Jurisprudentie
AZ2089
Datum uitspraak2006-11-14
Datum gepubliceerd2006-11-14
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers19/830131-06
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2006-11-14
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Assen
Zaaknummers19/830131-06
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verdachte heeft niet willen meewerken aan een onderzoek naar zijn geestvermogens. Het moet er dus voor worden gehouden dat de feiten die verdachte thans weer heeft gepleegd hem volledig zijn toe te rekenen. De rechtbank rest niets anders dan verdachte af te straffen. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur is daarom alleszins op zijn plaats.
Uitspraak
RECHTBANK ASSEN
STRAFVONNIS van de meervoudige kamer in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] 1969,
wonende te [woonplaats verdachte],
thans gedetineerd in het huis van bewaring te [plaats van detentie verdachte].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 8 augustus en 31 oktober 2006.
Verdachte/veroordeelde is verschenen ter terechtzitting van 31 oktober 2006 en werd bijgestaan door mr. R.J.B. Caderius van Veen, advocaat te Assen.
De officier van justitie mr. M.C. Hartman acht hetgeen onder 1., 2., 3. primair en 4. is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen: 30 maanden gevangenisstraf onvoorwaardelijk met aftrek van voorarrest, onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen voorwerpen, toewijzing van de vordering van de benadeelde partij Hazewinkel tot een bedrag van ? 400,--, tevens in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel, en niet-ontvankelijk verklaring van deze benadeelde partij in het overig gevorderde, en niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij Smit in zijn vordering.
TENLASTELEGGING
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
1.
hij op of omstreeks 23 april 2006 te Assen, althans in de gemeente Assen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning aan/nabij de Woerdes heeft weggenomen
- een mes en/of
- een spelcomputer en/of
- een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam benadeelde/slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte, en/of zijn mededader(s)
- naar die woning toe is/zijn gegaan en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp zichtbaar heeft
vastgehouden voor die [naam slachtoffer] en/of
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] heeft gezegd: "niks jouw spelcomputer" en/of
- (vervolgens) die [naam slachtoffer] een of meermalen heeft geslagen;
2.
op of omstreeks 23 april 2006, te en in de gemeente Assen, opzettelijk een mobiele telefoon, geheel of ten dele toebehorende aan [naam benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan verdachte en welk(e) mobiele telefoon verdachte had geleend en/of in bruikleen had ontvangen en aldus, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3.
hij op of omstreeks 23 april 2006 te Assen, althans in de gemeente Assen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning aan/nabij de Woerdes heeft weggenomen
- een ring, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam benadeelde/slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte, en/of zijn mededader(s)
- naar die woning toe is/zijn gegaan en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp zichtbaar heeft
vastgehouden voor die [naam slachtoffer] en/of
- die [naam slachtoffer] heeft geslagen en/of
- de ring van een vinger van die [naam slachtoffer] heeft getrokken/gepakt;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij op of omstreeks 23 april 2006 te Assen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een ring, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer/benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij verdachte en/of zijn mededader
- naar die woning toe is/zijn gegaan en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp zichtbaar heeft
vastgehouden voor die [naam slachtoffer] en/of
- die [naam slachtoffer] heeft geslagen en/of
- tegen die [naam slachtoffer] heeft gezegd dat deze die ring moest afstaan/afgegeven;
4.
hij op of omstreeks 23 april 2006 te en in de gemeente Assen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [naam slachtoffer]) heeft geslagen, waardoor voornoemde [naam slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
BEWIJSMIDDELEN
Overeenkomstig de nader op te nemen bewijsconstructie.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1., 2., 3. primair en 4. tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 23 april 2006 te Assen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning aan de Woerdes heeft weggenomen
- een mes en
- een spelcomputer en
- een mobiele telefoon, toebehorende aan [naam benadeelde], welke diefstal werd vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [naam benadeelde/slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte,
- naar die woning toe is gegaan en
- een mes zichtbaar heeft vastgehouden voor die [naam slachtoffer] en
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] heeft gezegd: "niks jouw spelcomputer" en
- vervolgens die [naam slachtoffer] meermalen heeft geslagen;
2.
op 23 april 2006, te en in de gemeente Assen, opzettelijk een mobiele telefoon, toebehorende aan [naam benadeelde], en welke mobiele telefoon verdachte had geleend en aldus anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3.
hij op 23 april 2006 te Assen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een woning aan de Woerdes heeft weggenomen
- een ring, toebehorende aan [naam benadeelde], welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen die [naam benadeelde/slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat hij, verdachte,
- naar die woning toe is gegaan en
- een mes zichtbaar heeft vastgehouden voor die [naam slachtoffer] en
- die [naam slachtoffer] heeft geslagen en
- de ring van een vinger van die [naam slachtoffer] heeft getrokken;
4.
hij op 23 april 2006 te en in de gemeente Assen opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [naam slachtoffer]) heeft geslagen, waardoor voornoemde [naam slachtoffer] letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder 1., 2., 3. primair en 4. meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
KWALIFICATIES
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op:
onder 1.:
diefstal, vergezeld van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken,
strafbaar gesteld bij artikel 312 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 2.:
verduistering,
strafbaar gesteld bij artikel 321 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 3. primair:
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken,
strafbaar gesteld bij artikel 312 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 4.:
mishandeling,
strafbaar gesteld bij artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht.
STRAFBAARHEID
Verdachte heeft op geen enkele wijze medewerking willen verlenen aan een onderzoek naar zijn geestvermogens.
De rechtbank is derhalve van oordeel dat het hiervoor bewezen geachte aan de verdachte volledig kan worden toegerekend nu van strafuitsluitingsgronden niet is gebleken.
STRAFMOTIVERING
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan;
- hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte;
- de eis van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsman van de verdachte;
- de oriëntatiepunten voor de straftoemeting;
- de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen
documentatieregister d.d. 3 mei 2006, waaruit blijkt dat de verdachte vele malen
eerder is veroordeeld wegens onder meer vermogensdelicten.
Alleen al in de afgelopen jaren is verdachte veroordeeld tot drie jaren gevangenisstraf wegens onder meer straatroof (vonnis rechtbank Alkmaar van 26 februari 2002), vijf weken gevangenisstraf wegens diefstal in vereniging (vonnis politierechter Leeuwarden van 26 januari 2005) en 22 weken gevangenisstraf waarvan zeven weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren wegens diefstal in vereniging door middel van braak (vonnis politierechter Haarlem van 9 juni 2004). Van deze voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van zeven weken wordt thans de tenuitvoerlegging gevorderd, nadat op 12 januari 2005 de proeftijd met een jaar werd verlengd omdat de veroordeelde zich wederom aan een strafbaar feit had schuldig gemaakt (vonnis politierechter Haarlem van 12 januari 2005).
Een en ander heeft de verdachte er niet van weerhouden wederom zeer ernstige strafbare feiten - waaronder twee diefstallen met geweld - te plegen.
Verdachte heeft niet willen meewerken aan een onderzoek naar zijn geestvermogens. Het moet er dus voor worden gehouden dat de feiten die verdachte thans weer heeft gepleegd hem volledig zijn toe te rekenen.
De rechtbank rest niets anders dan verdachte af te straffen. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur is daarom alleszins op zijn plaats.
MOTIVERING VAN DE MAATREGEL ONTTREKKING AAN HET VERKEER
De rechtbank acht de hierna te vermelden in beslag genomen voorwerpen vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Met het slagersmes zijn immers de feiten onder 1. en 3. primair gepleegd en het ongecontroleerde bezit van dit mes is in strijd met het algemeen belang. Ook het mesje van een stanleymes dat bij de aanhouding van verdachte op hem werd aangetroffen en hem kennelijk toebehoorde is bij ongecontroleerd bezit in strijd met het algemeen belang.
BENADEELDE PARTIJ [naam benadeelde partij]
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen verklaarde feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. De vordering acht zij tot na te noemen bedrag voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en tot na te noemen bedrag voor toewijzing vatbaar. Voor het overige acht de rechtbank de benadeelde partij [naam benadeelde partij] niet ontvankelijk in zijn vordering. Voor dit deel is de vordering onvoldoende onderbouwd en [naam benadeelde partij] kan dit deel van zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
SCHADEVERGOEDINGSMAATREGEL
Met betrekking tot het onder 1. bewezen verklaarde feit acht de rechtbank de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht tot na te noemen bedrag aansprakelijk voor de schade, die door het strafbare feit is toegebracht.
Aan de verdachte zal de verplichting worden opgelegd dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer.
BENADEELDE PARTIJ [naam benadeelde partij]
De rechtbank acht het gevorderde bedrag onvoldoende onderbouwd. De benadeelde partij [naam benadeelde partij] zal niet ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering en hij kan zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
VORDERING TENUITVOERLEGGING NA VOORWAARDELIJKE VEROORDELING ONDER PARKETNUMMER 19.15/030183-04
De rechtbank acht de vordering van de officier van justitie toewijsbaar nu de verdachte, eerder veroordeeld tot een deels voorwaardelijke straf bij vonnis van de politierechter te Haarlem d.d. 9 juni 2004, zich tijdens de proeftijd heeft schuldig gemaakt aan strafbare feiten.
De rechtbank zal gelasten dat de niet tenuitvoergelegde straf alsnog zal worden tenuitvoergelegd.
TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 14g, 14h, 14i, 14j, 27, 36b, 36c, 36d, 36f en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING VAN DE RECHTBANK
De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1., 2., 3.primair en 4. tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1., 2., 3. primair en 4. meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot
gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De rechtbank verklaart onttrokken aan het verkeer de navolgende in beslag genomen voorwerpen: een zwart slagersmes en een mesje van een stanleymes.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij] van de som van ? 400,-- en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [naam benadeelde partij] voor het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is en dat hij dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen en bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten draagt.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [naam benadeelde partij] niet ontvankelijk is in zijn vordering en dat hij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen en bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten draagt.
De rechtbank legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam slachtoffer], een bedrag van ? 400,-- te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door acht dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen, alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 19.15/030183-04
De rechtbank gelast de tenuitvoerlegging van de bij vonnis d.d. 9 juni 2004 door de politierechter te Haarlem gewezen voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zeven weken.
Dit vonnis is gewezen door J.J. Schoemaker, voorzitter, en mr. H. de Wit en mr. H.K. Elzinga, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op dinsdag 14 november 2006.-