Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BC0202

Datum uitspraak2007-11-06
Datum gepubliceerd2007-12-14
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
ZaaknummersAWB 06/2461 WOB
Statusgepubliceerd


Indicatie

KOP: Afwijzing WOB-verzoek ondeugdelijk gemotiveerd. SAMENVATTING: Verweerder weigerde eiser kopieën van het bijstandsdossier van zijn ex-echtgenote te verstrekken. Eiser mocht het dossier wel komen inzien en daarna kopieën maken. Verweerder vond dat het redelijkerwijs niet van haar kon worden gevergd om het hele dossier te kopiëren omdat bij het maken van kopieën de stukken moeten worden gescreend op privacygevoelige informatie, wat veel geld kost. Volgens de rechtbank gaat dit niet op omdat dit ook geldt bij inzage van het dossier. Verder ziet de rechtbank niet in dat het maken van kopieën van al geschoonde documenten tijdrovender is dan het, onder begeleiding van een ambtenaar, bieden van inzage in deze documenten, waarna op verzoek alsnog kopieën kunnen worden verstrekt.


Uitspraak

Rechtbank Amsterdam Sector Bestuursrecht Algemeen enkelvoudige kamer UITSPRAAK in het geding met reg.nr. AWB 06/2461 WOB van: [eiser], wonende te [woonplaats] eiser, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger eiser], en: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen, verweerder, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger verweerder]. 1. PROCESVERLOOP Deze rechtbank heeft op 8 mei 2006 een beroepschrift ontvangen gericht tegen het besluit van verweerder van 6 april 2006 (verder: het bestreden besluit). Het onderzoek is gesloten ter zitting van 6 juli 2006. 2. OVERWEGINGEN Verweerder heeft bij het thans bestreden besluit het bezwaar van eiser tegen het uitblijven van een beslissing op zijn aanvraag in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) gegrond verklaard. Verweerder heeft bij de berekening van de kosten van de bezwaarprocedure de zaak gekwalificeerd als zeer licht. Verweerder heeft voorts besloten inzage in het bijstands dossier van zijn ex-echtgenote toe te staan, maar de gevraagde documenten niet in kopie te verzenden aan de gemachtigde van eiser. Eiser heeft in beroep aangevoerd dat ten onrechte geen kopie van de stukken wordt verzonden en dat verweerder de kosten van het bezwaar te laag heeft vastgesteld. De rechtbank overweegt als volgt. Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de WOB kan een ieder een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf. Artikel 7 van de WOB luidt: “1. Het bestuursorgaan verstrekt de informatie met betrekking tot de documenten die de verlangde informatie bevatten door: a. kopie ervan te geven of de letterlijke inhoud ervan in andere vorm te verstrekken, b. kennisneming van de inhoud toe te staan, c. een uittreksel of een samenvatting van de inhoud te geven, of d. inlichtingen daaruit te verschaffen. 2. Het bestuursorgaan verstrekt de informatie in de door de verzoeker verzochte vorm, tenzij: a. het verstrekken van de informatie in die vorm redelijkerwijs niet gevergd kan worden; b. de informatie reeds in een andere, voor de verzoeker gemakkelijk toegankelijke vorm voor het publiek beschikbaar is. (…)“ Eiser heeft op 10 januari 2006 hoger beroep doen instellen tegen de beschikking van de rechtbank van 12 oktober 2005 waarbij de rechtbank de hoogte van de op eiser te verhalen onderhoudsbijdrage heeft bepaald. Niet is in geschil dat de [persoon1] de advocaat van eiser bij de verhaalsprocedure de op de zaak betrekking hebbende stukken van verweerder heeft ontvangen. Op 30 januari 2006 heeft eiser via zijn huidige gemachtigde aan verweerder verzocht om het gehele bijstandsdossier van zijn ex-echtgenote. Eiser heeft bij zijn verzoek vermeld dat de gegevens noodzakelijk zijn om zich in rechte te kunnen weren tegen de verhaalsplicht van verweerder. Niet is in geschil dat de kopieën die aan [persoon1] zijn verstrekt niet alle stukken uit het bijstandsdossier bevatten. In geschil is in deze procedure of verweerder heeft mogen volstaan met het verstrekken van inzage in het dossier van de gewezen echtgenoot van eiser. Verweerders standpunt komt er op neer dat redelijkerwijs niet gevergd kan worden kopieën te verstrekken omdat inzage minder tijdrovend zou zijn voor verweerders administratie. De rechtbank is, gelet op de jurisprudentie (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State (AbRvS) van 26 september 2001, gepubliceerd onder LJN: AD4379), van oordeel dat verweerder zijn standpunt dat geen kopie van het dossier kan worden verstrekt, niet toereikend heeft gemotiveerd. De stelling van verweerder ter zitting dat bij het maken van kopieën de stukken moeten worden gescreend op privacygevoelige informatie, hetgeen veel geld kost, gaat niet op omdat zulks ook geldt bij inzage van het dossier. Verder valt niet in te zien dat het maken van kopieën van al geschoonde documenten tijdrovender is dan het, onder begeleiding van een ambtenaar, bieden van inzage in deze documenten, waarna op verzoek alsnog kopieën kunnen worden verstrekt. De weigering om kopieën te verstrekken berust dan ook op een ondeugdelijke motivering en is daarom strijdig met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank zal het besluit dan ook vernietigen op dat punt en het beroep gegrond verklaren. Voor wat betreft de hoogte van de kosten van rechtsbijstand in bezwaar heeft verweerder terecht de wegingsfactor zeer licht toegepast. Het gaat hier immers om het bezwaar tegen het uitblijven van een beslissing op de aanvraag. Gelet op de jurisprudentie (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de AbRvS van 13 juli 2001 gepubliceerd onder LJN: AB6602) kan in dergelijk geval worden volstaan met de laagste wegingsfactor. Het beroep van eiser slaagt dan ook niet op dit punt. De rechter ziet aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eiser gemaakte proceskosten, die onder toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht worden begroot op € 644,-. Voorts dient het door eiser betaalde griffierecht ad € 141,- aan hem te worden vergoed. Beslist wordt als volgt. 3. BESLISSING De rechtbank: 1. verklaart het beroep gegrond voor zover gericht tegen de weigering van verweerder om kopieën te vertrekken; 2. vernietigd het bestreden besluit zover verweerder heeft geweigerd om kopieën te verstrekken; 3. verklaart het beroep voor het overige ongegrond; 4. veroordeelt verweerder in de hiervoor omschreven proceskosten, begroot op € 644,-, te betalen door de gemeente Amstelveen aan eiser; 5. bepaalt dat de gemeente Amstelveen aan eiser het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van € 141,- vergoedt. Deze uitspraak is gedaan op 6 november 2007 door mr. Y.A.A.G. de Vries, rechter, in tegenwoordigheid van R.E. Toonen, griffier, en bekend gemaakt door verzending aan partijen op de hieronder vermelde datum. De griffier, De rechter, Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan gedurende zes weken na toezending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State te ’s-Gravenhage. Afschrift verzonden op: Doc: B