Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB8597

Datum uitspraak2007-11-15
Datum gepubliceerd2007-11-23
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers98008 / KV RK 07-635
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Geen concreet geschil over veilingvoorwaarden, dus voorzieningenrechter niet bevoegd om in deze zaak te beslissen.


Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR Sector civiel recht FV/EJM KV RK nummer: 98008/KV RK 07-635 datum: 15 november 2007 Beschikking van de voorzieningenrechter, in de zaak van: de rechtspersoon naar publiekrecht GEMEENTE HEERHUGOWAARD, zetelende te Heerhugowaard, VERZOEKSTER, procureur mr. H.R.M. Jenné, tegen: E.K. [GEREKWESTREERDE], wonende te Heerhugowaard, GEREKWESTREERDE, niet verschenen. Partijen worden hierna ook genoemd "de gemeente" respectievelijk "[gerekwestreerde]". 1. HET VERLOOP VAN HET GEDING Op 4 oktober 2007 is bij het bureau voorzieningenrechter van deze rechtbank ingekomen een verzoekschrift van de gemeente, strekkende tot het verkrijgen van goedkeuring voor executoriale verkoop bij inschrijving van roerende zaken. Een afschrift van het verzoekschrift is aan deze beslissing gehecht en geldt als hier ingelast. Bij aangetekende brief van 30 oktober 2007 is aan de gemeente en [gerekwestreerde] bericht dat de mondelinge behandeling van het verzoek op 12 november 2007 zal plaatsvinden. Ter zitting van 12 november 2007 is van de zijde van de gemeente verschenen mr. Jenné voornoemd. Tevens was aanwezig J.G. Philipsen, deurwaarder. Van de zijde van [gerekwestreerde] is niemand verschenen. 2. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING 2.1 Bij beschikking van 19 maart 2007 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank aan de gemeente verlof verleend om ten laste van [gerekwestreerde] conservatoir beslag te leggen onder derden en op roerende zaken die in eigendom aan [gerekwestreerde] toebehoren. 2.2 Vervolgens is de gemeente tot beslaglegging overgegaan. De roerende zaken die zij in beslag heeft genomen, zijn in bewaring gegeven aan de Dienst der Domeinen Roerende Zaken te Amsterdam. De desbetreffende roerende zaken zijn inmiddels overgebracht naar Soesterberg. 2.3 Op 12 april 2007 heeft de gemeente besloten tot intrekking van het recht op algemene en bijzondere bijstand aan [gerekwestreerde], ingaande 7 november 1996. Eveneens op 12 april 2007 heeft de gemeente besloten tot terugvordering van de ten onrechte aan [gerekwestreerde] verleende bijstand. Met het terugvorderingbesluit is het conservatoir beslag overgegaan in een executoriaal beslag. 2.4 De gemeente is voornemens om tot executoriale verkoop van de in beslag genomen roerende zaken over te gaan. 3. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING 3.1 De gemeente verzoekt thans, kort gezegd, goedkeuring voor executoriale verkoop bij inschrijving van de roerende zaken zoals die ten laste van [gerekwestreerde] openbaar zullen worden verkocht. De gemeente legt aan haar verzoek ten grondslag dat zij de roerende zaken bij inschrijving wenst te verkopen via de Dienst der Domeinen. De executoriale verkoop zal te Soesterberg plaatsvinden, op basis van de gebruikelijke veilingvoorwaarden zoals die door de Dienst der Domeinen worden gehanteerd. Omdat het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering verkoop bij opbod voorschrijft en een andere plaats van verkoop, behoeft de gemeente voor deze afwijkende wijze van verkoop goedkeuring van de voorzieningenrechter, alles aldus de gemeente. 3.2 De voorzieningenrechter overweegt het volgende. De gemeente baseert haar verzoek op het bepaalde in artikel 463a Rv. Dit artikel bepaalt, samengevat, dat geschillen over onder meer veilingvoorwaarden, de wijze van verkoop en de plaats van verkoop op verzoek van de meest gerede partij worden beslist door de voorzieningenrechter. Een situatie zoals omschreven in dat artikel doet zich in deze zaak niet voor. Ter zitting is van de zijde van de gemeente verklaard dat er thans geen geschil is over de veilingvoorwaarden en de plaats van veiling. Omdat er geen concreet geschil is, komt aan de voorzieningenrechter geen bevoegdheid toe om reeds nu te beslissen over de veilingvoorwaarden en de plaats van veiling, hoewel die afwijken van de wijze van veiling zoals is voorgeschreven in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Dat het verzoek mede is ingediend met het oog op een mogelijk toekomstig geschil kan niet tot een ander oordeel leiden, omdat er op dit moment nog geen geschil is waarover zou kunnen worden beslist. Gelet hierop zal de voorzieningenrechter zich onbevoegd verklaren om op het verzoek te beslissen. 3.3 Ten overvloede wordt overwogen dat de door de gemeente voorgestane wijze van verkoop de voorzieningenrechter niet onredelijk voorkomt. Ter zitting heeft de gemeente voldoende aannemelijk gemaakt dat door verkoop bij inschrijving doorgaans een aanzienlijk hogere opbrengst wordt gegenereerd dan bij verkoop bij opbod. Omdat bij executoriale verkoop het belang van een zo hoog mogelijke opbrengst voorop staat, lijkt de beoogde wijze van verkoop het meest tegemoet te komen aan het belang van de gemeente en het belang van [gerekwestreerde]. 4. DE BESLISSING De voorzieningenrechter: - verklaart zich onbevoegd om op het verzoek te beslissen. Gegeven door mr. E.J. van der Molen, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar op 15 november 2007, in tegenwoordigheid van mr. F. Vermeij, griffier.