
Jurisprudentie
BB8422
Datum uitspraak2007-11-21
Datum gepubliceerd2007-11-21
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers64550 KG ZA
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Datum gepubliceerd2007-11-21
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers64550 KG ZA
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Indicatie
Gekraakt huis.
Particulier die er een tweede huis op nahoudt. Belang om daar vrijelijk over te kunnen beschikken in beginsel spoedeisend. Belangen van gedaagde sub 1 rechtvaardigen niet dat van eiser zou kunnen worden gevergd dat hij zijn eigendomsrecht niet uitoefent.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK ASSEN
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 64550 / KG ZA 07-212
Vonnis in kort geding van 21 november 2007
in de zaak van
[EISER],
wonende te [woonplaats],
eiser,
procureur mr. Y.J. Hullegie,
tegen
1. [GEDAAGDE SUB 1],
wonende te [woonplaats],
gedaagde
toegevoegd advocaat mr. J. Doornbos te Groningen,
2. DE OVERIGE PERSONEN DIE VERBLIJVEN IN DE GEBOUWDE ONROERENDE ZAKEN, WONING, AAN DE [ADRES] TE [WOONPLAATS] OF EEN GEDEELTE DAARVAN EN DAAR NIET VERBLIJVEN KRACHTENS EEN PERSOONLIJK OF ZAKELIJK RECHT
gedaagden,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde sub 1] of [gedaagde sub 1] c.s. genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 30 oktober 2007
- de mondelinge behandeling d.d. 7 november 2007
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van [gedaagde sub 1]
- de door partijen overgelegde producties.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiser] is eigenaar van het huis aan de [adres] te [woonplaats]. Dit pand is in het verleden door hem gebruikt als woonruimte voor hem en zijn zussen.
2.2. Enkele jaren geleden is [eiser] met een zus verhuisd naar de [adres 2]. Hij heeft het huis aan de [adres] aangehouden.
2.3. Op 15 oktober 2007 heeft [eiser] geconstateerd dat meerdere personen (waaronder [gedaagde sub 1]) het huis aan de [adres] in gebruik hebben genomen zonder zijn toestemming. [eiser] heeft geen toegang meer tot het huis.
2.4. In de dagen erna heeft [gedaagde sub 1] een brief rondgedeeld in de buurt, waaruit blijkt dat hij van plan is permanent in het huis te gaan wonen.
2.5. Bij brief d.d. 18 oktober 2007 heeft de advocaat van [eiser] [gedaagde sub 1] en de overige krakers gesommeerd voor maandag 22 oktober 2007 het pand te ontruimen en aan [eiser] ter vrije beschikking te stellen. [gedaagde sub 1] en de overige krakers hebben hieraan geen gehoor gegeven.
2.6. Op 19 oktober 2007 heeft [eiser] aangifte gedaan van huisvredebreuk, het wederrechtelijk in gebruik nemen van een woning en vernieling. Bij de aangifte is een inventarislijst van zaken die volgens [eiser] in het huis aanwezig zijn gevoegd.
3. Het geschil
3.1. [eiser] vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, voor zover mogelijk:
1. [gedaagde sub 1] c.s. zal veroordelen om – binnen 72 uur na betekening van dit vonnis – het pand aan de [adres] te [woonplaats] leeg en ontruimd aan [eiser] ter vrije beschikking te stellen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom ad € 1.000,00 voor iedere dag en elke keer, dat het uit te spreken bevel door [gedaagde sub 1] c.s. wordt overtreden;
2. met machtiging van [eiser] om – indien [gedaagde sub 1] c.s. hiermee in gebreke blijven – zelf tot ontruiming over te gaan, zonodig met behulp van de sterke arm van justitie en politie;
3. zal bepalen dat dit vonnis, tot een jaar na de dag waarop het vonnis wordt uitgesproken dan wel wordt bekrachtigd, of indien de voorzieningenrechter een termijn bepaalt als bedoeld in art. 557a lid 1 Rv., tot een jaar na de dag waarop die datum verstrijkt, ten uitvoer kan worden gelegd tegen eenieder die ten tijde van de tenuitvoerlegging zich daar bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet;
4. met veroordeling van [gedaagde sub 1] c.s. in de kosten van deze procedure en de kosten vallende op de tenuitvoerlegging van dit vonnis, waaronder de kosten van ontruiming.
3.2. [gedaagde sub 1] (gedaagde sub 1) voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Bij de dagvaarding zijn de bij de wet de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat tegen gedaagden sub 2 verstek zal worden verleend.
4.2. Vast staat dat [gedaagde sub 1] c.s. zonder recht of titel gebruik maken van het pand [adres]. Zij maken hiermee inbreuk op het eigendomsrecht van [eiser] en handelen onrechtmatig jegens [eiser].
4.3. Anders dan namens [gedaagde sub 1] is bepleit, acht de voorzieningenrechter het belang van [eiser] bij ontruiming voldoende spoedeisend om hem in kort geding ontvankelijk te achten.
[eiser] heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk gemaakt dat hij het huis op zijn minst sporadisch gebruikt en daar af en toe korte tijd verblijft. Het huis is gemeubileerd en er staan zaken die voor [eiser] een (emotionele) waarde hebben. [eiser] heeft aangevoerd dat het pand nu onverzekerd is. [gedaagde sub 1] heeft hiertegen aangevoerd dat dit nergens uit blijkt. De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat uit art. 10 van de verzekeringsvoorwaarden voldoende blijkt dat de verzekering in het geval van geheel of gedeeltelijk kraken van het huis wordt beëindigd of dat de premie en/of de voorwaarden worden herzien. Ook uit dit oogpunt heeft [eiser] belang bij zijn vordering. In de door [gedaagde sub 1] aangehaalde jurisprudentie, waarbij geen spoedeisend belang werd aangenomen, was veelal sprake van het kraken van bedrijfsmatig aangehouden ruimte. Hier gaat het echter om een particulier die er een tweede huis op nahoudt. Het belang om daar vrijelijk over te kunnen beschikken is in beginsel spoedeisend.
4.4. De belangen van [gedaagde sub 1] rechtvaardigen niet dat van [eiser] zou kunnen worden gevergd dat hij zijn eigendomsrecht niet uitoefent. Hij heeft de afgelopen vijf jaren bij zijn ouders gewoond (in dezelfde straat) en gesteld noch gebleken is dat hij daar nu niet terecht kan. Bovendien staat hij, naar eigen zeggen, al een halfjaar ingeschreven als woningzoekende in [woonplaats]. Dat zo zijnde komt hij normaal gesproken op korte termijn in aanmerking voor een huurwoning. Het staat [eiser] vrij geen gebruiksovereenkomst met [gedaagde sub 1] te sluiten, ook al omdat [eiser] zegt van plan te zijn het huis op te knappen (onder meer door het vervangen van de kozijnen).
4.5. De stelling van [gedaagde sub 1] dat de door [eiser] gedane aangifte niet heeft geleid tot een ontruiming ex art 429sexies Sr. en er derhalve geen sprake is van huisvredebreuk, zodat het ervoor moet worden gehouden dat het huis niet werd gebruikt, gaat niet op. Ook indien geen sprake zou zijn van de in art. 429sexies Sr. genoemde overtreding (een strafrechtelijke antikraakbepaling) en het in art. 138 Sr. genoemde misdrijf (huisvredebreuk) bestaat er voor [gedaagde sub 1] c.s. geen (civiel) recht om het huis in gebruik te nemen.
4.6. De vordering tot ontruiming kan worden toegewezen. Gezien het feit dat - zoals hiervoor reeds overwogen - [gedaagde sub 1] onmiddellijk over vervangende woonruimte kan beschikken, zal geen termijn - anders dan de gevorderde - worden vastgesteld als bedoeld in art. 557a lid 1. Evenmin zullen inlichtingen als bedoeld in lid 2 worden ingewonnen. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als volgt. De op grond van art. 557a lid 3 gevorderde termijn is voor toewijzing vatbaar, nu deze niet is weersproken. De gevorderde machtiging om de ontruiming zo nodig zelf te doen uitvoeren met behulp van de sterke arm van justitie zal worden afgewezen, omdat zij ingevolge art. 556 lid 1 en art. 557 Rv overbodig is.
4.7. Ten aanzien van gedaagden sub 2 overweegt de voorzieningenrechter dat de vordering hem niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt en derhalve – op dezelfde wijze als tegen [eiser] - toewijsbaar is.
4.8. Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
- dagvaarding € 84,31
- vast recht 251,00
- overige kosten 4,54
- salaris procureur 816,00
Totaal € 1.155,85
De vordering tot veroordeling in de kosten vallende op de tenuitvoerlegging van dit vonnis, waaronder de kosten van ontruiming, zal worden afgewezen. Toewijzing van deze vordering zou betekenen dat [gedaagde sub 1] c.s. geen bezwaar kunnen maken tegen de hoogte van de kosten, terwijl die nu nog niet te begroten zijn.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
1. Veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. om – binnen 72 uur na betekening van dit vonnis – het pand aan de [adres] te [woonplaats] leeg en ontruimd aan [eiser] ter vrije beschikking te stellen.
2. Bepaalt dat [gedaagde sub 1] c.s. een dwangsom verbeuren van € 250,00 voor iedere dag en elke keer, dat de veroordeling onder 1. door gedaagden wordt overtreden, met een maximum van € 5.000,00 aan te verbeuren dwangsommen.
3. Bepaalt dat dit vonnis, tot een jaar na de dag waarop het vonnis wordt uitgesproken dan wel wordt bekrachtigd, ten uitvoer kan worden gelegd tegen eenieder die ten tijde van de tenuitvoerlegging zich daar bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet.
4. Veroordeelt [gedaagde sub 1] c.s. in de kosten van deze procedure aan de zijde van [eiser] begroot op € 1.155,85.
5. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
6. Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Duinkerken en in het openbaar uitgesproken en ondertekend door mr. H. Wolthuis in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.J. Wassenburg-Hazelhoff op 21 november 2007.