Jurisprudentie
BB2693
Datum uitspraak2007-08-29
Datum gepubliceerd2007-09-03
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers64851 / HA ZA 06-2354
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2007-09-03
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Dordrecht
Zaaknummers64851 / HA ZA 06-2354
Statusgepubliceerd
Indicatie
Internationale koop. Toetsen aan Weens Koopverdrag. Non-conformiteit? Nee, aan verkoper was niet duidelijk gemaakt aan welke specifieke eisen de betreffende machine aan moest voldoen. Koper gaf deze informatie eerst meer dan een jaar na de aflevering.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 64851 / HA ZA 06-2354
Vonnis van 29 augustus 2007
in de zaak van
de rechtspersoon naar Italiaans recht
ISOLCELL ITALIA S.P.A.,
gevestigd te Laives, Italië,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. C.F.W.A. Hamm,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam vennootschap] NUMANSDORP B.V.,
gevestigd te Numansdorp,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procureur mr. V.J. Groot.
Partijen zullen hierna Isolcell en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de akte houdende overlegging producties
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
- de akte uitlating in conventie en conclusie van dupliek in reconventie.
2. De feiten
2.1. Isolcell heeft op 18 april 2001 aan [betrokken vennootschap 1] een “sale confirmation” doen toekomen, voor een generator met de omschrijving ‘n° 2 ECOGEN W.’ (hierna aangeduid als: de machine), waarin onder meer het volgende voorkomt:
Total price Ex-Works of the supply ITL. 136.000.000,-
(=EURO 70.238,14)
Terms and Conditions of Trade
- prices: Ex-Works;
- delivery: 18.06.2001
2.2. Isolcell heeft de machine op 12 september 2001 geleverd en [gedaagde] heeft de factuur voor de koopprijs vervolgens voldaan.
2.3. De machine is omstreeks september 2002 geïnstalleerd ten behoeve van het project Rotterdam Eco Service Terminal (REST). Op 25 september 2002 heeft [betrokken vennootschap 2] aan Isolcell een faxbericht gestuurd met de volgende inhoud:
We are asking your attention for the following:
The PLC of the Ecogen installation did not pass the terms of employment Class 5 (Arbeits Klasse 5) or higher as laid down in German Tüv. The PLC has to be changed so that it will meet the requirements. When these terms of employment are applied to the installation an expert has to go through the program again to see if it will pass the Fallsafe and de EMC aspects. (…)
This case is very important for us and has to be arranged immediately. We are expecting a quick reply so that we can inform all the other parties, if not there is a great chance that the project will be stopped. Hope to have informed you enough with this.
2.4. Op 23 oktober 2002 heeft Project Development & Engineering B.V. aan Isolcell een faxbericht gestuurd, dat luidde als volgt:
The PLC fabricated by Siemens, type S7-300F is approved by the supllier of gas if the following measurements are taken into account:
* Failsafe ET200M or ET 200S (PROFI Safe input/output modules must be used)
* IEC-EN 6015-08 (Syllabus 1 t/m 3)
* EN 954-1 category 1 t/m 4
* The emergency shut downs must be realised separately outside the PLC
We have an obligation to the supplier of gas to give them insight in the electrical and P&I drawings of the Ecogen-machine. Would you send us these documents by mail or (e-mail).
2.5. Project Development & Engineering B.V. heeft op 10 november 2002 het volgende faxbericht aan Isolcell doen toekomen:
As you already know, we have some difficulties with the supplier of gas because of the PLC which is used in the Ecogen-machine.
In our fax (…) d.d. 23-10-2002, we have asked you for electrical en P&I diagrams which we can discuss with the gas supplier. We have not received these documents yet, and we would like to know what the status is at this moment.
We have also mentioned the type of PLC which is approved by the gas supplier . Will this PLC be used and what progress is made in programming the new PLC?
Would you please let us know what actions have been taken by Isolcell.
2.6. Isolcell heeft op 17 februari 2003 aan [directeur gedaagde vennootschap] een e-mail gestuurd, die luidde als volgt:
Regarding the installation of the Ecogen control panel, equipped with Siemens PLC S7-300F, we hereby want to inform you that the panel has been fully tested here in Isolcell, obviously as much as we can without connecting it to the machine. Seen that we cannot know how safety and control devices (such as pressure switches and thermostats) have been connected (NO or NC) and how the machine working parameters (delays, max temperatures and so on) have been settled, we consider necessary the presence of one of our technicians while the panel will be installed.
The total price of the control board is EURO 10.000,00
The cost of our technical assistance on site for the duracy of 2 days EURO 2.000,00 (room board and travel expenses for 2 days included) (…)
2.7. Project Development & Engineering B.V. heeft op 3 maart 2003 aan Isolcell een faxbericht gestuurd, dat luidde als volgt:
Regarding the discussion whether te Ecogen-machine should have a fail-safe PLC or not, we woud like to inform you on the international legislation which is used:
Each control system used in European gas burners should meet the requirements of the European Standard ENV 1954, Juni 1996: Internal and external fault behaviour of safety related electronic parts of gas appliances.
This standard is also used by our gas supplier. In order to check the safety measurements on the Ecogen-machine, the gas supplier demands principal drawings of the gas burner. We will not get permission for using the Ecogen-machine if we cannot deliver the appropriate information.
We have not received any documents from Isolcell yet but we hope you will send them soon to us.
2.8. Op 18 maart 2003 heeft Project Development & Engineering B.V. aan Isolcell het volgende bericht per fax verzonden:
We have received your e-mail, d.d. 13-03-2003, regarding the general working of the new PLC for the Ecogen machine. Unfortunately this will not be sufficient for the approval by our gas company.
We need detailed diagrams with the positions of the safety devices in the apparatus en a sort of flow diagram of how the PLC handles failures.
(…)
2.9. Ecogen B.V. heeft op 18 juni 2003 het volgende, per fax, aan Isolcell bericht:
Herewith I want to inform you about the problems we have with the new mobile installation. We have every day several alarms and the machine stops working. In the mean time we repaired for the time being the Transmitter of the thermocoupling and termical safetyswitch of the ventilator from the dehumidifier. Both problems are discussed with [betrokkene], and he will send new ones.
Another problem we noticed where that settings of the machine were incorrect, so we where busy for one day to get all the settings correct. So we doubt about the testing which you did where correct.
The costs for replacing, repairing and maintenance will be charged to Isolcell. We will inform you as soon as possible with the complete charges.
3. Het geschil
in conventie
3.1. Isolcell vordert samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 25.386,10, vermeerderd met rente en kosten.
Isolcell legt aan haar vordering ten grondslag dat zij in de periode van februari 2003 tot en met februari 2004 aan [gedaagde] diverse zaken en diensten heeft geleverd tot een totaal bedrag van € 18.505,14 en dat [gedaagde] de in verband daarmee ontvangen facturen niet heeft voldaan.
3.2. [gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.3. [gedaagde] vordert samengevat - veroordeling van Isolcell tot betaling van € 11.800,-, of enig ander bedrag dat tijdens de procedure zal worden vastgesteld, vermeerderd met rente en kosten.
[gedaagde] stelt daartoe dat haar personeel en derden m.b.t. de problemen bij het REST-project ongeveer 200 werkuren hebben besteed à € 59,- per uur.
3.4. Isolcell voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie en in reconventie
rechtsmacht van de Nederlandse rechter
4.1. De rechtbank stelt voorop dat degene die op het grondgebied van een verdragsluitende staat woonplaats heeft, niet voor de rechter van een andere verdragsluitende staat kan worden opgeroepen dan krachtens de regels van de verordening nr. 44/2001 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2000 (hierna: de EEX-verordening). Volgens artikel 2 van de EEX-verordening en artikel 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) geldt als hoofdregel dat de rechter van een lidstaat rechtsmacht heeft indien de gedaagde in die lidstaat zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft.
Vast staat dat [gedaagde] is gevestigd in Numansdorp en daarmee in Nederland haar woonplaats of gewone verblijfplaats heeft. Op grond van de hiervoor bedoelde hoofdregel komt de Nederlandse rechter in conventie reeds daarom rechtsmacht toe.
Gelet op het bepaalde in artikel 3, eerste lid, jo. artikel 6, aanhef en derde lid, van de EEX-verordening komt aan de Nederlandse rechter tevens in reconventie rechtsmacht toe.
4.2. Op de voet van het bepaalde in artikel 99 Rv is deze rechtbank de relatief bevoegde rechter.
toepasselijk recht
4.3. Nu er sprake is van een internationale koop en zowel Italië als Nederland Verdragsluitende Staten zijn, is op grond van artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a het Weens Koopverdrag van toepassing op de overeenkomst.
4.4. Het Verdrag dat van toepassing is op Verbintenissen uit Overeenkomst (hierna: het EVO) geldt voor de aspecten van de overeenkomst waarin niet door het Weens Koopverdrag wordt voorzien. Het Weens Koopverdrag geeft bijvoorbeeld geen uitsluitsel over het vraagstuk van de verjaring. Voorts zijn Nederland en Italië geen van beiden toegetreden tot het U.N.-verdrag inzake de verjaringstermijn bij de internationale koop. Ingevolge artikel 10 lid 1 onder d van het EVO beheerst het recht dat van toepassing is op de overeenkomst de verjaring. Op de overeenkomst van Isolcell en [gedaagde] is, nu Isolcell in Italië is gevestigd (artikel 4 lid 2 van het EVO), Italiaans recht van toepassing (voor zover daaraan zal worden toegekomen).
4.5. Ten aanzien van de buitengerechtelijke incassokosten, de wettelijke (handels)rente, de beslagkosten en de nakosten overweegt de rechtbank dat uit de stellingen van partijen op deze punten volgt dat zij hebben gekozen voor de toepassing van Nederlands recht.
in reconventie
4.6. [gedaagde] legt aan haar vordering in reconventie ten grondslag dat zij tijd en kosten heeft moeten maken om een oplossing te vinden voor de problemen die het gevolg waren van de non-conformiteit van de door Isolcell geleverde zaken. Berfwerff stelt daartoe dat haar personeel en derden ongeveer 200 werkuren hebben besteed à € 59,- per uur met betrekking tot de problemen bij het REST-project. Deze schade wil [gedaagde] op Isolcell verhalen.
4.7. Isolcell heeft hiertegen onder meer het volgende aangevoerd. Isolcell betwist dat de machine niet deugde en dus ook dat [gedaagde] herstelwerkzaamheden heeft uitgevoerd en kosten heeft gemaakt. Voorts heeft [gedaagde] Isolcell niet in gebreke gesteld voor dat de beweerdelijke herstelwerkzaamheden zijn verricht. Dit betekent dat Isolcell niet in verzuim is geraakt. Bovendien stelt Isolcell dat [gedaagde] als installatiebedrijf de machine inmiddels heeft doorverkocht aan een van de verkoopbedrijven van de Ecogen/EcO2-groep en dat Isolcell slechts aansprakelijk kan zijn indien Bergwerf aansprakelijk is jegens een van die verkoopbedrijven. Ten slotte voert Isolcell nog aan dat Ecogen Holding B.V. in een in Italië aanhangige procedure betaling door Isolcell heeft gevorderd van een bedrag van € 10.047,17 in verband met gemaakte kosten aan de machine. Dit is dezelfde vordering als [gedaagde] thans in reconventie stelt te hebben.
4.8. De rechtbank overweegt dat [gedaagde] haar vordering baseert op de artikelen 45 e.v. van het Weens Koopverdrag. Alvorens wordt toegekomen aan de toepasselijkheid van die artikelen, dient vast te komen te staan of er sprake was van non-conformiteit van de machine in de zin van het Weens Koopverdrag. In artikel 35 lid 1 van het Weens Koopverdrag is neergelegd dat de verkoper zaken dient af te leveren waarvan de hoeveelheid, de kwaliteit en de omschrijving voldoen aan de in de overeenkomst gestelde eisen. In het tweede lid van dit artikel staat (voor zover van belang) vermeld dat – tenzij partijen anders zijn overeengekomen – de zaken slechts dan aan de overeenkomst beantwoorden, indien zij:
a. geschikt zijn voor de doeleinden waarvoor zaken van dezelfde omschrijving gewoonlijk zouden worden gebruikt;
b. geschikt zijn voor een bijzonder doel dat uitdrukkelijk of stilzwijgend aan de verkoper ter kennis is gebracht op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst, tenzij uit de omstandigheden blijkt dat de koper niet vertrouwde of redelijkerwijs niet mocht vertrouwen op de vakbekwaamheid en het oordeel van de verkoper.
4.9. Uit de correspondentie van partijen volgt dat Project Development & Engineering B.V. (de rechtbank begrijpt namens [gedaagde]) eerst op 3 maart 2003 (zie r.o. 2.7) Isolcell heeft geïnformeerd over de “international legislation which is used”. In dat licht kan de stelling van [gedaagde] dat de machine op de datum van aflevering, 12 september 2001, niet voldeed aan deze specifieke veiligheidseisen en dat dit aan Isolcell kan worden tegengeworpen geen stand houden. Immers, gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] op het tijdstip van het sluiten van de overeenkomst aan Isolcell heeft bericht aan welke specifieke veiligheidseisen de machine ten behoeve van de REST diende te voldoen.
4.10. Ten overvloede overweegt de rechtbank dat in het geval dat vast zou komen te staan dat [gedaagde] Isolcell eerder omtrent de specifieke eisen voor deze machine had ingelicht, de vraag rijst of het beroep van [gedaagde] op non-conformiteit nog tijdig was. Volgens artikel 38 lid 1 Weens Koopverdrag is de koper verplicht de geleverde zaken binnen een, gelet op de omstandigheden, zo kort mogelijke termijn te keuren of te doen keuren. De keuring betreft in beginsel alle aspecten van de conformiteit als bedoeld in artikel 35, en dient zodanig te zijn dat zichtbare gebreken en andere gebreken die de koper bij een keuring behoort te ontdekken aan het licht komen. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] de machine heeft gekeurd.
4.11. Daarbij komt nog dat het - gelet op de gemotiveerde betwisting van Isolcell - op de weg van [gedaagde] had gelegen om de door haar gestelde schade nader te onderbouwen. Nu zij dit heeft nagelaten, had haar vordering in reconventie ook daarom worden afgewezen en was aan bewijslevering niet toegekomen. Aan het beroep in conventie op verrekening wordt daarom evenmin toegekomen.
4.12. De kosten aan de zijde van Isolcell worden begroot op:
- salaris procureur € 452,- (2 punten × factor 1/2 × tarief € 452,-).
in conventie
4.13. [gedaagde] heeft de facturen met de nummers 448, 586, 89 en 841 (voor een gedeelte ad € 124,-) ad in totaal € 1.896,38 erkend. Ten aanzien van de overige facturen heeft [gedaagde] primair als verweer tegen de vordering van Isolcell aangevoerd dat de machine niet voldeed aan de Europese veiligheidseisen en dat de kosten van vervanging van non-conforme goederen respectievelijk van reparaties op grond van de ‘exceptio inadimplenti’ aan Isocell dienen toe te vallen. Isolcell heeft weersproken dat de machine ondeugdelijk was en voorts aangevoerd dat [gedaagde] gelet op artikel 39 van het Weens Koopverdrag niet tijdig heeft gereclameerd.
4.14. In het licht van het in reconventie overwogene, gaat het beroep van [gedaagde] op non-conformiteit van de machine niet op en ligt de vordering van Isolcell voor toewijzing gereed voor wat betreft de door haar verzonden facturen (ad in totaal € 18.505,14), de daarover verschuldigde wettelijke (handels)rente ad € 5.722,96 tot de dag der dagvaarding en vanaf de dag der dagvaarding tot aan die der algehele voldoening.
4.15. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen. Isolcell heeft, mede gelet op het verweer van [gedaagde], niet (voldoende onderbouwd) gesteld dat zij deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt en dat die kosten betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier.
4.16. Isolcell vordert voorts [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv toewijsbaar. Dat het beslag onnodig was, zoals Bergwerf heeft gesteld, is onvoldoende onderbouwd. De beslagkosten worden begroot op € 418,63 voor verschotten en € 579,- voor salaris procureur, totaal € 997,63.
4.17. De gevorderde veroordeling in nakosten zal op grond van artikel 237 lid 4 Rv worden afgewezen.
4.18. De kosten aan de zijde van Isolcell worden begroot op:
- dagvaarding € 84,87
- vast recht € 468,-
- salaris procureur € 1.158,- (2 punten × factor 1,0 × tarief € 579,-)
Totaal € 1.710,87
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
5.1. veroordeelt [gedaagde] om aan Isolcell te betalen een bedrag van € 24.288,10, vermeerderen met de wettelijke (handels)rente over € 18.505,14 vanaf 22 april 2006 tot aan de dag der algehele voldoening,
5.2. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten aan de zijde van Isolcell, in totaal (inclusief verschotten en beslagkosten) begroot op € 2.708,50,
5.3. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.5. wijst het gevorderde af,
5.6. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten aan de zijde van Isolcell, begroot op € 452,-,
5.7. verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Eerdhuijzen en in het openbaar uitgesproken op
29 augustus 2007.