Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB0662

Datum uitspraak2007-07-31
Datum gepubliceerd2007-07-31
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/460208-07
Statusgepubliceerd


Indicatie

Rechtbank legt veelpleger van woninginbraken de ISD-maatregel op.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Sector Straf Meervoudige kamer Parketnummer: 06/460208-07 Uitspraak d.d.: 31 juli 2007 tegenspraak/ dip VERKORT VONNIS in de zaak tegen: [verdachte], geboren te [woonplaats] op [geboortedatum] 1969, wonende te [woonplaats], thans gedetineerd in PI Arnhem “De Berg” Arnhem Noord. Onderzoek van de zaak Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 17 juli 2007. De tenlastelegging Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat 1. hij op of omstreeks 25 maart 2007 in de gemeente [woonpplaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (aan de [adres]) heeft weggenomen een dvd-speler (LG) en/of één of meer siera(a)d(en) en/of een (digitale) fotocamera (Casio) en/of een (mobiele) telefoon (Siemens) en/of een batterijlader (Nokia) en/of een mp3-speler (Creative), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), wa en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht 2. hij op of omstreeks 21 maart 2007 in de gemeente [woonpplaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (aan de [adres]) heeft weggenomen een fototoestel (HP) en/of acht, althans een aantal cd('s) en/of drie, althans een aantal dvd('s) en/of een tas (East Pack) en/of een videorecorder (JVC) en/of één of meer waardebonnen (Intratuin, dinerbon, irischeque) en/of een oplaadapparaat (nintendo) en/of computeronderdelen (cardreader, webcam, headset) en/of een MP3-speler (Philips) en/of een cd-speler (Sony) en/of een modem (Tele2) en/of een palmtop (Dell); in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht 3. hij op of omstreeks 27 maart 2007 in de gemeente [woonpplaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning (aan de [adres]) weg te nemen goed(eren) en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) en/of geld onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn, verdachtes, mededader, althans alleen, (met een steen) de scharnieren en/of de uitzetbeugel van een (wc-)raampje verbogen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht 4. hij op of omstreeks 01 april 2007 in de gemeente [woonpplaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning (aan de [adres2]) heeft weggenomen een (mobiele) telefoon (Nokia) en/of een enveloppe met acceptgiro-kaart, in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; art 310 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht Taal- en/of schrijffouten Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De rechtbank heeft geconstateerd dat in de originele dagvaarding onder feit 1, achtste regel, na “mededader(s)” kennelijk is weggevallen de zinsnede “waarbij verdachte” en zal dit als zodanig inlassen. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging. Bewezenverklaring 1. hij op 25 maart 2007 in de gemeente [woonpplaats] tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de [adres] heeft weggenomen, een dvd-speler (LG) en sieraden en een digitale fotocamera (Casio) en een mobiele telefoon (Siemens) en een batterijlader (Nokia) en een mp3-speler (Creative), toebehorende aan [slachtoffer 2], waarbij verdachte en zijn mededader, zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak, en inklimming; 2. hij op 21 maart 2007 in de gemeente [woonpplaats] tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de [adres] heeft weggenomen een fototoestel (HP) en acht cd's en drie dvd's en een tas (East Pack) en een videorecorder (JVC) en waardebonnen (Intratuin, dinerbon, irischeque) en een oplaadapparaat (Nintendo) en computeronderdelen (cardreader, webcam, headset) en een MP3-speler (Philips) en een cd-speler (Sony) en een modem (Tele2) en een palmtop (Dell), toebehorende aan [slachtoffer 4], waarbij verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak; 3. hij op 27 maart 2007 in de gemeente [woonpplaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de [adres] weg te nemen goed(eren) en/of geld, toebehorende aan [slachtoffer 3], en zich daarbij de toegang tot die woning te verschaffen door middel van braak, en inklimming, immers hebben hij, verdachte en zijn, verdachtes, mededader, met een steen de scharnieren en/of de uitzetbeugel van een wc-raampje verbogen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; 4. hij op 01 april 2007 in de gemeente [woonpplaats], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning aan de [adres2] heeft weggenomen een mobiele telefoon (Nokia) en een enveloppe met acceptgirokaart, toebehorende aan [slachtoffer]. Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde Het bewezene levert op de misdrijven: Feit 1: Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming; Feit 2: Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak; Feit 3: Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming; Feit 4: Diefstal. Strafbaarheid van de verdachte Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Oplegging van straf en/of maatregel De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie verdachte te veroordelen tot de maatregel van plaatsing in een instelling voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) voor de duur van twee jaren (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I). Verdachte heeft ter zitting kenbaar gemaakt gemotiveerd te zijn om af te kicken en zich niet te verzetten tegen het opleggen van de ISD-maatregel. De rechtbank heeft kennisgenomen van het voorlichtingsrapport van mevrouw M. Dijkema, reclasseringswerker Stichting CAD te Zwolle van 5 juli 2007. Hierin is onder meer vermeld dat verdachte behoort tot de categorie van zeer actieve veelplegers. Verdachte heeft een jarenlange geschiedenis van middelengebruik en criminaliteit in de vorm van voornamelijk vermogensdelicten. Vanuit de RISc –afname scoort verdachte hoog voor wat betreft de kans op recidive. Vanuit reclasseringsoogpunt zijn alle mogelijkheden voor behandeling dan wel begeleiding geprobeerd in verschillende justitiële kaders, zonder het gewenste resultaat, het voorkomen van recidive. De Reclassering adviseert en ondersteunt de ISD-maatregel als laatste poging tot het realiseren en voltooien van een behandeling. De rechtbank acht de oplegging van na te melden maatregel in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Daarbij heeft de rechtbank in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte om zijn drugsverslaving te bekostigen, in een zeer korte periode zich wederom heeft schuldig gemaakt aan een serie woninginbraken. Voor de gedupeerden plegen de inbraken, naast materiële schade, ook een gevoel van onveiligheid en veel ergernis te veroorzaken. Met name de woninginbraken vormen een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen. Verdachte is blijkens een hem betreffend uittreksel uit het Justitieel Documentatiecentrum van 04 april 2007 in de vijf jaren voorafgaand aan de thans bewezen feiten vele malen onherroepelijk wegens een misdrijf tot een vrijheidsbenemende straf veroordeeld. Aan alle voorwaarden, die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt, is voldaan. Er moet ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan en de veiligheid van personen of goederen rechtvaardigt het opleggen van de maatregel. De rechtbank zal gelet op het voorgaande de officier van justitie in zijn eis - oplegging van de ISD-maatregel - volgen. De ISD-maatregel is een middel om de negatieve spiraal waarin verdachte zich bevindt te doorbreken en de samenleving gedurende een langere tijd te vrijwaren van verdachtes criminele recidive. Om de beëindiging van de recidive van verdachte en het leveren van een bijdrage aan het oplossen van zijn (verslavings)problematiek alle kansen te geven en voorts ter optimale bescherming van de maatschappij, is het van groot belang dat voldoende tijd wordt genomen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. Zij zal daarom de maatregel opleggen voor de duur van twee jaar en zal in tegenstelling tot het voorstel van de raadsvrouwe van verdachte de tijd die de verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht niet in mindering brengen op de duur van de ISD-maatregel. Benadeelde partij De benadeelde partij [slachtoffer 2], wonende te [postcode] [woonplaats], [adres], heeft zich door middel van een formulier, als bedoeld in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering, in het strafproces gevoegd met een vordering van € 1155,46, als gevolg van het onder 1 tenlastegelegde. De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering, nu deze vordering door het ontbreken van een onderbouwing ten aanzien van het al dan niet uitkeren van de schade door de verzekeringsmaatschappij, niet zo eenvoudig van aard is, dat zij zich leent voor afdoening in het strafgeding. De benadeelde partij kan haar vordering alsnog bij de burgerlijke rechter aanbrengen. In beslag genomen voorwerpen Nu er geen strafvorderlijk belang meer aanwezig is dat zich daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van het na te melden voorwerp aan de na te noemen rechthebbende. Toepasselijke wettelijke voorschriften Deze beslissing is gegrond op de artikelen 38m, 38n, 45, 57, 63, 310, 311 van het Wetboek van Strafrecht. Beslissing De rechtbank beslist als volgt. Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, en 4 tenlastegelegde heeft begaan. Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij. Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar. Legt op de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 (twee) jaren. Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2], voornoemd, niet-ontvankelijk in haar vordering. Gelast de teruggave van het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp aan de rechthebbende [[sclachtoffer 4]], te weten: een Sony Mp3-speler. Aldus gewezen door mr. Van der Hooft, voorzitter, mr. De Bie en mr. Van der Mei, rechters, in tegenwoordigheid van Beers- de Badts, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 juli 2007. RECHTBANK ZUTPHEN Meervoudige kamer voor strafzaken Parketnummer: : 06/460208-07 Uitspraak d.d.: 31 juli 2007 Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van 31 juli 2007. Tegenwoordig: mr. Hödl, rechter, mr. officier van justitie, en Driessen griffier. De rechter doet de zaak uitroepen. De gedetineerde verdachte, [verdachte], geboren te [woonplaats] op [geboortedatum] 1969, wonende te [woonplaats], thans gedetineerd in PI Arnhem “De Berg” Arnhem Noord, is wel / niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig. Ter terechtzitting van 17 juli 2007 heeft de verdachte aangegeven niet bij de uitspraak aanwezig te willen zijn. De raadsvrouw mr. Van Linden/Harderwijk, is niet / wel verschenen. De rechter spreekt het vonnis uit en wijst verdachte op de mogelijkheid om binnen veertien dagen na heden hoger beroep tegen dit vonnis in te stellen. Waarvan proces-verbaal,