Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB5652

Datum uitspraak2007-10-16
Datum gepubliceerd2007-10-16
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummers01/839135-07
Statusgepubliceerd


Indicatie

Gevangenisstraf van 42 maanden met aftrek voorarrest voor verkrachting in Bakel.


Uitspraak

verkort vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector Strafrecht Parketnummer: 01/839135-07 Datum uitspraak: 16 oktober 2007 Verkort vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen: [verdachte] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982, wonende te [adres], thans gedetineerd te: PI Arnhem - De Berg, Arnhem Noord. Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 9 juli 2007 en 2 oktober 2007. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht. De tenlastelegging. De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van15 juni 2007. Aan verdachte is tenlastegelegd dat: 1. hij op of omstreeks 12 maart 2007 te Bakel, gemeente Gemert-Bakel, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte die [slachtoffer] gedwongen te dulden dat verdachte zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of anus en/of mond van die [slachtoffer] duwde/bracht, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte: - een muts bij die [slachtoffer] over het hoofd heeft getrokken/gebracht en/of - die [slachtoffer] (krachtig) heeft vastgepakt en/of (vervolgens) die (slachtoffer) heeft mee getrokken/geduwd en/of - die [slachtoffer] heeft medegedeeld: "Keep Quiet" en/of - die [slachtoffer] de bebossing heeft ingetrokken/geduwd, althans die [slachtoffer] heeft meegetrokken/meegevoerd de bebossing in en/of - die [slachtoffer] naar de grond heeft gebracht/geduwd en/of - de armen van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of de armen uit elkaar naar de grond heeft gebracht/geduwd en/of - de (trainings)broek en/of legging en/of (onder)broek van die [slachtoffer] naar beneden heeft getrokken/gebracht en/of - de schoenen van die [slachtoffer] uit heeft getrokken en/of (vervolgens) de (tranings)broek en/of legging en/of (onder)broek van die [slachtoffer] (volledig) heeft uitgetrokken en/of - die [slachtoffer] bij haar middel heeft vastgepakt en/of (vervolgens) die [slachtoffer] aan haar middel omhoog heeft getrokken/gebracht en/of - zijn, verdachtes, hand voor de mond en/of neus van die [slachtoffer] heeft gebracht en/of gehouden en/of - het hoofd en/of de nek van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en/of vastgepakt gehouden en/of (vervolgens) zijn, verdachtes, penis naar de mond van die [slachtoffer] heeft gebracht en/of - die [slachtoffer] naar de grond heeft gebracht/geduwd en/of (vervolgens) een jas over het hoofd van die [slachtoffer] heeft getrokken/gebracht en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan; (artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht) Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad. De geldigheid van de dagvaarding. De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen. De bevoegdheid van de rechtbank. Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen. De ontvankelijkheid van de officier van justitie. Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen omstandigheden gebleken, die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. Schorsing der vervolging. Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken. De bewezenverklaring. De rechtbank acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte 1. op 12 maart 2007 te Bakel, gemeente Gemert-Bakel, door geweld en andere feitelijkheden en bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte die [slachtoffer] gedwongen te dulden dat verdachte zijn, verdachtes, penis in de vagina en anus en mond van die [slachtoffer] duwde/bracht, en bestaande dat geweld en andere feitelijkheden en die bedreiging met geweld hierin dat verdachte: - een muts bij die [slachtoffer] over het hoofd heeft getrokken en - die [slachtoffer] krachtig heeft vastgepakt en vervolgens die (slachtoger) heeft mee getrokken en - die [slachtoffer] heeft medegedeeld: "Keep Quiet" en - die [slachtoffer] de bebossing heeft ingetrokken en - die [slachtoffer] naar de grond heeft geduwd en - de armen van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en de armen uit elkaar naar de grond heeft geduwd en - de trainingsbroek en legging en onderbroek van die [slachtoffer] naar beneden heeft getrokken en - de schoenen van die [slachtoffer] uit heeft getrokken en vervolgens de trainingsbroek en legging en onderbroek van die [slachtoffer] volledig heeft uitgetrokken en - die [slachtoffer] bij haar middel heeft vastgepakt en vervolgens die [slachtoffer] aan haar middel omhoog heeft getrokken en - zijn, verdachtes, hand voor de mond en neus van die [slachtoffer] heeft gebracht en gehouden en - het hoofd en de nek van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en vervolgens zijn, verdachtes, penis naar de mond van die [slachtoffer] heeft gebracht en aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan. Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. Op de plaats van het delict is een condoom aangetroffen dat, na onderzoek van het NFI, aan de binnenkant het sperma van verdachte bleek te bevatten en aan de buitenkant DNA-sporen vertoonde van zowel het slachtoffer als de verdachte. Hoewel voornoemd feit zeer belastend is voor verdachte heeft hij daar geen enkele verklaring voor gegeven. De aanwezigheid van verdachte ten tijde en op de plaats van het delict wordt voorts gebaseerd op verklaringen van getuigen in onderlinge samenhang bezien. Uit die verklaringen leidt de rechtbank af dat rond het tijdstip van het delict in de directe omgeving een donkerblauwe Opel Corsa is gezien met buitenlands kenteken, voorzien van de letter P. Deze beschrijving komt overeen met de auto van verdachte. Bovendien is verdachte kort na het plegen van het feit thuis gekomen met een broek die vanaf het bovenbeen tot aan de knie nat en groen van het gras was. Tot aan de terechtzitting van 2 oktober 2007 heeft verdachte enkel een verklaring gegeven omtrent de aanwezigheid van vlekken op zijn broek ter hoogte van zijn knieën maar niet ter hoogte van zijn bovenbenen. Eerst ter terechtzitting van 2 oktober 2007 heeft verdachte aanvullend verklaard dat de vlekken op de broek ter hoogte van de bovenbenen het gevolg zijn geweest van het afzakken van een wijde broek. De rechtbank acht deze verklaring echter niet geloofwaardig. De kwalificatie. Het bewezenverklaarde levert op het in de uitspraak vermelde strafbare feit. De strafbaarheid. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van het feit of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard. Toepasselijke wetsartikelen. De beslissing is gegrond op de artikelen: Wetboek van Strafrecht art. 10, 24c, 27, 36f, 242. DE OVERWEGINGEN DIE TOT DE BESLISSING HEBBEN GELEID De eis van de officier van justitie. Gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek van voorarrest. Toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer], totaal € 2917,15 met oplegging van de maatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht. Inbeslaggenomen voorwerpen teruggeven aan verdachte (met uitzondering van een vest) Inbeslaggenomen vest teruggeven aan [betrokkene]. De op te leggen straf(fen) en/of maatregel(en). Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op: a. de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, b. de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Bij de strafoplegging zal de rechtbank in het bijzonder rekening houden met de volgende uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren gekomen omstandigheden ten bezware van verdachte: - de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd; - de mate van het leed dat aan het slachtoffer is aangedaan, te weten een ernstige aantasting van lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer. - het door verdachte gepleegde strafbare feit heeft grote onrust veroorzaakt in de plaatselijke gemeenschap; De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden. De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]. De rechtbank acht de vordering , bestaande uit materiële schade ten bedrage van € 417,15 en immateriële schade ten bedrage van € 2500,-, in haar geheel toewijsbaar. De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding. De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten. De rechtbank zal de teruggave gelasten van de in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerpen aan verdachte en aan [betrokkene] nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van de inbeslaggenomen goederen. DE UITSPRAAK Verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij. Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf: Verkrachting Verklaart verdachte hiervoor strafbaar. BESLISSING: Gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht Maatregel van schadevergoeding van EUR 2917,15 subsidiair 44 dagen hechtenis Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] van een bedrag van EUR 2917,15 (zegge: tweeduizendnegenhonderdenzeventien euro en vijftien cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 44 dagen hechtenis, te vermeerderen met de wettelijke rente ten aanzien van de materiële schade (euro 417,15) vanaf 12 maart 2007 en ten aanzien van de immateriële schade (euro 2500,00) vanaf 16 oktober 2007. De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor genoemde betalingsverplichting niet op. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij: Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] , van een bedrag van EUR 2917,15 (zegge: tweeduizendnegenhonderdenzeventien euro en vijftien cent),te vermeerderen met de wettelijke rente ten aanzien van de materiële schade (euro 417,15) vanaf 12 maart 2007 en ten aanzien van de immateriële schade (euro 2500,00) vanaf 16 oktober 2007. Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten. Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade. Teruggave inbeslaggenomen goederen aan veroordeelde, te weten alle voorwerpen vermeld op een aan dit vonnnis gehechte lijst met uitzondering van het vest genoemd onder nummer 2. Teruggave inbeslaggenomen goederen aan [betrokkene], te weten: een vest genoemd onder nummer 2 op een aan dit vonnis gehechte lijst. Dit vonnis is gewezen door: mr. M. Lammers , voorzitter, mr. A.M. Kooijmans-De Kort en mr. M.L.W.M. Viering, leden, in tegenwoordigheid van L.D. Wittenberg, griffier, en is uitgesproken op 16 oktober 2007.