Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB2636

Datum uitspraak2007-08-22
Datum gepubliceerd2007-08-30
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers95827 FA RK 07-549
Statusgepubliceerd


Indicatie

Blokkaderecht pleegouders. Vervangende toestemming om verblijfplaats minderjarige te wijzigen.


Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR Sector civiel recht LG zaak- en rekestnummer: 95827 / FA RK 07-549 datum: 22 augustus 2007 Beschikking van de meervoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken in de zaak van: LEGER DES HEILS, gevestigd te Alkmaar, verzoekende partij, procureur: mr. W.H. van Wijk, tegen: VERWEERDER, en VERWEERSTER , wonende te Bergen NH, procureur: mr. R.H.J. van Gulick, advocaat: mr. J.H.N. Peters te Almere, gerekwestreerden. Partijen zullen verder ook worden aangeduid als LJ&R en de pleegouders. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE Ter griffie van deze rechtbank is op 1 juni 2007 een verzoekschrift van LJ&R ingekomen waarin namens Stichting Bureau Jeugdzorg Noord Holland wordt verzocht vervangende toestemming te verlenen om de verblijfplaats van de minderjarige [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in de gemeente Zwolle, te wijzigen. De pleegouders hebben een verweerschrift ingediend, strekkende tot afwijzing van het verzoek. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 24 juli 2007, alwaar verschenen zijn mevrouw [naam], voogd, mevrouw [naam], pleegzorgbegeleider, mr. W.H. van Wijk namens LJ&R, en de pleegouders, bijgestaan door mr. J.H.N. Peters. De biologische ouders van [naam minderjarige] zijn, hoewel zij daartoe zijn opgeroepen, niet verschenen. Van de mondelinge behandeling is proces-verbaal opgemaakt. DE BEHANDELING VAN DE ZAAK LJ&R voert als grond voor het verzoek aan dat er grote zorgen zijn omtrent de ontwikkeling en het gedrag van [naam minderjarige]. Deze zorgen zijn onder meer geuit door Pleegzorg en het medisch kinderdagverblijf Toverhazelaar (hierna: MKD). Op grond van een multidisciplinair diagnostisch onderzoek is het MKD van oordeel dat ambulante dagbehandeling niet toereikend is voor [naam minderjarige]. Er is sprake van specifieke ontwikkelingsstoornissen waarvoor een geïntegreerde en orthopedagogische benadering nodig is. Ondanks de ouderbegeleiding die de pleegouders ontvangen, is een actieve samenwerking ten aanzien van de begeleiding van [naam minderjarige] niet op gang gekomen. De pleegouders delen de zorgen over het gedrag en de ontwikkeling van [naam minderjarige] niet en bieden hem onvoldoende structuur. Het MKD heeft derhalve geadviseerd om [naam minderjarige] te plaatsen binnen de instelling Zonnehuizen, centrum voor jeugd GGZ, te Zeist. [naam minderjarige] is daar op 25 mei 2007 op de wachtlijst geplaatst. De pleegouders achten een wijziging van het verblijf niet in het belang van [naam minderjarige]. Zij bieden hem behalve structuur en regelmaat ook liefde en warmte en hij hoeft de aandacht bij hen niet op te eisen, zoals dit bij het MKD wel het geval is. De problemen doen zich bovendien uitsluitend voor op het MKD waar [naam minderjarige] te veel prikkels krijgt omdat hij wordt afgeleid door anderen. Een wijziging van de verblijfplaats van [naam minderjarige] zal de problemen naar de mening van de pleegouders niet oplossen. Daarnaast zijn zij van mening dat er alternatieven zijn voor het MKD die de voor [naam minderjarige] vertrouwde thuissituatie niet aantasten. De rechtbank overweegt als volgt. Blijkens het evaluatierapport van 27 maart 2006 heeft het MKD in november 2005 reeds zorgen geuit over de ontwikkeling en het gedrag van [naam minderjarige]. Ondanks de ouderbegeleiding en de praktische pedagogische gezinsbegeleiding blijven er zorgen bestaan ten aanzien van het ontbreken van duidelijkheid en structuur bij de pleegouders. De aanhoudende zorg is aanleiding geweest voor een psychologisch onderzoek, waaruit naar voren is gekomen dat [naam minderjarige] ADHD en PPD-NOS heeft. In verband hiermee is medicatie voorgeschreven. Een gesprek tussen de pleegzorgbegeleider, de voogd en de pleegmoeder over de aanhoudende zorgen omtrent de thuissituatie van [naam minderjarige] heeft niets opgeleverd. De pleegouders delen de geuite zorg niet en lijken hulp af te houden. De rechtbank constateert dat partijen een verschillende visie hebben op de ontwikkeling van [naam minderjarige]. De pleegouders zijn van mening dat [naam minderjarige] geen specifieke behandeling en begeleiding behoeft en zien op tegen de grote reisafstand naar Zeist. Het MKD, de pleegzorgbegeleider en de voogd zijn van mening dat het pleeggezin onvoldoende draagkracht heeft en zetten vraagtekens bij de hechting van [naam minderjarige] ten aanzien van de pleegouders. Het beeld dat uit de overgelegde stukken naar voren komt, acht de rechtbank zorgelijk. De rechtbank is van oordeel dat het verschil in inzicht tussen partijen ten aanzien van de benodigde structuur en begeleiding in de thuissituatie ertoe leidt dat de veiligheid en ontwikkeling van [naam minderjarige] wordt bedreigd. In verband met het feit dat het MKD geen behandelmogelijkheden meer zag, is de plaatsing van [naam minderjarige] bij het MKD beëindigd. De plaatsing bij Zonnehuizen heeft niet plaatsgevonden doordat de pleegouders hun blokkaderecht hebben ingeroepen. Op dit moment vindt derhalve geen behandeling plaats, hetgeen gezien de problematiek en de gedragsstoornissen van [naam minderjarige] niet in zijn belang te achten is. De rechtbank is gelet op het vorenstaande van oordeel dat een wijziging van de verblijfplaats in het belang van [naam minderjarige] is en zal hiervoor vervangende toestemming verlenen. De rechtbank gaat er daarbij van uit dat er ook in de toekomst inspanningen zullen worden verricht om een behandelplek voor [naam minderjarige] te zoeken in de regio van de pleegouders. DE BESLISSING De rechtbank : Geeft toestemming aan Stichting Bureau Jeugdzorg Noord Holland om de verblijfplaats van de minderjarige [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in de gemeente Zwolle, te wijzigen. Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.J. van Lieshout-Segers, lid van gemelde kamer, tevens kinderrechter, voorzitter, alsmede mr. H.E.C. de Wit en mr. W.C. Oosterbroek, leden van gemelde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 augustus 2007, in tegenwoordigheid van de griffier.