
Jurisprudentie
BB4811
Datum uitspraak2007-10-03
Datum gepubliceerd2007-10-03
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/925291-07
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2007-10-03
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/925291-07
Statusgepubliceerd
Indicatie
Veroordeling tot een voorwaardelijke gevangenisstraf, 240 uur werkstraf en een geldboete voor het voor verkoop ter beschikking stellen en voorhanden hebben van illegaal vuurwerk.
Uitspraak
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige economische kamer
Parketnummer: 06/925291-07 fp
Uitspraak d.d.: 3 oktober 2007
Tegenspraak/ dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [plaats en datum],
wonende te [plaats en adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
19 september 2007.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de maand november 2006, althans in 2006, in de gemeente
Harderwijk, althans in Nederland, al dan niet opzettelijk,
consumentenvuurwerk, te weten 1000 stuks nitraatklappers, althans een of meer
nitraatklappers en/of 300 chinese vlinders, althans een of meer chinese
vlinders en/of een chinese rol en/of 10 vuurpijlen, type Rocket, althans een
of meer vuurpijlen type rocket en/of 40 vuurpijlen type Devil, althans een of
meer vuurpijlen type devil, aan een ander, te weten [medeverdachte], ter
beschikking heeft gesteld, ten aanzien waarvan niet werd voldaan aan de bij
het Vuurwerkbesluit gestelde eisen of de ter uitwerking van voornoemd besluit
krachtens artikel 24, derde lid van de Wet milieugevaarlijke stoffen gestelde
regels, immers
- waren die nitraatklappers en/of die chinese vlinders en/of die chinese rol
en/of die vuurpijlen niet voorzien van de aanduiding "Geschikt voor
particulier gebruik" en/of
- waren die nitraatklappers en/of die chinese vlinders en/of die chinese rol
en/of die vuurpijlen niet voorzien van een in de Nederlandse taal gestelde
gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en/of waarschuwingen dat bij het dienenovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker en/of
omstanders kon ontstaan en/of
- voldeed de lading van die chinese vlinders in strijd met het gestelde in
artikel 9 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 niet aan de in
bijlage III per categorie (te weten categorie A1.) behorende bij die regeling
gestelde eisen; de lading bestond niet uit uitsluitend zwart buskruit en/of
- voldeed de lading van die vuurpijlen, type Devil, althans de lading van een
of meer vuurpijlen van dat type, in strijd met het gestelde in artikel 9 van
de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 niet aan de in bijlage III per
categorie (te weten categorie D2.) behorende bij die regeling gestelde eisen;
de totale lading van de burst bevatte 10 gram niet uitsluitend zwart buskruit ;
art 1.2.2 lid 1 ahf/ond a Vuurwerkbesluit
art 2.1.3 lid 4 Vuurwerkbesluit
2.
hij in op of omstreeks 29 november 2006, te Hierden, in de gemeente
Harderwijk, althans in Nederland, al dan niet opzettelijk,
consumentenvuurwerk, te weten 84 stuks rotjes (nitraatklappers), althans een
of meer rotjes (nitraatklappers) en/of 10 chinese vlinders, althans een of
meer chinese vlinders, voorhanden heeft gehad, ten aanzien waarvan niet werd
voldaan aan de bij het Vuurwerkbesluit gestelde eisen of de ter uitwerking van
voornoemd besluit krachtens artikel 24, derde lid van de Wet milieugevaarlijke
stoffen gestelde regels, immers
- waren die rotjes (nitraatklappers) en/of die chinese vlinders niet voorzien
van de aanduiding "Geschikt voor particulier gebruik" en/of
- waren die rotjes (nitraatklappers) en/of die chinese vlinders niet voorzien
van een in de Nederlandse taal gestelde gebruiksaanwijzing met zodanige
aanwijzingen en/of waarschuwingen dat bij het dienenovereenkomstig handelen
geen letsel of schade bij de gebruiker en/of omstanders kon ontstaan en/of
- voldeed de lading van die chinese vlinders in strijd met het gestelde in
artikel 9 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 niet aan de in
bijlage III per categorie (te weten categorie A1.) behorende bij die regeling
gestelde eisen; de lading bestond niet uit uitsluitend zwart buskruit ;
art 1.2.2 lid 1 ahf/ond a Vuurwerkbesluit
art 2.1.3 lid 3 Vuurwerkbesluit
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is, mede gelet op de bekennende verklaringen die verdachte bij de politie en ter terechtzitting heeft afgelegd, wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, in dier voege dat:
1.
hij in de maand november 2006, in de gemeente Harderwijk, opzettelijk consumentenvuurwerk, te weten 1000 stuks nitraatklappers en300 chinese vlinders, een chinese rol en 10 vuurpijlen, type Rocket en 40 vuurpijlen type Devil, aan een ander, te weten [medeverdachte], ter beschikking heeft gesteld, ten aanzien waarvan niet werd voldaan aan de bij het Vuurwerkbesluit gestelde eisen of de ter uitwerking van voornoemd besluit krachtens artikel 24, derde lid van de Wet milieugevaarlijke stoffen gestelde regels, immers
- waren die nitraatklappers en die chinese vlinders en die chinese rol en die vuurpijlen niet voorzien van de aanduiding "Geschikt voor particulier gebruik" en
- waren die nitraatklappers en die chinese vlinders en die chinese rol en die vuurpijlen niet voorzien van een in de Nederlandse taal gestelde gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en/of waarschuwingen dat bij het dienenovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker en/of omstanders kon ontstaan en
- voldeed de lading van die chinese vlinders in strijd met het gestelde in artikel 9 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 niet aan de in bijlage III per categorie (te weten categorie A1.) behorende bij die regeling gestelde eisen; de lading bestond niet uit uitsluitend zwart buskruit en
- voldeed de lading van die vuurpijlen, type Devil, in strijd met het gestelde in artikel 9 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 niet aan de in bijlage III per categorie (te weten categorie D2.) behorende bij die regeling gestelde eisen; de totale lading van de burst bevatte 10 gram niet uitsluitend zwart buskruit;
2.
hij op 29 november 2006, te Hierden, in de gemeente Harderwijk, opzettelijk consumentenvuurwerk, te weten 84 stuks rotjes (nitraatklappers) en 10 chinese vlinders voorhanden heeft gehad, ten aanzien waarvan niet werd voldaan aan de bij het Vuurwerkbesluit gestelde eisen of de ter uitwerking van voornoemd besluit krachtens artikel 24, derde lid van de Wet milieugevaarlijke stoffen gestelde regels, immers
- waren die rotjes (nitraatklappers) en die chinese vlinders niet voorzien van de aanduiding "Geschikt voor particulier gebruik" en
- waren die rotjes (nitraatklappers) en die chinese vlinders niet voorzien van een in de Nederlandse taal gestelde gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en/of waarschuwingen dat bij het dienenovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker en/of omstanders kon ontstaan en
- voldeed de lading van die chinese vlinders in strijd met het gestelde in artikel 9 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004 niet aan de in bijlage III per categorie (te weten categorie A1.) behorende bij die regeling gestelde eisen; de lading bestond niet uit uitsluitend zwart buskruit.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
1. overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen, opzettelijk begaan;
2. overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen, opzettelijk begaan.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
Gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf met daarnaast een taakstraf als na te melden op zijn plaats. Bedoelde taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de Stichting Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte uit geldelijk gewin een grote hoeveelheid illegaal en zeer krachtig vuurwerk ten behoeve van verkoop aan een ander beschikbaar heeft gesteld en dat hij daarnaast een hoeveelheid van dat vuurwerk voorhanden heeft gehad. Het is algemeen bekend dat het gebruik van zodanig vuurwerk zeer ernstige risico’s pleegt op te leveren. Die risico’s zijn er niet alleen voor degene die het vuurwerk afsteekt, maar ook voor niets vermoedende omstanders.
Anderzijds houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
De rechtbank acht de voorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Verder zal de rechtbank een geldboete opleggen, waarbij rekening is gehouden met de draagkracht van verdachte en de omstandigheid dat hij, anders dan zijn afnemer, geen financiële schade heeft geleden door de inbeslagneming van het betrokken vuurwerk.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen
- 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 23, 24, 24a, 24c, 57 en 91 van het Wetboek van Strafrecht;
- 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen;
- 1.2.2 en 2.1.3 van het Vuurwerkbesluit;
- 9 van de Regeling nadere eisen aan vuurwerk 2004.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) maanden.
Bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen.
Beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf dat per dag in voorarrest doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
Veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 3.000,--, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 60 dagen hechtenis.
Bepaalt dat de geldboete mag worden voldaan in 10 tweemaandelijkse termijnen van telkens € 300,--.
Aldus gewezen door mrs. Van Harreveld, voorzitter, Morsink en Follender Grossfeld, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 oktober 2007.