
Jurisprudentie
BB4812
Datum uitspraak2007-10-03
Datum gepubliceerd2007-10-03
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/925120-07
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2007-10-03
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/925120-07
Statusgepubliceerd
Indicatie
Handelaar in illegaal vuurwerk veroordeeld tot 16 maanden gevangenisstraf waarvan 12 maanden voorwaardelijk. Daarnaast is hij veroordeeld tot het verrichten van 240 uur werkstraf. Het onder de verdachte in beslag genomen geld is verbeurd verklaard.
De rechtbank heeft bij de straftoemiting rekening gehouden dat het om een grote hoeveelheid, deels zeer krachtig vuurwerk ging. Anderzijds heeft de rechtbank rekening gehouden dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten met politie en justitie in aanraking is geweest. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de sociaal en financieel moeilijke omstandigheden van verdachte en zijn gezin. Hoewel, in het licht van de ernst van het bewezen verklaarde en het belang van normhandhaving in verband met de strafdoelen van generale en speciale preventie, oplegging van onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is, ziet de rechtbank in bedoelde omstandigheden aanleiding ten gunste van verdachte af te wijken van de reeds gematigde strafeis van de officier van justitie. De rechtbank zal daarom bij de straftoemeting de ruimte voor oplegging van een werkstraf maximaal benutten.
Daarnaast heeft de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel ontnomen.
Uitspraak
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/925120-07
Uitspraak d.d.: 3 oktober 2007
Tegenspraak/ dnip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats en datum],
wonende te [plaats en adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
19 september 2007.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op 19 december 2006, in de gemeente Deventer, al dan niet opzettelijk,
consumentenvuurwerk, te weten 200, althans een of meer lawinepijlen, type 901
en/of 144, althans een of meer vuurpijlen, type mega fire en/of 183, althans
een of meer vuurpijlen, merk sunsong firework en/of 1240, althans een of meer
nitraatklappers, type coloured flower, voorhanden heeft gehad, ten aanzien
waarvan niet werd voldaan aan de bij het Vuurwerkbesluit gestelde eisen of de
ter uitwerking van voornoemd besluit krachtens artikel 24, derde lid van de
Wet milieugevaarlijke stoffen gestelde regels, immers
- waren die lawinepijlen, type 901 en/of die vuurpijlen, type megafire en/of
die vuurpijlen, merk sunsong fire en/of die nitraatklappers, althans de
primaire verpakking van die nitraatklappers, niet voorzien van de aanduiding
"Geschikt voor particulier gebruik" en/of
- waren die lawinepijlen, type 901 en/of die vuurpijlen, type megafire en/of
die vuurpijlen, merk sunsong fire en/of die nitraatklappers, althans de
primaire verpakking van die nitraatklappers, niet voorzien van een in de
Nederlandse taal gestelde gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en/of
waarschuwingen dat bij het dienenovereenkomstig handelen geen letsel of schade
bij de gebruiker en/of omstanders kon ontstaan en/of
- voldeed de lading voor knaleffect van die lawinepijlen, type 901 in strijd
met het gestelde in artikel 9 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004
niet aan de in bijlage III per categorie (te weten categorie D1.) behorende
bij die regeling gestelde eisen; de lading voor knaleffect bestond niet uit
uitsluitend zwart buskruit;
art 1.2.2 lid 1 ahf/ond a Vuurwerkbesluit
art 2.1.3 lid 3 Vuurwerkbesluit
2.
hij op of omstreeks 20 december 2006, te Vaassen, in de gemeente Epe, al dan
niet opzettelijk, consumentenvuurwerk, te weten 6634, althans een of meer
lawinepijlen, type 901 en/of 252, althans een of meer vuurpijlen, type mega
fire en/of 716, althans een of meer vuurpijlen, merk sunsong en/of 7280,
althans een of meer nitraatklappers, type coloured flower en/of 14400, althans
een of meer nitraatklappers, merk M 10.000, voorhanden heeft gehad, ten
aanzien waarvan niet werd voldaan aan de bij het Vuurwerkbesluit gestelde
eisen of de ter uitwerking van voornoemd besluit krachtens artikel 24, derde
lid van de Wet milieugevaarlijke stoffen gestelde regels, immers
- waren die lawinepijlen, type 901 en/of die vuurpijlen, type megafire en/of
die vuurpijlen, merk sunsong en/of die nitraatklappers, type coloured flower
en/of die nitraatklappers, merk M 10.000, althans de primaire verpakking van
die nitraatklappers, type coloured en/of die nitraatklappers, merk M 10.000
niet voorzien van de aanduiding "Geschikt voor particulier gebruik" en/of
- waren die lawinepijlen, type 901 en/of die vuurpijlen, type megafire en/of
die vuurpijlen, merk sunsong en/of die nitraatklappers, type coloured flower
en/of die nitraatklappers, merk M 10.000, althans de primaire verpakking van
die nitraatklappers, type coloured flower en/of de primaire verpakking van die
nitraatklappers, merk M 10.000 niet voorzien van een in de Nederlandse taal
gestelde gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en/of waarschuwingen dat
bij het dienenovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker
en/of omstanders kon ontstaan en/of
- voldeed de lading voor knaleffect van die lawinepijlen, type 901 in strijd
met het gestelde in artikel 9 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004
niet aan de in bijlage III per categorie (te weten categorie D1.) behorende
bij die regeling gestelde eisen; de lading voor knaleffect bestond niet uit
uitsluitend zwart buskruit;
art 1.2.2 lid 1 ahf/ond a Vuurwerkbesluit
art 2.1.3 lid 3 Vuurwerkbesluit
Bewezenverklaring
De raadsvrouw heeft opgemerkt dat het NFI alleen de lawinepijlen heeft onderzocht, dat de vuurpijlen, type mega fire, bestemd zijn bevonden voor particulier gebruik in Duitsland en Oostenrijk en dat de sunsong vuurpijlen ook bestemd zijn bevonden voor particulier verbruik, maar dat deze volgens het proces-verbaal niet voorkomen in de vuurwerkbibliotheek van VROM. De raadsvrouw heeft hieraan echter geen conclusie(s) verbonden en de rechtbank is van oordeel dat bedoelde opmerkingen niet in de weg staan aan bewezenverklaring van het ten laste gelegde.
Voorts heeft de raadsvrouw verweer gevoerd ten aanzien van aantallen vuurpijlen en nitraatklappers zoals die in de tenlastelegging in het onder 2 ten laste gelegde feit staan vermeld.
De rechtbank heeft aan de hand van het “statusoverzicht inbeslaggenomen vuurwerk” (pag. 171-172) en de daarbij onder “bijzonderheden” opgenomen berekening vastgesteld, dat de bij de onder 2 genoemde hoeveelheid vuurpijlen, merk sunsong, kennelijk bij vergissing als aantal 716 stuks in plaats van 216 is vermeld.
Ten aanzien van de nitraatklappers, coloured flower, heeft de rechtbank vastgesteld dat de
in het “statusoverzicht inbeslaggenomen vuurwerk” (pag. 174) genoemde hoeveelheid van 7.280 stuks niet aansluit bij de onder “bijzonderheden” vermelde en niet compleet gebleken berekening. Nu onduidelijk is gebleven hoeveel (pakjes) coloured flower nitraatklappers aanwezig waren in de aangebroken kartons kan de rechtbank slechts vaststellen, dat verdachte op 20 december 2006 tenminste 1040 nitraatklappers van dit type voorhanden had.
Naar het oordeel van de rechtbank is, mede gelet op de bekennende verklaringen die verdachte bij de politie en ter terechtzitting heeft afgelegd, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op 19 december 2006, in de gemeente Deventer, opzettelijk consumentenvuurwerk, te weten 200 lawinepijlen, type 901, en 144 vuurpijlen, type mega fire, en 183 vuurpijlen, merk sunsong firework, en 1240 nitraatklappers, type coloured flower, voorhanden heeft gehad, ten aanzien waarvan niet werd voldaan aan de bij het Vuurwerkbesluit gestelde eisen of de ter uitwerking van voornoemd besluit krachtens artikel 24, derde lid van de Wet milieugevaarlijke stoffen gestelde regels, immers
- waren die lawinepijlen, type 901, en die vuurpijlen, type megafire, en die vuurpijlen, merk sunsong fire, en die nitraatklappers niet voorzien van de aanduiding "Geschikt voor particulier gebruik" en
- waren die lawinepijlen, type 901, en die vuurpijlen, type megafire, en die vuurpijlen, merk sunsong fire, en die nitraatklappers niet voorzien van een in de Nederlandse taal gestelde gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en/of waarschuwingen dat bij het dienenovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker en/of omstanders kon ontstaan en
- voldeed de lading voor knaleffect van die lawinepijlen, type 901, in strijd met het gestelde in artikel 9 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 niet aan de in bijlage III per categorie (te weten categorie D1.) behorende bij die regeling gestelde eisen; de lading voor knaleffect bestond niet uit uitsluitend zwart buskruit;
2.
hij op 20 december 2006, te Vaassen, in de gemeente Epe, opzettelijk consumentenvuurwerk, te weten 6634 lawinepijlen, type 901, en 252 vuurpijlen, type mega
fire, en 216 vuurpijlen, merk sunsong, en tenminste 1.040 nitraatklappers, type coloured flower, en 14400 nitraatklappers, merk M 10.000, voorhanden heeft gehad, ten aanzien waarvan niet werd voldaan aan de bij het Vuurwerkbesluit gestelde eisen of de ter uitwerking van voornoemd besluit krachtens artikel 24, derde lid van de Wet milieugevaarlijke stoffen gestelde regels, immers
- waren die lawinepijlen, type 901 en die vuurpijlen, type megafire, en die vuurpijlen, merk sunsong, en die nitraatklappers, type coloured flower, en die nitraatklappers, merk M 10.000, type coloured, en die nitraatklappers, merk M 10.000, niet voorzien van de aanduiding "Geschikt voor particulier gebruik" en
- waren die lawinepijlen, type 901, en die vuurpijlen, type megafire, en die vuurpijlen, merk sunsong, en die nitraatklappers, type coloured flower, en die nitraatklappers, merk M 10.000, type coloured flower, merk M 10.000, niet voorzien van een in de Nederlandse taal
gestelde gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en/of waarschuwingen dat
bij het dienenovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker
en/of omstanders kon ontstaan en
- voldeed de lading voor knaleffect van die lawinepijlen, type 901, in strijd met het gestelde
in artikel 9 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 niet aan de in bijlage III per
categorie (te weten categorie D1.) behorende bij die regeling gestelde eisen; de lading voor knaleffect bestond niet uit uitsluitend zwart buskruit.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten las¬te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
1. overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen, opzettelijk begaan;
2. overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen, opzettelijk begaan.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
Gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met daarnaast een taakstraf als na te melden op zijn plaats. Bedoelde taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de Stichting Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte uit geldelijk gewin een grote hoeveelheid illegaal en deels zeer krachtig vuurwerk ten behoeve van verkoop voorhanden heeft gehad. Het is algemeen bekend dat het gebruik van zodanig vuurwerk zeer ernstige risico’s pleegt op te leveren. Die risico’s zijn er niet alleen voor degene die het vuurwerk afsteekt, maar ook voor niets vermoedende omstanders.
Anderzijds houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten met politie en justitie in aanraking is geweest en dat zij ten aanzien van feit 2 een geringer aantal stuks vuurwerk bewezen acht. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de sociaal en financieel moeilijke omstandigheden van verdachte en zijn gezin. Hoewel, in het licht van de ernst van het bewezen verklaarde en het belang van normhandhaving in verband met de strafdoelen van generale en speciale preventie, oplegging van onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is, ziet de rechtbank in bedoelde omstandigheden aanleiding ten gunste van verdachte af te wijken van de reeds gematigde strafeis van de officier van justitie. De rechtbank zal daarom bij de straftoemeting de ruimte voor oplegging van een werkstraf maximaal benutten.
De rechtbank acht een voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Zij zal daaraan een bijzondere voorwaarde verbinden.
In beslag genomen voorwerpen
Het in beslag genomen en nog niet teruggegeven geld, volgens verdachte aan hem toebehorend, is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het door middel van het bewezen verklaarde is verkregen.
De rechtbank heeft hierbij ook rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen:
- 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 24, 33, 33a, 57 en 91 van het Wetboek van Strafrecht;
- 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen;
- 1.2.2 en 2.1.3 van het Vuurwerkbesluit;
- 9 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 (zestien) maanden.
Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 12 (twaalf) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de Stichting Reclassering Nederland, arrondissement Zutphen, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt.
Geeft genoemde reclasseringsinstelling opdracht de veroordeelde bij de naleving van de opgelegde voorwaarde hulp en steun te verlenen.
Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen.
Verklaart verbeurd het in beslag genomen, nog niet teruggegeven geld, te weten € 2.050,--.
Aldus gewezen door mrs. Van Harreveld, voorzitter, Morsink en Follender Grossfeld, rechters, in tegenwoordigheid van Heebink, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 oktober 2007.