Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB0810

Datum uitspraak2007-08-01
Datum gepubliceerd2007-08-01
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200700667/1
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 24 augustus 2004 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer (hierna: het college) besloten de bekostiging voor de bouw van leslokalen voor de Plesmanschool in Badhoevedorp te herzien en deze vastgesteld op vijf permanente leslokalen, met de mogelijkheid van dakopbouw op de school.


Uitspraak

200700667/1. Datum uitspraak: 1 augustus 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellanten], wonend te [woonplaats], tegen de uitspraak in zaak no. AWB 06-1925 van de rechtbank Haarlem van 14 december 2006 in het geding tussen: appellanten en het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer. 1.    Procesverloop Bij besluit van 24 augustus 2004 heeft het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer (hierna: het college) besloten de bekostiging voor de bouw van leslokalen voor de Plesmanschool in Badhoevedorp te herzien en deze vastgesteld op vijf permanente leslokalen, met de mogelijkheid van dakopbouw op de school. Bij besluit van 18 juli 2005 heeft het college het door de Amsterdamse Stichtingen voor Katholiek Onderwijs (hierna: ASKO) daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en de bekostiging voor de bouw van leslokalen  vastgesteld op zes permanente leslokalen. Bij uitspraak van 14 december 2006, verzonden op 19 december 2006, heeft de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) het daartegen door appellanten ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak hebben appellanten bij brief van 23 januari 2007, bij de Raad van State ingekomen op 24 januari 2007, hoger beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 20 februari 2007. Deze brieven zijn aangehecht. Bij brief van 20 maart 2007 heeft het college van antwoord gediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 20 juli 2007, waar appellanten, in de personen van [gemachtigden], en het college, vertegenwoordigd door mr. M.P. van der Plaats, ambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer, en bijgestaan door mr. S. Boufadiss, advocaat te Amsterdam, zijn verschenen. Voorts is als partij gehoord ASKO, vertegenwoordigd door mr. P.L.J.V. Koonen. 2.    Overwegingen 2.1.    Appellanten betogen dat de rechtbank hun beroep ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. Appellanten voeren in dit verband aan dat indien het college de beslissing op bezwaar op de juiste wijze bekend had gemaakt, zij hiertegen wel tijdig in beroep hadden kunnen komen. 2.2.    De beslissing op bezwaar is gericht aan ASKO. Deze is op 18 juli 2005 overeenkomstig artikel 7:12, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht aan ASKO bekendgemaakt. Anders dat appellanten betogen, is de beslissing op bezwaar aldus op de juiste wijze bekendgemaakt. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden overwogen dat het beroepschrift van appellanten buiten de beroepstermijn is ingediend. 2.3.    Als grond voor hun standpunt dat de termijnoverschrijding verschoonbaar moet worden geacht, voeren appellanten aan dat zij, nu de betrokken ambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer hen niet op het tegendeel heeft gewezen, ervan mochten uitgaan binnen zes weken nadat zij van het bestaan van de beslissing op bezwaar op de hoogte waren, hiertegen beroep te kunnen instellen. 2.4.    Dit betoog faalt. Appellanten zijn er op 21 oktober 2005 van op de hoogte gebracht dat op 18 juli 2005 een beslissing op bezwaar was genomen en hebben op 22 oktober 2005 een afschrift van deze beslissing ontvangen. Bij brief van 30 november 2005 hebben appellanten een beroepschrift ingediend. Gelet op het tijdsverloop tussen het moment waarop appellanten van de beslissing op bezwaar op de hoogte waren en het indienen van het beroepschrift, heeft de rechtbank terecht overwogen dat niet staande kan worden gehouden dat appellanten zo spoedig als redelijkerwijs verlangd kan worden een beroepschrift hebben ingediend. Dat de betrokken ambtenaar van de gemeente Haarlemmermeer appellanten niet heeft meegedeeld dat zij gelet op jurisprudentie binnen twee weken nadat zij van het bestaan van de beslissing op bezwaar op de hoogte zijn geraakt, beroep hadden moeten indienen, dient voor rekening van appellanten te blijven. Het behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van appellanten om zorg te dragen voor de behartiging van hun belangen. 2.5.    Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat hetgeen appellanten hebben aangevoerd, geen grond biedt voor het oordeel dat de rechtbank ten onrechte het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard. 2.6.    Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. 2.7.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3.    Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, Lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.F.J. Bindels, ambtenaar van Staat. w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek    w.g. Bindels Lid van de enkelvoudige kamer    ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 1 augustus 2007 85