
Jurisprudentie
AZ1339
Datum uitspraak2006-11-01
Datum gepubliceerd2006-11-01
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/923150-06
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2006-11-01
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/923150-06
Statusgepubliceerd
Indicatie
De rechtbank heeft een verdachte veroordeeld tot zes maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf van 180 uur voor het opslaan van een grote partij illegaal vuurwerk in de kelderbox van een flat te Apeldoorn. Door deze wijze van opslag is de veiligheid van de bewoners van die flat in gevaar gebracht.
Uitspraak
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Economische kamer
Parketnummer(s): 06/923150-06
Uitspraak d.d.: 1 november 2006
Tegenspraak/ dip
VERKORT VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 18 oktober 2006.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 16 november 2005, in de gemeente Apeldoorn, al dan niet
opzettelijk, consumentenvuurwerk, te weten 85, althans een aantal
lawinepijlen, 3, althans een aantal flowerbeds 30, althans een aantal vlinders
en/of 60, althans een aantal rotjes (nitraten), voorhanden heeft gehad, ten
aanzien waarvan niet werd voldaan aan de bij het Vuurwerkbesluit gestelde
eisen of de ter uitwerking van voornoemd besluit krachtens artikel 24, derde
lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen gestelde regels, immers
voornoemd vuurwerk was niet voorzien van:
a. de aanduiding: "Geschikt voor particulier gebruik";
b. een gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en/of waarschuwingen dat
bij het dienovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker
en/of omstanders kon ontstaan;
en/of
(een deel van) voornoemd vuurwerk
had niet een zodanige constructie en/of was niet zodanig vervaardigd en/of
verkeerde niet in een zodanige staat
en/of
was, wat aard, samenstelling en/of overige eigenschappen van het materiaal
betreft niet zodanig
en/of
functioneerde niet zodanig,
dat bij gebruik overeenkomstig de gebuiksaanwezijng van voornoemd vuurwerk
geen letsel of schade kon ontstaan;
art 1.2.2 lid 1 ahf/ond a Vuurwerkbesluit
art 2.1.3 lid 1 Vuurwerkbesluit
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat ten aanzien van een flowerbed twijfel bestaat of deze, gezien het gewicht, in strijd is met de wettelijke voorschriften. Nader onderzoek zou noodzakelijk zijn.
Uit het deskundigenrapport blijkt het volgende.
Het brutogewicht van een flowerbed wordt voor een deel bepaald door de klei die er in verwerkt is. Flowerbeds met een brutogewicht van circa 2,5 kilogram voldoen nog aan het criterium van de maximale totale lading van 200 gram. Bij flowerbeds met een brutogewicht van 5 kilogram of meer mag verwacht worden dat zij niet meer voldoen aan het criterium voor de maximale totale lading.
Aangezien het lichtste gewicht van de onder verdachte in beslagen genomen flowerbeds 5,05 kilogram betrof, kan worden aangenomen dat deze in strijd is met de wettelijke voorschriften.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op of omstreeks 16 november 2005, in de gemeente Apeldoorn, opzettelijk consumentenvuurwerk, te weten 85 lawinepijlen, 3 flowerbeds , 30 vlinders en een aantal rotjes (nitraten), voorhanden heeft gehad, ten aanzien waarvan niet werd voldaan aan de bij het Vuurwerkbesluit gestelde eisen of de ter uitwerking van voornoemd besluit krachtens artikel 24, derde lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen gestelde regels, immers voornoemd vuurwerk was niet voorzien van:
a. de aanduiding: "Geschikt voor particulier gebruik";
b. een gebruiksaanwijzing met zodanige aanwijzingen en/of waarschuwingen dat bij het dienovereenkomstig handelen geen letsel of schade bij de gebruiker en/of omstanders kon ontstaan;
en
voornoemd vuurwerk had niet een zodanige constructie en/of was niet zodanig vervaardigd,
en
verkeerde niet in een zodanige staat, en was, wat aard, samenstelling en/of overige eigenschappen van het materiaal betreft niet zodanig, en functioneerde niet zodanig, dat bij gebruik overeenkomstig de gebruiksaanwijzing van voornoemd vuurwerk geen letsel of schade kon ontstaan.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op het misdrijf:
Overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 24, eerste lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen, opzettelijk begaan.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
Gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de
rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf met daarnaast een taakstraf als na te melden
- met welke strafmodaliteit verdachte heeft ingestemd - op zijn plaats. Bedoelde taakstraf zal moeten worden verricht op een projectplaats als opgenomen in de door de Reclassering Nederland gehanteerde lijst van projectplaatsen.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte een grote hoeveelheid illegaal en zeer krachtig vuurwerk voorhanden heeft gehad, terwijl algemeen bekend is dat de opslag van het lichtere legaal vuurwerk al aan zeer strikte regels is gebonden. Verdachte heeft door het opslaan van het vuurwerk in de kelderbox van een flat de veiligheid van de bewoners van die flat in gevaar gebracht. Verder is algemeen bekend dat het gebruik van zodanig vuurwerk zeer ernstige risico’s pleegt op te leveren. Die risico’s zijn er niet alleen voor degene die het vuurwerk afsteekt, maar ook voor niets vermoedende omstanders.
Anderzijds houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen:
- 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 91 van het Wetboek van Strafrecht;
- 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten;
- 24 van de Wet milieugevaarlijke stoffen;
- 1.2.2 en 2.1.3 van het Vuurwerkbesluit.
Beslissing
De rechtbank beslist als volgt.
Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden.
Bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 180 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 90 dagen.
Beveelt dat voor de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf dat per dag in voorarrest doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
Aldus gewezen door mrs. Hemrica, voorzitter, Borgerhoff Mulder en Van Hoorn, rechters,
in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van
1 november 2006.