
Jurisprudentie
BB8212
Datum uitspraak2007-11-14
Datum gepubliceerd2007-11-20
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers70829 / HA ZA 07-2412
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2007-11-20
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers70829 / HA ZA 07-2412
Statusgepubliceerd
Indicatie
Wederpartij van curator in failliete vennootschap beroept zich op onbevoegdheid van de rechtbank nu forumkeuze curator niet zou toekomen en voorts sprake zou zijn van (schijn van) belangenverstrengeling omdat curator advocaat te Dordrecht is en het faillissement wordt behandeld door een rechter-commissaris van de rechtbank Dordrecht.
Afwijzing. Geen grond voor onbevoegdheid. Overigens geen (schijn van) belangenverstrengeling.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 70829 / HA ZA 07-2412
Vonnis in incident en in de hoofdzaak van 14 november 2007
in de zaak van
mr. Pieter Guillaume Gilhuis in de hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Buts Installatietechniek b.v. te Dordrecht,
wonende te Dordrecht,
eiser in conventie in de hoofdzaak,
verweerder in reconventie in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
procureur mr. P.G. Gilhuis,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Van Ieperen Groep b.v.,
gevestigd te IJsselstein,
gedaagde in conventie in de hoofdzaak,
eiseres in reconventie in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
procureur mr. A. Dunsbergen,
advocaat mr. G. van De Nesse te IJsselstein.
Partijen zullen hierna de curator en VIG genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord in conventie en eis in reconventie tevens houdende de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring,
- de conclusie van antwoord in het incident.
2. Het geschil
De feiten
2.1. Bij vonnis van deze rechtbank van 25 mei 2005 is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Buts Installatietechniek b.v. voorheen gevestigd te Papendrecht, thans gevestigd te Dordrecht (hierna "Buts") in staat van faillissement verklaard met benoeming van mr. P.G. Gilhuis tot curator.
2.2. In de hoofdzaak vordert de curator om VIG te veroordelen tot betaling van € 124.028,73 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 juni 2007. Hij legt daaraan ten grondslag dat Buts conform overeenkomst materialen heeft geleverd en werkzaamheden heeft verricht en dat door VIG nog een bedrag van € 87.307,65 aan facturen, te vermeerderen met rente en kosten, onbetaald is gelaten. VIG voert verweer tegen de vordering en heeft een vordering in reconventie ingesteld.
2.3. Op de overeenkomst tussen Buts en VIG zijn de Algemene Leveringsvoorwaarden Installerende Bedrijven (ALIB 92) van toepassing. In deze voorwaarden is voor zover voor de hoofdzaak van belang, het volgende bepaald:
" 47 Betaling door de opdrachtgever geschiedt in termijnen in evenredigheid met de voortgang (regie) of tijdsduur (aanneming) van het werk, zonder recht op korting of verrekening.
...
52 Nadat de opdrachtgever in verzuim is gekomen, is de installateur bevoegd zonder nadere ingebrekestelling tot invordering over te gaan van het aan hem verschuldigde bedrag. Alle daaraan verbonden buitengerechtelijke kosten zijn voor rekening van de opdrachtgever tenzij de installateur verkiest om deze kosten forfaitair te bepalen op 15% van het te vorderen bedrag.
53 Over de tijd dat de opdrachtgever met de betaling in verzuim is geweest, kan de installateur over het aan hem verschuldigde bedrag rente in rekening brengen. Deze rente is op jaarbasis gelijk aan de wettelijke rente, verhoogd met 2%.
...
72 Elk geschil tussen installateur en opdrachtgever zal met uitsluiting van de gewone rechter worden beslecht door de Raad van Arbitrage voor de Metaalnijverheid en -Handel.
73 In afwijking van het voorgaande artikel is de installateur bevoegd het geschil te laten beslechten door de gewone rechter; in geval de Rechtbank bevoegd is door de Rechtbank in de plaats of het arrondissement waarin de installateur is gevestigd."
De vordering in het incident
2.4. VIG vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart. Zij stelt dat de behandeling van de zaak naar een andere rechtbank behoort te worden verwezen, waarbij de rechtbank Utrecht als rechtbank van de woonplaats van VIG voor de hand ligt.
2.5. VIG legt daaraan het volgende ten grondslag.
In het faillissement van Buts is een rechter-commissaris van de rechtbank Dordrecht benoemd en de curator is verbonden aan de Dordtse balie, zodat de rechtbank Dordrecht zich onbevoegd dient te verklaren om elke schijn van belangenverstrengeling te voorkomen. Voorts zou Buts ingevolge de ALIB 92 het geschil door de rechtbank van diens woonplaats, Dordrecht dus, kunnen laten beslechten, maar de voorwaarden bepalen niet dat deze bevoegdheid tevens aan de curator toekomt. Daarnaast wekt de curator tevens de schijn van belangenverstrengeling door voor de rechtbank Dordrecht te kiezen.
Het verweer in het incident
2.6. De curator heeft de gestelde onbevoegdheid gemotiveerd weersproken.
3. De beoordeling in het incident
3.1 Kennelijk bedoelt VIG te concluderen tot onbevoegdheid van de rechtbank Dordrecht en tot verwijzing van de zaak naar de rechtbank Utrecht.
3.2 Vast staat dat op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden Buts als installateur bevoegd is de zaak bij de rechtbank in haar vestigingsplaats aanhangig te maken. De curator oefent als beheerder van de boedel de vermogensrechten van Buts uit. Het staat de curator dus vrij om zich op artikel 73 van de algemene voorwaarden te beroepen. Deze rechtbank is bevoegd van het geschil kennis te nemen.
3.3 VIG voert aan dat sprake is van belangenverstrengeling of schijn van onpartijdigheid. Vooropgesteld moet worden dat daarmee niet kan worden bewerkstelligd dat een rechtbank zich onbevoegd verklaart.
3.4 Ten overvloede wordt het volgende overwogen.
De betreffende rechter-commissaris in het faillissement van Buts zal uiteraard deze zaak niet behandelen. Het feit dat de curator aan de Dordtse balie is verbonden en de keuze van de curator een beroep te doen op art. 73 van de algemene voorwaarden zijn geen indicatie voor belangenverstrengeling.
3.5 De incidentele vordering wordt afgewezen. VIG wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van het incident.
4. De beoordeling in de hoofdzaak
in conventie en reconventie
4.1. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 131 Rv zal de rechtbank een comparitie van partijen bevelen. Voor deze comparitie wordt een tijdsduur van 1,5 uur uitgetrokken.
4.2. Partijen dienen alle relevante bescheiden waarop zij zich ter staving van hun stellingen willen beroepen, voor zover niet reeds overgelegd, uiterlijk twee weken voor de nader te bepalen comparitiedatum in kopie te zenden aan de wederpartij en aan de rechter. Behoudens klemmende redenen of overmacht kunnen stukken die te laat zijn ingediend, niet ter terechtzitting aan de orde komen.
4.3. Indien de curator een conclusie van antwoord in reconventie wenst te nemen, dient deze conclusie twee weken vóór de nader te bepalen comparitiedatum in afschrift aan de wederpartij en de rechter te worden gezonden. De conclusie wordt dan geacht ter terechtzitting te zijn genomen. Conclusies die te laat worden toegezonden, zullen behoudens klemmende redenen, ter terechtzitting worden geweigerd.
4.4. Op de voet van het bepaalde in artikel 132 lid 2 Rv zal slechts gelegenheid worden geboden voor repliek en dupliek, indien zulks met het oog op artikel 19 Rv of met het oog op een goede instructie van de zaak naar het oordeel van de rechter noodzakelijk is.
5. De beslissing
De rechtbank
in het incident
5.1. wijst het gevorderde af;
5.2. veroordeelt VIG in de kosten van het incident, aan de zijde van de curator tot op heden begroot op € 452,- aan salaris procureur;
in de hoofdzaak
in conventie en reconventie
5.3. beveelt, onder het aanhouden van elke verdere beslissing, dat partijen op een nader te bepalen datum en tijdstip verschijnen in het gebouw van de rechtbank aan het Steegoversloot 36 te Dordrecht voor mr. J.C. Halk;
5.4. verwijst de zaak naar de rolzitting van 12 december 2007 voor opgave van verhinderdata in de daaropvolgende vier maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2007.