Jurisprudentie
AZ2189
Datum uitspraak2006-11-09
Datum gepubliceerd2006-11-14
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers1107/2006 NOT
Statusgepubliceerd
SectorNotariskamer
Datum gepubliceerd2006-11-14
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Amsterdam
Zaaknummers1107/2006 NOT
Statusgepubliceerd
SectorNotariskamer
Indicatie
In het onderhavige geval doen zich naar het oordeel van het hof de uitzonderingen van lid 2 van artikel 21 Wna niet voor. De tekst van de akte van 8 juni 1999 en de daarin vervatte bepaling houdende een onherroepelijke volmacht zijn volstrekt helder en laten geen ruimte voor enige andere uitleg, mede in aanmerking genomen dat de partijen bij deze akte de mogelijkheid om op welke grond dan ook ontbinding van de overeenkomst te vorderen hebben uitgesloten. Dit houdt in dat de notaris zijn diensten niet mocht weigeren.
Uitspraak
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
Beslissing van 9 november 2006 in de zaak onder rekestnummer 1107/2006 NOT van:
[NAAM],
notaris te [plaats],
APPELLANT,
gemachtigde: mr.Th.J.H.M. Linssen,
t e g e n
[naam]. ,
gevestigd te [plaats],
GEÏNTIMEERDE,
gemachtigde: mr. A.G. Moeijes.
1. Het geding in hoger beroep
Ter griffie van het hof alhier is op 17 juli 2006 ingekomen een verzoekschrift van de zijde van appellant, verder te noemen de notaris, waarbij hij tijdig hoger beroep heeft ingesteld tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de kamer van toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen te ‘s-Hertogenbosch, verder te noemen de kamer van 15 juni 2006, verzonden op 19 juni 2006, waarbij de klacht van geïntimeerde, verder te noemen klaagster, gegrond is verklaard en aan de notaris de maatregel van berisping is opgelegd.
1.2. Van de zijde van klaagster is een verweerschrift - met bijlagen - ter griffie van het hof ingekomen op 11 augustus 2006.
1.3. De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 28 september 2006. De gemachtigde van klaagster en haar vertegenwoordiger, [naam], en de notaris vergezeld van zijn gemachtigde zijn verschenen en hebben het woord gevoerd, de gemachtigde van de notaris aan de hand van een pleitnotitie.
2. De stukken van het geding
Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie alsmede van de hiervoor genoemde stukken.
3. De feiten
Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer daaromtrent heeft vastgesteld, met dien verstande dat waar de kamer in haar beslissing vermeldt dat klaagster op 30 december 1998 de economische eigendom van de aldaar genoemde onroerende zaken heeft verkregen van (juridisch eigenaar) , verder te noemen: [naam], hiervoor gelezen moet worden dat de bedoelde economische eigendom op 12 december 1992 van [naam] is verkregen door mevrouw [naam], die vervolgens op 30 december 1998 haar desbetreffende complex van rechten en verplichtingen heeft verkocht en bij akte op 8 juni 1999 heeft geleverd aan klaagster.
4. Het standpunt van klaagster
4.1. Klaagster verwijt de notaris dat hij in strijd met artikel 21 van de Wet op het notarisambt, verder te noemen: Wna, heeft gehandeld, door ten onrechte te weigeren de onherroepelijke volmacht, verder te noemen: de volmacht, zoals opgenomen in de akte van ‘economische eigendomsoverdracht’ d.d. 8 juni 1999, te gebruiken.
4.2. Voorts wordt de notaris verweten dat hij zich niet goed op het transport van 17 februari 2005 heeft voorbereid doordat hij, ook al had hij het gebruik van de volmacht terecht geweigerd, de mogelijke daarmee gepaard gaande problemen eerder had kunnen zien aankomen en daar naar had kunnen handelen.
4.3. Ten slotte verwijt klaagster de notaris dat hij misbruik van zijn positie heeft gemaakt doordat hij in de vaststellingsovereenkomst die hij in opdracht van de kopers heeft gemaakt een clausule heeft opgenomen waarbij klaagster afzag van enige procedure tegen hemzelf.
5. Het standpunt van de notaris
5.1. De notaris betwist de stellingen van klaagster en verweert zich als volgt.
5.2. De notaris heeft gemeend in het kader van zijn zorgvuldigheidsplicht zijn medewerking aan het transport te moeten opschorten totdat de juridische eigenaar, [naam], en de economische eigenaar, klaagster, hun geschil met betrekking tot de voldoening van de zakelijke lasten ten behoeve van de registergoederen gelegen aan [adres], in der minne zouden hebben geregeld dan wel dat een verklaring voor recht dienaangaande zou zijn verkregen.
5.3. Voorts heeft de notaris betoogd dat hij pas op 14 februari 2005 op de hoogte raakte van het geschil tussen klaagster en [naam], zodat hem niet verweten kan worden dat hij zich niet goed op het transport heeft voorbereid.
5.4. Ten slotte heeft de notaris verwezen naar punt 7 van een concept van de vaststellingsovereenkomst waarin al was opgenomen dat zijn aansprakelijkheid werd uitgesloten. Dit concept was opgesteld door de adviseurs van klaagster en [naam].
6. De beoordeling
6.1. Artikel 21 Wna luidt:
“1. De notaris is verplicht de hem bij of krachtens de wet opgedragen of de door een partij verlangde werkzaamheden te verrichten, behoudens het bepaalde in het tweede lid.
2. De notaris is verplicht zijn dienst te weigeren wanneer naar zijn redelijke overtuiging de werkzaamheid die van hem verlangd wordt leidt tot strijd met het recht of de openbare orde, wanneer zijn medewerking wordt verlangd bij handelingen die kennelijk een ongeoorloofd doel of gevolg hebben of wanneer hij andere gegronde redenen voor weigering heeft”.
In het onderhavige geval doen zich naar het oordeel van het hof de uitzonderingen van lid 2 van artikel 21 Wna niet voor. De tekst van de akte van 8 juni 1999 en de daarin vervatte bepaling houdende een onherroepelijke volmacht zijn volstrekt helder en laten geen ruimte voor enige andere uitleg, mede in aanmerking genomen dat de partijen bij deze akte de mogelijkheid om op welke grond dan ook ontbinding van de overeenkomst te vorderen hebben uitgesloten. Dit houdt in dat de notaris zijn diensten niet mocht weigeren. Dit geldt te meer daar de volmacht van wezenlijk belang is voor het beoogde rechtsgevolg van een zogenoemde economische eigendomsoverdracht. De notaris dient deze volmacht dan ook te respecteren, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voordoen die tot een andere opstelling nopen. Hiervan is – zoals reeds gesteld – het hof niet gebleken. De notaris heeft ook nagelaten naar de door [naam] naar voren gebrachte bezwaren tegen het gebruik van de volmacht nader onderzoek te doen, waaruit eventuele bijzondere omstandigheden zouden kunnen blijken. Dit klachtonderdeel is terecht door klaagster voorgesteld. Het hof acht dit klachtonderdeel gegrond.
6.2. Dit geldt evenzeer met betrekking tot de klacht van klaagster dat de notaris zich niet goed zou hebben voorbereid op het transport. Het had op de weg van de notaris gelegen om nadere in formatie te vergaren met betrekking tot de betalings- achterstand in de zakelijke lasten. Door dit na te laten heeft de notaris onvoldoende rekening gehouden met de belangen van zowel klaagster als van [naam]. Het hof acht dit klachtonderdeel gegrond.
6.3.Ook het verweer van de notaris ten aanzien van het derde klachtonderdeel faalt. Onweersproken is vast komen te staan dat de notaris niet aanwezig is geweest tijdens de bespreking tussen de advocaten van klaagster en [naam] op 11 maart 2005. Bij brief van 11 maart 2005 van mr. J.L. Visser, de advocaat van [naam] voornoemd, zijn de voorwaarden voor de levering vastgelegd. Hierin wordt niet gerept over het uitsluiten van de aansprakelijkheid van de notaris.
Hoewel klaagster zich heeft verzet tegen het opnemen van de niet-aansprakelijkheidsclausule van de notaris is deze niettemin in de vaststellingsovereenkomst onder rubriek 4 opgenomen. Klaagster had belang bij een snelle levering van de registergoederen en heeft zich om vertraging te vermijden tegen opname van de bewuste clausule niet langer verzet. Dit laat onverlet dat de notaris in deze onjuist heeft gehandeld door klaagster als het ware voor het blok te zetten, wetende dat klaagster snel wenste te handelen. Ook dit klachtonderdeel is gegrond.
6.4. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht kan als in het voorgaande reeds behandeld dan wel als in deze procedure niet ter zake dienend, buiten beschouwing blijven.
6.5. Het vorenoverwogene leidt mitsdien tot de volgende beslissing.
7. De beslissing
Het hof:
- verwerpt het beroep.
Deze beslissing is gegeven door mrs. N.A.M. Schipper, J.C.W. Rang en P.J.N. van Os en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 9 november 2006 door de rolraadsheer.
Kln.05.13
DE KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN IN HET ARRONDISSEMENT 's-HERTOGENBOSCH
heeft de volgende beslissing gegeven inzake de klacht van [naam], hierna te noemen klaagster tegen mr. [naam], notaris te [plaats], hierna te noemen de notaris.
1. De procedure
1.1. Bij brief van 2 mei 2005 heeft de heer [naam] namens [naam] een klacht (met bijlagen) geformuleerd tegen de notaris.
1.2. De notaris heeft gereageerd bij brief van 10 juni 2005 (met bijlagen).
1.3. De plaatsvervangend voorzitter van de kamer heeft de zaak, na een gesprek met partijen op 28 november 2005, verwezen naar de volle kamer.
1.4. De kamer van toezicht heeft de klacht behandeld ter openbare vergadering van 20 april 2006. Klaagster is verschenen, bijgestaan door haar advocaat, mr. A.G. Moeijes. De notaris is in persoon verschenen.
2. De feiten
2.1. Klaagster heeft op 30 december 1998 van (juridisch eigenaar) [naam] de economische eigendom verkregen van de (appartementsrechten van de) panden [adres].
2.2. In de notariële akte economische eigendomsoverdracht en recht op levering van 8 juni 1999 zijn – voor zover van belang – de navolgende bepalingen opgenomen:
Artikel 10: Onherroepelijke volmacht
“De comparant sub 2 verleent bij deze, ter nadere uitvoering van het in de Akte bepaalde, voor en namens de juridisch eigenaar aan de koper onherroepelijke volmacht om gedurende de looptijd van deze overeenkomst voor en namens haar mede te werken aan de in artikel 4 lid 2 bedoelde eigendomsoverdracht en het verrichten van de in artikel 8 lid 3 bedoelde beschikkingshandelingen en voorts om terzake van het verkochte alle rechtshandelingen, zowel in als buiten rechte, te verrichten, welke de koper nodig heeft of nuttig mocht oordelen, welke volmacht wordt verleend met het recht van substitutie en assumptie.
Deze volmacht vormt een onverbrekelijk bestanddeel van de koop en strekt uitsluitend in het belang van koper ”.
Artikel 12: Woonplaatskeuze en uitsluiting ontbinding
1. (…)
2. “De mogelijkheid om op welke grond dan ook ontbinding van deze overeenkomst te vorderen is uitgesloten.Het in de vorige zin bepaalde laat onverlet de eventuele mogelijkheid tot het vorderen van schadevergoeding onverlet”.
3. De koop is niet meer onderhevig aan enige opschortende of ontbindende voorwaarde waaronder de koop aanvankelijk was gesloten”.
2.3. Klaagster heeft op 14 september 2004 de (juridische) eigendom van voornoemde panden verkocht aan de heren [naam] en [naam]. In opdracht van laatstgenoemden heeft de notaris de koopovereenkomst opgemaakt. De leveringsdatum was vastgesteld op 3 januari 2005.
2.4. Eind december 2004 hebben kopers aan de notaris te kennen gegeven dat zij niet aan hun betalingsverplichtingen konden voldoen, waarna de notaris hen in gebreke heeft gesteld en de leveringsdatum op 1 februari 2005 heeft vastgesteld.
2.5. Op 1 februari 2005 zijn kopers niet op het kantoor van de notaris verschenen, waarna de notaris een akte van non-comparitie heeft opgemaakt.
2.6. Nadat kopers aan de notaris hadden meegedeeld dat zij hun financiering rond hadden, heeft de notaris de datum voor overdacht vastgesteld op 17 februari 2005.
2.7. Bij faxbericht van 14 februari 2005 heeft de juridisch eigenaar, [naam], de notaris te kennen gegeven dat hij de onherroepelijke volmacht niet mocht gebruiken vanwege een achterstand in de betaling van zakelijke lasten zijdens klaagster groot € 35.000,--.
De notaris heeft klaagster hierop laten weten dat hij van de onherroepelijke volmacht vooralsnog geen gebruik zou maken.
2.8. Vooruitlopend op de ontvangst van de koopsom door de notaris heeft de juridisch eigenaar op 16 februari 2005 op voorhand beslag laten leggen op de kooppenningen onder [naam] tot een bedrag van circa € 45.000,--.
2.9. De raadsman van klaagster heeft de notaris bij faxbericht van 18 februari 2005 laten weten hoe de problemen met de juridisch eigenaar opgelost konden worden en de notaris tevergeefs gesommeerd om de onherroepelijke volmacht te gebruiken.
2.10. Op 11 maart 2005 hebben klaagster, de juridisch eigenaar en kopers een schikking getroffen, onder meer inhoudende dat de levering van de onroerende zaken ten overstaan van de notaris zou plaatsvinden en dat de notaris daartoe een nieuwe volmacht annex vaststellingsovereenkomst zou opmaken.
2.11. Op 17 maart 2005 heeft de notaris aan voornoemde partijen een concept vaststellingsovereenkomst toegestuurd, waarin de notaris een clausule heeft opgenomen, inhoudende dat partijen afzien van elke aanspraak op of procedure tegen notarissen en / of advocaten of andere adviseurs die bij de transactie tussen klaagster en kopers betrokken zijn.
2.12. Ondanks protest van de raadsman van klaagster heeft de notaris in zijn faxbericht van 18 maart 2005 laten weten dat hij voormelde clausule zoals opgenomen in artikel 4 van de vaststellingsovereenkomst niet zou wijzigen en dat partijen voor zover zulks niet was overeengekomen dat bij het ondertekenen van de vaststellingsovereenkomst alsnog zouden overeenkomen.
3. De klacht en het verweer daartegen
3.1. Klaagster stelt, zakelijk weergegeven, het navolgende:
De functie van de onherroepelijke volmacht is erin gelegen om de economisch eigenaar de absolute zekerheid te geven dat hij op eerste verzoek, zonder medewerking van de juridische eigenaar, de juridische eigendom kan verkrijgen.
Op het moment dat klaagster als economisch eigenaar de betreffende onroerende zaken verkocht, is er geen enkel voorbehoud gemaakt met betrekking tot de medewerking van de juridisch eigenaar. De notaris had de onherroepelijke volmacht in opdracht van klaagster dan ook moeten gebruiken ten behoeve van het transport op 17 februari 2005. Het is immers zijn taak om de overdracht van onroerende zaken op juridisch adequate wijze te laten verlopen. Eerst na de brief van de raadsman van de juridisch eigenaar, mr. Bil, van 15 februari 2005, waarin met een klacht tegen de notaris werd gedreigd, is het standpunt van de notaris gewijzigd, in dier voege dat hij meende de onherroepelijke volmacht pas te kunnen gebruiken, nadat de juridische eigenaar hiervoor haar toestemming zou hebben gegeven.
Als dat standpunt van de notaris juist zou zijn, dan had de notaris reeds in december 2004, toen hij de leveringsakten voorbereidde, contact op moeten nemen met de juridisch eigenaar, hetgeen hij evenwel heeft nagelaten. Dit nalaten is naar de mening van klaagster alsdan klachtwaardig. Deze stelling van de notaris is echter niet geloofwaardig, nu de notaris op 15 februari 2005 aan de juridische eigenaar heeft geschreven dat hij geen belemmering zag voor de overdracht. Klaagster heeft er in tegenstelling tot de notaris alles aan gedaan om met de juridisch eigenaar tot een oplossing te komen, onder meer door het aanbieden van een bankgarantie groot € 45.000,--, dit terwijl de achterstallige lasten, die zogenaamd het probleem waren, niet € 45.000,--, maar slechts € 15.000,-- bedroegen.
De notaris heeft op 15 februari 2005 het transport opgeschort, waardoor klaagster klem kwam te zitten tussen enerzijds de juridisch eigenaar die in plaats van de achterstallige zakelijke lasten in werkelijkheid een schuld van € 150.000,-- op klaagster kwijtgescholden wenste te zien, en anderzijds de kopers die inmiddels aanspraak maakten op de contractuele boete van meer dan
€ 130.000,-- wegens het niet kunnen voldoen aan de juridische levering. Dat klaagster door de handelswijze van de notaris in deze positie is komen te verkeren kan de notaris dan ook worden verweten. Daarenboven heeft de notaris ervoor gezorgd dat hij niet meer aansprakelijk kon worden gehouden doordat hij in de door hem opgestelde vaststellingsovereenkomst tussen klaagster en de juridisch eigenaar in artikel 4 een clausule heeft opgenomen die iedere aansprakelijkheid jegens hem uitsluit. Hierdoor maakt de notaris misbruik van macht, hetgeen klachtwaardig is jegens klaagster.
Het feit dat koper zijn verplichting tot het stipt voldoen van de zakelijke lasten niet zou zijn nagekomen doet niets af aan de rechtsgeldigheid en de bruikbaarheid van de door de verkoper aan eerstgenoemde verleende onherroepelijk volmacht, nu partijen de mogelijkheid om op welke grond dan ook ontbinding van de overeenkomst te vorderen uitdrukkelijk hebben uitgesloten. De notaris mag zijn dienst dan ook niet weigeren om de transportakte te passeren waarbij de koper gebruik maakt van de aan hem verleende onherroepelijke volmacht. Door de handelswijze van de notaris heeft klaagster schade geleden.
3.2. De notaris stelt zakelijk weergegeven, het navolgende:
Nadat op 14 februari 2005 in overleg tussen klaagster als zijnde economisch eigenaar en de heren [naam] en [naam] als zijnde kopers de datum voor het verlijden van de akte van levering was vastgesteld op 17 februari 2005, is de notaris door mededeling van kopers gebleken dat er een geschil bestond tussen de juridisch eigenaar en de economisch eigenaar omtrent de voldoening van zakelijke lasten, te weten onroerende zaaksbelasting en waterschapsbelasting, over diverse jaren. Daarnaast bleek de verhouding tussen beiden sterk vertroebeld te zijn door het bestaan van diverse claims over en weer, op grond waarvan op dat moment diverse procedures aanhangig waren. Gelet op de ontwikkelingen tussen klaagster en de juridisch eigenaar, [naam], die in februari 2005 escaleerden heeft de notaris in het kader van zijn zorgvuldigheidsplicht dan ook gemeend om zijn medewerking aan het transport op te schorten, totdat partijen onderling overeenstemming hadden bereikt, dan wel in rechte een verklaring van recht hadden verkregen;
Nu de notaris eerst op 14 februari 2005 heeft kennis genomen van het conflict tussen de juridisch eigenaar en klaagster, kan hem niet worden verweten dat hij zich niet goed zou hebben voorbereid.
De door de notaris opgemaakte vaststellingsovereenkomst was gebaseerd op een concept dat door de adviseurs (advocaten) van partijen was opgesteld. In dat concept was onder punt 7 reeds opgenomen dat er geen aanspraken en / of procedures jegens betrokken notarissen en / of advocaten uit welken hoofde of in welke vorm dan ook mochten worden ingesteld en / of gevoerd. Deze bepaling is in de uiteindelijke versie vrijwel ongewijzigd gehandhaafd. Overigens is het opnemen van een dergelijke bepaling in een vaststellingsovereenkomst, mede gezien het verleden van procedures, claims en rechtsgedingen, niet ongebruikelijk.
4. De beoordeling
4.1. Vooropgesteld zij dat, nu de notaris tijdens de openbare vergadering heeft geaccepteerd dat de klacht in behandeling werd genomen, de ontvankelijkheid van de klacht daarmee is komen vast te staan, waarbij overigens in het midden kan blijven of een beroep op de niet-ontvankelijkheid van de klacht op grond van het bepaalde in artikel 4 van de tussen partijen overeengekomen vaststellingsovereenkomst überhaupt kans van slagen zou hebben.
4.2. Naar de kamer begrijpt bestaat de klacht uit drie onderdelen, te weten:
1. de notaris heeft onterecht geweigerd om de onherroepelijke volmacht, zoals opgenomen in de akte economische eigendomsoverdracht, te gebruiken, hetgeen in strijd is met artikel 21 van de Wet op het Notarisambt;
2. als de notaris het gebruik van de onherroepelijke volmacht al terecht heeft geweigerd, dan had hij de mogelijke problemen die hiertoe aanleiding waren, al veel eerder kunnen zien aankomen en daar naar hebben kunnen handelen. De notaris heeft zich derhalve niet goed voorbereid op het transport;
3. de notaris heeft misbruik gemaakt van zijn machtspositie doordat hij uit eigen beweging in de door hem in opdracht van de kopers opgemaakte vaststellingsovereenkomst een clausule heeft opgenomen die iedere aansprakelijkheid jegens hem uitsluit.
Ten aanzien van klachtonderdelen 1 en 2
4.3. De kamer is met klaagster van oordeel dat de onherroepelijke volmacht essentieel is voor een economische overdracht en dat de notaris deze volmacht in beginsel dient te respecteren. Voorstelbaar is dat de notaris in zwaarwegende omstandigheden van deze volmacht afwijkt, maar van dergelijke omstandigheden is niet gebleken.
Naar het oordeel van de kamer kan het de notaris worden verweten dat hij zich onvoldoende heeft ingespannen om de door de juridisch eigenaar opgeworpen bezwaren tegen het gebruik van de onherroepelijke volmacht te verifiëren. Uit artikel 12 lid 2 van de economische akte van 8 juni 1999 kan immers worden afgeleid dat partijen de mogelijkheid om op welke grond dan ook ontbinding van die overeenkomst te vorderen uitdrukkelijk hebben uitgesloten, hetgeen de notaris bij een meer actieve opstelling ook had kunnen constateren. Daarenboven heeft de notaris nagelaten om nadere informatie in te winnen met betrekking tot de omvang van de betalingsachterstand in de zakelijke lasten zijdens klaagster, hetgeen hem kan worden verweten, nu hij bij zijn afweging rekening heeft te houden met de belangen van alle bij de transactie betrokken partijen. Zelfs toen hem signalen bereikten dat niets aan het gebruik van de onherroepelijke volmacht in de weg stond, is hij niet terstond tot het gebruik daarvan overgegaan.
De notaris heeft aldus gehandeld in strijd met artikel 21 lid 1 van de wet op het Notarisambt, hetgeen leidt tot gegrondverklaring van deze onderdelen van de klacht.
Ten aanzien van klachtonderdeel 3
4.4. Naar het oordeel van de kamer kan het de notaris worden verweten dat hij ondanks het
verzoek van klaagster niet tot verwijdering van artikel 4 in de vaststellingsovereenkomst is overgegaan. Partijen waren immers een dergelijke clausule in het kader van de minnelijke regeling niet overeengekomen, terwijl kopers enkel bereid waren om hun medewerking aan het transport te verlenen, indien dat onder toezicht van de notaris zou plaatsvinden. Met de opmerking van de notaris in zijn faxbericht van 18 maart 2005 aan de raadsman van klaagster, “dat partijen voor zover zulks niet was overeengekomen, dat bij het ondertekenen van de vaststellingsovereenkomst alsnog overeenkomen”, is klaagster derhalve in een onmogelijke positie terecht gekomen, temeer nu, zoals hiervoor onder 4.3. is overwogen, door toedoen van de notaris reeds veel tijd was verstreken. Naar het oordeel van de kamer heeft de notaris door deze handelswijze misbruik gemaakt van zijn positie, zodat dit onderdeel van de klacht eveneens gegrond is.
4.5. De kamer acht het handelen van de notaris dusdanig ernstig dat de kamer de maatregel van berisping zal opleggen.
5. De beslissing
De kamer van toezicht verklaart de klacht gegrond;
legt notaris mr. [naam] de maatregel van berisping op;
bepaalt dat deze maatregel zal worden tenuitvoergelegd op een nader te bepalen tijdstip.
Aldus gegeven te 's-Hertogenbosch door mr. R.B.M. Keurentjes, plaatsvervangend voorzitter, mrs. J.J.G.M. Kuijpers, J.L.G.M. Mertens en E.M.M. van de Ven, leden, mr. B.L.M. van Otterdijk, plaatsvervangend lid en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 juni 2006, in tegenwoordigheid van de secretaris.
Hoger beroep tegen vorenstaande beslissing is mogelijk door indiening van een verzoekschrift - binnen dertig dagen na dagtekening van het aangetekend schrijven waarbij van deze beslissing is kennis gegeven - bij het gerechtshof te Amsterdam, postadres: postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.