Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AZ1867

Datum uitspraak2006-11-09
Datum gepubliceerd2006-11-09
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers80328 / KG ZA 06-237
Statusgepubliceerd


Indicatie

De voorzieningenrechter veroordeelt gedaagde om het perceel met het zich daarop bevindende pand binnen vier weken na betekening van dit vonnis met al het zijne en de zijnen te ontruimen en ontruimd te houden.


Uitspraak

RECHTBANK Zutphen Sector Civiel – Afdeling Handel zaaknummer / rolnummer: 80328 / KG ZA 06-237 Vonnis in kort geding van 9 november 2006 in de zaak van De stichting WONINGSTICHTING GOED WONEN, gevestigd te Twello, gemeente Voorst, eiseres, procureur mr. A.V.P.M. Gijselhart, tegen [gedaagde], wonende te [plaats], [gemeente], gedaagde, procureur mr. E.J. Kuper. Partijen zullen hierna Goed Wonen en [gedaagde] genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding, betekend op 11 september 2006 - de mondelinge behandeling ter terechtzitting van 26 oktober 2006 - de pleitnota van Goed Wonen - de pleitnota van [gedaagde]. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1 Goed Wonen is sedert 1986 eigenares van het pand “De Witte Brug” aan de Rijksstraatweg 26 te Twello, gemeente Voorst. Het pand werd toen bewoond door krakers. 2.2. Door de krakers is in 1986 de Bewonersvereniging “Het Witte Huis” opgericht, hierna mede te noemen: de Bewonersvereniging. De van deze Bewonersvereniging notarieel vastgelegde statuten houden - voor zover hier van belang - het volgende in: “(...) Artikel 5: Ledenvergadering 5.1 Het bestuur roept tenminste vier keer per jaar een algemene ledenvergadering bijeen. 5.2 Twee weken voor de vergadering worden alle leden die in De Witte Brug wonen door een mededeling op het informatiebord op de hoogte gebracht van de datum, het tijdstip, de plaats en de agenda van de vergadering. 5.3 Alle leden hebben toegang tot de algemene ledenvergadering. 5.4 Alle gewone leden hebben één stem in de ledenvergadering. (...) Artikel 8: Ontbinding en vereffening 8.1 De vereniging wordt ontbonden door een besluit met tweederde van het aantal geldig uitgebrachte stemmen van de algemene ledenvergadering waar alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. (...)”. 2.3. Bij schriftelijke huurovereenkomst van 13 maart 1987 heeft de Bewonersvereniging ten behoeve van de huisvesting van haar leden met ingang van 1 april 1987 het pand “De Witte Brug” aan de Rijksstraatweg 26 te Twello voor onbepaalde gehuurd van Goed Wonen. 2.4. Een tussen Goed Wonen en de Bewonersvereniging tot stand gekomen beheersovereenkomst houdt - voor zover hier van belang - het volgende in: “(...) De ondergetekende: (...) Goed Wonen verklaart delen van het beheer overgedragen te hebben aan: mede-ondergetekende: Bewonersvereniging (...) die verklaart delen van het beheer van Goed Wonen te hebben overgenomen van het perceel met aanhorigheden, (...), staande en gelegen aan de Rijksstraatweg 26 (complex 101), alles nader te noemen: het beheerde. Het beheerde betreft: - 14 niet-zelfstandige wooneenheden - de gemeenschappelijke ruimten - 1 buitenberging met onderverdeling - 1 wasruimte gecombineerd met c.v.ruimte - 1 gemeenschappelijke tuin met vijver. (...)”. 2.5. [gedaagde] heeft vanaf de oprichting van de Bewonersvereniging van deze vereniging in onderhuur ontvangen een gedeelte van “Het Witte Huis”. 2.6. Een tussen Goed Wonen en de Bewonersvereniging op 4 juli 2006 ondertekende overeenkomst houdt - voor zover hier van belang - het volgende in: “(...) 1. De bewonersvereniging beëindigt met dit contract de huurovereenkomst en daarmee verbonden beheerovereenkomst met Goed Wonen voor het pand “Het Witte Huis” met ingang van 1 augustus 2006. 2. Op ditzelfde moment tekenen de leden van de bewonersvereniging een individuele overeenkomst, ingaande 1 augustus 2006, waarin is opgenomen: - Met de bewoners wordt een afspraak gemaakt over passende vervangende woonruimte, het verkrijgen van een urgentie, een financiële vergoeding of een alternatieve inspanning. - Goed Wonen zal passende vervangende woonruimte zoeken en aanbieden. (...) 3. Tegen bewoners die geen individuele overeenkomst sluiten, zal Goed Wonen een ontruimingsprocedure starten op grond van verblijf zonder recht of titel. (...)”. 2.7. Met dertien bewoners heeft Goed Wonen een individuele overeenkomst als hiervoor bedoeld afgesloten. Alleen [gedaagde] heeft geweigerd met Goed Wonen een dergelijke overeenkomst aan te gaan. 2.8. Ondanks schriftelijke sommatie d.d. 31 augustus 2006 van [medewerker Goed Wonen] namens Goed Wonen heeft [gedaagde] tot op heden geweigerd voormeld pand te verlaten en te ontruimen. 3. Het geschil 3.1. Goed Wonen vordert dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis: I. [gedaagde] zal veroordelen om het perceel met het zich daarop bevindende pand, althans de door [gedaagde] in gebruik zijnde onzelfstandige ruimte(n) in dit pand, aan de Rijksstraatweg 26 te (7391 MR) Twello (gemeente Voorst), binnen twee dagen na betekening van dit vonnis met al het zijne en de zijnen te ontruimen en ontruimd te houden, met de bepaling dat dit vonnis op voet van artikel 557a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) gedurende een periode van één jaar na de uitspraak ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich op dat perceel mocht bevinden, II. [gedaagde] zal veroordelen in de kosten van het geding. 3.2. [gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling 4.1. Goed Wonen heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd, dat het door [gedaagde] van de Bewonersvereniging in onderhuur ontvangen gedeelte van het pand “Het Witte Huis” onzelfstandige woonruimte betreft, zodat [gedaagde] na beëindiging van de huurovereenkomst tussen Goed Wonen en de Bewonersvereniging sedert 1 augustus 2006 dit perceelsgedeelte zonder recht of titel bewoont. 4.2. Door [gedaagde] is ten verwere aangevoerd, dat het door hem als hoofdverblijf van de Bewonersvereniging in onderhuur ontvangen perceelsgedeelte dient te worden aangemerkt als zelfstandige woonruimte, zodat na de beëindiging van de huurovereenkomst tussen Goed Wonen en de Bewonersvereniging deze onderhuur van rechtswege door Goed Wonen wordt voortgezet. 4.3. Door [gedaagde] is ter zitting erkend, dat hij van de Bewonersvereniging in onderhuur heeft verkregen een kamer, met gebruik van buiten die kamer gelegen ruimtes, waaronder een keuken, een douche en andere sanitaire voorzieningen. 4.4. De stelling van Goed Wonen, dat conform de door haar met de Bewonersvereniging gesloten overeenkomst vorenbedoelde wezenlijke voorzieningen niet exclusief ten gebruike staan van [gedaagde], maar dat ook andere onderhuurders aanspraak kunnen maken op het gebruik daarvan, is door [gedaagde] niet, althans onvoldoende gemotiveerd weersproken. Evenmin heeft [gedaagde] ter ondersteuning van zijn verweer de door hem met de Bewonersvereniging gesloten, schriftelijke onderhuurovereenkomst overgelegd. Voorshands is dan ook voldoende aannemelijk dat het door [gedaagde] van de Bewonersvereniging gehuurde perceelsgedeelte niet is aan te merken als zelfstandige woonruimte. Dit brengt met zich dat na de beëindiging van de huurovereenkomst tussen Goed Wonen en de Bewonersvereniging de onderhuurovereenkomst met [gedaagde] niet van rechtswege door Goed Wonen is voortgezet, zodat hij het door hem in onderhuur ontvangen perceelsgedeelte sedert 1 augustus 2006 zonder recht of titel in gebruik heeft. 4.5. [gedaagde] heeft betwist, dat Goed Wonen een spoedeisend belang heeft bij haar vordering tot ontruiming. Dit verweer moet worden verworpen. Immers het spoedeisend belang van Goed Wonen is in beginsel reeds gelegen in het verkrijgen van de mogelijkheid om zo spoedig mogelijk een einde te maken aan de voortdurende vermogensaantasting, veroorzaakt door het feit dat het aan Goed Wonen toebehorende perceelsgedeelte wederrechtelijk in gebruik is bij [gedaagde], zonder dat Goed Wonen daarvoor een vergoeding ontvangt. Hieraan doet niet af dat [gedaagde] bereid is een huurovereenkomst te sluiten, nu Goed Wonen kennelijk niet bereid en natuurlijk niet verplicht is een zodanige huurovereenkomst met [gedaagde] aan te gaan. 4.6. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, is de vordering van Goed Wonen voor toewijzing vatbaar. De ontruimingstermijn zal echter worden bepaald op vier weken na betekening van dit vonnis, nu Goed Wonen ter zitting heeft verklaard dat het pand eerst omstreeks 1 januari 2007 geheel verlaten en ontruimd zal zijn door de dan nog resterende bewoner met wie een individuele overeenkomst is gesloten. 4.7. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Goed Wonen worden begroot op: - exploitkosten EUR 72,27 - vast recht 248,00 - salaris procureur 816,00 Totaal EUR 1.136,27 5. De beslissing De voorzieningenrechter 5.1. veroordeelt [gedaagde] om het perceel met het zich daarop bevindende pand, althans de door [gedaagde] in gebruik zijnde onzelfstandige ruimte(n) in dit pand, aan de Rijksstraatweg 26 te (7391 MR) Twello (gemeente Voorst), binnen vier weken na betekening van dit vonnis met al het zijne en de zijnen te ontruimen en ontruimd te houden, 5.2. bepaalt, dat dit vonnis op de voet van artikel 557a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) gedurende een periode van één jaar na de uitspraak ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich op dat perceel mocht bevinden, 5.3. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van Goed Wonen begroot op EUR 1.136,27. 5.4. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad, 5.5. wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd. Dit vonnis is gewezen door mr. A.E.F. Hillen en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2006.? cm/hi