Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB4896

Datum uitspraak2007-10-05
Datum gepubliceerd2007-10-05
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Utrecht
Zaaknummers233334 / KG ZA 07-639
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Betreft tussenvonnis in een procedure waarin buitenlandse vennootschappen deelname aan kansspelen en sportprijsvragen in Nederland via internet of anderszins aanbieden. De verstekverlening is aangehouden in verband met betekeningsperikelen.


Uitspraak

vonnis RECHTBANK UTRECHT Sector handels- en familierecht zaaknummer / rolnummer: 233334 / KG ZA 07-639 Vonnis in kort geding van 17 augustus 2007 in de zaak van de stichting STICHTING DE NATIONALE SPORTTOTALISATOR, gevestigd te Rijswijk, eiseres, hierna te noemen: “De Lotto”, procureur mr. P.J. Soede, advocaat mr. A.P. Groen te Amsterdam, tegen 1. de vennootschap naar buitenlands recht UNIBET INTERNATIONAL LTD, gevestigd te Sliema, Malta, hierna te noemen: : “Unibet International”, 2. de vennootschap naar buitenlands recht UNIBET GROUP PLC, gevestigd te Valletta, Malta en mede kantoorhoudende te Sliema, Malta, hierna te noemen: “Unibet Group”, 3. de vennootschap naar buitenlands recht UNIBET ANTIGUA LTD, gevestigd te St John’s, Antigua, hierna te noemen: “Unibet Antigua, gedaagden, hierna gezamenlijk aan te duiden als: “Unibet International c.s.”, allen niet verschenen. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaardingen van 18 juli 2007, - de mondelinge behandeling van 9 augustus 2007. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De beoordeling 2.1. De Lotto baseert haar vorderingen zoals weergegeven in de inleidende dagvaardingen van 18 juli 2007 op een onrechtmatige daad van Unibet International c.s. 2.2. Het geschil tussen De Lotto en Unibet International c.s. heeft een internationaal karakter. Daarom dient allereerst te worden beoordeeld of de Nederlandse rechter, in dit geval de voorzieningenrechter van de rechtbank te Utrecht, rechtsmacht toekomt. Geconcludeerd wordt dat dit het geval is. Ten aanzien van Unibet International en Unibet Group komt de Nederlandse rechter op grond van artikel 5 lid 3 van de Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (EEX-verordening) rechtsmacht toe. Ten aanzien van Unibet Antigua komt de Nederlandse rechter op grond van artikel 6 sub e Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) rechtsmacht toe. Uit artikel 5 lid 3 EEX-verordening en artikel 6 sub e Rv volgt namelijk dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft in zaken betreffende verbintenissen uit onrechtmatige daad, indien het schadebrengende feit zich in Nederland heeft voorgedaan of zich kan voordoen. De Lotto stelt in de inleidende dagvaardingen dat dit het geval is. 2.3. Vervolgens is de vraag aan de orde of tegen Unibet International c.s. verstek kan worden verleend. Hierover wordt het volgende overwogen. 2.4. Op grond van artikel 139 Rv wordt aan de gedaagde die op de dienende dag niet in het geding verschijnt verstek verleend indien de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen. 2.5. Ten aanzien van Unibet International en Unibet Group geldt dat zij beide een bekende woon- of verblijfplaats hebben in een staat, te weten Malta, die evenals Nederland partij is bij de Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (hierna : “de EG-betekeningsverordening 2000”). Ten aanzien van Unibet Antigua geldt dat zij een bekende woon- of verblijfplaats heeft in een staat, te weten Antigua, die evenals Nederland partij is bij het op 15 november 1965 te ’s-Gravenhage totstandgekomen Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en handelszaken (hierna te noemen: “het Haags Betekeningsverdrag 1965”). 2.6. Het voorgaande brengt mee dat: - de betekening van het dagvaardingsexploot aan Unibet International en Unibet Group op de voet van artikel 56 Rv dient plaats te vinden en dat de termijn die daarbij in acht dient te worden genomen op grond van artikel 115 lid 1 Rv, in beginsel, ten minste vier weken bedraagt, - de betekening van het dagvaardingsexploot aan Unibet Antigua op de voet van artikel 55 Rv dient plaats te vinden en dat de termijn die daarbij in acht dient te worden genomen op grond van artikel 115 lid 1 Rv, in beginsel, ten minste drie maanden bedraagt. De hiervoor genoemde dagvaardingstermijnen kunnen op grond van artikel 117 Rv op mondeling of schriftelijk verzoek van de eiser door de voorzieningenrechter van de rechtbank worden verkort. 2.7. Op 6 juli 2007 heeft de procureur van De Lotto de voorzieningenrechter verzocht om een datum voor dit kort geding te bepalen. Op diezelfde dag is telefonisch aan de procureur van De Lotto doorgegeven dat de mondelinge behandeling van deze zaak op 9 augustus 2007 om 14.00 uur kan plaatsvinden en dat de voorzieningenrechter eiser toestemming verleend om gedaagde sub 3 (Unibet Antigua) op ‘deze’ verkorte termijn te dagvaarden, in plaats van de wettelijke termijn van drie maanden in acht te nemen. 2.8. Op de dag dat de datum voor de mondelinge behandeling van dit kort geding (6 juli 2007) aan de procureur van De Lotto werd doorgegeven, kon ten aanzien van Unibet International en Unibet Group de op grond van artikel 115 lid 1 Rv in acht te nemen dagvaardingstermijn van ten minste vier weken in acht worden genomen. Ten aanzien van deze gedaagden is geen toestemming verleend om op verkorte termijn te dagvaarden. 2.9. Het standpunt van De Lotto dat zij gelet op de toestemming van de voorzieningenrechter om Unibet Antigua op verkorte termijn te dagvaarden, bevoegd was om naar eigen inzicht te bepalen welke dagvaardingstermijn zij in acht mocht nemen, wordt verworpen. De Lotto had behoren te begrijpen dat deze termijn in ieder geval niet korter zou zijn dan de termijn die zij met betrekking tot Unibet International en Unibet Group in acht diende te nemen. De Lotto had daarom behoren te begrijpen dat zij ten aanzien van Unibet Antigua ten minste een dagvaardingstermijn van vier weken in acht diende te nemen. Overigens geldt dat het op de weg van De Lotto had gelegen om bij onduidelijkheid over de lengte van de door de voorzieningenrechter toegestane verkorte termijn daarover bij de voorzieningenrechter om opheldering te vragen. 2.10. Uit het voorgaande volgt dat De Lotto ten aanzien van Unibet International, Unibet Group en Unibet Antigua een dagvaardingstermijn van vier weken in acht had moeten nemen. Vaststaat dat De Lotto dit niet heeft gedaan. Zij heeft namelijk slechts een termijn van drie weken in acht genomen. Uit artikel 120 lid 1 Rv volgt dat de in artikel 115 en 117 Rv genoemde dagvaardingstermijnen op straffe van nietigheid in acht moeten worden genomen. Geconcludeerd wordt dan ook dat de dagvaarding aan een gebrek lijdt dat nietigheid meebrengt (artikel 120 lid 1 Rv). In artikel 121 lid 1 Rv is bepaald dat de rechter in dat geval geen verstek verleend. Het is niet aannemelijk dat het exploot van de dagvaarding Unibet International c.s. als gevolg van het gebrek (het niet in acht nemen van de dagvaardingstermijn) niet heeft bereikt. De voorzieningenrechter zal dan ook niet de nietigheid van de dagvaarding uitspreken, maar op grond van artikel 121 lid 2 Rv een nieuwe datum voor de mondelinge behandeling bepalen en De Lotto bevelen om Unibet International c.s. bij exploot voor deze mondelinge behandeling op te roepen. Deze oproeping dient vergezeld te gaan van een afschrift van de dagvaarding, de Engelstalige versie daarvan en van de producties. De mondelinge behandeling wordt bepaald op donderdag 27 september 2007 om 14.00 uur. De Lotto zal zowel Unibet International als Unibet Group, als Unibet Antigua met inachtneming van ten minste een termijn van vier weken voor deze mondelinge behandeling dienen op te roepen. Dit betekent dat De Lotto de oproepingsexploten, vergezeld van een afschrift van de dagvaarding, de Engelstalige versie daarvan en van de producties, op uiterlijk woensdag 29 augustus 2007 aan Unibet International, Unibet Group en Unibet Antigua dient te betekenen, dit met inachtneming van de betekeningsvoorschriften die voor Unibet International, Unibet Group en Unibet Antigua gelden. 2.11. Aan het voorgaande doet niet af dat – zoals De Lotto aanvoert – in artikel 19 van de EG-betekeningsverordening 2000 en in artikel 15 van het Haags Betekeningsverdrag 1965 is bepaald dat de rechter in spoedeisende gevallen voorlopige of conservatoire maatregelen kan nemen zonder dat aan de betekeningsvoorschriften zoals genoemd in respectievelijk de EG-betekeningsverordening 2000 en het Haags Betekeningsverdrag 1965 is voldaan. Deze uitzondering heeft betrekking op de betekeningsvoorschriften zoals voorgeschreven in respectievelijk de EG-betekeningsverordening 2000 en het Haags Betekeningsverdrag 1965 en niet op de op straffe van nietigheid in acht te nemen dagvaardingstermijn (artikel 120 lid 1 Rv in verbinding met artikel 115 en 117 Rv). 3. De beslissing De voorzieningenrechter 3.1. stelt De Lotto in de gelegenheid om Unibet International, Unibet Group en Unibet Antigua op de in rechtsoverweging 2.10 genoemde wijze op te roepen om op de zitting van donderdag 27 september 2007 om 14.00 uur, in persoon of vertegenwoordigd door een procureur te verschijnen ter terechtzitting van de voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht (mr. H.J. Schepen), alsdan in kort geding zitting houdende in het gerechtsgebouw gelegen aan het adres Vrouwe Justitiaplein 1, 3511 EX te Utrecht, 3.2. bepaalt dat De Lotto Unibet International, Unibet Group en Unibet Antigua uiterlijk op woensdag 29 augustus 2007 bij exploot dient op te roepen voor de in 3.1 genoemde mondelinge behandeling en dat dit exploot vergezeld dient te gaan van een afschrift van de dagvaarding, de Engelstalige versie daarvan en van de producties, dit met inachtneming van de betekeningsvoorschriften die voor Unibet International, Unibet Group en Unibet Antigua gelden, 3.3. houdt de beslissing ten aanzien van de vordering van De Lotto op Unibet International c.s. aan. Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schepen en in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2007.?