Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB5661

Datum uitspraak2007-10-01
Datum gepubliceerd2007-10-16
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof 's-Gravenhage
Zaaknummers2200062907
Statusgepubliceerd


Indicatie

De verdachte heeft jarenlang zijn dochter seksueel misbruikt. Ook heeft hij haar diverse malen mishandeld.


Uitspraak

Rolnummer: 22-000629-07 Parketnummer: 09-925566-06 Datum uitspraak: 1 oktober 2007 TEGENSPRAAK Gerechtshof te 's-Gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken Arrest gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 24 januari 2007 in de strafzaak tegen de verdachte: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedag] 1968, [detentieadres]. Onderzoek van de zaak Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 17 september 2007. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht. Tenlastelegging Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding, waarvan een kopie in dit arrest is gevoegd. Procesgang In eerste aanleg is de verdachte van het 4 primair tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1, 2, 3 primair en 4 subsidiair tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van voorarrest. Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld. Het vonnis waarvan beroep Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt. Het hof neemt uit het te vernietigen vonnis over: - de bewezenverklaring - de inhoud van de door de eerste rechter gebezigde bewijsmiddelen die de feiten en omstandigheden bevatten die reden geven tot de bewezenverklaring. Vrijspraak Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 4 primair is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken. Verweren De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verweren gevoerd zoals opgenomen in diens pleitnota. Het hof verwerpt de voormelde verweren: Met betrekking tot verweer 2: geen rechtsregel schrijft voor dat de politie op verschoningsrecht van getuigen dient te wijzen; Met betrekking tot verweer 3: de getuigen [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3] hebben tegenover de politie duidelijke verklaringen afgelegd over wat zij zelf hebben waargenomen. Niet is aannemelijk geworden dat zij op enigerlei wijze zijn beïnvloed zoals door de raadsman gesteld; Met betrekking tot verweer 4: Anders dan de raadsman, is het hof van oordeel dat uit het eventueel niet vinden van spermasporen geen onomstotelijke conclusies getrokken kunnen worden ten aanzien van de (on)schuld van de verdachte; Met betrekking tot verweer 5: het enkele feit dat de opsporingsambtenaren doorvragen en de verdachte daarna een verklaring aflegt leidt niet tot de conclusie dat de verdachte de door de raadsman bedoelde verklaring (19 en 20 juni 2006) niet in vrijheid heeft afgelegd; Met betrekking tot verweer 7: uit het proces-verbaal van de terechtzitting d.d. 18 oktober 2006 blijkt niet dat de (voormalige) raadsvrouw aanvoert dat hetgeen de verdachte heeft verklaard niet voor het bewijs mag worden gebruikt om redenen zoals thans in hoger beroep door de raadsman gesteld en het hof ziet ook overigens geen reden om de verklaring van de verdachte d.d. 18 oktober 2006 niet voor het bewijs te mogen gebruiken; Met betrekking tot verweer 9: het hof heeft in zijn dossier de beschikking over de originele getekende processen-verbaal van de politie. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezenverklaarde levert op: 1. Met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd. 2. Met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd. 3. Verkrachting, meermalen gepleegd. 4. Mishandeling, meermalen gepleegd. Strafbaarheid van de verdachte Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar. Strafmotivering De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte zal worden vrijgesproken terzake van het onder 4 primair tenlastegelegde en terzake van het onder 1, 2, 3 primair en 4 subsidiair zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaar, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft – kort gezegd – jarenlang zijn dochter seksueel misbruikt. Ook heeft hij haar diverse malen mishandeld. Het is algemeen bekend en in het onderhavige geval ook evident, dat met name jonge slachtoffers, die nog vóór of aan het begin van hun seksuele ontwikkeling staan, na dit soort delicten vaak langdurig te lijden hebben van de tengevolge van deze delicten opgelopen trauma's en de daardoor veroorzaakte emotionele schade. Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van navermelde duur een passende en geboden reactie vormt. Toepasselijke wettelijke voorschriften Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 242, 244, 245, 245(oud) en 300 van het Wetboek van Strafrecht. BESLISSING Het hof: Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht. Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 4 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij. Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 primair en 4 subsidiair tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen terzake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij. Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert. Verklaart de verdachte strafbaar terzake van het bewezenverklaarde. Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) jaren. Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht. Dit arrest is gewezen door mr. P.J. Wurzer, mr. M.P.J.G. Göbbels en mr. P.H. Holthuis, in bijzijn van de griffier M. van der Mark. Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 1 oktober 2007.