 € 3.420,39. Eiseres heeft daarnaast aan gedaagde aangezegd dat zij met ingang van 2 mei 2007 aanspraak zal maken op de overeengekomen boete van € 23,00 per dag voor elke dag dat gedaagde in gebreke is gebleven aan de sommatie tot afgifte van de creditcard te voldoen. Gedaagde heeft niet voldaan aan de sommatie om zijn creditcard in te leveren en het verschuldigde bedrag uit hoofde van voormeld boetebeding bedraagt tot en met 16 november 2007 € 4.577,00. Eiseres heeft bovendien gesteld dat de Wet op het Consumentenkrediet (WCK) niet van toepassing is, nu gedaagde gehouden is tot volledige maandelijkse betaling. De beoordeling 3.1 Alvorens enige beslissing te nemen acht de kantonrechter het volgende van belang. Met betrekking tot de gevorderde boete ad € 4.557,00 overweegt de kantonrechter dat de litigieuze algemene voorwaarden alsmede een afschrift van de overeenkomst bij de dagvaarding ontbreken. Eiseres zal dan ook, gelet op de verplichting van de kantonrechter tot ambtshalve toetsing van onredelijk bezwarende bedingen in algemene voorwaarden in consumentenovereenkomsten ingevolge de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ) van 27 juni 2000 (NJ 2000/730, Océano) en 26 oktober 2006 (NJ 2007/201, Mostaza Claro), in de gelegenheid worden gesteld bij akte de algemene voorwaarden aan de kantonrechter te overleggen, alsmede een afschrift van de overeenkomst tussen partijen. Daarbij dient eiseres zich tevens uit te laten over het onderhavige boetebeding en de geldigheid daarvan, in het licht van voornoemde arresten van het HvJ. 3.2 De kantonrechter overweegt voorts dat gelet op hetgeen door eiseres is gesteld er kennelijk gedurende langere tijd sprake is van een roodstand terzake de creditcard van gedaagde. Deze roodstand is mogelijk onder de WCK komen te vallen, gelet op artikel 1 sub a WCK. De kantonrechter zal eiseres dan ook in de gelegenheid stellen om bij akte aan te geven: - vanaf welke data en gedurende welke perioden er sprake is geweest van het negatieve saldo in verband met verrichte betalingen met de creditcard van gedaagde; - op welk moment eiseres gedaagde in gebreke heeft gesteld en op welk moment eiseres tot opeising is overgegaan. Beslissing De kantonrechter: verwijst de zaak naar de rolzitting van 15 januari 2007 voor akte uitlating aan de zijde van eiseres inzake hetgeen hiervoor is overwogen in rechtsoverweging 3.1 en 3.2; houdt iedere verdere beslissing aan. Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. A. van der Meer en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2007. typ/conc: 167/SJSK coll: