Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB8063

Datum uitspraak2007-09-13
Datum gepubliceerd2007-11-19
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Breda
Zaaknummers178871 KG ZA 07-460
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Ontbreken spoedeisend belang.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK BREDA Sector civiel recht Team handelsrecht zaaknummer / rolnummer: 178871 / KG ZA 07-460 Vonnis in kort geding van 13 september 2007 in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DA RETAILGROEP BV, gevestigd te Leusden, eiseres, procureur mr. E.C.M. Wagemakers, advocaat mr. M.S. van Oosten en mr. A. Oorthuijs, tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ROFIL MEDICAL NEDERLAND BV, gevestigd te Breda, gedaagde, procureur mr. H.C. Lenaerts. Partijen zullen hierna DA en Rofil genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding met producties - de mondelinge behandeling - de pleitnota van DA - de pleitnota van Rofil met producties. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. Het geschil 2.1. DA vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, ten aanzien van de voorraad Christijan Albers SkinCare producten die momenteel in de distributiecentra van DA zijn opgeslagen: - Rofil te gebieden om direct, maar uiterlijk binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de producten te verwijderen uit de distributiecentra van DA, onder verbeurte van een dwangsom van euro 5.000,- per dag of gedeelte daarvan dat Rofil in gebreke blijft daaraan te voldoen; - Rofil te veroordelen tot betaling, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van een voorschot op de vordering uit hoofde van de terugname verplichting, ter hoogte van euro 149.770,- althans een voorschot waarvan de hoogte in goede justitie door de voorzieningenrechter wordt bepaald, te vermeerderen met rente vanaf 28 juli 2006 tot aan de dag der algehele voldoening; - Rofil te veroordelen tot betaling, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van een voorschot op schadevergoeding ter hoogte van euro 5.285,75 althans een voorschot waarvan de hoogte in goede justitie door de voorzieningenrechter wordt bepaald, te vermeerderen met rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening; - Rofil te veroordelen in de kosten van het geding. 2.2. Rofil voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 3. De beoordeling 3.1. Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen van partijen en de overgelegde producties wordt uitgegaan van de navolgende feiten: - DA exploiteert een groothandel en de DA-retailformule voor zelfstandige DA drogisten. De groothandel levert drogisterij-en parfumerieartikelen aan de zelfstandige DA ondernemers. - Rofil houdt zich bezig met de productie en distributie van (onder meer) parfumerie-producten. - In het najaar van 2005 is tussen partijen gesproken over verkoop door DA van producten die door Rofil gedistribueerd worden onder de naam “Christijan Albers SkinCare”. Deze productlijn is vernoemd naar Christijan Albers, een bekend autocoureur. - Partijen hebben vervolgens afspraken gemaakt over levering van de producten door Rofil aan DA. Deze afspraken zijn (onder meer) neergelegd in een e-mail van 5 oktober 2005 van DA aan Rofil waarin – voor zover hier relevant- als volgt is bepaald: “wij respecteren jullie standaardvoorwaarden betreffende retourname na 6 mnd. Op basis van 0,2 criteria.” Deze afspraak komt er in essentie op neer dat in het geval de gemiddelde afzet per winkel per week lager is dan 0,2 product, DA een recht van retour heeft ten aanzien van de producten. - Op 14 oktober 2005 heeft DA 11.880 producten van de Christijan Albers SkinCare lijn bij Rofil besteld. Levering heeft plaatsgevonden op 5 december 2005 en in februari 2006 (op 15, 21 en 23 februari 2006). - De verkoop van de Christijan Albers SkinCare producten bleek teleurstellend. - DA heeft Rofil bij e-mail van 28 juli 2006 bericht dat zij heeft besloten de producten retour te laten komen vanuit de winkels en ook retour te sturen aan Rofil. - Bij e-mail van 28 augustus 2006 heeft DA Rofil medegedeeld dat zij het recht van retour gaat benutten. Rofil heeft retourname geweigerd. - Op 22 september 2006 heeft tussen partijen een bespreking plaatsgevonden over (met name) de herintroductie van de Christijan Albers SkinCare producten. - Bij e-mail van 20 oktober 2006 heeft DA Rofil bericht dat zij over 2 weken de retourregeling in gang zullen zetten. - Nadien is tussen partijen over en weer correspondentie gevoerd over invulling van het herintroductieplan van Rofil. - Dit herintroductieplan is in januari 2007 door DA aan haar ondernemers voorgelegd. De DA ondernemers zijn niet akkoord gegaan met het plan. - Bij e-mail van 27 januari 2007 heeft DA Rofil (onder meer) bericht te stoppen met de verkoop van de Christijan Albers SkinCare producten. - Eind 2006/begin 2007 heeft DA de Christijan Albers SkinCare producten uit de winkels gehaald en in haar distributiecentrum opgeslagen. Het gaat om twee pallets met producten. - Rofil heeft tot op heden geweigerd te voldoen aan verzoeken van DA om de producten terug te nemen. 3.2. Grondslag van de vorderingen van DA tot verwijdering van de producten uit het distributiecentrum van DA en de betaling van het bedrag van euro 149.770,- is dat Rofil op grond van het tussen partijen overeengekomen retourrecht gehouden is om de producten tegen de inkoopprijs ad euro 149.770,- terug te kopen. De laatste vordering van DA betreft vergoeding van de door Rofil geleden schade ad euro 5.285,75, bestaande uit kosten verbonden met het bevoorraden van winkels, het terughalen van producten en de kosten van opslag in de distributiecentra. 3.3. Het meest verstrekkende verweer van Rofil is dat het spoedeisend belang bij de vorderingen ontbreekt. 3.4. De voorzieningenrechter stelt vast dat de Christijan Albers SkinCare producten thans reeds geruime tijd staan opgeslagen in het distributiecentrum van DA. Het betreft twee pallets met producten. DA heeft desgevraagd ter zitting verklaard dat de twee pallets in het distributiecentrum geen grote ruimte in beslag nemen. Gesteld noch gebleken is dat de aanwezigheid van de pallets in het distributiecentrum tot (serieuze) problemen leidt. Onder die omstandigheden is er onvoldoende spoedeisend belang bij het gevraagde gebod tot verwijdering. 3.5. Voor de geldvorderingen geldt dat voor toewijzing in kort geding slechts dan plaats is, als het bestaan en de omvang van de vorderingen in hoge mate aannemelijk is, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling bij afweging van de belangen van partijen - aan toewijzing niet in de weg staat. 3.6. Volgens DA heeft zij een spoedeisend belang bij de geldvorderingen omdat zij de gevorderde bedragen nodig heeft om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. DA heeft deze stelling niet nader onderbouwd. Dit had echter wel op haar weg gelegen, gezien de strenge eisen die gesteld worden aan het spoedeisend belang bij geldvorderingen. Slechts indien het evident is dat de geldvorderingen door de bodemrechter zullen worden toegewezen, bestaat er aanleiding minder strenge eisen aan die spoedeisendheid te stellen. Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor. Rofil heeft gemotiveerd verweer gevoerd en heeft betwist dat DA (nog) een beroep kan doen op het retourrecht. Onderwerp van het debat tussen partijen is de uitleg van het overeengekomen retourrecht evenals de vraag of DA zich heeft gehouden aan haar verplichtingen met betrekking tot de distributie. Ook de hoogte van een eventuele terugbetalingsverplichting en de gevorderde schade houdt partijen verdeeld. Dat evident is dat de bodemrechter de vorderingen zonder meer zal toewijzen, kan dan ook voorshands niet worden aangenomen. 3.7. Slotsom is dat de vorderingen zullen worden afgewezen. 3.8. DA zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Rofil worden begroot op: - vast recht EUR 251,00 - salaris procureur EUR 816,00 Totaal EUR 1.067,00 4. De beslissing De voorzieningenrechter 4.1. wijst de vorderingen af, 4.2. veroordeelt DA in de proceskosten, aan de zijde van Rofil tot op heden begroot op EUR 1.067,00, 4.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. Leijten en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. Verheijen-van Gool op 13 september 2007.