Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AZ0402

Datum uitspraak2006-10-11
Datum gepubliceerd2006-10-18
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Rotterdam
Zaaknummers265033 / HA ZA 06-1925
Statusgepubliceerd


Indicatie

CMR-vervoer. De gehele lading is verloren gegaan door brand tijdens het vervoer. Het beroep op overmacht stuit reeds af op onduidelijkheid over de (uiteindelijke) oorzaak van de brand.


Uitspraak

R E C H T B A N K R O T T E R D A M sector civiel recht Zaak-/rolnummer: 265033 / HA ZA 06-1925 Uitspraak: 11 oktober 2006 VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van: 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ORANGE NEUTRAL B.V., gevestigd te Enschede, 2. de naamloze vennootschap ALLIANZ NEDERLAND SCHADEVERZEKERING N.V., eiseressen in conventie, verweersters in reconventie, procureur mr. R.W.J.M. te Pas, - tegen - de rechtspersoon naar het recht van de plaats van vestiging P&O FERRYMASTERS LTD., gevestigd te Noord Ierland, gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, procureur mr. B.S. Janssen. Partijen worden aangeduid als “Orange cs”, dan wel “Orange” en “Allianz”, respectievelijk “Ferrymasters”. Het verloop van het geding blijkt uit de stukken in het griffiedossier, waar de rechtbank kennis van heeft genomen. 1. De vaststaande feiten in conventie en in reconventie 1.1 Op 2 september 2005 heeft Ferrymasters opdracht gegeven aan Orange tot het vervoer over de weg van 17 pallets met 642 kartons Kodak fotografisch materiaal met een brutogewicht van 7.844 kilogram en 47 pallets met 1.850 kartons Kodak fotografisch materiaal met een brutogewicht van 13.580 kilogram (hierna: de zending) van Hemel Hamstead, Verenigd Koninkrijk, naar Hetten, Duitsland. Orange heeft het vervoer uitbesteed aan Scan Trans. 1.2 Tijdens het vervoer is de gehele zending door brand verloren gegaan. 2. Het geschil in conventie 2.1 Orange cs heeft gevorderd dat bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad voor recht wordt verklaard dat Orange cs niet, althans niet tot meer dan de in art 23 CMR jo art 25 CMR genoemde limieten door Ferrymasters ter zake van de in de dagvaarding omschreven schade aansprakelijk kan worden gehouden, met veroordeling van Ferrymasters in de kosten van dit geding. 2.2 Ferrymasters heeft de vordering gemotiveerd betwist. 3. Het geschil in reconventie 3.1 Ferrymasters heeft uiteindelijk gevorderd dat: - voor recht wordt verklaard dat Orange aansprakelijk is jegens Ferrymasters terzake van de onderhavige ladingschade aan de twee zendingen Kodak-goederen, zoals gespecificeerd in de processtukken, - Orange wordt veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Ferrymasters te betalen een schadevergoeding, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens te wet, alles te vermeederen met de CMR rente vanaf 7 september 2005, althans vanaf de datum van de eis in reconventie, met veroordeling van Orange in de kosten van het geding. 3.2 Orange heeft de vordering gemotiveerd betwist. 4. De beoordeling in conventie en in reconventie 4.1 Niet in geschil is dat de vervoerovereenkomst tussen Ferrymasters en Orange wordt beheerst door de CMR en dat Orange in beginsel aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het tijdens het vervoer door brand verloren gaan van de zending. 4.2 Orange cs heeft zich ter afwering van haar aansprakelijkheid beroepen op overmacht (art 17 lid 2 CMR). 4.3 Het beroep van Orange cs op overmacht kan slechts slagen indien zij aantoont dat zij alle in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van een zorgvuldig vervoerder - daaronder begrepen de personen van wier hulp hij bij de uitvoering van de overeenkomst gebruikt maakt - te vergen maatregelen heeft genomen om het verlies te voorkomen. Voorts geldt dat de vervoerder zich niet aan zijn aansprakelijkheid kan onttrekken door een beroep te doen op gebreken van het voertuig waarvan hij zich bedient om het vervoer te bewerkstelligen (art 17 lid 3 CMR). 4.4 Vaststaat dat tijdens het vervoer brand is ontstaan nadat de chauffeur de vrachtwagencombinatie had geparkeerd op een parkeerplaats nabij Gelsenkirchen, Duitsland. De door de Duitse politie gehoorde getuige Grieskamp heeft rook uit (de buurt van) de linkerachteras van de trekker zien komen. Verschillende getuigen hebben de chauffeur onder de trekker zien kijken en hebben een explosie gehoord, waarna zij vlammen onder de trekker vandaan hebben zien komen en de brand hebben zien uitbreiden. Uiteindelijk is de gehele vrachtwagencombinatie met daarin de zending uitgebrand en is de chauffeur omgekomen. De oorzaak van de brand is niet achterhaald. In de stukken wordt een technisch defect aan de trekker - bijvoorbeeld schade aan een band - als vermoedelijke oorzaak genoemd. Onduidelijk is hoe deze gesuggereerde schade (aan een band) - zo die zich heeft voorgedaan - is ontstaan. 4.5 Het beroep op overmacht van Orange cs stuit reeds af op de uit het onder 4.4 overwogene blijkende onduidelijkheid over de (uiteindelijke) oorzaak van de brand. Orange cs heeft betoogd dat de trekker in goede staat van onderhoud verkeerde. Zij heeft een (milieu)keuringsrapport van DAF d.d. 26 januari 2005 overgelegd en bewijslevering door getuigen aangeboden. Ook als zou blijken dat de trekker in de door Orange cs gestelde goede staat van onderhoud verkeerde, is daarmee niet gezegd dat de brand niet is terug te voeren op een gebrek aan het voertuig, waar Orange cs voor dient in te staan, en evenmin dat het niet anders kan, of de oorzaak van de brand moest van buiten afkomstig zijn. Orange cs heeft nog een aantal mogelijke oorzaken van buitenaf genoemd - bijvoorbeeld een spijker in een band. Er is echter geen enkele concrete aanwijzing dat daar sprake van is geweest en dat de brand daar uiteindelijk op is terug te voeren. Dat, zoals Orange cs heeft betoogd, de chauffeur het voorval met de dood heeft moeten bekopen, betekent evenmin dat, in weerwil van het voorgaande kan worden gezegd dat Orange cs alle in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van een zorgvuldig vervoerder - daaronder begrepen de personen van wier hulp hij bij de uitvoering van de overeenkomst gebruikt maakt - te vergen maatregelen heeft genomen om het verlies te voorkomen. Dit geldt ook als, zoals Orange cs heeft gesteld en in het midden kan blijven, de chauffeur trachtte de zaak te beredderen. 4.6 Niet in geschil is dat Orangs cs zich kan beroepen op de in art 23 jo 25 CMR vervatte beperking van haar aansprakelijkheid. 4.7 Voor het overige bestaat er geen geschil over de vorderingen. 4.8 Het vooroverwogene leidt tot toewijzing van de vorderingen zoals hierna in het dictum omschreven. Daar partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd. 5. De beslissing in conventie verklaart voor recht dat Orange cs niet tot meer dan de in art 23 CMR jo art 25 CMR genoemde limieten door Ferrymasters ter zake van de in de dagvaarding omschreven schade aansprakelijk kan worden gehouden; in reconventie verklaart voor recht dat Orange aansprakelijk is jegens Ferrymasters terzake van de onderhavige ladingschade aan de twee zendingen Kodak-goederen, zoals gespecificeerd in de processtukken; veroordeelt Orange om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Ferrymasters te betalen een schadevergoeding, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens te wet, vermeerderd met de CMR rente vanaf 7 september 2005; in conventie en in reconventie compenseert de proceskosten aldus dat beide partijen hun eigen kosten dragen; verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. L. de Loor-ALwin. Uitgesproken ter openbare terechtzitting. 1548