
Jurisprudentie
BB8255
Datum uitspraak2007-11-20
Datum gepubliceerd2007-11-20
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/460411-07
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2007-11-20
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/460411-07
Statusgepubliceerd
Indicatie
Aan verdachte wordt opgelegd de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders terzake onder meer de diefstal van 96 paar sokken.
Uitspraak
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/460411-07
Uitspraak d.d.: 20 november 2007
tegenspraak
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1986 te [plaats],
wonende [adres en woonplaats],
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring PI Haaglanden te Den Haag.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 6 november 2007.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 23 juli 2007 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 96 paar, althans een (grote) hoeveelheid sokken, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [winkel], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte;
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 23 juli 2007 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, 96 paar, althans een grote hoeveelheid sokken heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die sokken wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
hij op of omstreeks 09 juli 2007 te Apeldoorn opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van een (toegangs)deur van het kantoor van de [naam bank] aan [adres], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan De [naam bank], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder
1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 23 juli 2007 te Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 96 paar sokken toebehorende aan [winkel];
2.
hij op 9 juli 2007 te Apeldoorn opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van een toegangsdeur van het kantoor van de [naam bank] aan [adres], toebehorende aan De [naam bank], heeft vernield.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte be¬hoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
-feit 1 primair: diefstal;
-feit 2: Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen.
Strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aanne¬melijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
De rechtbank neemt de conclusie over uit het psychiatrisch rapport van 24 september 2007 opgemaakt door S. de Jong, psychiater, en maakt deze tot de hare voor zover die conclusie inhoudt dat bij verdachte ten tijde van het begaan van het onder 1 ten laste gelegde en bewezenverklaarde feit sprake was van een verminderde toerekeningsvatbaarheid.
Verdachte is strafbaar, nu overigens geen omstandigheid is gebleken of aanne¬melijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud bijlage I).
De officier van justitie heeft – onder meer - geëist dat verdachte de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) zal worden opgelegd voor de duur van twee jaren.
De rechtbank acht na te melden beslissing in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen¬verklaarde en de omstandigheden waar¬onder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het voorlichtingsrapport van de Reclassering Nederland, Regio Midden-Oost Nederland, Unit Zutphen, d.d. 23 oktober 2007, opgemaakt door G. Florentius en J. Koopmans. Dit rapport houdt onder meer het volgende in, zakelijk weergegeven:
Vanuit het RISc onderzoek blijkt een hoge kans op recidivegevaar. Op basis van professioneel oordeel kan daarbij aangesloten worden. Met name het emotionele welzijn en denkpatroon, gedrag en vaardigheden, en drugsgebruik zijn hierbij voorspellende factoren. Gesproken kan worden van psychiatrische polyproblematiek. Verdachte valt onder de categorie zeer actieve meerderjarige veelplegers. Het wordt noodzakelijk geacht dat verdachte een ISD-maatregel opgelegd krijgt.
De officier van justitie heeft ter zitting te kennen gegeven dat er voor verdachte een ISD-plaats beschikbaar is in De Grittenborgh te Hoogeveen.
Aan alle voorwaarden, die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt, is voldaan. De rechtbank is niet gebleken van redenen om deze maatregel niet op te leggen. Zij zal daarom de officier van justitie op dit punt van de eis volgen, waarbij de rechtbank de veelheid van misdrijven waarvoor verdachte reeds is veroordeeld in aanmerking heeft genomen.
Om de beëindiging van de recidive van verdachte en het leveren van een bijdrage aan zijn problematiek alle kansen te geven en voorts ter optimale bescherming van de maatschappij, is het van groot belang dat voldoende tijd wordt genomen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. Daarom zal de rechtbank de maatregel voor de maximale termijn van twee jaren opleggen en de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht niet in mindering brengen op de duur van de maatregel. De rechtbank gaat ervan uit dat in het kader van de uitvoering van de ISD-maatregel aan behandeling en eventuele intramurale plaatsing van verdachte aandacht wordt besteed.
De rechtbank acht een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel thans niet geïndiceerd, maar wijst op de mogelijkheden daartoe vermeld in artikel 38s, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
In beslag genomen voorwerpen
Nu het belang van de strafvordering zich niet meer daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van 78 paar sokken aan [winkel] te Apeldoorn en van 4 zonnebrillen aan verdachte.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [naam bank] Apeldoorn en omgeving, heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 2.284,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 juli 2007 tot de dag der algehele voldoening, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder
2 ten laste gelegde.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 2 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden tot een bedrag van € 2.284,--, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering is in zoverre voor toewijzing vatbaar.
Schadevergoedingsmaatregel
Door de officier van justitie is oplegging van de schadevergoedingsmaatregel gevorderd.
De schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht zal de rechtbank niet opleggen nu de benadeelde partij een onderneming is die, naar mag worden aangenomen, voldoende middelen heeft om het toegewezen bedrag te (doen) innen. Bovendien is het, gelet op de financiële situatie van verdachte zoals die ter terechtzitting is gebleken, niet te verwachten dat binnen afzienbare termijn het verschuldigde bedrag zal zijn voldaan. Tegen deze achtergrond zou het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel in feite neerkomen op het opleggen van een extra vrijheidsstraf.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 38m, 38n, 38o, 57, 310 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezenverklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Legt op de maatregel tot plaatsing van verdachte in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren.
Gelast de teruggave van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven 78 paar sokken aan [winkel] te Apeldoorn, en 4 zonnebrillen aan verdachte.
Veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [naam bank] Apeldoorn en omgeving, [adres en plaats] (rek.nr. [banknummer]) van een bedrag van € 2.284,=, vermeerderd met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 juli 2007 tot aan de dag der algehele voldoening.
Aldus gewezen door mrs. Van der Hooft, voorzitter, De Bie en Gilhuis, rechters, in tegenwoordigheid van Wiering, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 november 2007.