Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AZ9383

Datum uitspraak2007-02-27
Datum gepubliceerd2007-02-27
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Groningen
Zaaknummers18/670484-06
Statusgepubliceerd


Indicatie

Jarenlang seksueel misbruik van minderjarige meisjes, die zich in een kwetsbare positie bevonden, nadat verdachte, zijnde hun commandant bij het Zeekadettencorps, hun vertrouwen had gewonnen. Ondanks het feit dat verdachte zich reeds langere tijd realiseerde dat zijn gedrag onoorbaar was, is hij desalniettemin doorgegaan. Op grond hiervan heeft de rechtbank, naast een terbeschikkingstelling met voorwaarden, de maximale gevangenisstraf opgelegd.


Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN Sector Strafrecht parketnummer: 18/670484-06 datum uitspraak: 27 februari 2007 op tegenspraak raadsman: mr. J. Klopstra vonnis van de rechtbank te Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen: [naam verdachte], geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] 1961, thans preventief gedetineerd in [detentieadres verdachte]. Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van de onderzoeken op de terechtzittingen van 4 januari 2007 en 13 februari 2007. Tenlastelegging Aan de verdachte is ten laste gelegd: dat 1. hij in of omstreeks de periode van 1 december 2004 tot en met 19 september 2006, in de gemeente Delfzijl en/of (elders) in Nederland, met [aangeefster 1] (geboren [geboortedatum aangeefster 1] 1992), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [aangeefster 1], hebbende verdachte zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [aangeefster 1] geduwd/gebracht; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat hij in of omstreeks de periode van 1 december 2004 tot en met 19 september 2006, in de gemeente Delfzijl en/of (elders) in Nederland, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) met [aangeefster 1] (geboren [geboortedatum aangeefster 1] 1992), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het duwen/brengen van zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van die [aangeefster 1] en/of het betasten en/of strelen van de (blote) buik van die [aangeefster 1]; 2. hij in of omstreeks de periode van 28 juni 1996 tot en met 1 september 2006, (telkens) in de gemeente Delfzijl en/of (elders) in Nederland, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) met een of meer hieronder vermelde kinderen, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, (telkens) buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, immers heeft verdachte A. in of omstreeks de periode van 25 juni 2000 tot en met 24 juni 2002, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) de borsten en/of billen van [aangeefster 2] (geboren [geboortedatum aangeefster 2] 1986) betast en/of gestreeld, en/of B. in of omstreeks de periode van 1 augustus 2000 tot en met 1 maart 2005, meermalen, op verschillende tijdstippen, [aangeefster 3] (geboren [geboortedatum aangeefster 3] 1989), betast en/of gestreeld en/of de vagina van die [aangeefster 3] gelikt, en/of C. in of omstreeks de periode van 6 september 2003 tot en met 1 september 2006, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) de borsten en/of vagina en/of schaamstreek van [aangeefster 4] (geboren [geboortedatum aangeefster 4] 1992), betast en/of gestreeld, en/of D. in of omstreeks de periode van 28 juni 1996 tot en met 27 juni 2000, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) de vagina van [aangeefster 5] (geboren [geboortedatum aangeefster 5] 1984), betast en/of gestreeld en/of gelikt, en/of E. in of omstreeks de periode van 6 februari 2000 tot en met 5 februari 2003, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) de borsten en/of vagina en/of billen van [aangeefster 6] (geboren [geboortedatum aangeefster 6] 1987) betast en/of gestreeld; 3. hij in of omstreeks de periode van 28 juni 1996 tot en met 11 maart 2006, (telkens) in de gemeente Delfzijl en/of (elders) in Nederland, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) ontucht heeft gepleegd met een of meer aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde hieronder vermelde minderjarige(n), immer heeft verdachte A. in of omstreeks de periode 1 oktober 2005 tot en met 11 maart 2006, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) - zijn vinger(s) in de vagina van [aangeefster 7] (geboren op [geboortedatum aangeefster 7] 1988), geduwd/gebracht, en/of - zijn tong in de vagina van die [aangeefster 7] geduwd/gebracht, en/of - zich in de nabijheid van die [aangeefster 7] afgetrokken en/of zich door die [aangeefster 7] laten aftrekken, en/of - de buik en/of vagina/schaamstreek van die [aangeefster 7] betast en/of gestreeld en/of gelikt, en/of B. in of omstreeks de periode van 25 juni 2000 tot en met 24 juni 2004, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) de borst(en) en/of vagina en/of schaamstreek van [aangeefster 2] (geboren op [geboortedatum aangeefster 2] 1986), betast en/of gestreeld, en/of C. in of omstreeks de periode van 1 januari 2003 tot en met 15 juli 2003, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) de borst(en) van [aangeefster 8] (geboren op [geboortedatum aangeefster 8] 1985), betast en/of gestreeld en/of beknepen en/of gelikt en/of de vagina en/of de schaamstreek van die [aangeefster 8] betast en/of gestreeld, en/of D. in of omstreeks de periode van 28 juni 1996 tot en met 27 juni 2002, meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (telkens) de vagina van die [aangeefster 5] (geboren op [geboortedatum aangeefster 5] 1984), betast en/of gestreeld en/of gelikt; 4. hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2002 tot en met 19 september 2006, althans op 19 september 2006, in de gemeente Delfzijl, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad, (een) afbeelding(en) en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende (een) afbeelding(en) van (een) seksuele gedraging(en), waarbij (telkens) een of meer (naakte en/of deels naakte) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had(den) bereikt, was/waren betrokken en/of schijnbaar was/waren betrokken, te weten een of meer harde schijven van een of meer computers en/of CD's en/of DVD's en/of diskettes en/of CD-roms en/of foto's met daarop in totaal - (ongeveer) 80.670, althans een (grote) hoeveelheid, veelal kleuren foto's, althans afbeeldingen, betreffende (met name) meisjes in de leeftijd van 8 tot 16 jaar die op erotische wijze en/of in een duidelijk seksueel getinte houding poseren en/of zijn afgebeeld en/of op zodanige wijze poseren en/of zijn afgebeeld, dat hun (ontblote) geslachtsdelen (al dan niet in close-up) nadrukkelijk en/of uitdagend in beeld zijn gebracht (op een wijze kennelijk bedoeld, althans mede bedoeld, om seksuele prikkeling op te wekken) en/of die (een) seksuele gedraging(en) met zichzelf en/of een of meer andere perso(o)n(en) verrichten en/of dulden, bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam en/of (andere) ontuchtige handelingen en/of - 86, althans een (grote) hoeveelheid, (veelal) kleuren films, betreffende (met name) meisjes in de leeftijd van onder de 18 jaar en die op erotische wijze en/of in een duidelijk seksueel getinte houding poseren en/of zijn afgebeeld en/of op zodanige wijze poseren en/of zijn afgebeeld, dat hun (ontblote) geslachtsdelen (al dan niet in close-up) nadrukkelijk en/of uitdagend in beeld zijn gebracht (op een wijze kennelijk bedoeld, althans mede bedoeld, om seksuele prikkeling op te wekken) en/of die (een) seksuele gedraging(en) met zichzelf en/of een of meer (al dan niet meerderjarige) andere perso(o)n(en) verrichten en/of dulden, bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam en/of (andere) ontuchtige handelingen, waaronder - een foto, althans een afbeelding, van een geheel naakt meisje van circa 8 jaar oud. Het meisje ligt op haar rug op een bed en heeft haar onderlichaam opgericht. Hierbij spreidt ze haar benen waardoor op de foto, die van voren is genomen, nadrukkelijk de vagina en/of bilspleet in beeld wordt gebracht (beschreven als foto 1 in het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] d.d. 30 oktober 2006, mutatienummer: 06-116235, zoals opgenomen onder dossierpagina 386 en verder in het proces-verbaal van de Unit districtsrecherche van het district Noord West van de Regiopolitie Groningen met proces-verbaalnummer 06-007911), en/of - (een) foto('s), althans (een) afbeelding(en), van een geheel naakt meisje van circa 12 jaar oud. Een close-up is gemaakt van de vagina van het meisje. Het meisje trekt met haar vingers de schaamlippen van zichzelf uiteen waardoor de ingang van haar vagina ontbloot wordt (beschreven als foto's 3 en 3a in het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] d.d. 30 oktober 2006, mutatienummer: 06-116235, zoals opgenomen onder dossierpagina 386 en verder in het proces-verbaal van de Unit districtsrecherche van het district Noord West van de Regiopolitie Groningen met proces-verbaalnummer 06-007911), en/of - een foto, althans een afbeelding, van een geheel naakt meisje van circa 13 jaar oud. Het meisje ligt op haar rug op een bank. Het meisje heeft haar benen gespreid en duidelijk is de vagina in beeld gebracht. Het meisje houdt in haar hand een kunstpenis en steekt deze kunstpenis in haar mond. De foto is van boven/opzij genomen waardoor zowel de vagina en de borsten en de seksuele handeling (inbrengen kunstpenis in de mond) nadrukkelijk in beeld worden gebracht (beschreven als foto 10 in het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] d.d. 30 oktober 2006, mutatienummer: 06-116235, zoals opgenomen onder dossierpagina 386 en verder in het proces-verbaal van de Unit districtsrecherche van het district Noord West van de Regiopolitie Groningen met proces-verbaalnummer 06-007911), en/of - een foto, althans een afbeelding, van twee geheel naakte meisjes van ongeveer 14 jaar oud. De meisjes zitten op een bankje, mogelijk in een sauna. De meisjes zitten naast elkaar, hebben de benen opgetrokken en gespreid. Met hun handen trekken ze hun schaamlippen uiteen waardoor de binnenzijde van hun vagina duidelijk op de foto kan worden vastgelegd (beschreven als foto 10a in het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] d.d. 30 oktober 2006, mutatienummer: 06-116235, zoals opgenomen onder dossierpagina 386 en verder in het proces-verbaal van de Unit districtsrecherche van het district Noord West van de Regiopolitie Groningen met proces-verbaalnummer 06-007911), en/of - een foto, althans een afbeelding, van een geheel naakt meisje die op haar knieen zit, tussen de benen van een onder haar liggende geheel naakte volwassen man. De man heeft een erectie en zijn stijve penis wordt nadrukkelijk in beeld gebracht. Het meisje, leeftijd circa 14 jaar, heeft de penis met haar beide handen vast en heeft de voorhuid van de penis naar beneden getrokken waardoor de eikel zichtbaar wordt (beschreven als foto 14 in het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] d.d. 30 oktober 2006, mutatienummer: 06-116235, zoals opgenomen onder dossierpagina 386 en verder in het proces-verbaal van de Unit districtsrecherche van het district Noord West van de Regiopolitie Groningen met proces-verbaalnummer 06-007911), en/of - een foto, althans een afbeelding, van een circa 14 jaar oud meisje met ontkleed onderlichaam op een matras. Het meisje ligt op haar zij en heeft haar benen gespreid. Hierdoor wordt haar vagina duidelijk in beeld gebracht. Het meisje trekt met haar vingers van haar rechterhand haar schaamlippen uit elkaar. Omdat de foto van onderen/van voren is genomen wordt deze handeling en de vagina nadrukkelijk in beeld gebracht. Ook de anus is duidelijk op de foto zichtbaar (beschreven als foto 16 in het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] d.d. 30 oktober 2006, mutatienummer: 06-116235, zoals opgenomen onder dossierpagina 386 en verder in het proces-verbaal van de Unit districtsrecherche van het district Noord West van de Regiopolitie Groningen met proces-verbaalnummer 06-007911). Vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 primair, onder 2, onder A, B, C, D en E, onder 3, onder A, B, C en D, en onder 4 tenlastegelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden en dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden, met als extra voorwaarde contactverbod met de slachtoffers, wordt opgelegd. Voorts vordert de officier van justitie dat het inbeslaggenomen Eye Hardlock computeronderdeel ontrokken wordt aan het verkeer en dat de vorderingen van alle benadeelde partijen worden toegewezen tot een bedrag van EUR 2.500,-, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Geldigheid dagvaarding De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat een deel van de dagvaarding nietig verklaard moet worden. Dit heeft betrekking op de omschrijvingen onder feit 4, waarin wordt aangegeven dat er 80.670 foto's en 86 kleurenfilms bij verdachte zijn aangetroffen. De raadsman heeft bepleit dat niet alle foto's en kleurenfilms zich in het dossier bevinden en dat daarenboven onvoldoende uit de dagvaarding blijkt wat de feitelijke inhoud van deze afbeeldingen is. Naar de mening van de raadsman brengt dit met zich mee dat de tenlastelegging op dit punt onvoldoende feitelijk is omschreven en dat de dagvaarding te dien aanzien nietig is. De raadsman heeft hierbij verwezen naar het arrest van de Hoge Raad van 28 september 2004 (NJ 2004, 684). De rechtbank is van oordeel dat het bedoelde gedeelte van de tenlastelegging inderdaad niet voldoende feitelijk omschreven is. Gelet op de manier waarop de foto's en kleurenfilms zijn beschreven, acht de rechtbank de tenlastelegging op dat punt onvoldoende duidelijk; er is niet voldaan aan de in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering gestelde eisen. Derhalve zal dat gedeelte van de dagvaarding partieel nietig worden verklaard. Het bedoelde nietige gedeelte van de dagvaarding zal voor de duidelijkheid hieronder genoemd worden: "- (ongeveer) 80.670, althans een (grote) hoeveelheid, veelal kleuren foto's, althans afbeeldingen, betreffende (met name) meisjes in de leeftijd van 8 tot 16 jaar die op erotische wijze en/of in een duidelijk seksueel getinte houding poseren en/of zijn afgebeeld en/of op zodanige wijze poseren en/of zijn afgebeeld, dat hun (ontblote) geslachtsdelen (al dan niet in close-up) nadrukkelijk en/of uitdagend in beeld zijn gebracht (op een wijze kennelijk bedoeld, althans mede bedoeld, om seksuele prikkeling op te wekken) en/of die (een) seksuele gedraging(en) met zichzelf en/of een of meer andere perso(o)n(en) verrichten en/of dulden, bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam en/of (andere) ontuchtige handelingen en/of - 86, althans een (grote) hoeveelheid, (veelal) kleuren films, betreffende (met name) meisjes in de leeftijd van onder de 18 jaar en die op erotische wijze en/of in een duidelijk seksueel getinte houding poseren en/of zijn afgebeeld en/of op zodanige wijze poseren en/of zijn afgebeeld, dat hun (ontblote) geslachtsdelen (al dan niet in close-up) nadrukkelijk en/of uitdagend in beeld zijn gebracht (op een wijze kennelijk bedoeld, althans mede bedoeld, om seksuele prikkeling op te wekken) en/of die (een) seksuele gedraging(en) met zichzelf en/of een of meer (al dan niet meerderjarige) andere perso(o)n(en) verrichten en/of dulden, bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam en/of (andere) ontuchtige handelingen, waaronder" Vrijspraak Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde heeft verdachte ontkend dat hij ontuchtige handelingen met [aangeefster 1] (hierna: [aangeefster 1]) heeft verricht. Voorts is ten aanzien van het onder 3, onder C, tenlastegelegde namens verdachte aangevoerd dat de seksuele handelingen met [aangeefster 8] (hierna: [aangeefster 8]) hebben plaatsgevonden, toen zij al de leeftijd van achttien jaren had bereikt, zodat verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende. [aangeefster 1] heeft gedetailleerd verklaard over de seksuele handelingen die verdachte bij haar zou hebben verricht. Getuige [naam getuige] heeft verklaard dat hij verdachte bij de kooi van [aangeefster 1] had gezien, tijdens de nacht waarin verdachte ontuchtige handelingen zou hebben gepleegd. [getuige] verklaart echter dat [aangeefster 1] en hij op dat moment wakker waren en naar elkaar sms'jes stuurden, terwijl [aangeefster 1] verklaart dat zij wakker werd van de onverhoedse aanrakingen door verdachte. Tevens heeft [aangeefster 1] enerzijds verklaard dat het donker bij de kooien was, omdat deze onder de waterspiegel gelegen zijn, maar anderzijds dat zij verdachte wel heeft herkend doordat er een lamp boven de kooien hing. Verdachte heeft verklaard dat hij die nacht bij de kooi van [aangeefster 1] is geweest tijdens zijn wachtronde, maar dat hij haar zeker niet heeft aangeraakt. Gelet op de discrepanties in deze verklaringen, de ontkenning van dit feit door verdachte en het feit dat de wijze waarop de ontucht met de andere in de tenlastelegging genoemde meisjes plaatsvond niet overeenkomst met de 'onverhoedse' handeling die [aangeefster 1] beschrijft, heeft de rechtbank, hoewel er voldoende wettig bewijs aanwezig is, niet de overtuiging bekomen dat verdachte dit feit heeft gepleegd. Ten aanzien van de seksuele handelingen die verdachte bij [aangeefster 8] zou hebben verricht, geldt dat verdachte deze op zichzelf niet ontkend. Hij heeft evenwel betwist dat [aangeefster 8] minderjarig was toen deze handelingen plaatsvonden. Het staat voor de rechtbank, gelet op de verklaring van [aangeefster 8], de verklaringen van haar ouders, de brief van [werkgever] betreffende de periode dat zij daar in loondienst werkzaam is geweest en de verklaring van verdachte dat hij in vijf jaar tijd, vijf banen heeft gehad, niet onomstotelijk vast op welk moment de gedragingen hebben plaatsgevonden en of [aangeefster 8] ten tijde van de gedragingen minderjarig was. Op grond hiervan kan dit feit dan ook niet bewezen worden. De rechtbank acht derhalve niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 (zowel primair als subsidiair) en het onder 3, onder C, tenlastegelegde heeft begaan. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. Nadere bewijsoverweging De overige feiten worden nagenoeg volledig door verdachte bekend. Kleine onderdelen ervan zijn door de verdediging weersproken. De rechtbank overweegt daartoe het volgende. Met betrekking tot de gedragingen met [aangeefster 3] (feit 2, onder B; hierna: [aangeefster 3]) heeft verdachte ontkend dat hij, naast de overige ontuchtige handelingen die naar zijn zeggen wel hebben plaatsgevonden, haar vagina gelikt zou hebben. De rechtbank ziet geen aanleiding verdachte hiervan partieel vrij te spreken. [aangeefster 3] heeft gedetailleerd aangegeven dat verdachte haar vagina ook gelikt zou hebben. In eerste instantie heeft verdachte aangegeven dat hij wel de vagina van het meisje heeft gekust, maar dat hij haar niet gelikt heeft, omdat daar zijn grens zou liggen. De rechtbank acht deze uitleg van verdachte niet betrouwbaar, nu ook aangeefster [aangeefster 5] (hierna: [aangeefster 5]) heeft verklaard dat verdachte haar vagina en clitoris heeft gelikt, wat overigens niet door verdachte is ontkend. Ook verder acht de rechtbank geen termen aanwezig om te twijfelen aan de verklaring van [aangeefster 3]. Met betrekking tot de gedragingen met [aangeefster 5] (feit 2, onder D) is door de raadsman aangevoerd dat [aangeefster 5] ten tijde van de gedragingen de leeftijd van zeventien jaren al had bereikt. [aangeefster 5] geeft zelf expliciet aan dat de gedragingen hebben plaatsgevonden voordat zij de leeftijd van zestien jaren bereikte. Ter ondersteuning hiervan verklaart zij dat de gedragingen plaatsvonden toen zij in de weekenden bij verdachte verbleef. Verdachte stopte met de ontucht, toen [aangeefster 5] niet meer bij hem logeerde. Dit was op het moment dat zij haar scooter kreeg en makkelijk van en naar haar eigen huis kon reizen. Zij was toen ongeveer zestien à zeventien jaar oud. De rechtbank is van oordeel dat er geen reden is aan deze verklaring te twijfelen en dat op grond hiervan kan worden aangenomen dat in ieder geval een deel van de bij [aangeefster 5] gepleegde gedragingen zijn begaan voordat zij zestien werd. Met betrekking tot de gedragingen met [aangeefster 2] (feit 3, onder B) is door de raadsman van verdachte aangevoerd dat zij op eigen initiatief bij verdachte en zijn vrouw logeerde en dat derhalve geen sprake kan zijn van "aan de zorg zijn toevertrouwd". Nu zij met toestemming van haar ouders bij verdachte logeerde, is de rechtbank van oordeel dat zij wel degelijk aan de zorg van verdachte was toevertrouwd. Op dit punt zal derhalve geen vrijspraak volgen. Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat een deel van de onder 2 tenlastegelegde periode en de onder 3 tenlastegelegde periode elkaar overlappen. Naar de mening van de raadsman is er derhalve, in ieder geval deels, sprake van eendaadse samenloop en de raadsman concludeert dat verdachte daarom van dat overlappende deel moet worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende. Verdachte heeft gedragingen gepleegd die uiteen kunnen vallen in verschillende delictsomschrijvingen. Verdachte heeft onder meer ontuchtige handelingen gepleegd met [aangeefster 2] (feit 2, onder A en feit 3, onder B) en met [aangeefster 5] (feit 2, onder D en feit 3, onder D); bij beide genoemde slachtoffers zowel voor hun zestiende verjaardag als daarna. De periode van voor hun zestiende verjaardag valt zodoende zowel onder de delictsomschrijving van artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht als onder de delictomschrijving van artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht. Met betrekking tot dat deel is derhalve inderdaad sprake van een eendaadse samenloop, zoals aangevoerd door de raadsman. Dit leidt echter niet tot een vrijspraak, de feiten kunnen immers bewezen worden, maar de rechtbank zal hiermee rekening houden bij het opleggen van de straf. Nu een deel van het onder 4 tenlastegelegde nietig is verklaard, geeft de rechtbank slechts een oordeel over de foto's, welke in de tenlastelegging zijn omschreven. Deze foto's zijn ter terechtzitting getoond aan verdachte en zijn raadsman. De raadsman heeft betoogd dat niet alle foto's pornografisch van aard zijn en dat bovendien niet van alle foto's gezegd kan worden dat de afgebeelde meisjes jonger zijn dan achttien jaar. De rechtbank is, uit eigen waarneming, van oordeel dat de in de tenlastelegging genoemde foto's wel kinderpornografisch zijn. De nadruk ligt duidelijk op de geslachtsdelen van de gefotografeerde naakte meisjes. Alle foto's zijn, in meer of mindere mate, seksueel getint en bovendien hebben alle meisjes duidelijk nog niet de leeftijd van achttien jaren bereikt. Bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 2, onder A, B, C, D en E, het onder 3, onder A, B en D, en het onder 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat: 2. hij in of omstreeks de periode van 28 juni 1998 tot en met 1 september 2006, in de gemeente Delfzijl en/of (elders) in Nederland, meermalen, op verschillende tijdstippen met hieronder vermelde kinderen, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet hadden bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft verdachte A. in de periode van 25 juni 2000 tot en met 24 juni 2002, meermalen, op verschillende tijdstippen, de borsten en/of billen van [aangeefster 2] (geboren [geboortedatum aangeefster 2] 1986) betast en/of gestreeld, en B. in de periode van 1 augustus 2000 tot en met 1 maart 2005, meermalen, op verschillende tijdstippen, de borsten en/of vagina en/of billen van [aangeefster 3] (geboren 2 maart 1989), betast en/of gestreeld en/of de vagina van die [aangeefster 3] gelikt, en C. in de periode van 6 september 2003 tot en met 1 september 2006, meermalen, op verschillende tijdstippen, de borsten en/of vagina en/of schaamstreek van [aangeefster 4] (geboren [geboortedatum aangeefster 4] 1992), betast en/of gestreeld, en D. in de periode van 28 juni 1998 tot en met 27 juni 2000, meermalen, op verschillende tijdstippen, de vagina van [aangeefster 5] (geboren [geboortedatum aangeefster 5] 1984), betast en/of gestreeld en/of gelikt, en E. in de periode van 6 februari 2000 tot en met 5 februari 2003, meermalen, op verschillende tijdstippen, de borsten en/of vagina en/of billen van [aangeefster 6] (geboren [geboortedatum aangeefster 6] 1987) betast en/of gestreeld; 3. hij in de periode van 28 juni 1998 tot en met 11 maart 2006, in de gemeente Delfzijl en/of (elders) in Nederland, meermalen, op verschillende tijdstippen, ontucht heeft gepleegd met aan zijn zorg en/of opleiding toevertrouwde hieronder vermelde minderjarige(n), immers heeft verdachte A. in de periode van 1 oktober 2005 tot en met 11 maart 2006, meermalen, op verschillende tijdstippen, - zijn vinger(s) in de vagina van [aangeefster 7] (geboren op [geboortedatum aangeefster 7] 1988), geduwd/gebracht, en - zijn tong in de vagina van die [aangeefster 7] geduwd/gebracht, en - zich in de nabijheid van die [aangeefster 7] afgetrokken en/of zich door die [aangeefster 7] laten aftrekken, en - de buik en/of vagina/schaamstreek van die [aangeefster 7] betast en/of gestreeld en/of gelikt, en B. in de periode van 25 juni 2000 tot en met 24 juni 2004, meermalen, op verschillende tijdstippen, de borst(en) en/of vagina en/of schaamstreek van [aangeefster 2] (geboren op [geboortedatum aangeefster 2] 1986), betast en/of gestreeld, en D. in de periode van 28 juni 1998 tot en met 27 juni 2002, meermalen, op verschillende tijdstippen, de vagina van die [aangeefster 5] (geboren op [geboortedatum aangeefster 5] 1984), betast en/of gestreeld en/of gelikt; 4. hij in de periode van 1 januari 2002 tot en met 19 september 2006, in de gemeente Delfzijl, meermalen, in bezit heeft gehad, afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij naakte en/of deels naakte personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt, waren betrokken, te weten harde schijven van computers en/of CD's en/of DVD's en/of diskettes en/of CD-roms en/of foto's met daarop - een foto van een geheel naakt meisje van circa 8 jaar oud. Het meisje ligt op haar rug op een bed en heeft haar onderlichaam opgericht. Hierbij spreidt ze haar benen waardoor op de foto, die van voren is genomen, nadrukkelijk de vagina en/of bilspleet in beeld wordt gebracht (beschreven als foto 1 in het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] d.d. 30 oktober 2006, mutatienummer: 06-116235, zoals opgenomen onder dossierpagina 386 en verder in het proces-verbaal van de Unit districtsrecherche van het district Noord West van de Regiopolitie Groningen met proces-verbaalnummer 06-007911), en - foto's van een geheel naakt meisje van circa 12 jaar oud. Een close-up is gemaakt van de vagina van het meisje. Het meisje trekt met haar vingers de schaamlippen van zichzelf uiteen waardoor de ingang van haar vagina ontbloot wordt (beschreven als foto's 3 en 3a in het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] d.d. 30 oktober 2006, mutatienummer: 06-116235, zoals opgenomen onder dossierpagina 386 en verder in het proces-verbaal van de Unit districtsrecherche van het district Noord West van de Regiopolitie Groningen met proces-verbaalnummer 06-007911), en - een foto van een geheel naakt meisje van circa 13 jaar oud. Het meisje ligt op haar rug op een bank. Het meisje heeft haar benen gespreid en duidelijk is de vagina in beeld gebracht. Het meisje houdt in haar hand een kunstpenis en steekt deze kunstpenis in haar mond. De foto is van boven/opzij genomen waardoor zowel de vagina en de borsten en de seksuele handeling (inbrengen kunstpenis in de mond) nadrukkelijk in beeld worden gebracht (beschreven als foto 10 in het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] d.d. 30 oktober 2006, mutatienummer: 06-116235, zoals opgenomen onder dossierpagina 386 en verder in het proces-verbaal van de Unit districtsrecherche van het district Noord West van de Regiopolitie Groningen met proces-verbaalnummer 06-007911), en - een foto van twee geheel naakte meisjes van ongeveer 14 jaar oud. De meisjes zitten op een bankje, mogelijk in een sauna. De meisjes zitten naast elkaar, hebben de benen opgetrokken en gespreid. Met hun handen trekken ze hun schaamlippen uiteen waardoor de binnenzijde van hun vagina duidelijk op de foto kan worden vastgelegd (beschreven als foto 10a in het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] d.d. 30 oktober 2006, mutatienummer: 06-116235, zoals opgenomen onder dossierpagina 386 en verder in het proces-verbaal van de Unit districtsrecherche van het district Noord West van de Regiopolitie Groningen met proces-verbaalnummer 06-007911), en - een foto van een geheel naakt meisje die op haar knieën zit, tussen de benen van een onder haar liggende geheel naakte volwassen man. De man heeft een erectie en zijn stijve penis wordt nadrukkelijk in beeld gebracht. Het meisje, leeftijd circa 14 jaar, heeft de penis met haar beide handen vast en heeft de voorhuid van de penis naar beneden getrokken waardoor de eikel zichtbaar wordt (beschreven als foto 14 in het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] d.d. 30 oktober 2006, mutatienummer: 06-116235, zoals opgenomen onder dossierpagina 386 en verder in het proces-verbaal van de Unit districtsrecherche van het district Noord West van de Regiopolitie Groningen met proces-verbaalnummer 06-007911), en - een foto van een circa 14 jaar oud meisje met ontkleed onderlichaam op een matras. Het meisje ligt op haar zij en heeft haar benen gespreid. Hierdoor wordt haar vagina duidelijk in beeld gebracht. Het meisje trekt met haar vingers van haar rechterhand haar schaamlippen uit elkaar. Omdat de foto van onderen/van voren is genomen wordt deze handeling en de vagina nadrukkelijk in beeld gebracht. Ook de anus is duidelijk op de foto zichtbaar (beschreven als foto 16 in het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant] d.d. 30 oktober 2006, mutatienummer: 06-116235, zoals opgenomen onder dossierpagina 386 en verder in het proces-verbaal van de Unit districtsrecherche van het district Noord West van de Regiopolitie Groningen met proces-verbaalnummer 06-007911). De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken. De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad. Kwalificatie Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard levert de volgende strafbare feiten op: 2, onder A, B, C, D en E. Met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd. 3, onder A, B en D. Ontucht plegen met de aan zijn zorg en/of opleiding toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd. 4. Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd. Feit 2, onder A, en feit 3, onder B, vormen, voor wat betreft de periode van 25 juni 2000 tot en met 24 juni 2002, een eendaadse samenloop. Feit 2, onder D, en feit 3, onder D, vormen, voor wat betreft de periode van 28 juni 1998 tot en met 27 juni 2000, een eendaadse samenloop. Strafbaarheid van verdachte Ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte heeft de rechtbank gelet op de psychiatrische onderzoeksrapportage d.d. 11 december 2006, opgemaakt door G.J.R. Mensink, psychiater in opleiding, onder supervisie van B.T. Takkenkamp, psychiater, en de psychologische onderzoeksrapportage d.d. 24 januari 2007 opgemaakt door G. de Bruijn, psycholoog-psychotherapeut. De conclusies van deze rapporten luiden, zakelijk weergegeven, dat verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis der geestvermogens in de zin van pedofilie en elementen van voyeurisme. In de persoonlijkheid zijn dwangmatige en vermijdende trekken aanwezig. Deze stoornis was aanwezig tijdens het tenlastegelegde. Beide deskundigen concluderen dat het bewezenverklaarde in verminderde mate aan verdachte kan worden toegerekend. De rechtbank kan zich met deze conclusies verenigen en neemt deze over. De rechtbank acht verdachte derhalve strafbaar, nu ten opzichte van verdachte ook overigens geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht. Motivering straf Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en aangaande zijn persoon opgemaakte rapportages, alsmede de vordering van de officier van justitie. Vrijheidsstraf Op grond van het bovenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf moet worden opgelegd. De rechtbank neemt bij de bepaling van de hoogte hiervan in het bijzonder het volgende in aanmerking. Verdachte heeft zich jarenlang schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van jonge meisjes. Steeds betrof het meisjes die, vanwege problemen thuis of op school, kwetsbaar en afhankelijk van verdachte waren. Zij verbleven juist bij verdachte om wat rust en veiligheid te vinden. Verdachte creëerde telkens mogelijkheden om met de jonge meisjes ontuchtige handelingen te verrichten. Dit gebeurde zowel bij hem thuis, waar een paar meiden verbleven, als op het schip. Hij zorgde er steeds voor dat zijn vrouw of anderen niet aanwezig waren, zodat hij ongestoord zijn gang kon gaan. Verdachte heeft hiermee in ernstige mate inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers. Bovendien heeft hij nooit stilgestaan bij de kwalijke gevolgen die zijn gedragingen voor de slachtoffers konden hebben. Verdachte was egoïstisch ingesteld en heeft slechts gedacht aan zijn eigen genot. Daarnaast heeft verdachte verregaande naaktfoto's van een paar slachtoffers gemaakt, ook weer om zijn eigen behoeften te bevredigen. De rechtbank neemt het verdachte in het bijzonder kwalijk dat hij zich anderhalf jaar voordat hij werd aangehouden, bewust werd van het kwalijke van zijn handelen, nadat hij hierop gewezen was door zijn vrouw. Hij heeft informatie met betrekking tot pedofilie van het internet gehaald en is desondanks doorgegaan met de ontuchtige handelingen, waarvan hij in ieder geval op dat moment wist dat deze verkeerd waren. Uit schaamte heeft hij geen hulp gezocht voor zijn problemen en daarmee heeft hij wederom niet stilgestaan bij de mogelijke gevolgen voor zijn slachtoffers. De rechtbank is van oordeel dat op deze manier niet met minderjarigen kan en mag worden omgegaan en rekent dit verdachte zwaar aan. Naast het plegen van de ontucht, is verdachte in het bezit geweest van kinderpornografische afbeeldingen. Verdachte heeft de gefotografeerde personen niet zelf misbruikt, maar het misbruik van die kinderen is daar wel aan voorafgegaan. Verdachte heeft meegewerkt aan het in stand houden van netwerken die uit financieel gewin voorzien in de verspreiding en beschikbaarstelling van kinderporno. Hierbij worden kinderen op ernstige wijze misbruikt, hetgeen een grove aantasting is van hun lichamelijke en geestelijke integriteit. Ondanks het feit dat de rechtbank minder feiten bewezen verklaart dan de officier van justitie heeft gevorderd, het feit dat een deel van de onder 2 en onder 3 tenlastegelegde feiten een eendaadse samenloop vormt en het feit dat een deel van de tenlastelegging met betrekking tot het bezit van kinderporno nietig zal worden verklaard, doet de eis van de officier van justitie naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende recht aan de ernst van de feiten. De rechtbank heeft hierbij met name in aanmerking genomen de lange periode waarin de feiten zich hebben afgespeeld (ruim acht jaar), het feit dat het om zes jonge slachtoffers gaat, dat verdachte op grove wijze misbruik heeft gemaakt van de situatie waarin de slachtoffers verkeerden en het feit dat verdachte is doorgegaan met het plegen van de ontuchtige handelingen, terwijl hij zich realiseerde dat hij fout bezig was. De rechtbank onderkent dat het in het belang van verdachte is dat zo spoedig mogelijk met behandeling wordt gestart. Gelet evenwel op het vorenoverwogene ziet de rechtbank hierin geen aanleiding een lagere gevangenisstraf op te leggen. De rechtbank acht voorts geen termen aanwezig de op te leggen straf te matigen, omdat verdachte door een medegedetineerde is mishandeld in het huis van bewaring. Het Openbaar Ministerie is verantwoordelijk voor de veiligheid van gedetineerden. Er bestaat echter een apart traject voor verdachte om genoegdoening te krijgen voor de door hem opgelopen schade. Bovendien is de rechtbank van oordeel dat de mishandeling door de medegedetineerde geen enkele relatie heeft met het aan verdachte tenlastegelegde en niets afdoet aan de ernst van de door verdachte gepleegde feiten. De rechtbank heeft de conclusies van voormelde psychiatrische en psychologische onderzoeksrapportages, dat het bewezenverklaarde aan verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend, in aanmerking genomen. Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat de maximale gevangenisstraf, die mogelijk is in combinatie met een terbeschikkingstelling met voorwaarden, in dit geval passend en geboden is. Motivering maatregel Terbeschikkingstelling De rechtbank is van oordeel dat verdachte, bij wie tijdens het begaan van het bewezenverklaarde een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens bestond, ter beschikking moet worden gesteld omdat: - het bewezen en strafbaar verklaarde een misdrijf is waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld; - de veiligheid van anderen de oplegging van die maatregel eist. De rechtbank heeft hierbij de rapporten en adviezen in aanmerking genomen die over de persoonlijkheid van verdachte zijn uitgebracht, alsmede de ernst van het bewezen- en strafbaarverklaarde. Tevens zal de rechtbank, ter bescherming van de veiligheid van anderen, de na te noemen voorwaarden stellen betreffende het gedrag van verdachte. - Verdachte zal zich onder behandeling stellen van de polikliniek van de AFPN te Groningen, dan wel een soortgelijke instelling, in verband met een ambulante dagbehandeling voor daders van seksuele delicten, zolang dit door de behandelaars en reclassering nodig wordt geacht; - Verdachte zal zich behandelbaar en begeleidbaar opstellen; - Verdachte zal geen minderjarige meisjes in huis nemen; - Verdachte zal geen pornografisch materiaal vervaardigen en/of verzamelen; - Verdachte houdt zich aan de aanwijzingen die door de reclassering worden gegeven; - Verdachte zal zich niet schuldig maken aan het plegen van strafbare feiten; - Verdachte zal geen contact opnemen of onderhouden met zijn slachtoffers. De laatste voorwaarde is ter terechtzitting door de officier van justitie geformuleerd, op uitdrukkelijk verzoek van de slachtoffers. Verdachte heeft zich bereid verklaard alle voorwaarden na te leven. De rechtbank heeft bij het formuleren van de voorwaarden gelet op het adviezen van de gedragsdeskundigen G.J.R. Mensink, G. de Bruijn, P.R. Schut, reclasseringsmedewerker bij Reclassering Nederland, en B.T. Takkenkamp (het advies van laatstgenoemde is gegeven ter terechtzitting). Het advies van G.J.R. Mensink, d.d. 11 december 2006 houdt, zakelijk weergegeven, onder meer in: Het recidiverisico op lange termijn kan vermoedelijk worden verkleind indien verdachte adequate behandeling zal ondergaan. Een voorwaardelijke straf lijkt onvoldoende stok achter de deur te zijn, zodat poliklinisch contact bij de AFPN te Groningen in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden wordt geadviseerd. Hierbij wordt vermeld dat het lang uitstellen van de behandeling en/of een lang verblijf in detentie een negatief effect zou kunnen hebben op de behandeling/behandelbaarheid. Het advies van G. de Bruijn, d.d. 24 januari 2007 houdt, zakelijk weergegeven, onder meer in: Een langer durende en intensieve ambulante (dag)behandeling kan een verandering ten goede bewerkstelligen, zodat dit geadviseerd wordt. Deze behandeling kan plaatsvinden bij de AFPN, in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden. Het advies van P.R. Schut houdt, zakelijk weergegeven, onder meer in: Minimaal wordt een intensieve ambulante (dag)behandeling geadviseerd. Deze behandeling kan plaatsvinden in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden. Verdachte heeft zich akkoord verklaard met de volgende voorwaarden: - Verdachte zal zich onder behandeling stellen van de polikliniek van de AFPN te Groningen, dan wel een soortgelijke instelling, in verband met een ambulante dagbehandeling voor daders van seksuele delicten, zolang dit door de behandelaars en reclassering nodig wordt geacht; - Verdachte zal zich behandelbaar en begeleidbaar opstellen; - Verdachte zal geen minderjarige meisjes in huis nemen; - Verdachte zal geen pornografisch materiaal vervaardigen en/of verzamelen; - Verdachte houdt zich aan de aanwijzingen die door de reclassering worden gegeven; - Verdachte zal zich niet schuldig maken aan het plegen van strafbare feiten. Het advies van B.T. Takkenkamp houdt, zakelijk weergegeven, onder meer in: Op lange termijn is er gevaar voor recidive, maar verdachte is goed behandelbaar. Dwangverpleging is niet nodig, nu verdachte niet agressief is geweest tijdens het hem tenlastegelegde. Uit psychiatrisch oogpunt moet hem een zware maatregel worden opgelegd. Terbeschikkingstelling met voorwaarden is in dat kader gepast, zodat verdachte naar een TBS-kliniek moet, wanneer hij de voorwaarden overtreedt. De maatschappij is daar beter bij gebaat dan bij een voorwaardelijke gevangenisstraf. Een langdurige gevangenisstraf, voorafgaand aan de behandeling, zal geen positieve invloed hebben op de speciale preventie van verdachte. Onttrekking aan het verkeer De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomene, te weten Eye Hardlock computeronderdeel, moet worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek op de terechtzitting gebleken, dat verdachte met onder meer dit goed het onder 4 tenlastegelegde feit heeft gepleegd. Vordering van de benadeelde partij Feit 1 Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [aangeefster 1], gemachtigde [vader aangeefster 1], wonende aan de [adres vader aangeefster 1]. De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust. Verdachte is vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde. De rechtbank zal daarom bepalen dat de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk is. Dit houdt in dat de vordering niet in dit strafgeding wordt afgedaan, maar slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. Feit 3, onder C Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [aangeefster 8], wonende aan het [adres aangeefster 8]. De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust. Verdachte is vrijgesproken van het onder 3, onder C, tenlastegelegde. De rechtbank zal daarom bepalen dat de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk is. Dit houdt in dat de vordering niet in dit strafgeding wordt afgedaan, maar slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. Feit 2, onder A, en 3, onder B Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [aangeefster 2], wonende aan de [adres aangeefster 2]. De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust. De vordering is ter terechtzitting gemotiveerd weersproken. De raadsman van verdachte heeft gesteld dat het causaal verband tussen de gedragingen van verdachte en de door de benadeelde partij opgelopen schade voor het grootste gedeelte ontbreekt. De raadsman heeft gesteld dat de vordering voor ten hoogste EUR 1.000,- kan worden toegewezen. Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht. Gelet op de ernst van de feiten, de leeftijd van het slachtoffer en de gevolgen van het handelen van verdachte voor het slachtoffer, is de rechtbank van oordeel dat de hoogte van de vordering redelijk en billijk is. Derhalve zal de rechtbank ter zake hiervan bij wijze van voorschot een bedrag van EUR 2.500,- toewijzen. Feit 2, onder B Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [aangeefster 3], gemachtigde [moeder aangeefster 3], wonende aan de [adres moeder aangeefster 3]. De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust. De vordering is ter terechtzitting gemotiveerd weersproken. De raadsman van verdachte heeft gesteld dat het causaal verband tussen de gedragingen van verdachte en de door de benadeelde partij opgelopen schade voor het grootste gedeelte ontbreekt. De raadsman heeft gesteld dat de vordering voor ten hoogste EUR 1.000,- kan worden toegewezen. Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht. Gelet op de ernst van de feiten, de leeftijd van het slachtoffer en de gevolgen van het handelen van verdachte voor het slachtoffer, is de rechtbank van oordeel dat de hoogte van de vordering redelijk en billijk is. Derhalve zal de rechtbank ter zake hiervan bij wijze van voorschot een bedrag van EUR 2.500,- toewijzen. Feit 2, onder C Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [aangeefster 4], gemachtigde [moeder aangeefster 4], wonende aan de [adres moeder aangeefster 4]. De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust. De vordering is ter terechtzitting gemotiveerd weersproken. De raadsman van verdachte heeft gesteld dat het causaal verband tussen de gedragingen van verdachte en de door de benadeelde partij opgelopen schade voor het grootste gedeelte ontbreekt. De raadsman heeft gesteld dat de vordering voor ten hoogste EUR 1.000,- kan worden toegewezen. Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht. Gelet op de ernst van de feiten, de leeftijd van het slachtoffer en de gevolgen van het handelen van verdachte voor het slachtoffer, is de rechtbank van oordeel dat de hoogte van de vordering redelijk en billijk is. Derhalve zal de rechtbank ter zake hiervan bij wijze van voorschot een bedrag van EUR 2.500,- toewijzen. Feit 2, onder D Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [aangeefster 5], wonende aan de [adres aangeefster 5]. De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust. De vordering is ter terechtzitting niet gemotiveerd weersproken, anders dan dat de raadsman van verdachte met betrekking tot dit feit tot vrijspraak heeft geconcludeerd en de benadeelde partij om die reden niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vordering. De rechtbank beschouwt het verweer met betrekking tot de andere ingediende vorderingen niettemin als ook gedaan ten aanzien van de vordering van [aangeefster 5]. De raadsman van verdachte heeft gesteld dat het causaal verband tussen de gedragingen van verdachte en de door de benadeelde partij opgelopen schade voor het grootste gedeelte ontbreekt. De raadsman heeft gesteld dat de vordering voor ten hoogste EUR 1.000,- kan worden toegewezen. Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht. Gelet op de ernst van de feiten, de leeftijd van het slachtoffer en de gevolgen van het handelen van verdachte voor het slachtoffer, is de rechtbank van oordeel dat de hoogte van de vordering redelijk en billijk is. Derhalve zal de rechtbank ter zake hiervan bij wijze van voorschot een bedrag van EUR 2.500,- toewijzen. Feit 3, onder A Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [aangeefster 7], wonende aan de [adres aangeefster 7]. De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust. De vordering is ter terechtzitting gemotiveerd weersproken. De raadsman van verdachte heeft gesteld dat het causaal verband tussen de gedragingen van verdachte en de door de benadeelde partij opgelopen schade voor het grootste gedeelte ontbreekt. De raadsman heeft gesteld dat de vordering voor ten hoogste EUR 1.000,- kan worden toegewezen. Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht. Gelet op de ernst van de feiten, de leeftijd van het slachtoffer en de gevolgen van het handelen van verdachte voor het slachtoffer, is de rechtbank van oordeel dat de hoogte van de vordering redelijk en billijk is. Derhalve zal de rechtbank ter zake hiervan bij wijze van voorschot een bedrag van EUR 2.500,- toewijzen. Schadevergoedingsmaatregel De rechtbank zal aan verdachte de verplichting opleggen voornoemde geldbedragen ten behoeve van de benadeelde partijen aan de Staat te betalen. De rechtbank heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de strafbare feiten is toegebracht en de belangen van de benadeelde partijen ermee zijn gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoeding. Toepasselijke wettelijke voorschriften De rechtbank heeft gelet op de artikelen 24c, 36b, 36c, 36f, 37a, 38, 55, 57, 240b, 247 en 249 van het Wetboek van Strafrecht. BESLISSING De rechtbank: - verklaart de dagvaarding partieel nietig, voor zover het het hieronder genoemde gedeelte van het onder 4 tenlastegelegde betreft: "- (ongeveer) 80.670, althans een (grote) hoeveelheid, veelal kleuren foto's, althans afbeeldingen, betreffende (met name) meisjes in de leeftijd van 8 tot 16 jaar die op erotische wijze en/of in een duidelijk seksueel getinte houding poseren en/of zijn afgebeeld en/of op zodanige wijze poseren en/of zijn afgebeeld, dat hun (ontblote) geslachtsdelen (al dan niet in close-up) nadrukkelijk en/of uitdagend in beeld zijn gebracht (op een wijze kennelijk bedoeld, althans mede bedoeld, om seksuele prikkeling op te wekken) en/of die (een) seksuele gedraging(en) met zichzelf en/of een of meer andere perso(o)n(en) verrichten en/of dulden, bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam en/of (andere) ontuchtige handelingen en/of - 86, althans een (grote) hoeveelheid, (veelal) kleuren films, betreffende (met name) meisjes in de leeftijd van onder de 18 jaar en die op erotische wijze en/of in een duidelijk seksueel getinte houding poseren en/of zijn afgebeeld en/of op zodanige wijze poseren en/of zijn afgebeeld, dat hun (ontblote) geslachtsdelen (al dan niet in close-up) nadrukkelijk en/of uitdagend in beeld zijn gebracht (op een wijze kennelijk bedoeld, althans mede bedoeld, om seksuele prikkeling op te wekken) en/of die (een) seksuele gedraging(en) met zichzelf en/of een of meer (al dan niet meerderjarige) andere perso(o)n(en) verrichten en/of dulden, bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam en/of (andere) ontuchtige handelingen, waaronder" - verklaart het onder 1 primair, het onder 1 subsidiair en het onder 3, onder C, tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij. - verklaart het onder 2, onder A, B, C, D en E, het onder 3, onder A, B en D, en het onder 4 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezenverklaarde strafbaar. - verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij. - verklaart verdachte voor het bewezenverklaarde strafbaar. - veroordeelt verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot: een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden. Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere straf in mindering is gebracht. Gelast dat de veroordeelde ter beschikking wordt gesteld. Stelt de volgende voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde: - Veroordeelde zal zich onder behandeling stellen van de polikliniek van de AFPN te Groningen, dan wel een soortgelijke instelling, in verband met een ambulante dagbehandeling voor daders van seksuele delicten, zolang dit door de behandelaars en reclassering nodig wordt geacht; - Veroordeelde zal zich behandelbaar en begeleidbaar opstellen; - Veroordeelde zal geen minderjarige meisjes in huis nemen; - Veroordeelde zal geen pornografisch materiaal vervaardigen en/of verzamelen; - Veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen die door de reclassering worden gegeven; - Veroordeelde zal zich niet schuldig maken aan het plegen van strafbare feiten; - Veroordeelde zal geen contact opnemen of onderhouden met zijn slachtoffers. Wijst Reclassering Nederland aan als instelling om de terbeschikkinggestelde hulp en steun te verlenen bij de naleving van die voorwaarden en geeft voornoemde instelling daartoe opdracht. Verklaart onttrokken aan het verkeer: Een Eye Hardlock computeronderdeel. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij Verklaart de benadeelde partij [aangeefster 1], gemachtigde [vader aangeefster 1], wonende aan de [adres vader aangeefster 1], in de vordering niet-ontvankelijk. Bepaalt dat de benadeelde partij en de veroordeelde ieder de eigen kosten dragen. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij Verklaart de benadeelde partij [aangeefster 8], wonende aan het [adres aangeefster 8], in de vordering niet-ontvankelijk. Bepaalt dat de benadeelde partij en de veroordeelde ieder de eigen kosten dragen. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij Wijst de vordering van de benadeelde partij [aangeefster 2], wonende aan de [adres aangeefster 2], bij wijze van voorschot toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van EUR 2.500,- (zegge: tweeduizend vijfhonderd euro). Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil. Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van EUR 2.500,- (zegge tweeduizend vijfhonderd euro) ten behoeve van de benadeelde [aangeefster 2], wonende aan de [adres aangeefster 2], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 50 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van EUR 2.500,- ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij Wijst de vordering van de benadeelde partij [aangeefster 3], gemachtigde [moeder aangeefster 3], wonende aan de [adres moeder aangeefster 3], bij wijze van voorschot toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van EUR 2.500,- (zegge: tweeduizend vijfhonderd euro). Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil. Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van EUR 2.500,- (zegge tweeduizend vijfhonderd euro) ten behoeve van de benadeelde partij [aangeefster 3], gemachtigde [moeder aangeefster 3], wonende aan de [adres moeder aangeefster 3], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 50 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van EUR 2.500,- ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij Wijst de vordering van de benadeelde partij [aangeefster 4], gemachtigde [moeder aangeefster 4], wonende aan de [adres moeder aangeefster 4], bij wijze van voorschot toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van EUR 2.500,- (zegge: tweeduizend vijfhonderd euro). Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil. Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van EUR 2.500,- (zegge tweeduizend vijfhonderd euro) ten behoeve van de benadeelde partij [aangeefster 4], gemachtigde [moeder aangeefster 4], wonende aan de [aangeefster 4], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 50 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van EUR 2.500,- ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij Wijst de vordering van de benadeelde partij [aangeefster 5], wonende aan de [adres aangeefster 5], bij wijze van voorschot toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van EUR 2.500,- (zegge: tweeduizend vijfhonderd euro). Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil. Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van EUR 2.500,- (zegge tweeduizend vijfhonderd euro) ten behoeve van de benadeelde partij [aangeefster 5], wonende aan de [adres aangeefster 5], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 50 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van EUR 2.500,- ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij Wijst de vordering van de benadeelde partij [aangeefster 7], wonende aan de [adres aangeefster 7], bij wijze van voorschot toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van EUR 2.500,- (zegge: tweeduizend vijfhonderd euro). Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil. Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van EUR 2.500,- (zegge tweeduizend vijfhonderd euro) ten behoeve van de benadeelde partij [aangeefster 7], wonende aan de [adres aangeefster 7], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 50 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van EUR 2.500,- ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat. Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. H.L. Stuiver, voorzitter, J.M.M. van Woensel en A.F. Gerding, in tegenwoordigheid van mr. A. Hertogs, als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 februari 2007. Mr. A.F. Gerding was buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.