Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB9704

Datum uitspraak2007-12-07
Datum gepubliceerd2007-12-10
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers19.830247-07
Statusgepubliceerd


Indicatie

Op grond van de verklaringen van de medeverdachten komt de rechtbank tot het oordeel dat de rol van verdachte beperkt is geweest. Verdachte is tot tweemaal toe met [naam medeverdachte] naar beneden gegaan om de scooter te zoeken en te verplaatsen. De rechtbank ziet die handelingen als het verlenen van hand en spandiensten. Verdachte heeft geen aandeel gehad in de gepleegde geweldshandelingen.


Uitspraak

RECHTBANK ASSEN Sector strafrecht Parketnummer: 19.830247-07 vonnis van de Meervoudige kamer d.d. 07 december 2007 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: [naam verdachte], geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] 1984, wonende [adres verdachte]. Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 23 november 2007. De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. I.M. Weijers, advocaat te Emmen. De officier van justitie mr. S. Kromdijk acht hetgeen onder 1 subsidiair en 2 is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen: * 150 uren werkstraf subsidiair 75 dagen hechtenis; * 4 maanden gevangenisstraf, voorwaardelijk, proeftijd 2 jaren. Tenlastelegging De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat 1. zij op of omstreeks 14 augustus 2007, te Hoogeveen, althans in de gemeente Hoogeveen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een scooter en/of een contactsleutel van een scooter, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn medeverdachte(n) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of haar medeverdachte(n) die [naam slachtoffer] heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt en/of die [naam slachtoffer] (dreigend) een mes, althans een op een mes gelijkend voorwerp, heeft/hebben voorgehouden en/of die [naam slachtoffer] een sjorband om de nek hebben/heeft gedaan; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,terzake dat zij op of omstreeks 14 augustus 2007, te Hoogeveen, althans in de gemeente Hoogeveen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een sleutel en/of een scooter, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar medeverdachte(n), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of haar medeverdachte(n) die [naam slachtoffer] heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt en/of die [naam slachtoffer] (dreigend) een mes, althans een op een mes gelijkend voorwerp, heeft/hebben voorgehouden en/of die [naam slachtoffer] een sjorband om de nek hebben/heeft gedaan; 2. zij op of omstreeks 24 mei 2007, te Hoogeveen, althans in de gemeente Hoogeveen, opzettelijk mishandelend [naam slachtoffer] in zijn/een been heeft gebeten, waardoor die [naam slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging. De rechtbank zal, waar in de tenlastelegging staat "verdachte en/of zijn mededader(s)" lezen alsof daar staat "verdachte en/of zijn medeverdachte(n)". De term mededader namelijk impliceert dat verdachte ook als dader moet worden aangemerkt, hetgeen in strijd is met de presumptie van onschuld. Een verdachte dient tot aan het moment van onherroepelijke bewezenverklaring van het hem tenlastegelegde immers voor onschuldig te worden gehouden. Vrijspraak De verdachte dient van het 1 primair tenlastegelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht. Bewijsmiddelen Overeenkomstig de nader op te nemen bewijsconstructie. Bewezenverklaring De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1. zij op 14 augustus 2007, te Hoogeveen, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een sleutel toebehorende aan een ander dan aan verdachte en/of haar medeverdachte, welk geweld hierin bestond dat verdachte en haar medeverdachte die [naam slachtoffer] hebben geslagen en gestompt en geschopt en getrapt; 2. zij op 24 mei 2007, te Hoogeveen, opzettelijk mishandelend [naam slachtoffer] in zijn been heeft gebeten, waardoor die [naam slachtoffer] pijn heeft ondervonden; De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft. De verdachte zal van het onder 1 subsidiair en 2 meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht. Kwalificaties Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op: onder 1: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, strafbaar gesteld bij artikel 317 in verbinding met artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht; onder 2: mishandeling, strafbaar gesteld bij artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht. Strafbaarheid De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht. Strafmotivering De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking: - de aard en de ernst van de gepleegde feiten; - de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan; - hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte; - de eis van de officier van justitie; - het pleidooi van de raadsvrouw van de verdachte; - de oriëntatiepunten voor de straftoemeting; - de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatie-register d.d. 13 september 2007, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder ter zake van een misdrijf is veroordeeld; Uit de verklaringen die zich in het dossier bevinden komt het volgende naar voren. In de ochtend van dinsdag 14 augustus 2007 komt [naam slachtoffer] rond 02.00 uur in de flatwoning van medeverdachte [naam medeverdachte] binnen. In die woning bevinden zich op een gegeven moment 7 personen die de verjaardag van [naam medeverdachte] vieren. [naam slachtoffer] moet op een stoel gaan zitten en de andere aanwezige personen zitten om hem heen. Medeverdachte [naam andere medeverdachte] en medeverdachte [naam andere medeverdachte] beginnen [naam slachtoffer] op een gegeven moment te mishandelen. Zij slaan en schoppen [naam slachtoffer] terwijl deze op de stoel zit. Ook wordt [naam slachtoffer] bedreigd met een mes en moet hij op een gegeven moment de sleutel van de scooter, waar hij gebruik van maakt, afgeven. Als [naam medeverdachte] en verdachte de scooter niet kunnen vinden wordt [naam slachtoffer] opnieuw mishandeld. Als de scooter is gevonden en weggezet wordt om een touw gevraagd. [naam medeverdachte] haalt een sjorband op en die sjorband wordt door [naam andere medeverdachte] om de nek van [naam slachtoffer] gedaan. [naam medeverdachte] en medeverdachte [naam medeverdachte] trekken vervolgens aan die sjorband. Op vrijwel hetzelfde moment verschijnt de politie bij de woning en wordt de sjorband losgelaten. De politie belt aan met de mededeling dat men klachten van geluidsoverlast heeft gekregen. [naam medeverdachte] die de politie te woord staat belooft dat men wat stiller zal zijn. Tot het moment dat de politie aanbelt wordt [naam slachtoffer] belet om weg te gaan. Door de consternatie met de politie lukt het [naam slachtoffer] de woning uit te vluchten. Voorafgaande aan de mishandeling van [naam slachtoffer] is de broer van [naam slachtoffer] ook in de flat van [naam medeverdachte] geweest en is toen mishandeld door [naam medeverdachte] en door [naam medeverdachte]. Op grond van de verklaringen van de medeverdachten komt de rechtbank tot het oordeel dat de rol van verdachte beperkt is geweest. Verdachte is tot tweemaal toe met [naam medeverdachte] naar beneden gegaan om de scooter te zoeken en te verplaatsen. De rechtbank ziet die handelingen als het verlenen van hand en spandiensten. Verdachte heeft geen aandeel gehad in de gepleegde geweldshandelingen. De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een onvoorwaardelijke werkstraf geboden is die op een lager aantal uren gesteld kan worden dan de officier van justitie heeft geëist. Het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf acht de rechtbank niet geïndiceerd. BENADEELDE PARTIJ [naam benadeelde partij] De rechtbank acht het gevorderde bedrag onvoldoende onderbouwd. De benadeelde partij [naam benadeelde partij] zal niet ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering en hij kan zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen. Toepassing van wetsartikelen De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 22c, 22d, 27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht. Beslissing van de rechtbank De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder 1 primair is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij. De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar. De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 subsidiair en 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij. De rechtbank veroordeelt de verdachte tot * een taakstraf bestaande uit 60 uren werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid met bevel dat, voor het geval de verdachte deze werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 30 dagen zal worden toegepast; De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren arbeid per dag voor de in verzekering doorgebrachte dagen. De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [naam benadeelde partij] niet ontvankelijk is in zijn vordering en dat hij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten. Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.A.M. van Veen, voorzitter en mr. C.M.M. Oostdam en mr. O.J. Bosker, rechters in tegenwoordigheid van D. Witvoet, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 07 december 2007, zijnde mr. Oostdam buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.