
Jurisprudentie
AZ1796
Datum uitspraak2006-09-06
Datum gepubliceerd2006-11-08
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers139796
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2006-11-08
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers139796
Statusgepubliceerd
Indicatie
Alletekoopstaandehuizen verzoekt primair de onderhavige procedure te schorsen totdat de in de hiervoor bedoelde procedure bij de Nederlandse mededingingsautoriteit en in de hiervoor bedoelde kort gedingprocedure een ik kracht van gewijsde gegaan oordeel is gegeven, subsidiair totdat in de kort gedingprocedure een in kracht van gewijsde gegaan oordeel is gegeven. De makelaars hebben zich tegen inwilliging van het primaire verzoek verzet en zich ten aanzien van het subsidiaire verzoek gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Uitspraak
vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 139796 / HA ZA 06-693
Vonnis van 6 september 2006
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DRIEMAN MAKELAARDIJ O.G. ALPHEN AAN DEN RIJN B.V.,
gevestigd te Alphen aan den Rijn,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BORGDORFF MAKELAARS B.V.,
gevestigd te Monster,
3. de vereniging
NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM,
gevestigd te Nieuwegein,
eiseressen,
procureur mr. L. Paulus,
advocaat mr. J.C.H. van Manen, A.P. Groen en T.M. Snoep te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALLETEKOOPSTAANDEHUIZEN.NL B.V.,
gevestigd te Vught,
gedaagde,
procureur mr. F.J. Boom,
advocaat mr. D.J.G. Visser, A.C.M. Alkema en R. Wesseling te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Drieman c.s. en Alletekoopstaandehuizen.nl B.V. worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord van Drieman c.s., houdende verzoek tot schorsing
- de antwoordakte van Alletekoopstaandehuizen.nl B.V.
1.2. Vervolgens heeft de rolrechter de zaak aangehouden om te beslissen op het verzoek tot ‘schorsing’ van de procedure.
2. De overwegingen
2.1 Tussen dezelfde partijen is over hetzelfde onderwerp van geschil een kort geding aanhangig waarin het gerechtshof alhier inmiddels arrest heeft gewezen. De termijn voor het instellen van cassatieberoep daartegen was op 23 augustus 2006 nog niet verstreken. Cassatieberoep was toen nog niet ingesteld en het was nog niet duidelijk of dat alsnog zou worden ingesteld.
2.2 Verder heeft de Vereniging Eigen Huis een klacht ingediend bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit met het standpunt dat de NVM en de makelaars in strijd handelen met de Mededingingswet door te trachten een monopolie van Funda in stand te houden.
2.3 Alletekoopstaandehuizen verzoekt primair de onderhavige procedure te schorsen totdat de in de hiervoor bedoelde procedure bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit en in de hiervoor bedoelde kort gedingprocedure een in kracht van gewijsde gegaan oordeel is gegeven, subsidiair totdat in de kort geding procedure een in kracht van gewijsde gegaan oordeel is gegeven. De makelaars hebben zich tegen inwilliging van het primaire verzoek verzet en zich ten aanzien van het subsidiaire verzoek gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
2.4 Het primaire verzoek zal niet worden gehonoreerd. De procedure voor de Mededingingsautoriteit speelt zich niet af tussen dezelfde partijen als in deze zaak en het is thans onvoldoende duidelijk dat een uitspraak in die procedure van doorslaggevende betekenis is voor de uitkomst van de onderhavige procedure. Dat een eventueel arrest van de Hoge Raad in de kort gedingprocedure tussen de partijen van betekenis zal zijn voor de onderhavige procedure waarin dezelfde rechtsvragen aan de orde zijn ligt daarentegen wel voor de hand. Er is daarom voldoende reden de onderhavige procedure stil te leggen totdat er in de kort geding procedure een onherroepelijke uitspraak is. De zaak zal daartoe worden verwezen naar de rol ter fine van doorverwijzing naar de parkeerrol.
3. De beslissing
De rechtbank
verwijst de zaak naar de rol van 20 september 2006 voor doorverwijzing naar de parkeerrol,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken op 6 september 2006.