Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB2780

Datum uitspraak2007-08-23
Datum gepubliceerd2007-09-04
RechtsgebiedAmbtenarenrecht
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers06/3369 AW
Statusgepubliceerd


Indicatie

Afwijzing verzoek schadevergoeding. Geen oorzakelijk verband tussen de psychische klachten van betrokkene en hetgeen hem op Schiphol bij de uitoefening van zijn politiedienst zou zijn overkomen.


Uitspraak

06/3369 AW Centrale Raad van Beroep Meervoudige kamer U I T S P R A A K op het hoger beroep van: [Appellant], tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 27 april 2006, 04/2712 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: appellant en de Korpsbeheerder van de politieregio Brabant-Noord (hierna: korpsbeheerder) Datum uitspraak: 23 augustus 2007 I. PROCESVERLOOP Appellant heeft hoger beroep ingesteld. De korpsbeheerder heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 juli 2007. Appellant is in persoon verschenen. De korpsbeheerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.A. Bouwman, werkzaam bij de politieregio Brabant-Noord. Appellant heeft ter zitting nog een paar stukken overgelegd. II. OVERWEGINGEN 1. Voor een uitgebreidere weergave van de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden wordt verwezen naar de aangevallen uitspraak. De Raad volstaat met het volgende. 1.1. Appellant was laatstelijk werkzaam bij voormelde politieregio en is met ingang van 1 mei 1994 ontslagen wegens ongeschiktheid voor de uitoefening van zijn functie als gevolg van ziekte. 1.2. Medio 2003 heeft appellant de korpsbeheerder gevraagd hem de schade te vergoeden die hij stelt te hebben geleden door psychisch belastende ervaringen tijdens de uitoefening van de politiedienst. Daarbij heeft hij met name gewag gemaakt van gebeurtenissen tijdens de dienst op de luchthaven Schiphol, die direct te maken zouden hebben met het neerstorten van een PanAm-vliegtuig bij Lockerbie (Schotland) op 21 december 1988. 1.3. Bij besluit van 31 oktober 2003, na bezwaar gehandhaafd bij het bestreden besluit van 29 juli 2004, heeft de korpsbeheerder dit verzoek afgewezen. 2. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit bij de aangevallen uitspraak ongegrond verklaard. Daartoe is overwogen dat gezien de resultaten van door de korpsbeheerder verricht onderzoek niet aannemelijk is geworden dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de psychische klachten van appellant en hetgeen hem op Schiphol zou zijn overkomen. Ook overigens is de rechtbank niet gebleken dat appellant in de uitoefening van zijn werkzaamheden blootgesteld is geweest aan excessieve omstandigheden die psychische of andere schade ten gevolg hebben gehad. 3.1. De Raad deelt het oordeel van de rechtbank en de overwegingen die zij daaraan ten grondslag heeft gelegd. Appellant heeft in hoger beroep geen feiten of omstandigheden aangevoerd die een ander licht op de zaak werpen. 3.2. Uit het vorenstaande volgt dat het hoger beroep niet slaagt en de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt. 4. De Raad acht tot slot geen termen aanwezig toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht inzake vergoeding van proceskosten. III. BESLISSING De Centrale Raad van Beroep; Recht doende: Bevestigt de aangevallen uitspraak. Deze uitspraak is gedaan door H.A.A.G. Vermeulen als voorzitter en J.Th. Wolleswinkel en J.H. van Kreveld als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.J.H. van Baalen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 23 augustus 2007. (get.) H.A.A.G. Vermeulen. (get.) M.J.H. van Baalen. HD