Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB7364

Datum uitspraak2007-11-08
Datum gepubliceerd2007-11-08
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers98235 / KG ZA 07-345
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Hypotheekhouder wil pand executoriaal verkopen. Gedaagden hebben het pand in gebruik en handelen onrechtmatig door dat gebruik voort te zetten. Vordering tot ontruiming toegewezen.


Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR Sector civiel recht NB / EvdM KG nummer: 98235 / KG ZA 07-345 datum: 8 november 2007 Vonnis van de voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding in de zaak van: de naamloze vennootschap ING BANK N.V., gevestigd en kantoor houdende te Amsterdam, EISERES IN KORT GEDING bij dagvaarding van 19 oktober 2007, procureur mr. A.J. van der Veen, advocaat mr. E.C. Netten te Amsterdam, tegen: 1. GEDAAGDE SUB 1, wonende te Wervershoof, 2. GEDAAGDE SUB 2, wonende te Wervershoof, 3. ZIJ DIE VERBLIJVEN in het gebouwde onroerend goed (of gedeelte daarvan) gelegen aan de [adres] in [postcode] Wervershoof, GEDAAGDEN IN KORT GEDING, gedaagde sub 2 in persoon verschenen, mede namens gedaagden sub 1 en 3. 1. HET VERLOOP VAN HET GEDING Ter terechtzitting van 29 oktober 2007 heeft eiseres gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Gedaagden hebben de vordering bestreden. Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder van de zijde van eiseres de originele dagvaarding, overgelegd en vonnis gevraagd. De inhoud van alle stukken wordt als hier ingelast beschouwd. 2. DE UITGANGSPUNTEN 2.1 De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [bedrijfsnaam 1] [hierna: ATS] is eigenaar van het woonhuis met bedrijfs- en kantoorpand, ondergrond, erf en verdere aanhorigheden, staande en gelegen aan de [adres] te Wervershoof [hierna: het pand]. 2.2 Op 15 november 2006 is door ATS ten gunste van eiseres een eerste recht van hypotheek gevestigd op het pand. Dit recht van hypotheek strekt tot zekerheid van terugbetaling van een geldlening, die eiseres aan ATS en [bedrijfsnaam 2] [hierna: JIS] heeft verstrekt. De hoofdsom van deze geldlening bedraagt [euro] 600.000,-. 2.3 Gedaagde sub 1 is directeur-grootaandeelhouder van zowel ATS als JIS. Gedaagde sub 2 is de levenspartner van gedaagde sub 1. Zij wonen samen met de twee kinderen van gedaagde sub 2 in het woongedeelte van het pand. Ook verblijft de dochter van gedaagde sub 1 regelmatig in het pand in het kader van een omgangsregeling. 2.4 De vordering van eiseres op ATS en JIS is inmiddels opeisbaar geworden. Om (gedeeltelijke) voldoening daarvan te verkrijgen, wenst eiseres haar hypotheekrecht op het pand te executeren. 2.5 Bij exploot van 20 september 2007 heeft eiseres aan ATS en JIS de executie aangezegd. De datum van de executieveiling is bepaald op 13 november 2007. 2.6 Bij exploot van diezelfde datum heeft eiseres de aanzegging van de executie aan gedaagden betekend. 3. DE VORDERING EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN 3.1 Eiseres vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, - samengevat - gedaagden te veroordelen om het pand aan de [adres] te Wervershoof binnen acht dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen, met machtiging van eiseres om, indien gedaagden daarmee in gebreke blijven, de ontruiming zelf te doen uitvoeren, desnoods met behulp van de sterke arm van justitie en politie. Eiseres vordert voorts om gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten. 3.2 Hieraan legt eiseres het volgende, zakelijk weergegeven, ten grondslag. Bij het aangaan van de kredietovereenkomst en de overeenkomst van hypothecaire geldlening is eiseres met gedaagde sub 1 overeengekomen dat hij het woongedeelte van het pand mocht gebruiken, maar dat hij het pand in geval van executieverkoop dient te verlaten. Gedaagden dienen deze afspraak na te komen. Door in het pand te blijven handelen gedaagden bovendien onrechtmatig jegens eiseres. Indien eiseres het pand vrij van huur en gebruik op de executieveiling kan aanbieden, zal immers een hogere opbrengst gerealiseerd worden. 3.3 Gedaagden hebben verweer gevoerd. Hierop wordt bij de gronden van de beslissing, voor zover van belang, ingegaan. 4. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING 4.1 Aan de orde is de vraag of gedaagden het pand dienen te ontruimen met het oog op de executieverkoop van het pand, die op 13 november 2007 zal plaatsvinden. De voorzieningenrechter stelt voorop dat aan eiseres in beginsel geen ontruimingsbevoegdheid jegens gedaagden toekomt, omdat gedaagden geen eigenaar van het pand zijn. Dit kan echter anders zijn, indien partijen hierover een afspraak hebben gemaakt of wanneer gedaagden onrechtmatig handelen jegens eiseres door in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, het pand niet te ontruimen. 4.2 Eiseres stelt primair dat zij met gedaagde sub 1 mondeling is overeengekomen dat gedaagden het pand in geval van een executieverkoop zouden verlaten. Gedaagden hebben het bestaan van deze afspraak betwist. Tegenover deze betwisting heeft eiseres het bestaan van de afspraak in deze procedure, die zich niet leent voor het verrichten van nader feitenonderzoek, niet aannemelijk gemaakt. Deze stelling van eiseres biedt derhalve geen grondslag voor toewijzing van de vordering. 4.3 Eiseres stelt voorts dat gedaagden het pand dienen te ontruimen, omdat gedaagden onrechtmatig jegens haar handelen. Hieromtrent overweegt de voorzieningenrechter het volgende. 4.4 ATS heeft - als eigenaar - het pand aan gedaagde sub 1 en zijn gezin in gebruik gegeven. Gedaagde sub 1 is enig aandeelhouder en bestuurder van ATS en uit dien hoofde belast met het besturen van de vennootschap. Aldus zijn gedaagden niet te beschouwen als willekeurige derden aan wie het pand in gebruik is gegeven. Gedaagde sub 1 behoort in zijn hoedanigheid van enig aandeelhouder en bestuurder te weten dat ATS haar betalingsverplichtingen jegens eiseres niet nakomt, dat de vordering van eiseres opeisbaar is geworden en dat eiseres het pand daarom wil uitwinnen. Uit het overgelegde taxatierapport, waarvan gedaagden de inhoud niet hebben weersproken, blijkt dat het pand in bewoonde staat aanmerkelijk minder waard is dan wanneer dit vrij van huur en gebruik is. Aannemelijk is derhalve dat de opbrengst van de executieverkoop van het pand lager zal zijn, wanneer gedaagden het pand nog in gebruik hebben. Hierdoor wordt eiseres benadeeld, omdat er dan een restschuld blijft bestaan die zij op ATS moet zien te verhalen. Gelet op al deze omstandigheden handelen gedaagden naar het oordeel van de voorzieningenrechter onrechtmatig jegens eiseres door het gebruik voort te zetten. 4.5 Gedaagden hebben nog aangevoerd dat een beleggingsmaatschappij voornemens is een bod te doen om het pand onderhands te kopen en dat gedaagden in dat geval het pand van de beleggingsmaatschappij kunnen huren. Dit verweer kan gedaagden in deze procedure niet baten. Vast staat namelijk dat de beleggingsmaatschappij nog geen concreet bod bij de notaris heeft neergelegd. Daar komt bij dat eiseres ter zitting heeft toegezegd dat zij dit vonnis niet ten uitvoer zal leggen indien zij een bod van de beleggingsmaatschappij accepteert. 4.6 Gelet op het vorenstaande is de vordering van eiseres reeds toewijsbaar. De overige standpunten van partijen behoeven daarom geen bespreking. 4.7 Gedaagden worden als de in het ongelijk te stellen partijen hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten. 5. DE BESLISSING De voorzieningenrechter: - veroordeelt gedaagden om het pand aan de [adres] te Wervershoof met al wie en wat aldaar namens hen aanwezig is binnen acht dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen, met afgifte van de sleutels aan eiseres te harer vrije beschikking te stellen, en met machtiging van eiseres om, indien gedaagden daarmee in gebreke blijven, dit vonnis ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van justitie en politie; - veroordeelt gedaagden hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van eiseres begroot op [euro] 335,31 aan verschotten en op [euro] 816,- aan salaris procureur; - verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; - weigert de meer of anders gevorderde voorziening. Gewezen door mr. E.J. van der Molen, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 november 2007 in tegenwoordigheid van mr. N. Boots, griffier.