Jurisprudentie
BA8239
Datum uitspraak2007-06-27
Datum gepubliceerd2007-06-28
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureRaadkamer
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummersgeen
Statusgepubliceerd
SectorPresident
Datum gepubliceerd2007-06-28
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureRaadkamer
Instantie naamRechtbank 's-Hertogenbosch
Zaaknummersgeen
Statusgepubliceerd
SectorPresident
Indicatie
"Gefinancierde rechtshulp. Verhaal eigen bijdrage. Een rechtzoekende kan nooit méér aan eigen bijdrage verschuldigd zijn, dat hij verschuldigd zou zijn geworden als hij geen toevoeging had aangevraagd."
Uitspraak
RECHTBANK ’s-HERTOGENBOSCH
De president van de rechtbank te ’s-Hertogenbosch:
1. Gezien het verzoek van mr. [X] te A tot nadere vaststelling en tot het geven van een bevel tot tenuitvoerlegging van de declaratie van € 677,00 ten laste van [NN] te A.
2. Overwegende:
2.1. Het gaat hier om de incasso van de door de Raad voor Rechtsbijstand aan de rechtzoekende opgelegde eigen bijdrage van € 677,00, waarvan € 377,00 als voorschot werd voldaan.
De Raad voor Rechtsbijstand stelde de vergoeding forfaitair vast op € 491,15, en verrekende die geheel (voor € 491,15) met de opgelegde eigen bijdrage.
2.2. Het kan nimmer de bedoeling zijn dat een rechtzoekende die een toevoeging heeft verkregen, méér aan kosten van rechtsbijstand kwijt is, dan ingeval hij geen toevoeging van een advocaat zou hebben verzocht. Evenmin is het de bedoeling dat de advocaat ten laste van de rechtzoekende méér ontvangt dan de door de Raad voor Rechtsbijstand forfaitair vastgestelde vergoeding.
2.3. In overeenstemming hiermee kan op grond van artikel 38 lid 4 van de Wet op de Rechtsbijstand en de verwijzing daarin naar artikel 30 van de Wet Tarieven in Burgerlijke Zaken, de advocaat bij verhaal van de aan de cliënt opgelegde eigen bijdrage nimmer méér in rekening brengen dan het hem verschuldigde salaris, naar mate van het belang en de moeijelijkheid der zaken, mitsgaders van den tijd, welke daaraan besteed heeft moeten worden. Bij afweging van deze factoren moet dat salaris in zaken als de onderhavige begroot worden op € 150,00 per uur.
2.4. In de onderhavige toevoegingszaak, waarin de advocaat opgaf 1:55 uur te hebben besteed, leidt dat tot de volgende afrekening:
Salaris ingeval geen toevoeging 1:55 uur x € 150,- € 287,50
Diverse kosten begroot cfm. vaste kostenvergoeding € 32,66 € 320,16
btw 19% € 60,83
Maximaal in rekening te brengen € 380,99
In rekening gebracht en betaald voorschot € 377,00
Nog te betalen € 3,99
2.4. In de op zich genomen zeldzame gevallen als deze zal, indien de Raad voor Rechtsbijstand geen ruimte ziet om de eigen bijdrage nader vast te stellen op hetgeen in deze beschikking als maximum werd vastgesteld (€ 380,99), de advocaat weliswaar € 110,16 minder ontvangen dan de volledige forfaitaire vergoeding op grond van de Wet op de Rechtsbijstand, maar dat is dan het gevolg van het systeem van de gefinancierde rechtshulp. De advocaat ontvangt nog altijd een volledige honorering voor zijn werkzaamheid.
Beslissende:
Stelt het bedrag van het thans door [NN] nog te betalen gedeelte van de eigen bijdrage nader vast op € 3,99 (drie euro en negenennegentig eurocent);
Verklaart deze beslissing uitvoerbaar op de minuut.
’s-Hertogenbosch, 27 juni 2007,
De president, (mr. J.H.W. Rullmann, fgd.)