Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB1286

Datum uitspraak2007-08-01
Datum gepubliceerd2007-08-08
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200703301/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter


Indicatie

Het college van burgemeester en wethouders van Emmen heeft bij besluit van 16 januari 2007 het wijzigingsplan "Plan tot gedeeltelijke wijziging van het bestemmingsplan Snippenveld ten behoeve van de vestiging van een prostitutie- en/of escortbedrijf aan de [locatie] te [plaats]" vastgesteld.


Uitspraak

200703301/2. Datum uitspraak: 1 augustus 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer: [verzoekster], wonend te [woonplaats], en het college van gedeputeerde staten van Drenthe, verweerder. 1. Procesverloop Het college van burgemeester en wethouders van Emmen heeft bij besluit van 16 januari 2007 het wijzigingsplan "Plan tot gedeeltelijke wijziging van het bestemmingsplan Snippenveld ten behoeve van de vestiging van een prostitutie- en/of escortbedrijf aan de [locatie] te [plaats]" vastgesteld. Bij besluit van 5 maart 2007, kenmerk RW/2007002812, heeft verweerder beslist over de goedkeuring van dit plan. Tegen dit besluit heeft onder meer verzoekster bij brief van 11 mei 2007, bij de Raad van State ingekomen op 14 mei 2007, beroep ingesteld. Bij brief van 25 mei 2007, bij de Raad van State per faxbericht ingekomen op dezelfde datum, heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 juli 2007, waar verweerder, vertegenwoordigd door drs. M.A. Janssens, ambtenaar van de provincie, en het college van burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door ing. F. de Jonge, ambtenaar van de gemeente, zijn verschenen. Verzoekster is, met bericht van afwezigheid, niet verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Het oordeel van de Voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. 2.2. Het wijzigingsplan voorziet in de vestiging van een prostitutiebedrijf en/of escortbedrijf in een boerderij aan de [locatie] in [plaats]. Verweerder heeft aan het plan goedkeuring verleend. Verzoekster, die op korte afstand van de boerderij woont, beoogt met haar verzoek onomkeerbare gevolgen hiervan te voorkomen. 2.3. Verzoekster voert onder meer aan dat het wijzigingsplan in strijd is met de in artikel 0, vierde lid, van het bestemmingsplan "Partiële herziening van de voorschriften van diverse bestemmingsplannen van de gemeente Emmen ten aanzien van prostitutie- en escortbedrijven" vervatte wijzigingsvoorwaarde. Zij voert aan dat het plan een onaanvaardbare aantasting van haar woon- en leefklimaat met zich zal brengen en dat aan haar belangen onvoldoende gewicht is toegekend. 2.4. Ingevolge artikel O, vierde lid, van voormeld bestemmingsplan, voor zover hier van belang, kan het college van burgemeester en wethouders in afwijking van het bepaalde in het tweede lid en overeenkomstig artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, het gebruik van gebouwen binnen de op bijlage 1 aangegeven bestemmingsplannen wijzigen ten behoeve van de vestiging van een prostitutie- en/of escortbedrijf met dien verstande dat; - de wijzigingsbevoegdheid niet mag leiden tot bedrijfsvestigingen met meer dan zes werkkamers per bedrijf; -de locatie aanvaardbaar is vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid en bereikbaarheid en mits kan worden voorzien in een voldoende aantal parkeerplaatsen en de toe te voegen bedrijfsfunctie in relatie tot het aanwezige woon- en leefklimaat als passend kan worden beschouwd. Ingevolge artikel 1 van de voorschriften van het wijzigingsplan, voor zover hier van belang, wordt onder prostitutiebedrijf en/of escortbedrijf in ieder geval begrepen: raamprostitutie, een privé-huis, een erotische massagesalon, een sekstheater, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een bordeel of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar. Ingevolge artikel 2 van de voorschriften van het wijzigingsplan, voor zover hier van belang, zijn op deze wijziging van toepassing de desbetreffende voorschriften van het bestemmingsplan "Snippenveld", zoals deze laatstelijk gewijzigd zijn vastgesteld bij het bestemmingsplan "Partiële herziening van de voorschriften van diverse bestemmingsplannen van de gemeente Emmen ten aanzien van prostitutie- en escortbedrijven" met dien verstande dat naast het op grond van het vigerende bestemmingsplan toegestane gebruik binnen het bestaande gebouw de exploitatie van een prostitutiebedrijf met maximaal 6 werkkamers en de exploitatie van een escortbedrijf is toegestaan door een exploitant die in het bezit is van een door de burgemeester van de gemeente Emmen aan hem verleende exploitatievergunning als bedoeld in de Algemeen Plaatselijke Verordening. 2.5. De Voorzitter stelt vast dat het wijzigingsplan niet slechts voorziet in een bedrijf met uitsluitend zes werkkamers, maar tevens voorziet in onder meer een parenclub, een seksbioscoop, een sekstheater en een zogenoemd privé-huis. Voorts is gebleken dat de boerderij een omvang heeft die een combinatie van voormelde voorzieningen mogelijk maakt. Anders dan het college van burgemeester en wethouders betoogt, brengt artikel 2 van de voorschriften van het wijzigingsplan naar het oordeel van de Voorzitter geen beperking van het toegestane gebruik met zich die tot gevolg zou hebben dat naast de zes werkkamers geen andere voorzieningen meer zouden zijn toegestaan. Zowel het college van burgemeester en wethouders als verweerder zijn blijkens de stukken en het verhandelde ter zitting echter uitgegaan van een wijzigingsplan dat voorziet in een kleinschalig bedrijf met uitsluitend zes werkkamers. Gelet op het feit dat het college van burgemeester en wethouders en verweerder niet zijn uitgegaan van hetgeen het plan maximaal mogelijk maakt, is de Voorzitter van oordeel dat niet is bezien of de toe te voegen bedrijfsfunctie in relatie tot het aanwezige woon- en leefklimaat als passend kan worden beschouwd en derhalve of wordt voldaan aan voormelde wijzigingsvoorwaarde. 2.6. Gelet op de onomkeerbare gevolgen die kunnen ontstaan als gevolg van inwerkingtreding van het plan, ziet de Voorzitter aanleiding om het bestreden besluit bij wijze van voorlopige voorziening te schorsen. Het verzoek dient te worden ingewilligd. 2.7. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken. 3. Beslissing De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van het college van gedeputeerde staten van Drenthe van 5 maart 2007, kenmerk RW/2007002812; II. gelast dat de provincie Drenthe aan verzoekster het door haar voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 143,00 (zegge: honderddrieënveertig euro) vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. A. Kosto, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. R. Kegge, ambtenaar van Staat. w.g. Kosto w.g. Kegge Voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 1 augustus 2007 459.