
Jurisprudentie
AZ2512
Datum uitspraak2006-11-13
Datum gepubliceerd2006-11-17
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers205171 \ VZ VERZ 06-674
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Datum gepubliceerd2006-11-17
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers205171 \ VZ VERZ 06-674
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton
Indicatie
Artikel 7:685 BW: ontbinding arbeidsovereenkomst. Niet verrichten van veiligheidsmetingen op het spoor levert dringende reden op voor ontbinding arbeidsoverenkomst.
Uitspraak
RECHTBANK LEEUWARDEN
Sector kanton
Locatie Leeuwarden
zaak-/rolnummer: 205171 VZ VERZ 06-674
beschikking van de kantonrechter d.d. 13 november 2006
inzake
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Strukton Railinfra B.V.,
hierna te noemen: Strukton,
gevestigd te Utrecht,
verzoekster,
gemachtigden: mr. E.J.A. Vilé en mr. B.H.E. Veldmaat,
tegen
[verweerder],
hierna te noemen: [verweerder],
wonende te [woonplaats],
verweerder,
gemachtigde: mr. J.H. Mastenbroek.
Procesverloop
Strukton heeft bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 11 oktober 2006, verzocht de tussen haar en [verweerder] gesloten arbeidsovereenkomst, voor het geval deze nog bestaat, te ontbinden op grond van gewichtige redenen in de zin van artikel 7: 685 BW.
Het verweerschrift van [verweerder] is binnengekomen op 25 oktober 2006.
De behandeling ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 31 oktober 2006.
Partijen zijn verschenen, vergezeld van hun gemachtigden. Door beide gemachtigden is een pleitnota overgelegd. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.
Motivering
1. [verweerder], die geboren is op 29 maart 1964, is sedert 1 december 1985 in dienst bij Strukton, laatstelijk in de functie van Monteur Elektrisch I, tegen een bruto salaris van € 2.470,99 per vier weken, exclusief 8% vakantietoeslag en overige emolumenten.
Strukton heeft [verweerder] op 29 juni 2006 op staande voet ontslagen wegens plichtsverzuim, bedrog en valsheid in geschrifte.
2.1. Strukton heeft gesteld dat [verweerder] zich onder meer bezighoudt met veiligheidsmetingen van relais op het spoor. Daartoe krijgt [verweerder] aan het begin van de week instructies van zijn leidinggevende en vervolgens dient [verweerder] conform die werkinstructies de veiligheidsmetingen uit te voeren en te verantwoorden in meetstaten. De verantwoording van de gewerkte uren door [verweerder] vindt plaats in werkstaten. Bij de veiligheidsmetingen dient [verweerder] zich te houden aan veiligheidsinstructies.
2.2. Volgens Strukton heeft [verweerder] op 1 juni 2006 de hem opgedragen werkzaamheden niet uitgevoerd. Deze werkzaamheden hielden in een zogenaamde R12-revisie op het traject tussen Grouw en Akkrum. Ter onderbouwing hiervan heeft Strukton de blackbox-gegevens van de (bedrijfs)auto van [verweerder] overgelegd. Strukton heeft hierin aanleiding gevonden om nader onderzoek te verrichten met betrekking tot de werkzaamheden van [verweerder]. Uit dit onderzoek blijkt volgens Strukton dat [verweerder] regelmatig teveel tijd heeft verantwoord op zijn werkstaten en ook dat hij de opgedragen veiligheidsmetingen op 2, 6 en 7 juni 2006 niet heeft uitgevoerd, terwijl hij die metingen wel op de meetstaten heeft verantwoord.
Naar aanleiding van haar bevindingen heeft Strukton nader onderzoek uitgevoerd. In het kader van dat onderzoek is gebleken dat relaiskasten die door [verweerder] gecontroleerd hadden moeten worden voorzien zijn van een dikke stoflaag, hetgeen is vastgelegd op foto's. Ook is het volgens Strukton fysiek onmogelijk dat [verweerder] in 23 minuten, welke tijdsduur volgt uit de blackbox van zijn auto, 7 relaismetingen heeft verricht. Voorts heeft Strukton de logfiles van het treinvolgsysteem (TNV) bestudeerd. Hieruit blijkt volgens Strukton dat er op 2, 6 en 7 juni 2006 geen relaismetingen als door [verweerder] verantwoord zijn uitgevoerd op het traject Akkrum-Grouw. Bovendien heeft [verweerder] van een inmiddels vervangen relais het oude relaisnummer in de meetstaten opgenomen. Tenslotte heeft Strukton de geluidsband van 7 juni 2006 beluisterd, waaruit blijkt dat de monteur ([verweerder]) op die datum vier keer telefonisch kontakt heeft gehad met de treindienstleider, hetgeen noodzakelijk is alvorens een relais ten behoeve van de meting kan worden verwisseld. Op grond van deze gegevens blijkt volgens Strukton dat [verweerder] op 7 juni maar één relais heeft gemeten, in plaats van 12 volgens de door hem ingevulde meetstaat.
2.3. Op grond van de resultaten uit het onderzoek heeft Strukton [verweerder] op staande voet ontslagen. Voor het geval in een bodemprocedure de nietigheid van dat ontslag komt vast te staan, verzoekt Strukton de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden, primair wegens een dringende reden, subsidiair wegens veranderingen in de omstandigheden, bestaande uit een door toedoen van [verweerder] ontstane onherstelbare vertrouwensbreuk.
3.1. [verweerder] heeft verweer gevoerd. [verweerder] stelt daarbij onder meer dat de metingen zoals genoteerd in de meetstaten op 2, 6 en 7 juni 2006 ook daadwerkelijk door hem zijn verricht. Wel komt het volgens [verweerder] voor dat metingen op een andere datum worden genoteerd dan waarop zij zijn uitgevoerd. Volgens [verweerder] zijn de blackbox-uitdraaien waar Strukton zich op beroept niet 100% betrouwbaar en leveren zij geen bewijs op van de door hem op een bepaalde datum gereden route. [verweerder] kan zich niet meer precies herinneren wanneer hij de betreffende metingen heeft uitgevoerd, maar wel dát hij ze heeft uitgevoerd. Volgens [verweerder] levert niet elke wisseling van een relais een melding op naar het treinnummervolgsysteem. Zo kan het zijn dat er tijdens de meting al melding was gedaan door een zich binnen het baanvak waarin het relais zich bevindt aanwezige trein, ook kan een meting zijn verricht terwijl de spoorbrug openstond en voorts wordt er wel gebruik gemaakt van zogenaamde stropjes, waarmee bij het verwisselen van een relais de stroom niet wordt onderbroken, zodat er ook geen melding wordt gedaan. De overgelegde foto's van de relaiskasten tonen volgens [verweerder] niet aan dat de metingen niet zijn verricht omdat de kasten verwijderd kunnen worden zonder dat de stoflaag wordt beroerd.
3.2. Nu volgens [verweerder] de opgedragen metingen wel door hem zijn verricht, is er geen sprake van ernstig plichtsverzuim, bedrog of valsheid in geschrifte. Een dringende reden voor ontslag heeft zich dan ook niet voor gedaan. Bovendien is hij als enige ontslagen terwijl de metingen met collega's zijn uitgevoerd. Evenmin is volgens [verweerder] sprake van een vertrouwensbreuk en zijn er voldoende aanknopingspunten voor een verdere samenwerking.
Voor het geval het ontbindingsverzoek toch wordt toegewezen, verzoekt [verweerder] hem een vergoeding toe te kennen conform de kantonrechtersformule met correctiefactor C = 1,5.
4. De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod.
5. De kantonrechter is van oordeel dat Strukton voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat [verweerder] de opgedragen metingen op 2, 6 en 7 juni 2006 niet heeft uitgevoerd zoals door hem in de meetstaten is verantwoord. Uit de logfiles van het TNV blijkt dat op 2 juni 2006 op het traject waarbinnen [verweerder] die dag drie metingen zou hebben verricht geen onechte spoorbezetting heeft plaatsgevonden, hetgeen betekent dat de relais niet zijn gecontroleerd. Dit wordt bevestigd door de geluidsbanden waaruit volgt dat [verweerder] die dag geen contact heeft gehad met de treindienstleider. Voorts geeft de blackbox die dag aan dat [verweerder] niet op de opgegeven locaties is geweest. Voor de metingen op 6 juni en 7 juni 2006 volgt hetzelfde, met dien verstande dat op 7 juni 2006 slechts één kort gesprek tussen [verweerder] en de treindienstleider heeft plaatsgevonden, hetgeen betekent dat er die dag slechts één meting door [verweerder] is verricht in plaats van de opgegeven 9 metingen. Ook geeft de blackbox aan dat [verweerder] slechts 23 minuten in de buurt van de spoorbrug bij Grouw is geweest, terwijl aannemelijk is geworden dat hij in die tijd onmogelijk 7 metingen zoals opgegeven kan hebben verricht. Misschien is nog denkbaar dat [verweerder] niet voor iedere meting telefonisch kontakt heeft opgenomen met de treindienstleider en/of dat hij alvorens de relaiskast ten behoeve van de meting te verwijderen de contactpunten met een zogenaamd stropje heeft verbonden, waardoor er geen melding van een onechte spoorbezetting tot stand komt, maar enerzijds komt dit verweer de kantonrechter niet erg geloofwaardig voor en kon [verweerder] zich desgevraagd ter zitting ook niet meer herinneren of hij bij de betreffende metingen ook daadwerkelijk zo heeft gehandeld, anderzijds is een dergelijke handelwijze zozeer in strijd met de meetinstructies, zoals die ter zitting zijn toegelicht, dat een dergelijke handelwijze niet of nauwelijks minder laakbaar is dan het niet verrichten van de metingen, nu in beide gevallen de veiligheid op het spoor ernstig in gevaar wordt gebracht.
Het niet verrichten van een groot aantal opgedragen veiligheidsmetingen enerzijds en het ten onrechte wel verantwoorden van die niet verrichte metingen in de meetstaten, acht de kantonrechter zo ernstig dat dit, ook rekening houdend met de door [verweerder] geschetste omstandigheden waaronder zijn (lange) staat van dienst en de gevolgen die het verlies van zijn werk bij Strukton heeft, de gevraagde ontbinding wegens een dringende reden rechtvaardigt. Gelet hierop behoeven de andere verwijten die Strukton [verweerder] heeft gemaakt en het daartegen door [verweerder] opgeworpen verweer geen bespreking.
De verzochte ontbinding zal worden toegewezen.
6. Nu de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden wegens een dringende reden kan aan [verweerder] geen ontbindingsvergoeding worden toegekend.
7. Gezien het vorenstaande behoeft aan Strukton geen termijn te worden gegund om het verzoek in te trekken.
8. De kantonrechter acht termen aanwezig om de proceskosten tussen partijen te compenseren.
Beslissing
De kantonrechter:
ontbindt de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst, voor het geval deze nog bestaat, met ingang van 15 november 2006;
compenseert de proceskosten zodanig dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Aldus gegeven te Leeuwarden en in het openbaar uitgesproken op 13 november 2006 door mr. P. Schulting, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
c 73.