Jurisprudentie
BB7942
Datum uitspraak2006-06-08
Datum gepubliceerd2007-11-15
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers338718 / KG 06-591 P
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2007-11-15
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers338718 / KG 06-591 P
Statusgepubliceerd
Indicatie
Adidas vs Scapa
Uitspraak
P/MB
vonnis 8 juni 2006
RECHTBANK IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM
VOORZIENINGENRECHTER IN KORT GEDING
VONNIS
i n d e z a a k m e t n u m m e r s 338718 / KG 06-591 P v a n:
de rechtspersoon naar vreemd recht ADIDAS-SALOMON AG,
gevestigd te Herzogenaurach (Duitsland),
e i s e r bij dagvaarding van 13 april 2006,
procureur mr. F.B. Falkena,
advocaat mr. G.S.P. Vos te Amsterdam,
t e g e n :
1. de naamloze vennootschap naar vreemd recht M.J.R. RETAIL N.V., tevens handelend onder de naam SCAPA SPORTS, gevestigd te België,
2. de naamloze vennootschap naar vreemd recht JUST MEN N.V., tevens handelend onder de naam SCAPA OF SCOTLAND, gevestigd te België,
g e d a a g d e n,
procureur mr. B.J.H. Crans,
advocaten mrs. J.E. Benner te ‘s-Hertogenbosch, B.R. Goossens en G. Philipsen te Antwerpen, België.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Ter terechtzitting van 17 mei 2006 heeft eiser, verder te noemen Adidas, gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Gedaagden, verder afzonderlijk te noemen Scapa Sports en Scapa of Scotland en gezamenlijk ook (in vrouwelijk enkelvoud) Scapa), hebben verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Partijen hebben van weerszijden producties (waaronder kledingstukken) en pleitnota’s overgelegd. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
1. In dit vonnis wordt uitgegaan van de volgende feiten.
a. Adidas is de moedermaatschappij van het gelijknamige concern, een groep van
ondernemingen die gespecialiseerd is in het produceren en verhandelen van sportkleding en allerlei soorten sportartikelen.
b. Adidas is sinds de jaren zeventig houdster van een aantal merken dat betrekking heeft op 3 parallelle strepen op (met name) sportkleding. Het 3-strepenmerk is vastgelegd in het Benelux Merkenregister en in internationale registers, zowel in de vorm van afbeeldingen als in beschrijvende vorm. In de omschrijving van het 3-strepen beeldmerk (in de internationale registratie nr. 414034 van 13 maart 1975) staat dat de drie strepen van dezelfde kleur zijn, contrasterend met de kleur van de kleding, dat zij op gelijke afstand van elkaar liggen, gescheiden door twee tussenruimten, dat zij parallel lopen en verticaal zijn aangebracht over de gehele lengte van de schouders, mouwen en/of broekspijpen van het kledingstuk.
c. Adidas treedt op als sponsor voor tal van sporters, sportclubs en sportevenementen in de Benelux en in de rest van de wereld.
d. Scapa heeft in de Benelux (onder meer in de vestiging van Scapa in de PC Hooftstraat te Amsterdam) (sport-)kleding op de markt gebracht waarop twee strepen zijn aangebracht, diezelfde kenmerken vertonen als de Adidas strepen (zie onder 1 b). Zo heeft zij onder meer in december 2005 een trainingspak en enkele jasjes te koop aangeboden, waarop dit 2-strepen teken is aangebracht. Op deze kleding is tevens het Scapa beeldmerk (een soort vlaggetje in de vorm van een andreaskruis) aangebracht en/of een S en/of een ander beeldmerk en/of de vermelding Scapa.
e. Bij brieven van 15 en 23 december 2005 heeft Adidas aan Scapa Sports meegedeeld dat zij inbreuk maakt op de merkenrechten van Adidas en haar onder meer gesommeerd een onthoudingsverklaring te ondertekenen en retour te zenden.
f. Volgens een jaarverslag over 2005 heeft Adidas in 2004 € 833.000.000,- en in 2005
€ 942.000.000 uitgegeven aan marketing en daarnaast nog € 183.000.000,- in 2004 en
€ 207.000.000,- in 2005 aan marketing overhead kosten.
g. Op verzoek van (de raadsman van) Adidas heeft marktonderzoekbureau Ivomar
door middel van straatinterviews (gehouden in de tweede helft van januari 2006) onderzoek gedaan om vast te stellen of en zo ja, in welke mate het relevante publiek een verband legt tussen de 2-strepenkleding van Scapa en het 3-strepenmerk van Adidas. Verder is onderzocht in hoeverre zich bij het uitvoeren van dit onderzoek een zogenoemd “marktleiderseffect” heeft voorgedaan. In het op dit onderzoek gebaseerde rapport van 3 mei 2006 is vermeld dat op de vraag of men wist van welke fabrikant op foto’s getoonde kleding met het 3-strepenmerk afkomstig was, 78% spontaan Adidas noemde. Op de controlevraag “waarom denkt u dat Adidas het product maakt” antwoordde vervolgens volgens het rapport 88% van die 78% dat zij de kleding herkenden aan de aangebrachte strepen. In het onderzoek is verder vermeld dat 12% van de respondenten bij het zien van foto’s van Scapa-kleding heeft gemeld te denken aan Adidas. Op de vraag of men wist door welk bedrijf deze kleding werd gemaakt antwoordde 38% van de respondenten spontaan Adidas. Volgens het rapport wees het “marktleiders-effect”-onderzoek uit dat respondenten die, geconfronteerd met foto’s van kleding met twee strepen Adidas als herkomst daarvan noemden, dat deden omdat zij de strepen herkenden als afkomstig van Adidas en niet omdat de naam van dit merk als van nature het eerst in gedachten komt.
h. Bij brief van 12 mei 2006 heeft prof. Dr. W.A. Wagenaar op verzoek van de raadsman
van Scapa een evaluatie gegeven van het onder g genoemde onderzoek van Ivomar.
Deze brief bevat onder meer de volgende passages:
“Ivomar zegt in haar inleiding dat de opdracht eveneens was om na te gaan of er gevaar bestaat dat het publiek direct of indirect verward raakt over de herkomst van de 2-strepen kleding van Scapa. Voor een dergelijk onderzoek is een zeer specifieke proefopzet nodig, die ik uitvoerig heb beschreven in mijn publicatie uit 2002. Associatie impliceert niet noodzakelijkerwijs verwarring. (...) Het onderzoek gerapporteerd in het aan mij toegestuurde rapport heeft uitsluitend betrekking op associatiegevaar, en kan derhalve op geen enkele manier leiden tot een conclusie over directe of indirecte verwarring. (...) Ivomar heeft in dit onderzoek aan respondenten foto’s van kleding getoond, in plaats van echte kleding. Dat hoeft op zichzelf geen bezwaar te zijn, maar het risico is natuurlijk dat de foto’s een misleidende weergave zijn van de werkelijke kleding. Dat zou in dit geval gebeurd kunnen zijn. De kleding van Scapa, met twee strepen, is zodanig gefotografeerd dat de strepen net aan de rand van de zichtbare kleding zitten, zodat men gemakkelijk zou kunnen denken dat er een derde streep als het ware om de hoek zit. Een respondent die zeer bekend is met de drie strepen van Adidas zou door de sterke verwachting over het hoofd kunnen zien dat het gaat om kleding met slechts twee strepen, in plaats van om ongelukkig gefotografeerde kleding met drie strepen,. In dat geval wordt associatie met Adidas door de foto’s ten onrechte uitgelokt.”
Verder constateert Wagenaar in zijn evaluatie dat in het onderzoek van Ivomar door de vraagstelling sprake kan zijn van een “raadeffect”.
“Het belangrijkste gemeten effect is dus juist dat veel respondenten “twee strepen” niet associëren met Adidas. Juist de hoge score voor “drie strepen” suggereert dat het raadeffect zeer aanzienlijk kan zijn.” vervolgt hij in de evaluatie. En hij besluit:
“Ivomar voegt geen paragraaf met conclusies aan het rapport toe. Dat wordt begrijpelijk in het licht van mijn constatering dat het onderzoek geen conclusies toelaat ten aanzien van de onderzoeksvraag. De reden is vooral dat verkeerde condities zijn gebruikt, en dat twee noodzakelijke controlecondities achterwege zijn gelaten. Daarnaast acht ik ook de gebruikte foto van Scapa kleding ongeschikt.
Op uw vraag of uit het onderzoek blijkt of het publiek zich uitspreekt over de reden die de producent heeft voor de toepassing van de strepen op kleding, moet ik antwoorden dat de respondenten daarover geen vragen zijn gesteld, en dat derhalve het onderzoek op die vraag geen antwoord geeft.”
i. Adidas heeft stukken in het geding gebracht betrekking hebbend op 174 gevallen waarin volgens Adidas inbreuk werd gemaakt op zijn 3-strepenmerk, welke gevallen voor het merendeel, na sommatie door Adidas, zijn geëindigd in het ondertekenen van een onthoudingsverklaring door de gesommeerden en waarbij de verkoop is gestaakt.
2. Adidas vordert thans, kort gezegd, veroordeling van Scapa tot het staken en gestaakt
houden van elk gebruik van de inbreuk makende 2-strepen tekens, alsmede van het gebruik van ieder ander teken dat inbreuk maakt op de merkrechten van Adidas, meer in het bijzonder dat Scapa wordt verboden (sport-)kleding alsmede daaraan soortgelijke producten, voorzien van inbreuk makende 2-strepen tekens of andere inbreuk makende tekens, aan te bieden, in de handel te brengen, in- of uit te voeren of in voorraad te houden, op straffe van verbeurte van dwangsommen. Tevens vordert Adidas veroordeling van Scapa tot vergoeding van de door Adidas geleden schade, althans tot betaling van de winstafdracht, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Daarnaast heeft Adidas een aantal nevenvorderingen ingesteld zoals vermeld onder 2 en (de eerste) 3 in het petitum van de dagvaarding - abusievelijk is daarin tweemaal een nummer 3 vermeld - en heeft zij veroordeling gevorderd van Scapa in de proceskosten.
3. Adidas heeft zijn vorderingen, samengevat, als volgt toegelicht. Adidas is wereldwijd
rechthebbende voor een groot aantal registraties met betrekking tot het 3-strepen beeldmerk, onder meer in verband met (sport-)kleding. Hij gebruikt dit merk intensief en treedt consequent op tegen inbreukmakers. Adidas heeft echter niet de intentie en ook niet de mogelijkheid om streepmotieven als zodanig te monopoliseren. Het gaat hier om de bescherming van het 3-strepen merk zoals vastgelegd in de verschillende registraties, met de kenmerken zoals vermeld onder 1 b. Het gebruiken van een 2-strepen merk staat een ieder vrij, tenzij sprake is van een gebruik dat zo dicht tegen het 3 strepenmerk van Adidas aanligt dat daardoor een inbreuk ontstaat op grond van artikel 13A lid 1 BMW (Eenvormige Beneluxwet op de Merken). Het 3-strepen merk van Adidas is een zeer bekend merk. Het vertegenwoordigt een substantiële goodwill/waarde. Adidas gebruikt het merk sinds de jaren ’70 veelvuldig en constistent. Dat blijkt onder meer uit tal van brochures die vanaf 1971 tot heden verschenen zijn. Adidas sponsort heel veel bekende sportlieden. Ook andere bekende personen, zoals Madonna en Bill Clinton dragen Adidas kleding. Adidas investeert enorme bedragen in marketing- en reclameactiviteiten. Naarmate het merk bekender is, neemt de beschermingsomvang toe. Scapa verhandelt in de Benelux (sport-)kleding waarop 2-strepen tekens zijn aangebracht, zodanig dat Scapa zonder geldige reden voordeel trekt uit, of afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen en/of de reputatie van het 3-strepen merk van Adidas. Er is dan ook sprake van inbreuk op grond van het bepaalde in artikel 13 A lid 1 onder c BMW. Daarnaast is sprake van strijd met de onderdelen b en d van genoemd artikellid. Door het gebruik van het 2-strepen teken kan verwarring ontstaan. Uit het onderzoek van Ivomar (zie 1 g) blijkt dat het relevante publiek een verband legt tussen de 2-strepen van Scapa en het Adidas merk. Scapa is ondanks sommaties van Adidas niet bereid gebleken het gebruik te staken en een onthoudingsverklaring te tekenen. Adidas heeft tal van soortgelijke merkinbreuken ook al aangepakt. Dit heeft in de regel geleid tot het tekenen van onthoudingsverklaringen. In de zaken waarover geprocedeerd is, met name in Duitsland, heeft Adidas vrijwel steeds gelijk gekregen. Adidas heeft een spoedeisend belang bij haar vordering tot staken van de merkinbreuk, aangezien het een voortgaande stelselmatige inbreuk betreft.
4. Scapa heeft de stellingen van Adidas weersproken en gemotiveerd verweer gevoerd, welk
verweer hierna, bij de beroordeling van het geschil, aan de orde zal komen.
Beoordeling van het geschil.
5. Ingevolge artikel 37 onderdelen A en B BMW dient, alvorens op de inhoud van het geschil zelf wordt ingegaan, ambtshalve de relatieve bevoegdheid van de voorzieningenrechter te Amsterdam te worden vastgesteld. Gedaagden zijn weliswaar niet in Amsterdam gevestigd, maar aangenomen moet worden dat de gestelde inbreuk op de merkrechten van Adidas zich met name, althans onder meer, in Amsterdam heeft voorgedaan, aangezien de kleding van Scapa te koop werd aangeboden in een in Amsterdam gevestigde winkel. De voorzieningenrechter van deze rechtbank is dan ook bevoegd van het geschil kennis te nemen.
6. Scapa heeft aangevoerd dat Adidas heeft gehandeld in strijd met de beginselen van
een behoorlijke procesorde, door in een zeer laat stadium een veelvoud aan producties in het geding te brengen en ook en vooral (de resultaten van) het onderzoek van Ivomar pas op 5 mei 2006 aan Scapa toe te zenden, terwijl Adidas blijkens de conceptdagvaarding op 15 maart 2006 al beschikte over de belangrijkste conclusies van dit onderzoek. Scapa stelt daardoor geen reële kans te hebben gehad om het rapport te bestuderen en daarop te reageren. Volgens haar dient het rapport daarom in deze zaak buiten beschouwing te blijven. De voorzieningenrechter deelt deze visie van Scapa niet. Weliswaar is het rapport pas in een laat stadium in het geding gebracht, aan de andere kant geldt dat ook Scapa reeds op 15 maart 2006 beschikte over de belangrijkste conclusies en in de gelegenheid is geweest om een tegenonderzoek te doen plaatsvinden. Dat heeft zij echter niet gedaan. Ook ter zitting heeft zij desgevraagd bevestigd dat een dergelijk onderzoek niet in gang is gezet. Bovendien is het rapport niet dermate omvangrijk dat bestudering op korte termijn niet mogelijk zou zijn, waarbij er tevens rekening mee moet worden gehouden dat het hier een kort geding betreft, in welke procedure bestudering van de stukken in de regel met de nodige voortvarendheid zal moeten geschieden.
7. Vastgesteld wordt dat ervan kan worden uitgegaan dat het 3-strepen merk van
Adidas een bekend merk is. Scapa heeft dat niet, althans in onvoldoende mate betwist.
Adidas heeft, zoals onder meer naar voren komt uit het in het geding gebrachte reclamemateriaal, het teken door de jaren heen gebruikt en gebruikt het nog ter onderscheiding van kleding. Adidas heeft omvangrijke investeringen gepleegd ten behoeve van marketingactiviteiten. Aannemelijk is dat het 3-strepen merk een commerciële waarde vertegenwoordigt en geschikt is als aanduiding van de herkomst van de kleding. Aldus is, anders dan Scapa heeft aangevoerd, wel degelijk sprake van merkgebruik door Adidas. Dat het merk bekend moet worden geacht komt eveneens genoegzaam naar voren uit het door Adidas overgelegde materiaal. Scapa heeft de bekendheid als zodanig ook overigens niet, althans onvoldoende gemotiveerd, weersproken.
8. Scapa heeft betoogd dat het gebruik van strepen op (sport-)kleding wijd en zijd
gebruikelijk is, wat alleen al blijkt uit de door Adidas zelf in het geding gebrachte sommaties, 174 in getal. Dat mag zo zijn, maar in dit geval gaat het, zoals Adidas terecht heeft gesteld, om de strepen zoals Adidas als merk gebruikt, met de specifieke kenmerken zoals vermeld onder 1 b. Anders dan Scapa heeft aangevoerd kan niet alleen exacte namaak, dus het gebruik van 3 strepen, inbreukmakend zijn, maar ook gebruik van een teken dat zo dicht tegen het 3-strepen merk van Adidas aanligt - ook als dat een teken is bestaand uit twee of vier strepen - dat sprake kan zijn van verwarringsgevaar, en/of gebruik in het economisch verkeer waardoor zonder geldige reden ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit of afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk. Dit laat de mogelijkheid van het aanbrengen van strepen op (sport-)kleding in het algemeen, waarop Adidas geen monopolie heeft zoals Scapa heeft gesteld en Adidas heeft erkend, onverlet.
9. Ook het betoog van Scapa dat de strepen op de kleding louter als versiering zijn aangebracht, gaat niet op. Vooralsnog is voldoende aannemelijk dat de strepen geschikt zijn als herkomstaanduiding van de kleding, dat zij een commerciële waarde vertegenwoordigen, omdat zij door consumenten in verband kunnen worden gebracht met de producent van de kleding en met bepaalde kwaliteitseigenschappen. Voldoende aannemelijk is dat de strepen op de kleding van Scapa ook een dergelijke functie vervullen. Dat Scapa het strepenmotief slechts op een klein deel van haar kleding heeft gebruikt, doet aan het voorgaande niet af. De omstandigheid dat in het onderzoek van Ivomar aan de respondenten niet gevraagd is naar de bedoeling van de producten met het aanbrengen van de strepen is evenmin van belang. Het gaat er immers niet om wat het publiek denkt over de motieven van de producent, maar om de vraag hoe en op welke wijze het teken feitelijk in het economisch verkeer is gebruikt. Wel is relevant de vraag of het publiek zelf het aanbrengen van het teken louter als versiering opvat. Dat deze vraag in dit geval bevestigend zou moeten worden beantwoord komt echter niet uit het onderzoek naar voren. Integendeel, veeleer duiden de uitkomsten van het onderzoek erop dat het publiek de strepen als een merk ervaart.
10. Scapa heeft verder betwist dat sprake is van een overeenstemmend teken, alleen al
omdat zij twee in plaats van drie strepen hanteert. Dit is dan ook meteen het enige verschil met de Adidas strepen. Voor het overige zijn alle elementen overeenstemmend: er is sprake van parallelle strepen, aangebracht over de gehele lengte van de mouw, respectievelijk broekspijp, van gelijke kleur, contrasterend met de kleur van de kleding, van nagenoeg dezelfde breedte en op vrijwel dezelfde wijze op de kleding aangebracht. Niet alleen op de foto’s, maar ook bij de aanblik van de kleding valt op het eerste gezicht niet op dat op de Scapa kleding één streep minder is aangebracht, maar springt juist de gelijkenis met de Adidas strepen in het oog. Anders dan Scapa heeft betoogd, moet dus worden aangenomen dat wel degelijk sprake is van een met het merk overeenstemmend teken. Het enkele feit dat naast de strepen tevens het Scapa merk is aangebracht, doet daar niet aan af. Enerzijds is op een deel van de kleding (met name het in geding gebracht trainingspak) het Scapa merk nauwelijks opvallend, anderzijds is het publiek gewend dat meerdere merken en/of teksten op sportkleding staan. Voldoende aannemelijk is ook dat het publiek een verband legt tussen de Scapa kleding en de strepen van Adidas. De resultaten van het Ivomar onderzoek ondersteunen dat. De kritische noten van professor Wagenaar met betrekking tot (de in) het onderzoek (gehanteerde methode) leiden vooralsnog niet tot een andere conclusie. Dat de in het onderzoek gebruikte foto’s geen getrouwe weergave van de kleding zou zijn, is na beschouwing van de kleding zelf, niet aannemelijk geworden.
11. Nu uitgangspunt is dat de Adidas strepen een bekend merk vormen, is de
beschermingsomvang navenant groot. Zoals uit het voorgaande volgt is voldoende aannemelijk dat het publiek bij de beschouwing van de Scapa strepen een verband legt met het Adidas merk. Daarnaast is aannemelijk dat daarmee afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen van de Adidas strepen, omdat dit verwatering van het Adidas merk tot gevolg kan hebben. Dat Adidas zelf verwatering van het merk zou hebben bevorderd door niets te doen tegen het gebruik van een 2-strepen teken door Reebok, zoals door Scapa aangevoerd, gaat niet op. Adidas heeft genoegzaam aangetoond stelselmatig tegen merkinbreuk te hebben opgetreden. Dat er mogelijk gevallen zijn die Adidas niet onder ogen zijn gekomen, of waartegen om andere redenen niet is opgetreden, doet daar niet aan af. Overigens heeft Adidas Reebok inmiddels overgenomen.
12. Nu het bepaalde in artikel 13A lid 1 onder c geacht moet worden ook van toepassing te
zijn wanneer sprake is van dezelfde of soortgelijke waren, is de slotsom dat voorshands moet worden aangenomen dat Scapa zich schuldig heeft gemaakt aan merkinbreuk op basis van het genoemde artikel. Adidas heeft een spoedeisend belang bij het beëindigen van deze inbreuk en bij het vaststellen van de omvang waarop de inbreuk heeft plaatsgevonden. Dit betekent dat de vorderingen van Adidas als vermeld onder 1 tot en met de eerste 3 in het petitum van de dagvaarding voor toewijzing gereed liggen, met dien verstande dat het verbod zal worden beperkt tot de producten zoals omschreven in paragraaf 20 tot en met 23 in het lichaam van de dagvaarding en dat de termijn voor de voldoening aan de veroordeling tot staking van de inbreuk zal worden gesteld op 14 dagen, zodat Scapa voldoende tijd heeft haar verkooporganisatie(s) te instrueren en voor het overige op 4 weken. Voor toewijzing van een ruimer verbod bestaat vooralsnog geen aanleiding. De dwangsommen zullen worden gematigd en gemaximeerd als na te melden.
13. Nu de vorderingen van Adidas op de primaire grondslag worden toegewezen, behoeven de subsidiaire grondslagen geen verdere bespreking, evenmin als de daartegen gerichte verweren.
14. Een geldvordering is in kort geding alleen toewijsbaar, indien voldoende aannemelijk is dat de vordering in een eventuele bodemprocedure zal worden toegewezen en van de eiser niet gevergd kan worden dat hij de afloop van de bodemprocedure afwacht.
15. Adidas heeft de geldvordering niet nader gespecificeerd, noch afzonderlijk gemotiveerd
wat het spoedeisende belang bij toewijzing is, wat, vanwege de verzwaarde motiveringseisen nu het hier een geldvordering in kort geding betreft, wel op zijn weg had gelegen, zoals Scapa terecht heeft aangevoerd. Alleen al om die redenen zal dit onderdeel van de vordering van Adidas worden afgewezen.
16. De termijn waarbinnen Adidas een bodemprocedure zal moeten starten ingevolge het bepaalde in artikel 260 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (RV) wordt gesteld op zes maanden, aangezien op dit punt geen verweer is gevoerd.
17. Als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij zal Scapa worden veroordeeld in den
kosten van deze procedure.
BESLISSING IN KORT GEDING
De voorzieningenrechter:
1. Veroordeelt Scapa, om binnen 14 dagen na de betekening van dit vonnis te staken en gestaakt te houden ieder gebruik van de inbreukmakende 2-strepen tekens op (sport-)
kleding, zoals omschreven in de paragrafen 20 tot en met 23 in het lichaam van de dagvaarding. Bepaalt dat Scapa een dwangsom verbeurt van € 5000,- per overtreding van het hiervoor bepaalde, of – naar keuze van Adidas – per dag (een gedeelte van een dag als een hele gerekend), waarop een overtreding voortduurt, met een maximum van
€ 150.000,-.
2. Veroordeelt Scapa om binnen 4 weken na de betekening van dit vonnis een door een
registeraccountant, op basis van een zelfstandig door die registeraccountant verricht onderzoek, gecertificeerde verklaring te verstrekken aan de raadsman van Adidas,
mr. G.S.P. Vos, vergezeld van alle relevante documenten ter staving van die verklaring, betreffende:
a. de totale hoeveelheid door Scapa geproduceerde en/of door haar ingekochte en/of bestelde maar nog niet geleverde producten voorzien van de inbreukmakende 2-strepen tekens (hierna: de Inbreukmakende Producten), gespecificeerd per type product, onder vermelding van productnummers en/of andere relevante productherkenningstekens;
b. de totale hoeveelheid door Scapa reeds verkochte Inbreukmakende Producten, gespecificeerd per type product, onder vermelding van productnummers en/of andere productherkenningstekens;
c. de productie- of inkoopprijs van de Inbreukmakende Producten, gespecificeerd per type product, onder vermelding van productnummers en/of andere relevante productherkenningstekens;
d. de totale hoeveelheid winst behaald door Scapa als gevolg van het verhandelen van de Inbreukmakende producten, gespecificeerd per type product, onder vermelding van productnummers en/of andere relevante productherken-ningstekens
e. de volledige naam/namen en adres/adressen van de leverancier(s) en/of producent(en) en/of eventuele tussenpersonen en/of afnemers, niet zijnde consumenten, van de Inbreukmakende Producten gespecificeerd per type product, onder vermelding van productnummers en/of andere relevante productherkenningstekens.
Bepaalt dat Scapa een dwangsom verbeurt van € 2.500,- voor iedere keer of – zulks naar
keuze van Adidas – voor iedere dag (een gedeelte van een dag als een gehele gerekend),
dat Scapa nalaat aan (enig onderdeel van) de hiervoor onder 2 vermelde veroordelingen te voldoen, met een maximum van € 25.000,-.
3. Beveelt Scapa om, binnen 4 weken na de betekening van dit vonnis, al haar huidige en
bekende toekomstige franchisenemers aan te schrijven met de mededeling dat de (sport-) kledingproducten voorzien van de 2-strepen tekens zoals omschreven in de paragrafen 20 tot en met 23 in het lichaam van de dagvaarding inbreuk maken op Adidas’ merkrechten, en de franchisenemers in deze brief te verzoeken de Inbreukmakende Producten terug te leveren, onder vergoeding van het aankoopbedrag, alsmede kopieën van de verzonden brieven toe te zenden aan de raadsman van Adidas mr. G.S.P. Vos.
Bepaalt dat Scapa een dwangsom verbeurt van € 500,- voor iedere dag (elk deel van een dag als hele gerekend) dat Scapa in gebreke blijft om aan dit onder 3 genoemde bevel te voldoen, met een maximum van € 10.000,-.
4. Bepaalt de termijn waarbinnen Adidas op grond van artikel 260 RVeen bodemprocedure aanhangig dient te maken op zes maanden te rekenen vanaf de dag van de betekening van dit vonnis.
5. Veroordeelt Scapa in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van Adidas begroot op:
- € 71,32 aan explootkosten,
- € 248,- aan vastrecht en
- € 816,- aan salaris procureur.
6. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
7. Wijst het meer of anders gevorderde af.
Gewezen door de vice-president mr. M.Y.C. Poelmann, voorzieningenrechter in kort geding in de rechtbank te Amsterdam, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 8 juni 2006, in tegenwoordigheid van de griffier.
Coll.: