Jurisprudentie
BB4070
Datum uitspraak2007-09-19
Datum gepubliceerd2007-09-21
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers138835 / KG ZA 07-488
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2007-09-21
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers138835 / KG ZA 07-488
Statusgepubliceerd
Indicatie
Artikel 21 Rv. Het komt de voorzieningenrechter voor dat het feit dat van de kant van eisers eerst na de eerste termijn van de behandeling van dit kort geding en de vervolgens niet gelukte schikkingsonderhandelingen tussen partijen melding wordt gemaakt van een nader (reeds eerder bestaand) stuk - en daarmee van het feit dat als eisers het door hen opeisbaar verschuldigde maar binnen een kleine 14 dagen nadien zouden betalen er helemaal geen ontruiming dreigde - als een handelen in strijd met het bepaalde in artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (feiten volledig en naar waarheid aanvoeren) moet worden beschouwd.
Uitspraak
proces-verbaal
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 138835 / KG ZA 07-488
Proces-verbaal van de zitting, gehouden op 19 september 2007, houdende mondeling vonnis
in de zaak van
1. [Eiser],
wonende te Heemskerk,
2. [Eiseres],
wonende te Heemskerk,
eisers,
procureur mr. M.A. Kanning,
tegen
de stichting
STICHTING WONINGSTICHTING ROCHDALE,
gevestigd te Amsterdam, mede kantoorhoudende te Heemskerk,
gedaagde,
procureur mr. G.P. Poiesz.
Partijen zullen hierna [eisers] en Rochdale genoemd worden.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ter behandeling van een vordering in kort geding.
Tegenwoordig zijn mr. A.J. van der Meer, voorzieningenrechter, en mr. J. van der Kluit, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen
- [Eiseres]
- mr. M.A. Kanning, voornoemd
- […], namens Rochdale
- mr. G.P. Poiesz, voornoemd
[Eisers] vorderen overeenkomstig de dagvaarding – zakelijk weergegeven – Rochdale te verbieden het vonnis van de kantonrechter van deze rechtbank van 22 augustus 2007 (kenmerk: 355279 CV EXPL 07-7285), ten uitvoer te leggen, op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van Rochdale in de kosten van deze procedure.
Partijen blijven bij de eerder door hen ingenomen standpunten. De rechter schorst de behandeling ter zitting om partijen in de gelegenheid te stellen tot overeenstemming te komen over een voorwaardelijke schorsing van de executie. Partijen hebben meegedeeld geen overeenstemming te hebben bereikt. De rechter wijst het volgende vonnis.
1. De feiten
1.1. [Eisers] huren van Rochdale een woning aan de […] te Heemskerk (verder te noemen: de woning).
1.2. Bij dagvaarding van 10 augustus 2007 heeft Rochdale gevorderd de tussen partijen bestaande huurovereenkomst betreffende de woning te ontbinden en [eisers] te veroordelen om de woning te ontruimen en een bedrag te betalen van EUR 884,58, bestaande uit EUR 706,08 aan achterstallige huurpenningen over twee maanden, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, en bij wijze van schadevergoeding voor het gebruik van de woning een bedrag van EUR 353,04 per maand voor de maanden die verlopen tot de dag van de ontruiming, met veroordeling van [eisers] in de kosten van de procedure.
1.3. Bij voornoemd vonnis van deze rechtbank van 22 augustus 2007 heeft de kantonrechter voornoemde vordering van Rochdale bij verstek toegewezen en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
1.4. Bij exploot van 31 augustus 2007 heeft Rochdale aan [eisers] de ontruiming van de woning laten aanzeggen tegen 27 september 2007.
1.5. Bij brief van 13 september 2007, waarvan door [eisers] eerst bij gelegenheid van de tweede termijn van de behandeling van dit kort geding ter zitting melding is gemaakt, heeft de deurwaarder aan [eisers] het volgende bericht:
[…]
U dient MINIMAAL voor 25 september 2007 een bedrag van € 2100,00 te onzer kantore te voldoen, bij gebreke waarvan de ontruiming door zal gaan.
[…]
1.6. Bij brief van 13 september 2007, per fax verzonden op 14 september 2007, heeft de advocaat van [eisers] aan de deurwaarder het volgende bericht:
[…]
Naar ik begrepen heb, is er een relatief kleine huurachterstand ontstaan omdat cliënten tijdelijk zonder werk zaten. Inmiddels hebben zij weer inkomen waarmee zij de achterstand kunnen voldoen.
Ik verzoek u het vonnis niet ten uitvoer te leggen, voordat cliënte een behoorlijk betalingsvoorstel heeft kunnen doen.
[…]
1.7. Bij dagvaarding van 17 september 2007 hebben [eisers] verzet gedaan tegen voornoemd vonnis van 22 augustus 2007.
2. De beoordeling
2.1. In een executiegeschil kan de voorzieningenrechter de tenuitvoerlegging van een vonnis slechts schorsen, indien hij van oordeel is dat de executant mede gelet op de belangen aan de zijde van de geëxecuteerde die door de executie zullen worden geschaad - geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van zijn bevoegdheid tot tenuitvoerlegging over te gaan. Dat zal het geval kunnen zijn indien het te executeren vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust of indien de tenuitvoerlegging op grond van na dit vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten klaarblijkelijk aan de zijde van de geëxecuteerde een noodtoestand zal doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard.
2.2. Gesteld noch gebleken is dat het door Rochdale te executeren vonnis van de kantonrechter van 22 augustus 2007 op een kennelijke juridische of feitelijke misslag berust. De omstandigheid dat [eisers] zich in een verzetprocedure zullen verweren tegen de vordering van Rochdale betekent niet dat Rochdale haar bevoegdheid tot executie misbruikt. Het vonnis van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, op grond waarvan Rochdale bevoegd is het vonnis ten uitvoer te leggen. Voorts is niet aannemelijk gemaakt dat het verstekvonnis zal worden vernietigd, daargelaten of dat voldoende zou zijn om de tenuitvoerlegging als misbruik van bevoegdheid te beschouwen, omdat [eisers] geen feiten en omstandigheden naar voren hebben gebracht die de kantonrechter bij het wijzen van zijn vonnis niet reeds bekend waren. Daarnaast heeft Rochdale hetgeen zij thans naar voren heeft gebracht over de betalingsachterstanden van [eisers] ook bij de kantonrechter naar voren gebracht.
2.3. Evenmin is gebleken van na het vonnis van de kantonrechter voorgevallen of aan het licht gekomen feiten op grond waarvan de tenuitvoerlegging van het vonnis klaarblijkelijk aan de zijde van [eisers] een noodsituatie zal doen ontstaan. [Eisers] hebben in dit verband naar voren gebracht dat de tenuitvoerlegging van het vonnis van de kantonrechter tot gevolg zal hebben dat zij dakloos raken en het voor hen praktisch onmogelijk zal zijn voor een andere woning in Heemskerk in aanmerking te komen, nu de woningmarkt in Heemskerk wordt beheerst door Rochdale. Dit betoog faalt. [Eisers] konden voorzien dat het gedurende lange tijd niet of niet tijdig betalen van de huurprijs tot de gedwongen ontruiming van de woning zou leiden en dat het in dat geval moeilijk zou zijn een andere passende woning te vinden. Bovendien was die consequentie ook voor de kantonrechter reeds voorzienbaar op het moment van het wijzen van zijn vonnis.
2.4. Gelet op het voorgaande zal de voorzieningenrechter de vordering van [eisers] om Rochdale te verbieden het vonnis van de kantonrechter van 22 augustus 2007 ten uitvoer te leggen, afwijzen. De voorzieningenrechter heeft daarbij nota genomen van de onder ?1.5 genoemde brief van 13 september 2007, dat niet tot ontruiming zal worden overgegaan indien [eisers] voor 25 september 2007 een bedrag van EUR 2.100,- betalen. Dat [eisers] dat bedrag aan Rochdale opeisbaar verschuldigd zijn, is door [eisers] niet betwist. Daarmee is aan [eisers] reeds een laatste kans geboden de tenuitvoerlegging van het vonnis van de kantonrechter te voorkomen. Overigens komt het de voorzieningenrechter voor dat het feit dat van de kant van [eisers] eerst na de eerste termijn van de behandeling van dit kort geding en de vervolgens niet gelukte schikkingsonderhandelingen tussen partijen melding wordt gemaakt van genoemde brief van 13 september - en daarmee van het feit dat als [eisers] het door hen opeisbaar verschuldigde maar binnen een kleine 14 dagen nadien zouden betalen er helemaal geen ontruiming dreigde - als een handelen in strijd met het bepaalde in artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (feiten volledig en naar waarheid aanvoeren) moet worden beschouwd.
2.5. [Eisers] zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Rochdale worden begroot op:
- vast recht EUR 251,00
- salaris procureur 816,00
Totaal EUR 1.067,00
3. De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1. weigert de gevraagde voorziening,
3.2. veroordeelt [eisers] in de proceskosten, aan de zijde van Rochdale tot op heden begroot op EUR 1.067,00,
3.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
De rechter sluit de comparitie.
Waarvan proces-verbaal,