
Jurisprudentie
BB7986
Datum uitspraak2007-10-18
Datum gepubliceerd2007-11-15
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummersrolnr. 677333 \ CV EXPL 07-5204
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2007-11-15
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummersrolnr. 677333 \ CV EXPL 07-5204
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Verhuurder vordert ontbinding en ontruiming vanwege huurachterstand. Kantonrechter is van oordeel dat de wanprestatie van de huurder - die per saldo neerkomt op het te laat betalen van de maand juni 2007 in combinatie met eerdere veroordelingen terzake van in totaal drie maanden huurachterstand - onvoldoende is om thans ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. Het ligt op de weg van verhuurder als professioneel verhuurder om een huurder toch tenminste eenmaal in verband met onbetaald gebleven huur een sommatie te sturen alvorens tot dagvaarden over te gaan. Veroordeling van verhuurder in de proceskosten.
Uitspraak
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
Sector kanton - locatie Delft
CF/vR
rolnr. 677333 CV EXPL 07-5204
18 oktober 2007 (bij vervroeging)
Vonnis in de zaak van:
de stichting Stichting Woonbron,
wonende dan wel gevestigd te Rotterdam,
eisende partij,
gemachtigde: H.A.M. Over de Vest, Gerechtsdeurwaarder,
tegen
[gedaagde],
wonende dan wel gevestigd te [woonplaats],
gedaagde partij,
procederend in persoon.
Partijen worden aangeduid als Woonbron en [gedaagde].
Procedure:
- de dagvaarding van 19 juni 2007;
- de mondelinge conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek, met producties;
- de conclusie van dupliek.
Rechtsoverwegingen
1. Feiten
De kantonrechter gaat uit van de navolgende feiten.
1.1 Tussen Woonbron en [gedaagde] bestaat een huurovereenkomst betreffende de onroerende zaak aan het [adres] te [woonplaats]. Op de huurovereenkomst zijn de door Woonbron gehanteerde voorwaarden van toepassing.
1.2 Ingevolge die overeenkomst is [gedaagde] maandelijks bij vooruitbetaling verplicht aan Woonbron terzake van huur te betalen een bedrag van laatstelijk € 463,32.
1.3 Bij vonnissen van 25 januari 2007 en 24 mei 2007 is [gedaagde] op vordering van Woonbron door de kantonrechter te Delft onder meer veroordeeld tot betaling van toen door [gedaagde] onbetaald gelaten huur.
2. Vordering
Woonbron vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. de ontbinding van de huurovereenkomst;
b. veroordeling van [gedaagde] tot
- ontruiming van het gehuurde;
- betaling van een bedrag van € 463,32 terzake van de huur over de maand juni 2007;
- betaling van de buitengerechtelijke kosten ad € 82,71 (inclusief BTW);
- betaling van een bedrag van € 463,32 voor elke ingegane maand vanaf 1 juli 2007 tot de ontruiming;
- wettelijke rente over € 463,32 ingaande 1 juni 2007 tot de dag van de voldoening;
c. veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
Woonbron legt aan haar vordering voormelde vaststaande feiten ten grondslag alsmede de navolgende stellingen.
2.1 [gedaagde] is bij herhaling in gebreke gebleven met stipte betaling van de huur en is derhalve de hoofdverplichting als huurder niet nagekomen. Woonbron heeft recht en belang op grond van deze ernstige toerekenbare tekortkoming de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde te vorderen.
2.2 Aangezien [gedaagde] in gebreke bleef de verschuldigde bedragen te voldoen, heeft Woonbron de vordering ter incassering uit handen gegeven. Door de gemachtigde van Woonbron zijn diverse werkzaamheden verricht. Op grond van de voorwaarden van de huurovereenkomst en de bepalingen van de wet, dienen de buitengerechtelijke kosten ad € 82,71 voor rekening van [gedaagde] te komen.
2.3 Woonbron heeft op grond van de wet met ingang van 1 juni 2007 aanspraak op vergoeding van wettelijke rente.
3. Verweer
[gedaagde] verweert zich tegen de vordering en voert daartoe, zakelijk weergegeven, het navolgende aan.
bij conclusie van antwoord:
3.1 [gedaagde] weet niet of de gestelde huurachterstand juist is. Het gaat maar om één maand achterstand. [gedaagde] betaalt door middel van automatische incasso. Kennelijk was de huur over de maand juni 2007 niet afgeschreven. [gedaagde] heeft (nog) geen dagafschrift van zijn bankrekening aan de hand waarvan hij de betaling kan controleren, maar hij gaat er vanuit dat de huur over de maand juni 2007 inmiddels is afgeschreven.
3.2 [gedaagde] heeft voor de betaling van de huur over de maand juni 2007 nooit een aanmaning gehad. [gedaagde] ontving meteen de dagvaarding. [gedaagde] verzet zich daarom tegen toewijzing van de gevorderde incassokosten.
3.3 [gedaagde] verzet zich tegen de gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde. Hij wil in het gehuurde blijven wonen. Hij stelt hard te hebben moeten vechten om in de woning te kunnen wonen. Hij wil daar met zijn zoon blijven wonen.
bij conclusie van dupliek:
3.4 [gedaagde] geeft door middel van een brief van psycho-medisch centrum Parnassia d.d. 18 september 2007, een uiteenzetting van zijn persoonlijke omstandigheden die er toe hebben geleid dat hij de verschuldigde huur in het verleden niet steeds tijdig en volledig heeft voldaan.
4. Beoordeling
4.1 Ten tijde van dagvaarding - 19 juni 2007 - was er sprake van een maand huurachterstand, te weten de huur over de maand juni 2007. [gedaagde] heeft onweersproken aangevoerd, dat hij voorafgaand aan de inleidende dagvaarding niet tot betaling van de huur is gesommeerd.
4.2 Hoewel Woonbron terecht als standpunt heeft ingenomen dat [gedaagde] zelf aansprakelijk is voor tijdige betaling van de huur, telkens bij vooruitbetaling te voldoen, is de kantonrechter van oordeel dat het toch op de weg ligt van Woonbron als professioneel verhuurder om een huurder toch tenminste eenmaal in verband met onbetaald gebleven huur een sommatie te sturen alvorens tot dagvaarden over te gaan, ook indien er sprake is van een huurder die eerder terzake van wanbetaling door de kantonrechter is veroordeeld tot betaling van achterstallige huurpenningen, welke achterstallige huurpenningen nog niet (geheel) zijn voldaan.
4.3 Uit de stellingen van Woonbron bij conclusie van repliek leidt de kantonrechter voorts af dat de huurachterstand van [gedaagde] over de maand juni 2007 inmiddels is voldaan, aangezien Woonbron het verweer van [gedaagde] dat hij er vanuit gaat dat de huur over de maand juni 2007 inmiddels van zijn rekening is afgeschreven ten aanzien van de betaling/ontvangst van dit bedrag niet heeft weersproken. Daarnaast leidt de kantonrechter uit de stellingen van Woonbron af dat er ten aanzien van de lopende huur geen sprake is van enige huurachterstand, aangezien Woonbron in de conclusie van repliek uitsluitend melding maakt van achterstallige huurpenningen terzake waarvan [gedaagde] eerder door de kantonrechter is veroordeeld (in totaal drie maanden).
4.4 De vordering terzake van betaling van achterstallige huurachterstand zal derhalve worden afgewezen.
4.5 [gedaagde] heeft de huur over de maand juni 2007 te laat voldaan. Woonbron heeft onweersproken gesteld dat vanaf 1 juni 2007 de wettelijke rente verschuldigd is. De gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen als hierna te melden.
4.6 [gedaagde] heeft onweersproken aangevoerd, dat hij voorafgaand aan de inleidende dagvaarding niet tot betaling is gesommeerd. Weliswaar heeft Woonbron vervolgens aangevoerd, dat de incassogemachtigde meer werkzaamheden heeft verricht dan nodig voor de voorbereiding en instructie van deze zaak, maar daarbij heeft Woonbron niet gesteld en dat is in deze procedure evenmin gebleken, dat er werkzaamheden zijn verricht die kunnen leiden tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten. Toewijzing van de gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke kosten is daarom niet gerechtvaardigd, zodat de vordering terzake zal worden afgewezen.
4.7 Ten aanzien van de gevraagde ontbinding oordeelt de kantonrechter als volgt. Mede gelet op het ontbreken van een sommatie van de zijde van verhuurder, is de wanprestatie van [gedaagde] - die per saldo neerkomt op het te laat betalen van de maand juni 2007 in combinatie met eerdere veroordelingen terzake van in totaal drie maanden huurachterstand - onvoldoende om thans een ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. In dit verband heeft de kantonrechter mede waarde gehecht aan het schrijven van psycho-medisch centrum Parnassia d.d. 18 september 2007, waarin de problematische situatie waarin [gedaagde] zich bevindt wordt uiteengezet en waarin de verwachting wordt uitgesproken dat problemen zich in de toekomst niet meer zullen voordoen, mede omdat [gedaagde] begeleiding heeft gekregen in verband met het beheren van zijn financiën en een schuldsaneringsregeling door de budgetwinkel inmiddels is opgestart.
4.8 Woonbron zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
Beslissing
De kantonrechter:
1. veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente over € 463,32 vanaf 1 juni 2007 tot de dag der algehele voldoening;
2. veroordeelt Woonbron in de kosten van de procedure tot hiertoe aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op nihil;
3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad
4. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J. Frikkee, kantonrechter, en bij vervroeging uitgesproken ter openbare terechtzitting d.d. 18 oktober 2007 in tegenwoordigheid van de griffier.