Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AX8771

Datum uitspraak2006-06-13
Datum gepubliceerd2006-06-16
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
ZaaknummersTBS 2006\064
Statusgepubliceerd


Indicatie

Het verzoek tot het horen van de getuige-deskundige wordt afgewezen. Van het horen van deze getuige-deskundige kan niet veel worden verwacht, daar - ook als zij zou verklaren in de door de verdediging aangegeven zin - het formele advies van de kliniek is neergelegd in het verlengingsadvies dat is opgestelde op basis van méér bronnen. Het hof zal de informatie omtrent het contact van betrokkene met zijn gevoelsleven in de beslissing laten meewegen. Gezien de gunstige ontwikkelingen en de ontwikkelingen die worden verwacht, acht het hof een verlenging met een jaar geïndiceerd. Hieraan kan echter niet de verwachting worden ontleend dat over een jaar zonder meer gronden aanwezig zullen zijn die een beëindiging dan wel voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging rechtvaardigen.


Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM TBS 20064 Beslissing d.d. 13 juni 2006 De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van [terbeschikkinggestelde] geboren te [geboorteplaats] op [geboortdedatum], verblijvende in [verblijfplaats]. Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 18 januari 2006, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. Na schorsing voor beraad deelt de voorzitter als beslissing van het hof het volgende mede: Het verzoek mevrouw Barendregt, verbonden aan de TBS-kliniek Flevo Future, dan wel iemand anders die verbonden is aan de TBS-kliniek Flevo Future als getuige-deskundige op te roepen, wordt afgewezen. Ten eerste kan van het horen van deze getuige-deskundige niet veel worden verwacht, daar - ook als zij zou verklaren in de door de verdediging aangegeven zin - het formele advies van de kliniek is neergelegd in het verlengingsadvies dat is opgestelde op basis van méér bronnen. Ten tweede zal het hof de informatie omtrent het contact van betrokkene met zijn gevoelsleven, die het hof van de raadsman heeft ontvangen en in de verdere loop van de procedure nog aan de orde zal komen, in de beslissing laten meewegen. Het hof acht zich voldoende voorgelicht en wijst het verzoek tot aanhouding af. Overwegingen: Het hof zal de beslissing van de rechtbank dienen te vernietigen, daar het hof recht zal doen mede op grond van nieuwe stukken. In het bijzonder gelet op de advisering is het hof van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist als in de hierna te vermelden beslissing vervat. Uit het verlengingsadvies volgt dat bij betrokkene sprake is van een borderline persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale kenmerken. De middelenafhankelijkheid is onder toezicht in remissie. Gezien de passende afstemming van de behandeling en het resocialisatietraject geldt het recidivegevaar, binnen deze kaders, op de korte en middellange termijn als aanvaardbaar laag. Op de lange termijn vereisen een aantal risicofactoren echter verdere monitoring en begeleiding. Verwacht wordt dat een geleidelijke voortzetting van de resocialisatie de risicofactoren verder zal terugdringen. Een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging is derhalve thans nog niet aan de orde. Gezien de gunstige ontwikkelingen in de afgelopen periode en de gunstige ontwikkelingen die worden verwacht, acht het hof een verlenging van de maatregel met een jaar geïndiceerd. Hieraan kan echter niet de verwachting worden ontleend dat over een jaar zonder meer gronden aanwezig zullen zijn die een beëindiging dan wel voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging rechtvaardigen. Beslissing: Het hof: Vernietigt de beslissing van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 18 januari 2006 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde . Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. Aldus gedaan door mr Lensing als voorzitter, mrs mr. Stikkelbroeck en Lauwaars als raadsheren, en drs Poll en drs Boon als raden, in tegenwoordigheid van mr Jansen als griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2006. Mr Lauwaars en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.