Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB2079

Datum uitspraak2007-08-13
Datum gepubliceerd2007-08-21
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers485362 CV Expl. 07-1937
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Vliegreis later uitgevoerd. De vordering, gebaseerd op de EG verordening 261/2004 (verordening tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten) wordt, aangezien de EG verordening betrekking heeft op de relatie passagier en vervoerder, afgewezen. Er wordt een bedrag naar billijkheid toegewezen op basis van de artikelen 7:507 BW jo 6:76 BW.


Uitspraak

Vonnis RECHTBANK ARNHEM Sector kanton Locatie Arnhem zaakgegevens 485362 CV EXPL 07-1937 169 IK uitspraak van 13 augustus 2007 Vonnis in de zaak van [eisende partij] wonende te Papendrecht eisende partij gemachtigde DAS Rechtsbijstand tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MAXX Tours B.V. gevestigd te Velp gedaagde partij procederend in persoon Partijen worden hierna [eisende partij] en Maxx Tours genoemd. 1. De procedure Het verloop van de procedure blijkt uit - de dagvaarding van 21 februari 2007 met producties - de conclusie van antwoord met een productie - de conclusie van repliek - de conclusie van dupliek met producties. 2. De feiten De kantonrechter gaat uit van de volgende vaststaande feiten. 2.1 [eisende partij] heeft op 5 juli 2006 bij Maxx Tours een pakketreis voor drie personen geboekt naar Side, Turkije, met verblijf in hotel Nova Park voor de prijs van € 1.366,--. 2.2.1 De vliegreis met vluchtnummer VVF 752 zou op 11 juli 2006 om 20.00 uur door [vliegmaatschappij x] worden uitgevoerd. 2.2.2 Maxx Tours heeft [eisende partij] op 11 juli om 17.00 uur echter telefonisch medegedeeld dat vlucht VVF 752 niet zou vertrekken en dat zij zich op 12 juli 2006 om 0.00 uur op Schiphol moest melden. 2.2.3 De vlucht is vervolgens met gewijzigd vluchtnummer, VVF 754, op 12 juli om 03.55 uur vertrokken. 3. De vordering en het verweer 3.1 [eisende partij] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Maxx Tours veroordeelt aan haar te betalen: a. een bedrag van (primair en subsidiair) € 1.200, althans (meer subsidiair) een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, b. te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 29 augustus 2006 tot aan de dag van volledige betaling, c. een bedrag van € 178,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, d. de proceskosten. 3.2 [eisende partij] baseert haar vordering tegen de achtergrond van de vaststaande feiten op de volgende, zakelijk weergegeven stellingen. [eisende partij] vordert een vergoeding op basis van de Europese Verordening 261/2004. Zij beroept zich daarbij primair op instapweigering en subsidiair op annulering. Daar waar in de Europese Verordening gesproken wordt over een luchtvaartmaatschappij, moet Maxx Tours gelezen worden. Maxx Tours heeft immers voor de uitvoering van onderhavige reisovereenkomst [vliegmaatschappij x] ingeschakeld. [vliegmaatschappij x] is dan ook aan te merken als hulppersoon. Meer subsidiair beroept zij zich erop dat Maxx Tours, althans haar hulppersoon [vliegmaatschappij x] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de reisovereenkomst. Maxx Tours is daarvoor jegens haar schadeplichtig op grond van artikel 7:507 lid 2 jo 6:76 BW. [eisende partij] maakt voorts aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke kosten. Het gaat om in redelijkheid gemaakte kosten die als vermogensschade in de zin van artikel 6:96 lid 1 en lid 2 sub c BW zijn aan te merken. 3.3 Maxx Tours heeft de vordering gemotiveerd betwist. Op dat verweer gaat de kantonrechter hierna in. 4. De beoordeling 4.1 Maxx Tours beroept zich er op dat [eisende partij] de verkeerde partij heeft gedagvaard. Niet zij maar de luchtvaartmaatschappij is aansprakelijk bij instapweigering en annulering. 4.2 De Europese Verordening 261/2004 betreft een verordening tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten. Deze verordening heeft uitsluitend betrekking op de relatie tussen de passagier en de vervoerder, de luchtvaartmaatschappij. Voor een vordering die daarop is gebaseerd, moet [eisende partij] zich dan ook tot de luchtvaartmaatschappij, [vliegmaatschappij x], wenden. 4.3 Los daarvan is Maxx Tours gewoon aansprakelijk voor ongemakken en schade, ook al is die veroorzaakt door [vliegmaatschappij x], op grond van artikel 7: 507 BW jo 6:76 BW. Niet geleverd is immers wat redelijkerwijs verwacht mocht worden. De kantonrechter acht de compensatie die Maxx Tours in een eerder stadium had aangeboden, een bedrag van € 150,-- gebaseerd op terugbetaling van een nacht verblijf in het hotel, toereikend. Dit komt in de buurt van 1/7 deel van de reissom, met welke korting [eisende partij] zich volgens haar stellingen aanvankelijk akkoord had verklaard in verband met het ongemak. Daarbij komt dat de reis die [eisende partij] had geboekt een last minute reis betrof en dat de hiervoor vermelde EG-verordening nadere compensatiemogelijkheden biedt. De kantonrechter stelt de vergoeding die Maxx Tours aan [eisende partij] moet betalen, gelet op wat hiervoor is overwogen, dan ook vast op een bedrag naar billijkheid van € 150,--. In zoverre zal de vordering worden toegewezen. 4.4 De buitengerechtelijke kosten worden afgewezen omdat daartoe onvoldoende concreets is gesteld. 4.5 Partijen worden beide voor een deel in het ongelijk gesteld en moeten daarom hun eigen kosten dragen. De beslissing De kantonrechter veroordeelt Maxx Tours aan [eisende partij] te betalen een bedrag van € 150,--, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 augustus 2006 tot aan de dag van volledige betaling; verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad; compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt; wijst het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. P.J. Wiegman en in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2007.