Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB6215

Datum uitspraak2007-10-18
Datum gepubliceerd2007-10-23
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers381267 / KG ZA 07-1922 P/RV
Statusgepubliceerd


Indicatie

Een onderhandse schuldbekentenis kan niet door een van de partijen of een willekeurige derde worden omgezet in een authentieke akte, door simpelweg deze te tonen aan een notaris met het verzoek dit vertonen in een notariële akte neer te leggen.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK AMSTERDAM Sector civiel recht, voorzieningenrechter zaaknummer / rolnummer: 381267 / KG ZA 07-1922 P/RV Vonnis in kort geding van 18 oktober 2007 in de zaak van [partij1], wonende te Wilnis, eiseres in conventie bij dagvaarding van 10 oktober 2007, verweerster in reconventie, procureur mr. P. Crans, tegen 1. [partij2A], wonende te Loosdrecht, 2. [partij2B], wonende te Loosdrecht, gedaagden in conventie, eisers in reconventie, procureur mr. L.M. Lalji. Partijen zullen hierna [partij1] en [partij] c.s. genoemd worden. 1. De procedure Ter terechtzitting van 10 oktober 2007 heeft [partij1] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. [partij] c.s. heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening, en vervolgens in reconventie gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte akte. [partij1] heeft zich ten aanzien van de vordering in reconventie gerefereerd. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen. 2. De feiten 2.1. Op 31 oktober 2005 hebben [partij1] en haar echtgenoot, de zoon van [partij] c.s., met [partij] c.s. een onderhandse geldleningsovereenkomst gesloten ter grootte van EUR 153.000,00 voor de aankoop van de echtelijke woning. In de geldleningsovereenkomst is opgenomen, voor zover van belang: “Een bedrag minimaal vijftigduizend euro (...) zal worden afgelost uit de verkoopopbrengst van het (vakantiehuis, vzr) binnen één maand na ontvangst van de koopsom van vermeld registergoed.” 2.2. Het vakantiehuis is begin dit jaar verkocht. De opbrengst van de verkoop van het tot de huwelijksgemeenschap behorend vakantiehuis is gestort in depot bij notariskantoor [naam notariskantoor] te Zeist. 2.3. [partij1] is met de zoon van [partij] c.s. in een echtscheiding verwikkeld. 2.4. Op 3 oktober 2007 heeft notaris [naam] te Hilversum een “AKTE VASTSTELLING OVEREENKOMST VAN GELDLENING” opgemaakt. Verschenen was een medewerker van het notariskantoor die aan notaris [naam] ter hand heeft gesteld de onder 2.3 opgenomen geldleningsovereenkomst. Op de eerste grosse van de akte is “IN NAAM DER KONINGIN” gestempeld. 2.5. Bij exploot van 8 oktober 2007 heeft de deurwaarder aan [partij1] de grosse betekend. De deurwaarder heeft bij dat exploot [partij1] bevolen om binnen twee dagen een bedrag van EUR 176.311,86 (hoofdsom, vermeerderd met rente en invorderingskosten) te betalen aan [partij] c.s. 3. Het geschil in conventie 3.1. [partij1] vordert – samengevat – een verbod van de ten uitvoerlegging van de grosse van de notariële akte verleden op 3 oktober 2007, met veroordeling van [partij] c.s. in de proceskosten. 3.2. Hiertoe stelt [partij1], zakelijk weergegeven, dat een akte opgemaakt door één partij nimmer ten uitvoer kan worden gelegd. De ten uitvoerlegging van de voornoemde akte is dus onrechtmatig en mag niet leiden tot betaling aan [partij] c.s. uit het depot onder notariskantoor [naam notariskantoor] te Zeist. 3.3. [partij] c.s. voert verweer. Op dit verweer wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. Het geschil in reconventie 4.1. [partij] c.s. vordert – samengevat – [partij1] te gebieden opdracht te geven aan de notaris om een bedrag van EUR 50.000,00 aan [partij] c.s. over te maken, onder verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van [partij1] in de proceskosten. 4.2. Hiertoe stelt [partij] c.s., kort gezegd, dat in de leningsovereenkomst is afgesproken dat binnen één maand na de verkoop van het vakantiehuis het gevorderde bedrag zou worden terugbetaald aan hem. [partij1] dient dus harerzijds de opdracht te geven die geldsom over te maken. 4.3. [partij1] voert hiertegen geen verweer. 5. De beoordeling in conventie 5.1. Partijen verschillen van mening over de vraag of een onderhandse schuldbekentenis door een van de partijen of een willekeurige derde, zoals in dit geval, kan worden omgezet in een authentieke akte, simpelweg door deze te tonen aan een notaris met het verzoek deze vertoning in een notariële akte neer te leggen. Dit is niet het geval. Het is aan partijen bij het sluiten van een overeenkomst om te beslissen of zij die overeenkomst in een direct voor executie vatbare notariële akte willen neerleggen of dat zij de voorkeur geven aan een onderhandse akte. In dat laatste geval behouden zij het recht om, voorafgaand aan de executie in een gerechtelijke procedure tegen een vordering uit hoofde van die onderhandse akte verweer te voeren. Uiteraard kunnen alleen partijen gezamenlijk beslissen of zij van dat recht afstand willen doen door die onderhandse akte om te zetten in een notariële akte. De door de notaris op 3 oktober 2007 opgemaakte notariële akte houdt dan ook niet meer in en levert geen verder bewijs dan dat een medewerker van de notaris aan hem een onderhandse akte met een bepaalde inhoud heeft getoond. Dit levert geen enkele voor executie vatbare titel op. Het aan het hoofd van deze akte vermelden van de woorden “IN NAAM DER KONINGIN” kan aan het vorenstaande niets veranderen. De vordering is dan ook toewijsbaar. 5.2. [partij] c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [partij1] worden begroot op: - dagvaarding EUR 84,31 - betaald vast recht 62,75 - in debet gesteld vast recht 188,25 - salaris procureur 816,00 Totaal EUR 1.151,31 6. De beoordeling in reconventie 6.1. Ter zitting heeft [partij] c.s. te kennen gegeven dat hij slechts een bedrag van EUR 50.000,00 wilde opeisen, zoals ook is afgesproken in de geldleningsovereenkomst. [partij1] heeft kenbaar gemaakt dat hij daar recht op heeft, dat haar daar echter nooit om is gevraagd en dat het depot bij de notaris met medeweten van [partij] c.s. is gesteld. Zij zal, nu haar duidelijk is dat [partij] c.s. dit wenst, haar toestemming geven aan notariskantoor [naam notariskantoor] te Zeist om dit bedrag aan [partij] c.s. over te maken. Uiteraard moet de zoon van [partij] c.s. ook zijn toestemming verlenen gezien de inhoud van de depotovereenkomst. 6.2. Nu [partij] c.s. tegenover de betwisting door [partij1] niet heeft kunnen aantonen dat voorafgaand aan de betekening van de akte van 3 oktober 2007 ooit door hen aan [partij1] is verzocht om haar medewerking tot uitbetaling van EUR 50.000,00 uit het depot en zij zich hiertoe ter zitting onmiddellijk bereid heeft verklaard, is er geen enkele reden om een dwangsom op te leggen en haar in de kosten van deze nodeloos ingestelde vordering te veroordelen. [partij] c.s. zal dan ook in de kosten daarvan worden veroordeeld, zij het dat deze kosten, gelet op de samenhang met de vordering in conventie, op nihil zullen worden gesteld. 7. De beslissing De voorzieningenrechter In conventie 7.1. verbiedt de tenuitvoerlegging van de notariële akte van 3 oktober 2007 opgemaakt door notaris [naam] te Hilversum, 7.2. veroordeelt [partij] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van [partij1] tot op heden begroot op EUR 1.151,31, te voldoen aan de griffier door overmaking op rekeningnummer 19.23.25.728 ten name van MVJ Arrondissement Amsterdam onder vermelding van "proceskostenveroordeling" en het zaak- en rolnummer, 7.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad, 7.4. wijst het meer of anders gevorderde af. In reconventie 7.5. gebiedt [partij1] haar toestemming te verlenen aan de opdracht om EUR 50.000,00 over te maken aan [partij] c.s. uit het door haar en de zoon van [partij] c.s. gestelde depot onder notariskantoor [naam notariskantoor] te Zeist, 7.6. veroordeelt [partij] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van [partij1] tot op heden begroot op nihil, 7.7. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad, 7.8. wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. M.Y.C. Poelmann, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. R. Verloo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2007.?