
Jurisprudentie
BB5740
Datum uitspraak2007-07-25
Datum gepubliceerd2007-10-16
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers80441 / HA ZA 06-945
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2007-10-16
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers80441 / HA ZA 06-945
Statusgepubliceerd
Indicatie
Met de regeling van artikel 31 Rv is beoogd om kennelijke fouten die zich lenen voor eenvoudig herstel te laten verbeteren door de rechter die het vonnis heeft gewezen, zodat partijen daarvoor geen rechtsmiddel behoeven aan te wenden. Nu niet gezegd kan worden dat het voor partijen en derden, die van het vonnis kennis nemen direct duidelijk is dat in het eindvonnis van een vergissing sprake is bevat het vonnis geen kennelijke fout die zich voor herstel leent.
Uitspraak
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Civiel – Afdeling Handel
zaaknummer / rolnummer: 80441 / HA ZA 06-945
Vonnis van 25 juli 2007
in de zaak van
[eiser],
h.o.d.n. [naam] MAKELAARS,
wonende te [plaats],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
procureur mr. F.B.M. van Aanhold,
advocaat mr. J.A.A.M. Rupert te Haaksbergen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
procureur mr. E. Smit.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.
1. Het verzoek tot verbetering
1.1. Bij brief van 5 juli 2007 is namens [gedaagde] de rechtbank verzocht om verbetering van het op 9 mei 2007 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat de in dat vonnis genoemde hoofdsom ad € 11.934,89 moet worden verminderd tot € 10.654,45.
1.2. [gedaagde] heeft daartoe het navolgende aangevoerd.
Voor de bemiddeling van de woning aan de [adres en plaats] is zowel bij rechtsoverweging 7.15. als bij rechtsoverweging 7.17. toegekend 20% van de courtage ad € 5.382,--, derhalve € 1.280,40. Het is duidelijk dat [gedaagde] slechts één keer bemiddeld heeft bij de verkoop van deze woning, zodat slechts één keer het aandeel in de courtage van
€ 1.280,40 aan [eiser] had kunnen worden toegekend. Consequentie van deze vergissing is dat onder 8.1. van het vonnis genoemde hoofdsom ad € 11.934,89 slechts vastgesteld had kunnen worden op € 10.654,45.
1.3. De rechtbank heeft [eiser] in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten. [eiser] heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
2. De beoordeling
2.1. Met de regeling van artikel 31 Rv is beoogd om kennelijke fouten die zich lenen voor eenvoudig herstel te laten verbeteren door de rechter die het vonnis heeft gewezen, zodat partijen daarvoor geen rechtsmiddel behoeven aan te wenden. Van belang is dat voor partijen en derden direct duidelijk dient te zijn, dat van een vergissing sprake is (Memorie van Toelichting Parlementaire Geschiedenis Herziening Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bladzijde 175). Een inhoudelijk verkeerde beoordeling omtrent een geschilpunt leent zich niet voor herstel op basis van dit artikel.
2.2. Van hetgeen [gedaagde] aan zijn verzoek ten grondslag heeft gelegd kan niet gezegd worden dat partijen en derden, die van het eindvonnis kennis nemen, direct duidelijk is, dat in het eindvonnis van een vergissing sprake is. Immers in r.o. 7.15. wordt geoordeeld over courtage met betrekking tot verkoop van de woning aan de [adres A] en in r.o. 7.17. wordt geoordeeld over courtage met betrekking tot verkoop van de [adres B]. Het gaat derhalve in beide rechtsoverwegingen over twee verschillende woningen. Ook in het in r.o. 4.2. weergegeven verweer van [gedaagde] (bladzijde 6, alinea 4 en 7) worden beide woningen als hier bedoeld vermeld.
2.3. In het vonnis van 9 mei 2007 is dan ook geen sprake van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De rechtbank zal het verzoek dan ook afwijzen.
2.4. Ten overvloede wordt nog opgemerkt dat, indien partijen bij nader inzien van mening zouden zijn dat zij hun geschil in zoverre verkeerd aan de rechtbank hebben voorgelegd dat in feite maar van bemiddeling ten aanzien van een woning aan de [adres] sprake is geweest, de strekking van artikel 31 Rv. eraan in de weg staat om het vonnis in zoverre aan te passen. Dit laat onverlet dat partijen, ter besparing van de kosten van hoger beroep, met elkaar een vaststellingsovereenkomst zouden kunnen sluiten met betrekking tot de onderdelen van het eindvonnis waarvan zij beide van mening zijn dat die onjuist zouden zijn.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. wijst het verzoek om verbetering van het op 9 mei 2007 tussen partijen onder zaaknummer / rolnummer 80441 / HA ZA 06-945 gewezen vonnis af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.H.A. Heenk en in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2007.