
Jurisprudentie
BB2294
Datum uitspraak2007-04-02
Datum gepubliceerd2007-08-24
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers788379
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2007-08-24
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers788379
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Een tante verzoekt om te worden benoemd tot voogdes over haar minderjarige nichtje, van wie de moeder is overleden. Van de vader, die geen gezag uitoefende, is het adres niet bekend.
Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
Sector Kanton
Gezag na overlijden ouder art. 1:253g BW
PROCEDURE
Op 27 februari 2007 is ter griffie het verzoek ontvangen van [verzoekster], wonende [adres, woonplaats], bijgestaan door haar gemachtigde mr. R.M. Prins, om haar te benoemen tot voogdes over de minderjarige [minderjarige], geboren te [geboorteplaats, - datum].
GEGEVENS
Aan het verzoekschrift en de door verzoekster overgelegde stukken, worden de volgende gegevens ontleend:
Verzoekster is de tante (mz) van de minderjarige.
De minderjarige is een kind van [moeder] en [vader]. De ouders van de minderjarige zijn niet met elkaar gehuwd of gehuwd geweest. De vader heeft de minderjarige niet erkend. Zijn adres is onbekend. De moeder is op [datum] te Rotterdam overleden. Zij oefende het gezag over de minderjarige alleen uit.
De gewone verblijfplaats van de minderjarige is bij verzoekster.
MOTIVERING
Nu de moeder van de minderjarige is overleden, bepaalt de rechter overeenkomstig het bepaalde in artikel 1:253g lid 1 BW dat de overlevende ouder of een derde met het gezag over de minderjarige wordt belast. Daartoe is de kantonrechter bevoegd omdat zich geen der gevallen als bedoeld in het vijfde lid van genoemd artikel voordoet.
Verzoekster is in haar verzoek ontvankelijk nu aangenomen kan worden dat tussen haar en de minderjarige op grond van artikel 8 EVRM sprake is van ‘family life’. Voorzover nodig beslist de kantonrechter ambtshalve.
De familieleden, [namen familieleden], hebben schriftelijk ingestemd met de benoeming van verzoekster tot voogdes over de minderjarige.
Op basis van de door verzoekster verstrekte informatie en gelet op het feit dat familieleden van verzoekster schriftelijk hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de benoeming van verzoekster tot voogdes, acht de kantonrechter het in het belang van het kind wenselijk om verzoekster met de voogdij te belasten.
Met toepassing van in artikel 1:253g BW wordt daarom beslist als volgt.
BESCHIKKING
De kantonrechter te Rotterdam,
benoemt [verzoekster] tot voogdes over de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum, - plaats];
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gegeven door de kantonrechter mr. W.F. Lubberink en uitgesproken ter openbare terechtzitting.