Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB4358

Datum uitspraak2007-08-14
Datum gepubliceerd2007-09-26
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers497/2007
Statusgepubliceerd


Indicatie

Voldoende zwaarwegend belang voor verzochte voornaamswijziging.


Uitspraak

14 augustus 2007 Familiekamer Rekestnummer 497/2007U G E R E C H T S H O F T E A M S T E R D A M nevenzittingsplaats Arnhem Beschikking in de zaak van: [verzoekster], wonende te [woonplaats], verzoekster, procureur mr. I.M.C.A. Reinders Folmer. 1 Het geding in eerste aanleg Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Utrecht van 24 januari 2007, uitgesproken onder zaaknummer / rekestnummer 219659 / FA RK 06-5503. 2 Het geding in hoger beroep 2.1 Bij beroepschrift, ingekomen per fax ter griffie van het hof op 24 april 2007, is verzoekster in hoger beroep gekomen van voormelde beschikking. Verzoekster verzoekt het hof die beschikking te vernietigen en opnieuw beschikkende, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de huidige voornamen van verzoekster te wijzigen in de voornaam [M.]. 2.2 De conclusies van het openbaar ministerie van 11 en 18 juli 2007 strekken tot toewijzing van het verzoek van de verzoekster in hoger beroep. 2.3 De mondelinge behandeling heeft op 19 juli 2007 plaatsgevonden. Verzoekster is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. V.C.Th. van ’t Westende Meeder, advocaat te Amersfoort. Het openbaar ministerie is met kennisgeving vooraf niet verschenen. 3 De vaststaande feiten 3.1 Uit het huwelijk van [de vader] (hierna te noemen “de vader”) en [de moeder] (verder te noemen “de moeder”) is op [geboortedatum] 1988 verzoekster geboren. Zij draagt blijkens de geboorteakte (nr. [...]) van de gemeente [woonplaats] de voornamen [H.H.]. 3.2 Bij Koninklijk Besluit van 15 maart 1994 is de geslachtsnaam van verzoekster gewijzigd in [...]. 3.3 Bij verzoekschrift, ingekomen bij de rechtbank Utrecht op 27 september 2006, heeft verzoekster verzocht de huidige voornamen te wijzigen in de voornaam [M.]. Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank het verzoek van verzoekster afgewezen. 4 De motivering van de beslissing 4.1 Ingevolge artikel 1:4 lid 4 BW kan de rechter wijziging van de voornamen gelasten op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijk vertegenwoordiger. Voor een dergelijke wijziging dient voldoende zwaarwichtig belang te bestaan. 4.2 Het hof overweegt het volgende. Uit de overgelegde stukken en hetgeen ter gelegenheid van de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, blijkt dat verzoekster reeds op jonge leeftijd een diepgewortelde wens had om haar voornaam te wijzigen. De ouders van verzoekster zijn gescheiden toen zij ongeveer twee jaar oud was. Daarna heeft er omgang tussen verzoekster en haar vader plaatsgevonden tot verzoekster circa zes jaar oud was. Deze omgang is voor verzoekster op traumatische wijze -met inmenging van de politie- beëindigd. Sedertdien heeft verzoekster geen contact meer met haar vader. Op zesjarige leeftijd is verzoekster ook vragen gaan stellen over haar (Armeense) voornamen. De moeder heeft toen laten weten dat de vader de voornamen van verzoekster heeft gekozen, maar dat zij haar liever [M.] had willen noemen. Op ongeveer negenjarige leeftijd heeft verzoekster zelf besloten dat zij [M.] genoemd wilde worden en zij heeft dit vervolgens ook zelf aan haar omgeving, zoals school, de tandarts en de huisarts, kenbaar gemaakt. Sedertdien voert verzoekster de naam [M.]. Een ieder kent haar onder die naam. De huidige voornamen roepen voor verzoekster voortdurend de associatie op met haar vader, aan wie zij slechte herinneringen heeft. Verzoekster geeft aan dat de huidige Armeense voornamen niet aansluiten bij haar persoon, mede gelet op het feit dat zij geen enkele binding heeft met haar vader of andere Armeense familieleden. De wijziging van de Armeense geslachtsnaam heeft plaatsgevonden toen verzoekster zeven jaar oud was. Voor verzoekster is de wijziging van de Armeense voornamen een essentieel sluitstuk in het proces van het achter zich laten van een verleden waaraan zij niet wil worden herinnerd. De naam [M.] is voor verzoekster van groot persoonlijk belang en bepaalt haar identiteit. Gelet op het voorgaande en de vastbeslotenheid van verzoekster bij haar verzoek, acht het hof, mede gelet op de conclusie van het openbaar ministerie en op het feit dat verzoekster zich al bijna tien jaar [M.] noemt, de door verzoekster aangevoerde gronden voldoende zwaarwegend voor een wijziging van haar voornamen. Het belang dat het rechtsverkeer heeft bij een zo hoog mogelijke mate van naamsconsistentie, met name gelet op de huidige inrichting van de basisadministratie en de burgerlijke stand, weegt hier niet tegen op. Nu de door de verzoekster gewenste voornaam bovendien niet ongepast is in de zin van artikel 1:4 lid 2 BW en evenmin overeenstemt met een bestaande geslachtsnaam, zal het hof het verzoek van verzoekster toewijzen. 5 De slotsom 5.1 Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen dient het hof de bestreden beschikking te vernietigen. 6 De beslissing Het hof, beschikkende in hoger beroep: vernietigt de beschikking van de rechtbank Utrecht van 24 januari 2007 en opnieuw beschikkende: gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [woonplaats] de voornamen van “[H.H.]” [...], geboren in de gemeente [woonplaats] op [geboortedatum] 1988, te wijzigen in “[M.]”; bepaalt dat de griffier een afschrift van deze beschikking doet toekomen aan voormelde ambtenaar van de burgerlijke stand. Deze beschikking is gegeven door mrs. Van Zutphen, Mens en Keulen en is op 14 augustus 2007 uitgesproken ter openbare terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.