Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB1338

Datum uitspraak2007-08-08
Datum gepubliceerd2007-08-09
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Middelburg
Zaaknummers12/715102-07 en 12/707552-07
Statusgepubliceerd


Indicatie

Nigeriaanse oplichter met meerdere valse identiteiten veroordeeld wegens pinpasfraude met behulp van, uit brievenbussen, gestolen bankpassen en oplichtingen met gehackte creditcardgegevens.


Uitspraak

RECHTBANK MIDDELBURG Sector strafrecht meervoudige kamer Parketnummers: 12/715102-07 en 12/707552-07 Datum uitspraak: 8 augustus 2007 Tegenspraak --------------------------------------------------------------------------------------------------- Datum inverzekeringstelling: 12 maart 2007 Datum voorlopige hechtenis: 15 maart 2007 Opheffing/schorsing voorlopige hechtenis/invrijheidstelling: n.v.t. --------------------------------------------------------------------------------------------------- V O N N I S van de rechtbank Middelburg, meervoudige kamer voor strafzaken, in de strafzaak tegen: [naam verdachte], geboren op [geboortedatum en -plaats], thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting Zuid-West, huis van bewaring Torentijd, Torentijdweg 1 te Middelburg, ter terechtzitting verschenen. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard te zijn genaamd: [door verdachte opgegeven naam], geboren op [door verdachte opgegeven geboortedatum en -plaats], wonende te [adres]. Als raadsman van de verdachte is ter terechtzitting verschenen mr. A. Jinghoer, advocaat te Rotterdam. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 juli 2007. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. W.B. Smeenk en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht. De officier van justitie heeft gevorderd: - dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3, 4, 5 primair, 6 primair,7 primair, 8, 9, 10, 11, 12 en 13 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden, met aftrek van voorarrest; - dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] (feit 5) zal worden toegewezen tot het bedrag van de gevorderde schade ad EUR 64,85, en - dat de inbeslaggenomen voorwerpen die niet toebehoren aan verdachte en die staan vermeld op de kennisgevingen van inbeslagneming, gehecht aan de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen, zullen worden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaren (voor zover die voorwerpen niet vals zijn of vervalst) en dat de overige goederen zullen worden onttrokken aan het verkeer. De officier van justitie heeft ter terechtzitting kenbaar gemaakt dat het openbaar ministerie voornemens is een vordering ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, tegen de verdachte aanhangig te maken. Tenlastelegging Aan de verdachte is tenlastegelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaardingen, zoals ter terechtzitting op vordering van de officier van justitie gewijzigd. De rechtbank heeft de feiten die in deze dagvaardingen zijn opgenomen, van een doorlopende nummering voorzien. Zij zal die nummering in dit vonnis aanhouden. Aan de verdachte is tenlastegelegd dat: (parketnummer 12/715102-07) 1. hij op of omstreeks 27 oktober 2006, althans op een of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 27 oktober 2006 tot en met 30 oktober 2006, te Rotterdam en/of te Schiedam en/of te 's-Gravenhage en/of te Antwerpen, in elk geval (ergens) in Nederland en/of Belgie tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meerdere hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten tot een (totaal) bedrag van 9.324,86 Euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) de/het weg te nemen goed(eren) (telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (te weten: door het onbevoegde gebruik van een of meerdere bankpas(sen) (op naam van die [slachtoffer 1]) en/of door het onbevoegde gebruik van een daarbij behorende pincode); art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht 2. hij op een of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 23 november 2006 tot en met 27 november 2006, te Rotterdam en/of te Antwerpen, in elk geval (ergens) in Nederland en/of Belgie tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meerdere hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten tot een (totaal) bedrag van 7989,21 Euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) de/het weg te nemen goed(eren)(telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (te weten: door het onbevoegde gebruik van een of meerdere bankpas(sen) (op naam van die [slachtoffer 2]) en/of door het onbevoegde gebruik van een daarbij behorende pincode); art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht 3. hij op een of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 07 september 2006 tot en met 08 september 2006, te Rotterdam,in elk geval (ergens) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meerdere hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten tot een (totaal) bedrag van 960 Euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) de/het weg te nemen goed(eren)(telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (te weten: door het onbevoegde gebruik van een of meerdere bankpas(sen) (op naam van die [slachtoffer 3]) en/of door het onbevoegde gebruik van een daarbij behorende pincode); art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht 4. hij op een of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 01 januari 2007 tot en met 28 februari 2007,althans in elk geval in de maand februari 2007 te Middelburg en/of te Vlissingen, in elk geval (ergens) in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meerdere hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten tot een (totaal) bedrag van 10170 Euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) de/het weg te nemen goed(eren)(telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel (te weten: door het onbevoegde gebruik van een of meerdere bankpas(sen) (op naam van die [slachtoffer 4]) en/of door het onbevoegde gebruik van een (daarbij behorende) pincode/Rabofooncode); art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrech t art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht 5. hij op enig tijdstip,in of omstreeks de maand(en) juli 2006 en/of augustus 2006,in de gemeente Middelburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (uit een brievenbus) heeft weggenomen een salarisstrook (van juli 2006), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s); art. 311 Wetboek van Strafrecht art 310 Wetboek van Strafrecht en voor zover terzake het onder 5 telastgelegde een veroordeling niet mocht kunnen volgen, terzake dat hij in of omstreeks de periode van 01 juli 2006 tot en met 20 maart 2007, te Middelburg, in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een salarisstrook (van juli 2006 op naam van [benadeelde partij]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die salarisstrook wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; art. 47 Wetboek van Strafrecht art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht 6. hij op een of meerdere tijdstip(pen),in of omstreeks de periode van 29 december 2006 tot en met 05 januari 2007, te Middelburg tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (uit een brievenbus) heeft weggenomen een of meerdere bankafschrift(en) (Rabobank) en/of een pensioenstrook, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte; art. 311 Wetboek van Strafrecht art 310 Wetboek van Strafrecht en voor zover terzake het onder 6 telastgelegde een veroordeling niet mocht kunnen volgen, terzake dat hij in of omstreeks de periode van 29 december 2006 tot en met 20 maart 2007, te Middelburg, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meerdere bankafschrift(en) (op naam van [slachtoffer 5] en/of een pensioenstrook (op naam van [slachtoffer 5]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die/dat bankafschrift(en) en/of die pensioenstrook wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht 7. hij op of omstreeks 27 december 2006, althans op enig tijdstip in of omstreeks de maand december 2006, te Middelburg tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (uit een brievenbus) heeft weggenomen een NS-voordeelurenkaart (op naam van [slachtoffer 6]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s); art. 311 wetboek van Strafrecht art 310 Wetboek van Strafrecht en voor zover terzake het onder 7 telastgelegde een veroordeling niet mocht kunnen volgen, terzake dat hij in of omstreeks de periode van 27 december 2006 tot en met 20 maart 2007, te Middelburg, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een NS-voordeelurenkaart (op naam van [slachtoffer 6]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die NS-voordeelurenkaart wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht 8. hij op of omstreeks 19 januari 2007, in de gemeente Middelburg, althans in het arrondissement Middelburg toen een of meerdere opsporingsambtena(a)r(en) hem als verdachte van een strafbaar feit naar zijn identiteitsgegevens vroeg(en), aan die opsporingsambtena(a)r(en) (een) andere dan zijn werkelijke naam en/of voornaam en/of geboortedatum en/of adres waarop hij in de basisadministratie persoonsgegevens als ingezetene stond ingeschreven of waar hij verblijfplaats hield, heeft opgegeven; art 435 ahf/ond 4° Wetboek van Strafrecht 9. hij op of omstreeks 19 januari 2007, te Middelburg als bestuurder van een voertuig, (een personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 330 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn; art 8 lid 2 ahf/ond a Wegenverkeerswet 1994 10. hij op of omstreeks 18 januari 2000, te Rijsbergen, in de gemeente Zundert, de terzake strafrechtelijk niet aansprakelijke ambtenaar van de IND, zijnde [naam ambtenaar] een rapportage (asielaanvraag) en/of een aanvraag om toelating als vluchteling en/of een toestemmingsverklaring "Onderzoek Nederland/buitenland gehoord te worden omtrent de asielmotieven ingevolge art. 15/uitvoeringsovereenkomst Dublin" en/of een Nationaliteitsverklaring en/of een Antecedentenverklaring- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft doen opmaken en/of heeft opgemaakt of vervalst, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, immers heeft hij, verdachte toen en aldaar tegenover en/of bij die ambtenaar opzettelijk in strijd met de waarheid verklaard en/of opgegeven dat hij is genaamd [valse naam 1] en/of geboren op [vals opgegeven geboortedatum en -plaats], en/of dat/die geschrift(en) valselijk voorzien van een handtekening (die moest doorgaan voor de handtekening van ene [valse naam 1]); art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht (parketnummer 12/707552-07) 11. hij op of omstreeks 12 maart 2007, in elk geval op een of meerdere tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 01 oktober 2006 tot en met 12 maart 2007, in de gemeente Middelburg, althans (ergens) in Nederland een (Belgisch) rijbewijs (op naam van [slachtoffer 7] met nr [nr. rijbewijs]) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk dat rijbewijs voorzien van zijn, verdachtes eigen pasfoto en/of (daarna) gekopieerd, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken; art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht 12. hij op een of meerdere tijdstip(pen),in of omstreeks de periode van 12 februari 2007 tot en met 15 februari 2007, te Almere en/of te Middelburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, Rebelio Nederland B.V. en/of S & H Actiemanagement heeft bewogen tot de afgifte van een flatscreen televisie en/of een home-cinemaset, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich (op internet) voorgedaan als rechtmatige houder van een Mastercard (met nr [nr. mastercard] op naam van [slachtoffer 8] te Haarlem) en/of bij een of meerdere internetbestelling(en) (bij genoemde Rebelio Nederland B.V. en/of S & H Actiemanagement) gebruik gemaakt van die (en/of andere) (card)gegevens van die [slachtoffer 8], waardoor Rebelio Nederland B.V. en/of S & H Actiemanagement werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte; art 326 Wetboek van Strafrecht 13. hij op of omstreeks 26 februari 2007, te Veenendaal en/of te Middelburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, het (internet)bedrijf Telecomadvies heeft bewogen tot de afgifte van een mobiele telefoon (Nokia), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich (op internet) voorgedaan als rechtmatige houder van een creditcard (met nr [creditcardnummer] op naam van [slachtoffer 9] te Utrecht) en/of bij een internetbestelling (via de site van genoemd Telecomadvies) gebruik gemaakt van die (card)gegevens van die [slachtoffer 9], waardoor Telecomadvies werd bewogen tot bovenomschreven afgifte; art 326 Wetboek van Strafrecht Overwegingen inzake het bewijs 1. De verdachte is op 12 maart 2007 aangehouden in de woning aan de [adres 1] te Middelburg. Hij is aangetroffen op de eerste verdieping van die woning, liggend op de grond naast het tweepersoonsbed, in de ouderslaapkamer. Genoemde woning werd gehuurd door [ex-vrouw], de ex vrouw van verdachte. 2. Bij een doorzoeking van die woning, op 13 maart 2007, zijn diverse goederen en bescheiden aangetroffen en inbeslaggenomen (130, 135), onder meer: a) in de woonkamer: 0.1.6 negen huurovereenkomsten van personenauto’s; Postbankafschriften ten name van [ex-vrouw]; p. 135 een flatscreentelevisie (merk LG) en een home-cinemaset (merk Sony); b) in de bijkeuken (in een portemonnee in een bruine handtas): 0.2.1 een NS-voordeelurenkaart op naam van [slachtoffer 6]; c) op de ouderslaapkamer: - in een ladenkast naast de kaptafel: 1.1.4 een enveloppe met postzegels van Nigeria, geadresseerd aan [naam geadresseerde]; - in slaapkamerkast: 1.1.5 overhemd, merk inScene zwart/oranje/bruin/beige, korte mouw (137/138); - in een (nacht)kastje links naast het tweepersoonsbed: 1.1.6 gsm Samsung, zwart; 1.1.7 gsm Samsung, type E900, met debitel simkaart; 1.1.8 een hoes van een simkaart; - in een hanglegkast: 1.1.10 een zwarte linnen tas met goederen voor persoonlijke verzorging; twee kaartjes van belhuis Amigo, [adres belhuis] (634); huurbriefjes met het [adres en naam geadresseerde] (668) en een brief van de Kamer van Koophandel, gericht aan God’s Own Vehicles (669); d) op de zolderverdieping: p. 135 een JVC-mediacenter, type SP-DD8, nieuw, in de originele verpakking; - in een zwarte weekendtas: 2.1.1 Postbankafrekeningen en overschrijvingskaarten voor rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [naam verdachte], [adres 1], Middelburg; 2.1.2 computer, merk Compacq Desktop, serienr. 8125FR4Z0526; 2.1.3 computer, merk Packerd Bell; 2.1.4 doos met losse computeronderdelen, waaronder de harde schijf van één van de bovengenoemde computers; - verstopt achter een schot: 2.1.2 notebook (Compacq); 2.1.6 doos met vier zonnebrillen (Empori Armani; Versace; Hugo Boss en Chanel), met een rekening van SunglassItaly.com, Via Beniamino Gigli 2, 50054 Fuceccho, gericht aan [slachtoffer 11], [adres 1], Middelburg (672); 2.1.7 doos met een DVD navigatiesysteem (Pioneer) met een factuur van Rebelio voor een bedrag van euro 1.655,95, geadresseerd aan mevrouw [slachtoffer 10], [adres 2] (650) en een factuur vanTelecomadvies.nl te Veenendaal, geadresseerd aan mevrouw [slachtoffer 9], [adres 2] voor de aanschaf van een Nokia N93 voor een bedrag van euro 666,95 (652); - (eveneens verstopt achter dat schot) een vuilniszak inhoudende onder meer: 2.1.8.2. Rabobank europas tnv [slachtoffer 12] (478); 2.1.8.3. Rabobank europas tnv [slachtoffer 13] (479); 2.1.8.4. Rabo bankpas tnv [slachtoffer 3] [rekening- en pasnummer] (213/214/480); 2.1.8.7 (in een doos van een Ipod, merk Apple, 270): een (Belgisch) rijbewijs, nr [nr. rijbewijs], afgifte 05-06-2001 tnv [slachtoffer 7], geb. 02.01.1982 te [adres]; 2.1.8.9 Rabo europas tnv [slachtoffer 2] [rekening-en pasnummer] (188/189/477); 2.1.8.10 (ingevouwen in het rijbewijs tnv [slachtoffer 7], in doos Ipod, 270): “Aufenthaltstitel” Oostenrij[nummer], afgifte 14-01-20005 te Wels tnv [slachtoffer 14], voorzien van een pasfoto van de houder (476); 2.1.8.16 een ID-kaart tnv [slachtoffer 2], geb. [geboortedatum slachtoffer 2], voorzien van een pasfoto van onbekend persoon (190/191/464); 2.1.8.50 kopie van een afschrift Rabo rendementrekening [rekeningnummer] d.d. 28 12 2006 tnv [slachtoffer 4] [adres slachtoffer 4] Middelburg, vermeldende een saldo per 28 12 2006 van euro 12.686,91 (168); 2.1.8.53 rekening afschrift Rabobankrekening [rekeningnummer] dd 22 12 2006 [slachtoffer 5] [adres slachtoffer 5], vermeldende een saldo per 22.12.2006 van euro 5.200,06 (155); 2.1.8.54 rekening afschrift Rabobankrekening [rekeningnummer] dd 22 12 2006 [slachtoffer 5] [adres slachtoffer 5], vermeldende een saldo per 22.12.2006 van euro 695,72 (156); 2.1.8.55 kopie van een pensioenstrook periode 2007 01 tnv [slachtoffer 5] [adres slachtoffer 5] (157); 2.1.8.59 origineel overschrijvingsformulierenboekje (euro-overschrijvingsformulieren [rekeningnummer] tnv [slachtoffer 4], Middelburg (169/170/171); 2.1.8.66 dezelfde kopie als onder 2.1.8.50 (172); 2.1.8.73 origineel salarisstrook jaar 2006 periode 07 tnv [benadeelde partij] (202); 2.1.8.98 kopie rekening afschrift Rabobankrekening dd 28 11 2006 tnv [naam en adres slachtoffer 14] (411); 2.1.8.100 kopie rekening afschrift Rabobankrekening dd 27 11 2006 tnv [slachtoffer 15] (416); 2.1.8.106 contract met Telfort voor een telefoon Samsung, tnv [naam verdachte], [adres 1], geboren [geboortedatum], geligitimeerd met paspoort nummer [paspoortnummer], voor rekeningnummer [rekeningnummer]; 2.1.8.107 contract met Vodafone voor een mobiele telefoonaansluiting tnv [naam verdachte], [adres 1], geboren [geboortedatum], geligitimeerd met paspoort nummer [paspoortnummer], voor rekeningnummer [rekeningnummer]; 2.1.8.110 een kopie van een Nigeriaans paspoort tnv [naam verdachte], geboren [geboortedatum], nummer [paspoortnummer], geldig van 14 december 1998 tot 13 december 2003 (247); 2.1.8.118 een adressticker tnv [slachtoffer 2], [adres 2] , adressant YOOX Spa Predosa Italy (192); 2.1.8.121 diverse handgeschreven papiertjes, waaronder een papiertje met de tekst: [tekst met naam en adres ]” (627); 2.1.8.127 briefje met namen (619, 620) 2.1.8.130 een document met 5 namen en adressen waaronder [slachtoffer 4] en onder datum, achter de naam 27-01 en een handtekening; 2.1.8.132 briefje met handgeschreven achternamen (617, 618); 2.1.8.134 een briefje met briefhoofd “Air Berlin”, met verschillende handgeschreven namen en nummers (624-625); 2.1.8.135 verschillende briefjes met namen en nummers, waaronder “[nummer en naam slachtoffer 10]” (637); 2.1.8.158 27 sleutels (402-405); 2.1.8.165 kopie salarisstrook jaar 2006 periode 07 tnv [benadeelde partij] (201); 2.1.8.178 een gsm verpakking van een Samsung telefoon type SGH-E900 met sticker van Debitel; 2.1.8.179 een gsm verpakking van een Samsung telefoon met bijbehorende cd SGH-D900; 2.1.8.187 een simkaarthouder zonder simkaart, Lebara, ICCIDnr [nummer] (501); 2.1.8.191 een simkaarthouder zonder simkaart, Debitel, [nummer]; 2.1.8.203-2.1.8.207 vijf simkaarten van providers One, Debitel (3x) en T-mobile. 3. Op 13 maart 2007 is in de nabijheid van de woning [adres 1], Middelburg aangetroffen en inbeslaggenomen: een personenauto, kleur grijs, merk en type Fiat Punto, met Oostenrijks kenteken [kenteken] (259). In het dashboardkastje van die auto zijn aangetroffen en inbeslaggenomen, onder meer: - een proces-verbaal van verhoor van de politie Antwerpen (België) betreffende aangifte van diefstal van kentekenplaten [kentekennummer] van die auto op 25 november 2006. De aangifte is gedaan door [naam aangever] namens de eigenaar [vriendin verdachte] te Oostenrijk (266/267); - een “Schaden-meldung” van Sekuranza (262) en een “Anzeigebestätiging” van de Polizeiinspektion Klosterneuburg (265) inzake genoemde diefstal ten behoeve van de verzekeringnemer [vriendin verdachte], geboren [geboortedatum vriendin], wonende te [adres]; - een “Zulassungsbescheinigung Teil I” d.d. 16 februari 2007 betreffende toelating van het kenteken [kenteken] voor genoemde Fiat Punto ten name van [vriendin verdachte], geboren [geboortedatum vriendin], wonende te [adres] (268/269). - een gsm, merk Samsung, zwart, inhoudende twee simkaarten, waarvan één los onder de batterij lag. 4. [ex-vrouw] heeft verklaard dat verdachte (ze noemt hem Adam) vanaf oktober 2005 regelmatig bij haar in de woning verbleef (91) en dat hij daar zijn spullen bewaarde in de onderste twee laden van de kaptafel, het kastje naast het bed en twee sporttassen op zolder. Ze mocht van verdachte nergens in komen, ook niet in zijn broekzakken. Enkele dagen nadat verdachte was aangehouden kwam een onbekende Marokkaanse of Turkse jongen bij haar aan de deur, die vroeg of zij de vriendin van Adam was. Toen zij dat bevestigde vertelde de jongen dat hij in Torentijd had gezeten en hij zei: “Je moet het huis opruimen, meer heb ik niet te zeggen.” (66) [ex-vrouw] heeft verklaard dat ze bewust alle plaatsen is gaan doorzoeken waar Adam zijn spullen bewaarde en dat ze bewust heeft gekeken naar de namen die op de papieren stonden. Alle papieren die niet op naam van Adam stonden heeft ze in een vuilniszak gestopt. De vuilniszak heeft ze op zolder verstopt (77). De sleutels die in de vuilniszak zaten (2.1.8.158) vond ze in de sporttassen en in de kastjes van verdachte (73). De bankpapieren lagen verspreid over de tassen, laden en kastjes (76). 5. Volgens [ex-vrouw] is verdachte met de Fiat Punto vanuit Brussel gekomen. Gerekend vanaf de dag van haar verklaring, op 13 maart 2007, zou hij sinds twee weken bij haar terug zijn (62/70). Zij heeft verklaard dat ze de autosleutel van de Fiat Punto, op de dag dat verdachte is aangehouden, heeft gevonden in een zak van verdachtes broek, die over een stoel in de slaapkamer lag (67). [ex-vrouw] heeft de autosleutel op 13 maart 2007 overhandigd aan verbalisanten [verbalisanten 1 en 2] ten behoeve van de inbeslagneming van de auto (259). [ex-vrouw] heeft verklaard dat de telefoons (1.1.6 en 1.1.7) die in de slaapkamer zijn gevonden aan verdachte toebehoren en dat ook in de Fiat Punto een telefoon lag van de verdachte (67). Volgens [ex-vrouw] wisselde Adam iedere keer van telefoon. Ze heeft verkaard dat in de vuilniszak ook veel simkaarten liggen (zie beslagcodes 2.1.8.203 -2.1.8.207). 6. De gsm die in de Fiat Punto is aangetroffen is nader onderzocht (494). In die telefoon, merk Samsung, type SGH-C120, bevonden zich twee simkaarten (496): één simkaart was voorzien van het nummer [nummer], voorzien van de Provider-naam Lebara (496); een simkaarthouder zonder simkaart met hetzelfde nummer en van dezelfde provider is aangetroffen in de vuilniszak op de zolder van de woning aan de [adres 1] Middelburg, nummer 2.1.8.187; één simkaart (aangetroffen los onder de batterij/accu van die telefoon) was voorzien van het nummer [nummer]. Uit technisch onderzoek van die simkaarten is gebleken dat in de periode van 30 november 2006 tot en met 23 maart 2007 via die kaarten regelmatig sms-contact is geweest (in en uit) met een Oostenrijks telefoonnummer [telefoonnummer] (503-505, 513-514). Het betreffen onder meer persoonlijke (liefdes-)berichten in Duitse en Engelse taal van/aan “Tamie”, maar ook een inkomend bericht op 19 december 2006 met namen, creditkaartnummers en validatiedata, waaronder: “[naam en gegevens slachtoffer 16]” (514). Genoemde gegevens komen exact overeen met de gegevens op één van de handgeschreven papiertjes, aangetroffen in de vuilniszak op de zolder van de woning aan de [adres 1] te Middelburg, nummer 2.1.8.121 (627). 7. De gsm Samsung E900 die in het nachtkastje naast het tweepersoonsbed in de slaapkamer is aangetroffen (1.1.7) is eveneens nader onderzocht. De display van de telefoon vermeldde als naam van de provider Telfort. De telefoon was voorzien van een simkaart Debitel nummer [nummer] (548). Een simkaarthouder zonder simkaart met hetzelfde nummer en van dezelfde provider is aangetroffen in de vuilniszak op zolder van de woning aan de [adres 1] Middelburg, nummer 2.1.8.191. In dezelfde vuilniszak bevond zich een contract met de provider Telfort ten name van verdachte, nummer 2.1.8.106. De persoon die het contract afsloot legitimeerde zich met het paspoort nummer [paspoortnummer]. Een kopie van het paspoort met genoemd nummer is eveneens aangetroffen in de vuilniszak, nummer 2.1.8.110 (247). Genoemde kopie van het paspoort is ter terechtzitting aan verdachte getoond. Verdachte heeft verklaard dat hij de persoon is die op de foto van het paspoort staat afgebeeld. Bij het afsluiten van het contract met Telfort werd als postbanknummer opgegeven [rekeningnummer]. Dit rekeningnummer staat blijkens aangetroffen postbankafschriften op naam van [naam verdachte], [adres 1], Middelburg (2.1.1). Uit technisch onderzoek van genoemde simkaart is gebleken dat in de periode van 14 februari 2007 tot en met 11 maart 2007 via die kaart regelmatig sms-contact is geweest (in en uit) met genoemd Oostenrijks telefoonnummer [telefoonnummer] (564-572). Het betreffen onder meer persoonlijke (liefdes-)berichten in Duitse en Engelse taal, maar ook verzonden gegevens betreffende een geboekte vlucht met KLM met vluchtcode (sms 19, p 564) en meerdere verzonden berichten met alfabetische lijsten van namen (sms 23, 24, 25 27, 28, 29, 31, 32, 45, 46, 48, 49, 51, 53 en 54). De namen in de sms-berichten komen exact overeen met de namen op handgeschreven lijsten, aangetroffen in de vuilniszak op de zolder van de woning aan de [adres 1] Middelburg, nummer 2.1.8.127 en 2.1.8.132 (617-620). 8. Het in de vuilniszak aangetroffen briefje met briefhoofd “Air Berlin”, nummer 2.1.8.134, vermeldt als gegevens onder meer: “[slachtoffer 11]” en “[slachtoffer 8] Alexander EC [nr. mastercard] 284 05/08 Robelio” (625). Uit onderzoek is gebleken dat genoemde creditkaartgegevens zijn gebruikt voor bestellingen bij S & H Actiemanagement op 12 februari 2007 en 15 februari 2007 van respectievelijk een flatscreentelevisie ad euro 976,44 en een homecinemaset, merk JVC, ad euro 1.245,22 (630). Beide bestellingen werden geplaatst vanaf het IP-adres [ip-adres] door een persoon genaamd [slachtoffer 11], met een mastercard voorzien van nummer [nr. mastercard], uitgegeven aan [slachtoffer 8], vervaldatum 05/08 (aanvullend dossier 21). Het IP adres [ip-adres] hoort bij het belhuis Amigo te Rotterdam (641). Twee visitekaartjes van dit belhuis (667) zijn aangetroffen bij de doorzoeking, in de hanglegkast op de slaapkamer in de zwarte linnen tas met goederen voor persoonlijke verzorging (1.1.10). De in de woonkamer aangetroffen televisie en de home-cinemaset die op de zolder werd aangetroffen komen volgens verbalisanten overeen met de bestelde goederen bij Robelio. [ex-vrouw] heeft verklaard dat verdachte sinds een paar maanden voor 20 februari 2007 frequent thuis kwam met nieuwe spullen (64), dat ze tussen de 15 en 20 pakketten voor verdachte in ontvangst heeft genomen en dat deze pakketten steeds op andere namen stonden. De televisie was ook per pakketpost bezorgd. Adam had deze voor zichzelf laten komen. Dit gold ook voor de home-cinemaset die erbij hoorde. Ze had de televisie en de home-cinemaset cadeau gekregen. De surroundset was ook als pakket bezorgd. Ze heeft de doos zelf naar de zolder gebracht (70/71). 9. De verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat de inbeslaggenomen personenauto Fiat Punto van zijn Oostenrijkse vriendin [vriendin verdachte] is (36). Ter terechtzitting heeft hij verklaard dat zijn Oostenrijkse vriendin bij Air Berlin werkt. 10. Het in de vuilniszak aangetroffen briefje 2.1.8.135 vermeldt als gegevens onder meer “[gegevens slachtoffer 10]” (637). Uit onderzoek is gebleken dat genoemde creditkaartgegevens zijn gebruikt voor een bestelling bij S & H Actiemanagement op 1 maart 2007 van een homecinemaset, merk Sony, ad euro 1.643,83 (631). De bestelling werd geplaatst door een persoon genaamd [slachtoffer 10], [adres 2], met een creditcard eindigend op nummer 9076, vervaldatum 03/07 (631). Op 1 mei 2007 werd in de woonkamer van de woning [adres 2] aangetroffen en inbeslaggenomen een home-cinemaset, merk Sony (108). De bewoonster van de woning is [bewoonster adres 2]. Zij heeft verdachte herkend van een politiefoto PL 1900:07:40123 (106). Zij heeft verklaard dat ze de homecinemaset van verdachte heeft gekocht (101). De politiefoto (106) is ter terechtzitting getoond aan verdachte. Hij heeft verklaard dat de persoon op de foto erg veel op hem lijkt. Hij twijfelt of hij de persoon op de foto is, omdat “het papier is en niet echt.” Vervolgens heeft verdachte zich beroepen op zijn zwijgrecht. 11. Op naam van [slachtoffer 10] is voorts besteld een navigatiesysteem (Pioneer) ad euro 1.655,95 (631). Dit navigatiesysteem (Pioneer), met een factuur van Rebelio voor een bedrag van euro 1.655,95, geadresseerd aan mevrouw [slachtoffer 10], [adres 2] (650) is aangetroffen achter het schot op de zolder van de woning aan de [adres 1], Middelburg (2.1.7). In de doos van dit navigatiesysteem bevond zich een factuur van Telecomadvies.nl, geadresseerd aan mevrouw [slachtoffer 8], [adres 2], voor de aanschaf van een Nokia N93 voor een bedrag van euro 666,95 (652). Uit onderzoek is gebleken dat op 15 februari 2007 en op 23 februari 2007 bij Telecomadvies.nl ook twee telefoons zijn besteld ten name van “[slachtoffer 11]”en “[slachtoffer 17]”, met telkens als factuuradres “[adres 1], Middelburg” en dat die beide bestellingen zijn gepaatst vanaf het IP-adres van het belhuis Amigo te Rotterdam (638). De bestelling van de Nokia N93 werd geplaatst vanaf het IP-adres [ip-adres 2] (639) met een creditcard voorzien van nummer [creditcardnummer] op naam van [slachtoffer 9] te Utrecht, vervaldatum 05/07 (aanvullend dossier 94). Het bedrag van euro 666,95 is op 26 februari 2007 afgeschreven van de rekening van [slachtoffer 9] (aanvullend dossier 97). Het IP adres [ip-adres 2] hoort bij het Phone Home te Vlissingen (644). 12. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij [bewoonster adres 2] niet kent en dat hij nog nooit in de woning [adres 2] is geweest. [bewoonster adres 2], die verdachte van de politiefoto PL 1900:07:40123 (106) heeft herkend, heeft tegenover de politie verklaard (100) dat verdachte regelmatig bij haar over de vloer kwam, dat ze telefonisch contact met verdachte had en dat verdachte steeds met andere nummers belde. Verdachte was altijd alleen als hij bij haar kwam. Hij kwam met een zilverkleurige kleine auto met, volgens haar, witte kentekenplaten. Hij kwam in februari 2007 over de vloer. [bewoonster adres 2], heeft als haar telefoonnummer aan de politie opgegeven: [telefoonnummer] (100). Uit het technisch onderzoek van de inbeslaggenomen simkaarten, aangetroffen in de telefoons, die volgens [ex-vrouw] door verdachte werden gebruikt blijkt dat via de simkaart van het nummer [nummer], die is aangetroffen in de grijze Fiat Punto, in de periode van 29 januari 2007 tot en met 19 februari 2007 regelmatig sms-contact is geweest met het door [bewoonster adres 2] genoemde 06-nummer. Bijvoorbeeld het inkomend bericht d.d. 29 januari 2007 om 15:10 uur, inhoudende: “Hi how are you? I was wondering how it’s going with the thing we did earlier let me know oké bye bye have a nice day xxx femmy” en diezelfde dag om 19:06 uur: “Hi I’m working right now but maybe tomorrow give me a call I’ll help you bye bye xxx””(503). Ook is er op 19 februari 2007 om 16:45 uur een sms-bericht, inhoudende: “Hi adam how are you… I have not heard you 2day… I’m now at work maybe you can come 2night when I’m ready or tomorrow let me know bye bye xxx femmy” (504). Uit technisch onderzoek van de simkaart die is aangetroffen in gsm Samsung E900, die in het nachtkastje naast het tweepersoonsbed in de slaapkamer is aangetroffen, blijkt dat in de periode 7 maart 2007 tot en met 10 maart 2007 via die kaart negen maal contact is gezocht door de telefoon met het door [bewoonster adres 2] genoemde 06-nummer (555-556). 13. Het bij de doorzoeking in de vuilniszak aangetroffen (Belgisch) rijbewijs op naam van [slachtoffer 7] met nummer [nr. rijbewijs] (beslagcode 2.1.8.7) is nader onderzocht. Bij dat onderzoek is vastgesteld dat het rijbewijs een vals document is (457, 483). [ex-vrouw] heeft verklaard dat ze het rijbewijs in het nachtkastje op de ouderslaapkamer heeft aangetroffen en (in een doos van een Ipod) in de vuilniszak op zolder heeft verstopt. [ex-vrouw] heeft de persoon op de pasfoto van dit rijbewijs herkend als verdachte (77). Ook de verhorende verbalisanten hebben verdachte van de pasfoto herkend (482). Een kopie van het rijbewijs is ter terechtzitting aan verdachte getoond (472). Verdachte heeft verklaard dat hij de persoon is die op de foto van het rijbewijs staat afgebeeld. 14. De bij de doorzoeking in de vuilniszak aangetroffen: “Aufenthaltstitel” Oostenrijk, nummer [nummer], afgifte 14-01-20005 te Wels ten name van [slachtoffer 14], voorzien van een pasfoto van de houder (beslagcode 2.1.8.10) is eveneens nader onderzocht. Bij dat falsificatieonderzoek is vastgesteld dat het rijbewijs een echt document is (458). De rechtbank heeft de foto op het document gezien. Zij merkt op dat de persoon op de pasfoto (476) gelijkenis vertoont met de verdachte. [ex-vrouw] heeft verklaard dat ze het document op de dag dat verdachte is aangehouden heeft gevonden in een zak van verdachtes broek, die over een stoel in de slaapkamer lag (77). In de slaapkamer van de woning is ook een aan verdachte gerichte brief, met adres [adres] aangetroffen (beslagcode 1.1.4). De persoon die op 19 januari 2007 als bestuurder van een Volkswagen Fox, met Nederlands kenteken [kentekennummer], wegens verdenking van rijden onder invloed is aangehouden heeft zich tegenover de politie, waaronder verbalisant [verbalisant 2], door middel van dit document gelegitimeerd (249/251). De bestuurder gaf op als zijn woonadres: [opgegeven adres] (253). Verdachte heeft ter terechtzitting verkaard dat hij woonachtig is geweest op het adres [ad[woonplaats]. [ex-vrouw] heeft tegenover de politie eveneens verklaard dat zij met verdachte heeft verbleven in [woonplaats] op een adres [straatnaam] met een huisnummer dat volgens haar uit twee getallen bestond 10/11 of 11/12 (89). Bij de doorzoeking zijn, in de zwarte linnen tas met goederen voor persoonlijke verzorging, aangetroffen twee huurbriefjes (beslagcode1.1.10), met het [adres en naam geadresseerde] (668). Tegenover de politie heeft verdachte verklaard dat hij in Oostenrijk het adres van vrienden, [straatnaam], gebruikte (35). 15. De zich als [naam] legitimerende bestuurder verklaarde dat hij een Oostenrijks rijbewijs had. De bestuurder is op zijn verzoek, omdat hij dat rijbewijs niet kon tonen, door de verbalisanten naar zijn verblijfadres gebracht, te weten de woning van [ex-vrouw], aan de [adres 1] Middelburg. Toen daar bleek dat de bestuurder zijn rijbewijs niet direct kon vinden, kreeg hij van verbalisanten de gelegenheid zijn rijbewijs later op het bureau te tonen. De betreffende auto is daarna aan het bureau van politie opgehaald door [ex-vrouw]. Zij heeft verklaard dat zij de auto had gehuurd voor haar vriend, die inmiddels naar Oostenrijk was vertrokken. [ex-vrouw] toonde het bewijs van de huur van de auto (255). 16. De verbalisant [verbalisant 2] was betrokken bij de aanhouding van verdachte op 12 maart 2007. Zij heeft verklaard dat ze verdachte daarbij herkende als de man die zij op 19 januari 2007 had aangehouden voor het rijden onder invloed. Zij herkende hem aan zijn gezicht, aan zijn stem en aan zijn manier van praten. De man die wegens rijden onder invloed op 19 januari 2007 door haar was aangehouden had volgens haar dezelfde manier van praten (29). [ex-vrouw] heeft verkaard dat ze meermalen in opdracht van Adam (verdachte) een auto heeft gehuurd bij Auto Poppe. Zij moest de auto’s huren omdat Adam ze niet op zijn eigen naam wilde. Hij zei dat hij in Oostenrijk zijn rijbewijs had gehaald. Ze moest zo’n auto soms maar voor één of twee dagen huren. Als zij de auto had opgehaald, gebruikte Adam de auto (68). Bij de doorzoeking van de woning [adres 1] Middelburg zijn in de woonkamer negen huurovereenkomsten van personenauto’s aangetroffen (0.1.6.). Uit onderzoek door de Sociale Recherche te Vlissingen is gebleken dat [ex-vrouw] bij Auto Poppe Vlissingen in de periode van 4 december 2006 tot en met 26 januari 2007, waaronder op 15 januari 2007, zeven keer een auto heeft gehuurd bij auto Poppe Vlissingen en de huurpenningen steeds contant aan het garagebedrijf heeft betaald (97). Uit de aangetroffen afschriften van de Postbankrekening ten name van [ex-vrouw] 0.1.6.5 blijkt onder meer dat ze op 1 en 7 december 2006 aan Auto Poppe Walcheren bedragen van euro 140,00 en euro 250,00 heeft betaald (83). Op de vaststelling van verbalisanten [verbalisanten 1 en 2] dat Adam op 19 januari 2007 is aangehouden voor rijden onder invloed in een personenauto, die door haar is gehuurd bij garage Poppe, heeft [ex-vrouw] verklaard: “Dat herinner ik mij, dat was Adam. Ik herinner me inderdaad dat Adam de volgende dag zijn rijbewijs moest komen laten zien. Het klopt dat ik tegen de politie heb verzuimd te vertellen dat niet [slachtoffer 14], maar Adam de naam van de bestuurder was.” (67). 17. Bij de doorzoeking van de woning [adres 1] Middelburg is een grote hoeveelheid (kopieën en /of originelen van) bankafschriften en overige poststukken aangetroffen, gericht aan verschillende personen in Middelburg, Vlissingen, Zierikzee, Noordgouwe, Zoutelande en Nieuwerkerk. Uit onderzoek is gebleken dat geadresseerden van de aangetroffen gekopieerde poststukken de originele exemplaren daarvan wél hadden ontvangen. Ook is een aantal ongeopende poststukken in de woning aangetroffen. Uit onderzoek van die enveloppen is gebleken, dat deze enveloppen aan de zijkant omzichtig waren geopend (406). Voorts is gebleken dat voor personen wier namen vermeld waren op de in de woning aangetroffen kopieën van bankafschriften telefonisch is getracht nieuwe bankpassen met pincode aan te vragen. Volgens de verklaring van [getuige 1], medewerker Rabobank Noordwest Walcheren (419) werd bijvoorbeeld op 4 december 2006 naar die bank gebeld voor het aanvragen van een nieuwe pas door een man die zich meldde als de heer [slachtoffer 15], conform de gegevens op kopie bankafschrift beslagcode 2.1.8.100, terwijl de heer [slachtoffer 15] op die dag al langere tijd bleek te zijn overleden. Diezelfde dag is er nog driemaal naar die bank gebeld om een nieuwe pas aan te vragen voor de heer [slachtoffer 14] (kopie bankafschriften 2.1.8.98). 18. Uit onderzoek is gebleken dat met de in de vuilniszak aangetroffen sleutels, beslagcode 2.1.8.158, brievenbussen geopend konden worden, die eigendom zijn van benadeelden van diefstal van persoonlijke eigendommen (bankafschriften, bankpassen met pincode en andere originele bescheiden) dan wel van diefstal van geld via pinopnames bij geldautomaten (400). Bijvoorbeeld: (a) De brievenbus op het adres [adres slachtoffer 1]. Deze is eigendom van [slachtoffer 1] (110/116). Blijkens haar aangifte en aanvullende verklaring werd haar een aangetekend poststuk van de Rabobank aangeboden met nieuwe bankpassen, die ze niet zelf had aangevraagd. Volgens de begeleidende brief was de pincode van die passen haar reeds afzonderlijk toegezonden. Vervolgens werd ze benaderd door een vrouw die zich uitgaf als een medewerkster van de bank, die haar vertelde dat ze de passen niet kon gebruiken vanwege een virus in de computer. Ze zou die passen bij haar thuis komen ophalen. Nadat ze aan deze circa 30-35 jarige vrouw haar ID-gegevens had verstrekt, nam de vrouw de passen mee. Hierna volgde een tweede bericht van de bank over aangevraagde passen. Andermaal kwam dezelfde vrouw en nam ook dit bericht mee. Vervolgens bleek dat in de periode van 27 oktober 2006 tot 30 oktober 2006 in totaal euro 9.243,76 was opgenomen van haar bankrekeningen, via onder meer geldopnames in Rotterdam, Den Haag en Antwerpen (België). Op 27 oktober 2006 om 11.38 uur is van de rekening van aangeefster een bedrag van euro 1.250,00 opgenomen bij geldautomaat Rabo Rotterdam 3083 LC 40 (113). Van deze geldopname zijn videoprints gemaakt (120/123/124). De persoon op de videoprints is door de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] herkend als verdachte (122). Bij de doorzoeking van de woning aan de [adres 1] Middelburg is op de ouderslaapkamer in een ladenkast naast de kaptafel aangetroffen een overhemd, merk inScene, kleuren zwart/oranje/bruin/beige, met korte mouw, dat volgens verbalisanten grote gelijkenis vertoont met het shirt dat de persoon op de videoprints draagt (137/138). De politie heeft het shirt getoond aan verdachte. Verdachte heeft vervolgens verklaard: “Oke, dat is inderdaad mijn overhemd. Ik ben inderdaad de man op de foto van de pintransactie.” (42). De videoprints zijn ter terechtzitting getoond aan verdachte. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat de persoon op de prints op hem lijkt en dat hij een soortgelijk shirt heeft als de man op de prints. Vervolgens heeft verdachte zich beroepen op zijn zwijgrecht. (b) De brievenbus op het adres [adres slachtoffer 2]. Deze is eigendom van [slachtoffer 2]. In de vuilniszak zijn onder meer aangetroffen: (2.1.8.9) Rabo europas ten name van [slachtoffer 2] rekening nummer [nummer], pasnr [pasnummer] (188/189/477); (2.1.8.16) een ID-kaart tnv [slachtoffer 2], geb. [geboortedatum slachtoffer 2], voorzien van een pasfoto van onbekend persoon (190/191/464) en (2.1.8.118) een adressticker tnv [slachtoffer 2], [adres 2] (192). [slachtoffer 2] heeft aangifte gedaan van diefstal van geld van zijn genoemde bankrekening, totaal euro 7.989,21, in de periode van 23 november 2006 tot en met 27 november 2006 via onder meer pinopnames te Rotterdam en/of te Antwerpen. Blijkens het rekeningafschrift (181) is op 23 november 2006 een bedrag opgenomen van euro 1.250,00 bij geldautomaat Rabo Rotterdam 3083 LC 40. De Rabo europas is nader onderzocht. Bij dat falsificatieonderderzoek is vastgesteld dat de bankpas een echt document is (458, 477); (c) De brievenbus op het adres [adres slachtoffer 4] te Middelburg, Deze is eigendom van [slachtoffer 4], 75 jaar. In de vuilniszak zijn onder meer aangetroffen: (2.1.8.50/2.1.8.66) kopieën van een afschrift Rabo rendementrekening [rekeningnummer] d.d. 28 12 2006 tnv [slachtoffer 4] [adres slachtoffer 4], Middelburg, vermeldende een saldo per 28 12 2006 van 12.686,91 (168); (2.1.8.59): origineel overschrijvingsformulierenboekje (euro-overschrijvingsformulieren) [rekeningnummer] tnv [slachtoffer 4], Middelburg (169/170/171) en 2.1.8.130 een document met vijf namen en adressen waaronder [slachtoffer 4] en onder geb. datum, achter de naam, “27-01” en een handtekening. [getuige 2], medewerkster callcenter van de Rabobank te Vlissingen heeft verklaard dat zij op 5 januari 2007 is gebeld door een vrouw met een buitenlands accent, die beduidend jonger klonk als iemand van 76 jaar, die zich voorstelde als mevrouw [slachtoffer 4] en een nieuwe bankpas en pincode wilde aanvragen (145, 150 en 148). [slachtoffer 4] heeft aangifte gedaan van diefstal van geld van haar genoemde bankrekeningen in de periode van 15 februari 2007 tot en met 23 februari 2007 door middel van valselijk opgemaakte overboekingsopdrachten en een Rabofooncode, die ze zelf niet had aangevraagd. Het betreffen afschrijvingen van haar rekening-courant tot een bedrag van euro 10.170,00 waarvan twee bedragen, totaal euro 9.970,00, zijn overgeboekt naar een rekening ten name van [naam rekeninghouder], na overboekingen van die bedragen vanaf genoemde rendementrekening naar die rekening –courant via een Rabofooncode; (d) De brievenbus op het adres [adres slachtoffer 5]. Deze is eigendom van [slachtoffer 5], 71 jaar. In de vuilniszak zijn onder meer aangetroffen: (2.1.8.53) rekening afschrift Rabobankrekening [rekeningnummer] dd 22 12 2006 tnv [slachtoffer 5] [adres slachtoffer 5], vermeldende een saldo per 22.12.2006 van 5.200,06 (155); (2.1.8.54) rekening afschrift Rabobankrekening [rekeningnummer] dd 22 12 2006 tnv [slachtoffer 5] [adres slachtoffer 5], vermeldende een saldo per 22.12.2006 van 695,72 (156); en (2.1.8.55) kopie van een pensioenstrook periode 2007 01 tnv [slachtoffer 5] [adres slachtoffer 5] (157). [getuige 2], medewerkster callcenter van de Rabobank te Vlissingen heeft verklaard dat zij op 5 januari 2007 tot tweemaal toe is gebeld door een man met een buitenlands accent, die beduidend jonger klonk als iemand van 71 jaar, die zich voorstelde als meneer [slachtoffer 5], die een nieuwe bankpas en pincode wilde aanvragen en die zelf al zijn pas had laten blokkeren (144/145); (e) De brievenbus op het adres [adres slachtoffer 6]. Deze is eigendom van [slachtoffer 6] (400). In een portemonnee, in een bruine handtas, die hing in de bijkeuken van de woning [adres 1] Middelburg is aangetroffen: (0.2.1) het origineel van een NS-voordeelurenkaart op naam van [slachtoffer 6]. [ex-vrouw] heeft verkaard dat ze die voordeelurenkaart heeft gekregen van verdachte en dat ze die kaart heeft gebruikt om kaartjes te kopen voor reizen naar school, die in februari 2007 was begonnen (74). 19. In de vuilniszak zijn voorts aangetroffen: (2.1.8.73 en 2.1.8.165) het origineel en een kopie van een salarisstrook jaar 2006 periode 07 ten name van [benadeelde partij] (201, 202). Op de salarisstrook staan als gegevens over de geboortedatum en het rekeningnummer van [benadeelde partij] vermeld: “04-08-1957”en “Postbank [nummer]”. [benadeelde partij] heeft bij zijn aangifte (194) een exacte kopie van die salarisstrook overgelegd alsmede een contract voor een twee-jaars telefoonabonnement Hi 80 in combinatie met een Sony Ericsson telefoon en een kopie van een ID-kaart. Het contract d.d. 10 oktober 2006 (197) vermeldt als gegevens van de aanvrager: “heer [benadeelde partij], [adres 1], legitimatienummer: [nummer], geldig tot 28.06.10, geb. datum [geboortedatum], rekeningnr [nummer].” 20. Behalve de Rabo europas ten name van [slachtoffer 2] (2.1.8..9) zijn in de vuilniszak in nog drie andere Rabo europassen aangetroffen, beslagcodes 2.1.8.2., 2.1.8.3. en 2.1.8.4. (477–480). Uit falsificatieonderzoek is gebleken dat die passen originele bankkaarten betreffen (458). De aangetroffen Rabo europas met beslagcode 2.1.8.4, staat op naam van mevrouw [slachtoffer 3], [rekening- en pasnummer] (213/214/480). Uit onderzoek is gebleken dat op 7 september 2006 omstreeks 15.39 uur in Rotterdam bij geldautomaat 3083 LC 40 een bedrag van euro 960,00 van genoemde bankrekening is opgenomen (209). Mevrouw [slachtoffer 3] heeft in haar aangifte verklaard dat ze een week voor de diefstal werd gebeld door iemand die zich presenteerde als een medewerkster van de Rabobank. Nadat die mevrouw haar persoonlijke gegevens had gecontroleerd, deelde deze haar mede dat ze vanwege een storing in het systeem een nieuwe pas zou krijgen. Uit de verklaringen van aangeefster, van haar buurvrouw [getuige 3] (207) en van de postbode [getuige 4] (210) blijkt dat op 7 september 2006 een naar schatting 20-25 jarige vrouw in de nabijheid van de woning van aangeefster, te Noordgouwe, de postbode heeft opgewacht en omstreeks 13.45 uur van de postbode de voor aangeefster bestemde post van de Rabobank in ontvangst heeft genomen, nadat zij zich door middel van een ID-kaart op naam van mevrouw [slachtoffer 3] had gelegitimeerd. De vrouw is weggereden in een kleine grijze personenauto met witte kentekenplaten. 21. De verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij zich onder een valse identiteit, [valse naam 1], geboren te Juba op [vals opgegeven geboortedatum], van Sudanese nationaliteit, op 18 januari 2000, als asielzoeker in de asielprocedure in Nederland heeft laten registreren en formulieren heeft ondertekend met een handtekening die moest doorgaan voor de handtekening van [valse naam 1]. Hij heeft dit gedaan op advies van een ander, die hem vertelde dat hij als Sudanees meer mogelijkheden zou hebben om in Nederland toegelaten te worden. Verdachte heeft zichzelf herkend van de pasfoto op het met de hand ingevulde formulier van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (291). De verdachte heeft voorts erkend dat hij op 24 juli 2001 onder die valse identiteit wegens “opzettelijk in het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij wist dat het reisdocument vals was” en “valsheid in geschrift” door de politierechter te Middelburg is veroordeeld tot een werkstraf van 180 uren subsidiair 90 dagen hechtenis (zie uittreksel Justitiële Documentatie), omdat hij met een vals paspoort op naam van [gegevens valse identiteit], op verzoek van een ander, op 29 mei 2001 bij de belastingdienst in Goes een sofinummer heeft aangevraagd. De opgelegde werkstraf heeft hij niet verricht, omdat hij halverwege 2003 besloot om zijn echte identiteit aan te nemen (41) en een aanvraag tot een verblijfsvergunning onder zijn echte identiteit in te dienen (277). 22. Ook heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij twee geldbedragen van respectievelijk euro 1.250,00 en euro 1.000,00 heeft gepind bij een geldautomaat in Rotterdam. Hij deed dit op verzoek van een persoon die hij kent als “Kazeem,” wonende in Rotterdam, in Slinge. Het adres is hem niet bekend, maar hij zou het wel kunnen aanwijzen. Hij heeft er niet op gelet dat dit met (een) (Rabo-) bankpas(sen) op (een) andere na(a)m(en) gebeurde. Kazeem gaf hem de bankpas(sen) mee en vertelde ook de bijbehorende pincode(s). Dit gebeurde in goed vertrouwen. Dat hij hiervoor geld van Kazeem ontving (44) of dat Kazeem hem zou hebben geslagen als hij weigerde geld op te halen (46), zoals in zijn verklaringen bij de politie is opgenomen is door de politie verkeerd genoteerd, aldus verdachte. Hij heeft wel eens geld van Kazeem gehad, maar dat was op hem te helpen als hij krap bij kas zat. 23. Alle overige feiten heeft verdachte ontkend. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij in oktober 2005 naar Oostenrijk is vertrokken en dat hij daarna slechts tweemaal, beide keren voor enkele weken, is terug gekeerd naar Nederland. De verklaringen van zijn ex vrouw [ex-vrouw] kloppen niet, aldus verdachte. Sinds zijn vertrek naar Oostenrijk zouden meerdere andere personen in haar huis hebben verbleven. Ze heeft ook een vriend die Daniël heet. De voorwerpen die door mevrouw [ex-vrouw] in haar woning zijn aangetroffen en in de vuilniszak zijn gestopt, heeft hij nooit in zijn bezit gehad. Verdachte ontkent dat hij op 19 januari 2007 in Nederland was en dus ook niet de persoon die wegens verdenking van rijden onder invloed is aangehouden. Verdachte stelt dat zijn vriend Kazeem hem heeft benaderd met de vraag of hij een adres wist waar hij tijdelijk door hem bestelde goederen kon laten afleveren, omdat hij ging verhuizen. Verdachte heeft vervolgens aan [ex-vrouw] gevraagd of Kazeem zijn spullen in haar woning mocht plaatsen en pakketjes op haar woonadres mocht laten afleveren. [ex-vrouw] stemde hiermee in. Hierna werden bij [ex-vrouw] pakketjes afgeleverd. [ex-vrouw] heeft enkele van die goederen aan de verdachte laten zien, zoals een plasma televisie en een surroundsysteem. [ex-vrouw] heeft gezegd dat dit spullen waren die ze voor Kazeem had ontvangen. Als er op het adres [adres 2] ook pakketjes zijn afgeleverd, dan zal dat wellicht ook door Kazeem zijn geregeld, aldus verdachte. 24. De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte alleen ter zake van het onder 10 tenlastegelegde feit kan worden veroordeeld. Voor alle overige feiten ontbreekt volgens hem het wettig bewijs. Behalve het valse (Belgisch) rijbewijs ten name van [slachtoffer 7], met een pasfoto van verdachte, is er geen link tussen de goederen die in de woning van mevrouw [ex-vrouw] zijn aangetroffen en de verdachte. Verdachte stelt dat hij het rijbewijs nooit heeft gezien. Technisch bewijs, zoals DNA-sporen, dat het rijbewijs dan wel de andere aangetroffen goederen in handen zijn geweest van de verdachte ontbreekt. Er is in feite alleen de verklaring van mevrouw [ex-vrouw]. Zij heeft als ex-vrouw van verdachte genoeg reden om vals over verdachte te verklaren. Het is zeer aannemelijk dat de in haar woning aangetroffen voorwerpen van andere personen dan de verdachte zijn, omdat sinds diens vertrek, in oktober 2005, meerdere andere personen in de woning van [ex-vrouw] hebben verbleven. [ex-vrouw] heeft minst genomen een opmerkelijke verklaring afgelegd over de opdracht die zij via een Marokkaanse of Turkse jongen van de verdachte zou hebben gehad om het huis op te ruimen. De herkenning door verbalisant van de verdachte als bestuurder van de auto, bijna twee maanden na dat feit, is onvoldoende geconcretiseerd. Indien al van enige van enige betrokkenheid van de verdachte bij de ontvangen pakketjes blijkt, kan niet bewezen worden dat verdachte de bedrijven, die de pakketjes hebben geleverd, heeft opgelicht. Verdachte kan ook niet als medepleger van die oplichtingen worden aangemerkt, omdat er geen bewijs aanwezig is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en anderen ter zake van die feiten. De rechtbank stelt op grond van het vorenstaande vast: - dat verdachte meerdere malen tegenover (justitiële) autoriteiten heeft gelogen over zijn werkelijke identiteit, namelijk bij zijn asielaanvraag (feit 10), bij het aanvragen van een sofinummer met behulp van een vals paspoort bij de belastingdienst en tegenover de politie, het OM en de rechter, die betrokken waren bij de vervolging en berechting van verdachte wegens het laatstgenoemde feit en dat verdachte zich van begin 2000 tot halverwege 2003 van die valse identiteit heeft bediend; - dat verdachte bij zijn aanhouding als bestuurder van een personenauto op 19 januari 2007 eveneens heeft gelogen over zijn werkelijke identiteit, doordat hij de valse identiteit heeft aangenomen van [naam], van welke persoon een originele “Aufenthaltstitel” is aangetroffen in een zak van verdachtes broek, die op de dag van zijn aanhouding over een stoel hing op de slaapkamer van de woning van zijn ex vrouw [ex-vrouw], aan de [adres 1] te Middelburg, alwaar verdachte is aangehouden; - dat verdachte ter terechtzitting in deze strafzaak opnieuw heeft gelogen, namelijk over het feit dat hij [bewoonster adres 2] niet kent en dat hij nog nimmer op het adres [adres 2] is geweest. De rechtbank heeft op grond haar eigen waarneming ter zitting vastgesteld dat de verdachte de persoon is die staat afgebeeld op politiefoto PL 1900:07:40123. [bewoonster adres 2] heeft de verdachte van die politiefoto herkend als de persoon die in februari 2007 regelmatig bij haar over de vloer kwam. Zij heeft verklaard dat ze met verdachte sprak in het Nederlands, maar dat hij liever en beter Engels met haar sprak. De rechtbank heeft op grond van haar eigen waarneming ter zitting vastgesteld dat verdachte zowel de Nederlandse als de Engelse taal spreekt en verstaat. Bovendien blijkt uit zijn verklaring tegenover de politie van 11 april 2007 dat verdachte de Nederlandse taal ook kan lezen, maar liever – met behulp van een tolk - in de Engelse taal converseert, zoals ook bij de rechter-commissaris op 15 maart 2007, in zijn laatste verhoor bij de politie op 31 mei 2007 en ter zitting is gebeurd. Bovendien blijkt uit onderzoek van de simkaarten van de inbeslaggenomen telefoons dat er meerdere malen contact is geweest tussen het door [bewoonster adres 2] als haar telefoonnummer opgegeven nummer en de inbeslaggenomen telefoons. Eén van de verzonden sms-berichten betreft een bericht van “femmy” aan “adam”. De rechtbank stelt vast dat verdachte door zijn ex vrouw [ex-vrouw] ook “Adam” wordt genoemd; - dat verdachte, anders dan hij heeft verklaard, regelmatig heeft verbleven in de woning van zijn ex vrouw [ex-vrouw], in welke woning niet alleen persoonlijke eigendommen van verdachte (bijv. een gsm met (liefdes-)berichten – van/aan “Tamie”- en kleding) en aan hem gerichte poststukken (bijv. een factuur voor zijn bedrijf God’s Own Vehicles, diverse postbankafschriften, huurbriefjes en op zijn naam gestelde contracten met telefoonproviders) zijn aangetroffen, maar ook een grote hoeveelheid, al dan niet gekopieerde, bankafschriften en andere poststukken ten name van diverse personen, welke bankbescheiden en poststukken zijn gestolen uit verschillende brievenbussen; - dat met de gegevens op een aantal van die gestolen (gekopieerde) bankschriften door anderen dan de bevoegde personen nieuwe bankpassen met pincodes zijn aangevraagd op naam van de personen die op die afschriften staan vermeld, hetgeen in een aantal gevallen niet is gelukt; - dat in een aantal gevallen wèl nieuwe originele bankoverschrijvingsformulieren, Rabofooncode en bankpassen met code zijn verkregen en dat door anderen dan de bevoegde personen met die overschrijvingsformulieren, code of die bankpassen met pincodes, meerdere betalingsopdrachten dan wel geldopnames van de bijbehorende bankrekeningen zijn gedaan; - dat verdachte, zoals de rechtbank ter zitting heeft waargenomen, de man is op de videoprints van de geldopname van euro 1.250,00 van de rekening van mevrouw [slachtoffer 1] op 27 oktober 2006 om 11.38 uur bij geldautomaat Rabo Rotterdam 3083 LC 40 en dat bij diezelfde geldautomaat bedragen zijn gepind van de rekeningen van [slachtoffer 2] en van [slachtoffer 3]; - dat via de telefoons van verdachte (vanaf het Oostenrijks telefoonnummer waar ook liefdesberichten van/aan “Tamie” zijn verzonden/ontvangen) namen en creditkaartgegevens zijn verstrekt, dat verdachtes vriendin [vriendin verdachte] in Oostenrijk woont en werkt bij Air Berlin, dat in de woning [adres 1] te Middelburg namen en creditkaartgegevens zijn aangetroffen (onder meer op papier van Air Berlin) en dat met die nummers (al dan niet op andere namen dan de houders van die creditkaartnummers) goederen zijn besteld vanaf onder meer een IP-adres van een belhuis in Rotterdam, waarvan visitekaartjes zijn aangetroffen in een tas met persoonlijke spullen van verdachte, welke bestelde goederen (of de facturen ervan) zijn aangetroffen op de adressen [adres 1] te Middelburg en [adres 2] en dat volgens de verklaringen van [ex-vrouw] en van [bewoonster adres 2], die elkaar op dat onderdeel ondersteunen, de verdachte die goederen aan hen heeft verstrekt. Op grond van bovengenoemde vaststellingen, waaruit tevens blijkt dat ten aanzien van de diefstallen van poststukken en geld en de bestellingen van goederen via creditkaartgegevens sprake is van bepaalde modus operandi en de nauwe betrokkenheid van verdachte bij die feiten, acht de rechtbank bewezen dat hij de dader is van die feiten. De verklaring van verdachte dat hij [bewoonster adres 2] niet kent en nog nooit in de woning [adres 2] is geweest is naar het oordeel van de rechtbank kennelijk leugenachtig en afgelegd om de waarheid te bemantelen dat hij zich aan de tenlastegelegde oplichtingen schuldig heeft gemaakt.. De verdachte heeft geen respect voor de waarheid, wanneer die hem niet uitkomt, gelet op het feit dat hij zich van valse identiteiten heeft bediend en op diverse leugens is betrapt. De rechtbank hecht daarom geen enkele waarde aan zijn – overigens wisselende - verklaringen over de betrokkenheid van ene Kazeem uit Rotterdam. Van het bestaan van deze persoon is op geen enkele wijze gebleken. Wel is gebleken dat de verdachte bij sommige van de tenlastegelegde feiten is geholpen door een of twee vrouwen. Er is echter niet kunnen worden vastgesteld dat verdachte op zodanige wijze met hen heeft samengewerkt dat van medeplegen zou moeten worden gesproken. De betrokkenheid van die vrouwen zou ook kunnen duiden op medeplichtigheid. Voorts mag op voorhand niet geheel worden uitgesloten dat zij niet op strafbare wijze betrokken zijn geweest. Hoewel de verklaringen van [ex-vrouw] voorzichtig moeten worden beoordeeld, omdat zij als ex-echtgenote mogelijk rancuneus zou kunnen zijn jegens de verdachte, heeft de rechtbank toch onvoldoende redenen gevonden om haar verklaringen terzijde te leggen, aangezien diverse details daarvan geheel consistent zijn met het overige bewijsmateriaal. Het is geenszins aannemelijk dat de door haar in haar woning verborgen zaken niet van de verdachte zijn, zoals de verdediging heeft betoogd. Dat er meerdere andere personen in haar woningen zouden hebben verbleven, wordt slechts door de verdachte beweerd. De rechtbank heeft echter geen reden om hem zo maar te geloven. Daar staat tegenover dat de aangetroffen zaken na onderzoek veelvuldig naar de verdachte blijken te leiden. De rechtbank schenkt daarom geloof aan de verklaring van [ex-vrouw] inhoudende dat zij in opdracht van de verdachte deze zaken heeft verborgen in haar woning. Vrijspraak De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 11 tenlastelegde feit heeft begaan. Uit de stukken zijn onvoldoende aanwijzingen gebleken dat verdachte het rijbewijs zelf heeft vervalst. De verdachte dient daarom van dat feit te worden vrijgesproken. Bewezenverklaring Op grond van de redengevende feiten en omstandigheden als genoemd onder de “overwegingen inzake het bewijs” en welke steunen op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen die zijn opgesomd in een aanvulling die als bijlage aan dit vonnis zal worden gehecht, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8, 9, 10, 12 en 13 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 1. hij in de periode van 27 oktober 2006 tot en met 30 oktober 2006, in Nederland en Belgie telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, te weten tot een (totaal) bedrag van 9.324,86 Euro, toebehorende aan [slachtoffer 1] waarbij verdachte de weg te nemen goederen telkens onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (te weten: door het onbevoegde gebruik van bankpassen (op naam van die [slachtoffer 1]) en/of door het onbevoegde gebruik van een daarbij behorende pincode); 2. hij in de periode van 23 november 2006 tot en met 27 november 2006, te Rotterdam en te Antwerpen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen hoeveelheid geld, te weten tot een (totaal) bedrag van 7989,21 Euro, toebehorende aan [slachtoffer 2], waarbij verdachte de weg te nemen goederen telkens onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (te weten: door het onbevoegde gebruik van een bankpas (op naam van die [slachtoffer 2]) en door het onbevoegde gebruik van een daarbij behorende pincode); 3. hij in de periode van 07 september 2006 tot en met 08 september 2006, te Rotterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, te weten tot een (totaal) bedrag van 960 Euro, toebehorende aan [slachtoffer 3], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (te weten: door het onbevoegde gebruik van een bankpas (op naam van die [slachtoffer 3]) en door het onbevoegde gebruik van een daarbij behorende pincode); 4. hij in de maand februari 2007 in Nederland telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid geld, te weten tot een (totaal) bedrag van 10170 Euro, toebehorende aan [slachtoffer 4], 5. hij omstreeks de maand juli 2006 in de gemeente Middelburg, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (uit een brievenbus) heeft weggenomen een salarisstrook (van juli 2006), toebehorende aan [benadeelde partij], 6. hij in de periode van 29 december 2006 tot en met 05 januari 2007, te Middelburg met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (uit een brievenbus) heeft weggenomen bankafschrift(en) (Rabobank) en een pensioenstrook, toebehorende aan [slachtoffer 5], 7. hij in de maand december 2006, te Middelburg met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (uit een brievenbus) heeft weggenomen een NS-voordeelurenkaart (op naam van [slachtoffer 6]), toebehorende aan [slachtoffer 6], 8. hij op 19 januari 2007, in het arrondissement Middelburg toen opsporingsambtenaar hem als verdachte van een strafbaar feit naar zijn identiteitsgegevens vroeg, aan die opsporingsambtenaar een andere dan zijn werkelijke naam en voornaam heeft opgegeven; 9. hij op 19 januari 2007, te Middelburg als bestuurder van een voertuig, (een personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 330 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn; 10. hij op 18 januari 2000, te Rijsbergen, in de gemeente Zundert, de terzake strafrechtelijk niet aansprakelijke ambtenaar van de IND, zijnde [naam ambtenaar] een rapportage (asielaanvraag) en een aanvraag om toelating als vluchteling en een toestemmingsverklaring "Onderzoek Nederland/buitenland gehoord te worden omtrent de asielmotieven ingevolge art. 15/uitvoeringsovereenkomst Dublin" en een Nationaliteitsverklaring en een Antecedentenverklaring- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft doen opmaken , zulks (telkens) met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, immers heeft hij, verdachte toen en aldaar tegenover en bij die ambtenaar opzettelijk in strijd met de waarheid verklaard en opgegeven dat hij is genaamd [valse naam 1] en geboren op [vals opgegeven geboortedatum en -plaats], en die geschriften valselijk voorzien van een handtekening (die moest doorgaan voor de handtekening van ene [valse naam 1]); (parketnummer 12/707552-07) 12. hij in of omstreeks de periode van 12 februari 2007 tot en met 15 februari 2007, te Almere met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid Rebelio Nederland B.V. heeft bewogen tot de afgifte van een flatscreen televisie en/of een home-cinemaset, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid zich (op internet) voorgedaan als rechtmatige houder van een Mastercard (met nr [nr. mastercard] op naam van [slachtoffer 8] te Haarlem) en bij internetbestellingen (bij genoemde Rebelio Nederland B.V gebruik gemaakt van die (card)gegevens van die [slachtoffer 8], waardoor Rebelio Nederland B.V. werd bewogen tot bovenomschreven afgifte; 13. hij op 26 februari 2007, te met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, het (internet)bedrijf Telecomadvies heeft bewogen tot de afgifte van een mobiele telefoon (Nokia), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid zich (op internet) voorgedaan als rechtmatige houder van een creditcard (met nr [creditcardnummer] op naam van [slachtoffer 9] te Utrecht) en bij een internetbestelling (via de site van genoemd Telecomadvies) gebruik gemaakt van die (card)gegevens van die [slachtoffer 9], waardoor Telecomadvies werd bewogen tot bovenomschreven afgifte. Hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier bewezen is verklaard, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1, 2, 3, 4, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8, 9, 10, 12 en 13 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is. Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op. 1. Diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd; 2. Diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd; 3. Diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels; 4. Diefstal, meermalen gepleegd; 5 primair. Diefstal; 6 primair. Diefstal; 7 primair. Diefstal; 8. Door het bevoegd gezag naar zijn identiteitsgegevens gevraagd, een valse naam, voornaam, geboorteplaats en geboortedatum opgeven; 9. Overtreding van artikel 8 tweede lid, aanhef en onder a, van de Wegenverkeerswet 1994; 10. Valsheid in geschrift, meermalen gepleegd; 12. Oplichting, meermalen gepleegd; 13. Oplichting. Strafbaarheid van de verdachte Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar. Motivering van de op te leggen sancties Bij het bepalen van de op te leggen straffen heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden, waaronder deze zijn begaan en met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Voor wat betreft de ernst van de feiten en de omstandigheden, waaronder deze zijn begaan, heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich (al dan niet geholpen door anderen) bezig gehouden met diefstallen van poststukken met bankafschriften en andere persoonlijke gegevens ten name van anderen, uit diverse brievenbussen. Met die gegevens werden bankpassen met pincodes en overschrijvingsformulieren op naam van de geadresseerden aangevraagd. Met behulp van die onrechtmatig verkregen bankpassen met pincodes en overschrijvingsformulieren heeft verdachte vervolgens geldbedragen van de bankrekeningen van de benadeelden opgenomen en afgeschreven. Ook heeft verdachte zich bezig gehouden met gewiekste oplichtingpraktijken via het internet. Hij heeft zich met behulp van (gehackte) creditcardgegevens valselijk voorgedaan als houder van creditcards die op naam stonden van een ander. In die valse hoedanigheid heeft hij diverse goederen aangekocht. Deze gedragingen leiden ertoe dat de betrokken banken en creditcardmaatschappijen uiteindelijk geconfronteerd worden met aanzienlijke schadeposten, aangezien op grond van de geldende voorwaarden de houders van die bankrekeningen en creditcards schadeloos worden gesteld door de banken en de creditcardmaatschappijen. De rechtbank rekent dit de verdachte ernstig aan. Daar komt nog bij, dat verdachte zich ook nog aan een aantal andere strafbare feiten heeft schuldig gemaakt. Zo heeft hij onder invloed van alcohol een personenauto bestuurd en heeft hij tijdens zijn verblijf in Nederland meermalen gebruik gemaakt van valse personalia. Door het opgeven van deze valse personalia heeft verdachte een aanvraag om een vergunning tot verblijf en/of aanvraag om toelating als vluchteling behorend eerste gehoor, en bijbehorende formulieren van de Immigratie- en Naturalisatiedienst valselijk laten opmaken doordat hij bij de aanvraag heeft verteld dat hij [vals opgegeven naam] was, die was geboren in Soedan op [vals opgegeven geboortedatum]. Hij heeft van die valse personalia gebruik gemaakt tijdens zijn strafrechtelijke vervolging en berechting wegens “valsheid in geschrift” ten aanzien van een paspoort ten name van [gegevens valse identiteit], Ook heeft hij zich tegenover opsporingsambtenaren gelegitimeerd onder een andere identiteit, te weten [naam], geboren op[geboortedatum]. Stuk voor stuk zijn dit ernstige strafbare feiten. Door handelingen als door verdachte gepleegd worst het vertrouwen ondermijnd dat de samenleving moet kunnen stellen in identiteitsbewijzen, het postverkeer en het betalingsverkeer via internet en girofoon. Voorts wordt hierdoor aanzienlijke maatschappelijke schade teweeggebracht. Voor wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het op de valse naam van verdachte ([vals opgegeven naam], geboren op [vals opgegeven geboortedatum] te [geboorteplaats en -land]) staand uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 23 juli 2007, waaruit blijkt dat verdachte op 24 juli 2001 door de politierechter in deze rechtbank is veroordeeld wegens twee valsheiddelicten tot een werkstraf van 180 uren subsidiair 90 dagen hechtenis. Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te melden duur met zich meebrengt. Beslag Met betrekking tot de inbeslaggenomen voorwerpen, die als “diversen” staan vermeld op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen en welke lijst met bijlagen in het strafdossier is gevoegd zal de rechtbank de bewaring ten behoeve van de rechthebbende(n) gelasten. Vordering tot schadevergoeding In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij], wonende te [adres], zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden schade als gevolg van het aan de verdachte onder 5 tenlastegelegde tot een bedrag van EUR 64,85 wegens a) verzendkosten twee aangetekende brieven EUR 13,60, b) diverse telefoongesprekken EUR 10,00 en c) drie uur verlof à EUR 13,75 = EUR 41,25. De raadsman van verdachte heeft primair geconcludeerd tot afwijzing van de vordering omdat de schade onvoldoende is gestaafd met bewijsstukken, subsidiair tot niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij in de vordering, omdat de vordering niet zodanig eenvoudig van aard is dat deze kan worden afgedaan in het strafproces. Voor de rechtbank staat voldoende vast dat de benadeelde partij als gevolg van de handelingen van verdachte schade heeft geleden. De benadeelde partij heeft immers niet alleen tijdverzuim gehad wegens het doen van aangifte van de diefstal van zijn loonstrook, maar hij heeft ook met het incassobureau en de telefoonprovider contact moeten opnemen over het ongedaan maken van de factuur die hem was verzonden in verband met het gebruik van zijn gegevens op die loonstrook ten behoeve een telefoonabonnement. De rechtbank acht aannemelijk dat die schade tot het gevorderde bedrag het rechtstreekse gevolg is van de onder 5 bewezenverklaarde feit. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve worden toegewezen. Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met zijn vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken. Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer Nu vaststaat dat de verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de onder 5 bewezenverklaarde feit is toegebracht, zal de rechtbank aan de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van een bedrag van EUR 64,85 ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij] voornoemd. Toepasselijke wettelijke voorschriften De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 57, 62, 63, 225, 310, 311, 326 en 435 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 8 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994. DE BESLISSING De rechtbank beslist als volgt. Zij verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 11 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij Zij verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8, 9, 10, 12 en 13 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven heeft begaan. Zij verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders ten laste is gelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij. Zij bepaalt dat het onder 1, 2, 3, 4, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 8, 9, 10, 12 en 13 bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert. Zij verklaart de verdachte te dier zake strafbaar. Ten aanzien van de onder 1, 2, 3, 4, 5 primair, 6 primair, 7 primair, 9, 10, 12 en 13 bewezenverklaarde misdrijven: Zij veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 29 (negenentwintig) maanden. Zij beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht. Zij gelast de bewaring van de inbeslaggenomen voorwerpen, vermeld op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen onder “diversen”, ten behoeve van de rechthebbende. Zij wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij], wonende te [adres], Wachttoren 18 tot het gevorderde bedrag van EUR 64,85, (vierenzestig euro en vijfentachtig eurocent), en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij. Zij veroordeelt de verdachte in de kosten die de benadeelde partij in verband met de vordering heeft gemaakt - welke kosten tot aan deze uitspraak zijn begroot op nihil - en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken. Zij legt aan de verdachte voorts de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van EUR 64,85, (vierenzestig euro en vijfentachtig eurocent), ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij], welk bedrag bij gebreke van betaling en verhaal wordt vervangen door hechtenis voor de tijd van 1 (één) dag. Zij verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer en omgekeerd. Ten aanzien van de onder 8 bewezenverklaarde overtreding: Zij veroordeelt de verdachte tot een hechtenis voor de duur van 1 (één) week. Dit vonnis is gewezen door: mr. R.J.G. Lameijer, voorzitter, mrs. M.J.M. Klarenbeek en C.M.J. Peeters, rechters, in tegenwoordigheid van P.L. Francke als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 augustus 2007. Mr. Peeters is buiten staat dit vonnis te tekenen.