Jurisprudentie
AU8633
Datum uitspraak2005-12-23
Datum gepubliceerd2005-12-23
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Roermond
Zaaknummers04/660043-02
Statusgepubliceerd
SectorPresident
Datum gepubliceerd2005-12-23
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Roermond
Zaaknummers04/660043-02
Statusgepubliceerd
SectorPresident
Indicatie
Verdachte is veroordeeld voor het uitvoeren van verdovende middelen en het witwassen van de daaruit voortvloeiende inkomsten.
Bij het opsporingsonderzoek is gebruik gemaakt van het stelselmatig inwinnen van informatie en pseudokoop.
De rechtbank heeft geoordeeld dat dit op een rechtmatige wijze heeft plaatsgevonden.
Tegen verdachte was voldoende verdenking ter zake de overtreding van de Opiumwet, op het moment dat de officier van justitie besloot tot het afgeven van een bevel tot stelselmatige informatie-inwinning.
Die verdenking was er ook nog toen een bevel pseudo-koop werd afgegeven. Andere opsporingsmethoden hadden geen resultaat opgeleverd. De pseudokoper heeft volgens de rechtbank verdachte niet tot andere strafbare feiten gebracht dan waarop verdachtes opzet reeds van tevoren was gericht (Tallon-criterium).
De rechtbank oordeelt dat het aan de pseudokoper aanbieden van verdovende middelen, ten vervoer naar het buitenland voldoende is om tot een bewezenverklaring te komen. Dat de verdovende middelen aan een opsporingsambtenaaar, pseudokoper ten uitvoer zijn aangeboden en het daardoor op zich waarschijnlijk is dat de verdovende middelen in Nederland zullen blijven om aldaar te worden vernietigd, zoals door de raadsman gesteld, doet daar niet aan af.
Uitspraak
RECHTBANK ROERMOND
Parketnummer : 04/660043-02
Uitspraak d.d. : 23 december 2005
TEGENSPRAAK
VONNIS van de rechtbank Roermond, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
naam : [verdachte]
voornamen : [voornamen]
geboren op : [geboortedatum en -plaats]
adres : [[adres verdachte]]
plaats : [woonplaats]
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring te Roermond.
1. Het onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen, gehouden op 19 september 2005,
28 november 2005, 30 november 2005, 2 december 2005 en 9 december 2005.
2. De tenlastelegging
De verdachte staat – na een vordering nadere omschrijving tenlastelegging – terecht ter zake dat:
1.
hij op of omstreeks 5 januari 2005 in de gemeente Maasbree, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1, lid 5 van de Opiumwet, ongeveer drieënvijftig (53) kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, door met dat opzet deze hoeveelheid (ongeveer 53 kilogram) hasjiesj af te leveren bij en/of te vervoeren in een vrachtauto met bestemming Tsjechië;
(artikel 3 Opiumwet)
althans indien terzake het vorenstaande onder 1 geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 5 januari 2005 in de gemeente Maasbree, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht of afgeleverd of verstrekt of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van ongeveer drieënvijftig (53) kilogram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
(artikel 3 Opiumwet)
2.
hij op of omstreeks 28 januari 2005 in de gemeente Venlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1, lid 5 van de Opiumwet, een hoeveelheid (40.000 pillen) van een materiaal bevattende MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, door met dat opzet deze hoeveelheid (40.000 pillen) van een materiaal bevattende MDMA af te leveren bij en/of te vervoeren in een vrachtauto met bestemming Tsjechië;
(artikel 2 Opiumwet)
althans indien terzake het vorenstaande onder 2 geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 28 januari 2005 in de gemeente Venlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht of afgeleverd of verstrekt of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid (40.000 pillen) van een materiaal bevattende MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
(artikel 2 Opiumwet)
3.
hij op of omstreeks 7 maart 2005 in de gemeente Venlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1, lid 5 van de Opiumwet, een hoeveelheid (250.000 pillen) van een materiaal bevattende MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, door met dat opzet deze hoeveelheid (250.000 pillen) van een materiaal bevattende MDMA af te leveren bij en/of te vervoeren in een vrachtauto met bestemming Tsjechië;
(artikel 2 Opiumwet)
althans indien terzake het vorenstaande onder 3 geen veroordeling zou volgen:
hij op of omstreeks 7 maart 2005 in de gemeente Venlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht of afgeleverd of verstrekt of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid (250.000 pillen) van een materiaal bevattende MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
(artikel 2 Opiumwet)
4.
hij in of omstreeks de periode van 14 december 2001 tot en met 10 oktober 2005, in de gemeente Venlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
a.
in de periode van 14 december 2001 tot 19 juli 2005, verborgen of verhuld wie de rechthebbende op een appartement (woning en berging), gelegen aan de [adres pand 1] te Venlo, was, of verborgen of verhuld wie een appartement (woning en berging), gelegen aan de [adres pand 1] te Venlo, voorhanden had,
bestaande in het laten rusten van de juridische eigendom bij [betrokkene 1] van dat door hem, verdachte, gekochte en/of betaalde appartement, gelegen aan de [adres pand 1] te Venlo,
of
van een hoeveelheid geld (omgerekend 45.378,-- euro) de werkelijke aard of de herkomst verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op deze hoeveelheid geld was, of verborgen of verhuld wie deze of een hoeveelheid geld (omgerekend 45.378,-- euro) voorhanden had,
bestaande in het laten rusten van de juridische eigendom van een appartement (woning en berging), gelegen aan de [adres pand 1] te Venlo, - dat door hem, verdachte, (voor omgerekend 45.378,-- euro) was gekocht en/of betaald -, bij [betrokkene 1];
en/of
b.
op of omstreeks 9 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005, van een hoeveelheid geld (80.000,-- euro, 418,-- USdollars, en 3.940,-- Zwitserse Francs) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op een hoeveelheid geld was, of verborgen of verhuld wie deze of een hoeveelheid geld (80.000,-- euro, 418,-- USdollars, en 3.940,-- Zwitserse Francs) voorhanden had,
bestaande in het aanwezig hebben en/of bewaren van een hoeveelheid geld (80.000,-- euro, 418,-- USdollars, en 3.940,-- Zwitserse Francs) in een safeloket (nummer 693) bij de Coöperatieve Rabobank Venlo e.o., dat was gehuurd op naam [betrokkene 2] en/of [medeverdachte 1], in elk geval een hoeveelheid geld (80.000,-- euro, 418,-- USdollars, en 3.940,-- Zwitserse Francs) voorhanden gehad;
en/of
c.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005, van een hoeveelheid geld (13.025,-- euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op deze of een hoeveelheid geld was, of verborgen of verhuld wie deze of een hoeveelheid geld (13.025,-- euro) voorhanden had,
bestaande in het aanwezig hebben en/of bewaren van een hoeveelheid geld (13.025,-- euro) in de woning van [betrokkene 3] en [betrokkene 4], gelegen aan de [adres pand 2] te Venlo, in elk geval een hoeveelheid geld (13.025,-- euro) voorhanden gehad;
en/of
d.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een hoeveelheid geld ( 7.397,17 euro) voorhanden gehad (in de woning, gelegen aan de [[adres verdachte]] te Venlo);
en/of
e.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een personenauto, Porsche 911 carrera coupé, gekentekend [kenteken 1], voorhanden gehad;
en/of
f.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een personenauto, Alfa Romeo Spider 1.6, gekentekend [kenteken 2], voorhanden gehad (in een garagebox, gelegen [voornaam] de [adres pand 3] te Venlo);
en/of
g.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een personenauto, Mercedes-Benz C220 cdi, zonder kenteken, voorhanden gehad;
en/of
h.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een personenauto, Mercedes-Benz E270, zonder kenteken, voorhanden gehad;
en/of
i.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een personenauto, Mercedes-Benz S400 cdi, gekentekend [kenteken 3], voorhanden gehad;
en/of
j.
op of omstreeks 10 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een speedboot, Mariah SX1800, met het nummer VMHAA137F405 en/of een aanhangwagen, Freewheel 1514 LB, gekentekend [kenteken 4], voorhanden gehad;
en/of
k.
in of omstreeks de periode van 23 februari 2005 tot en met 16 juni 2005, in elk geval in het jaar 2005,
bij de Coöperatieve Rabobank Venlo e.o. 918,24 euro (op rekeningnummer 1538.83.979) en/of 133,68 euro (op rekeningnummer 1538.01.581) en/of
18.291,68 euro (op rekeningnummer 3624.361.635) voorhanden gehad, en/of
op of omstreeks 10 oktober 2005, in elk geval in het jaar 2005, van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (9.664,21 euro op rekeningnummer 1962.257.436
en/of 3.490,44 euro op rekeningnummer 1015.370.160 en/of 98,99 euro op rekeningnummer 1039.42.653) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op (een) hoeveelhe(i)d(en) geld was, of verborgen of verhuld wie (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (9.664,21 euro op rekeningnummer 1962.257.436 en/of
3.490,44 euro op rekeningnummer 1015.370.160 en/of 98,99 euro op rekeningnummer 1039.42.653) voorhanden had,
bestaande in het aanwezig hebben en/of bewaren van deze of een hoeveelhe(i)d(en) geld (9.664,21 euro op rekeningnummer 1962.257.436 en/of
3.490,44 euro op rekeningnummer 1015.370.160 en/of 98,99 euro op rekeningnummer 1039.42.653) bij de Coöperatieve Rabobank Venlo e.o. op naam[betrokkene 5],
in elk geval een hoeveelhe(i)d(en) geld (9.664,21 euro op rekeningnummer 1962.257.436 en/of 3.490,44 euro op rekeningnummer 1015.370.160 en/of 98,99 euro op rekeningnummer 1039.42.653) voorhanden gehad;
en/of
l.
in of omstreeks de periode van 8 maart 2005 tot en met 22 juni 2005, in elk geval in het jaar 2005,
bij de SNS-bank N.V. 391,22 euro (op rekeningnummer 86.28.33.698) en/of
21.221,82 euro (op rekeningnummer 86.64.29.190) en/of 2.200,-- euro (op rekeningnummer 85.27.05.948) en/of 28,92 euro (op rekeningnummer 86.58.98.650) voorhanden gehad;
en/of
m.
in of omstreeks de periode van 7 maart 2005 tot en met 17 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (52.013,90 euro en/of 52.013,90 euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op (een) hoeveelhe(i)d(en) geld was, of verborgen of verhuld wie (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (52.013,90 euro en/of 52.013,90 euro) voorhanden had,
bestaande in het bij een buitenlandse bank (Dexia Bank N.V.) bewaren van 52.013,90 euro op rekeningnummer 833-5444513-64 en/of 52.013,90 euro op rekeningnummer 833-5444514-65 en/of het bewaren van de op deze rekening(en) betrekking hebbende bescheiden in de woning van [Betrokkene 2] en/of het nalaten van het melden van deze hoeveelhe(i)d(en) geld aan de belastingdienst,
in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten 52.013,90 euro op rekeningnummer 833-5444513-64 en/of 52.013,90 euro op rekeningnummer 833-5444514-65, bij de Dexia Bank N.V. voorhanden gehad,
en/of
van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (naar schatting) 165.300,-- euro en/of 65.574,20 euro en/of 25.474,96 euro en/of 50.188,52 euro en/of 50.188,52 euro en/of 50.188,52 euro en/of 18.464,13 euro en/of 143.547,72 euro en/of 25.224,40 euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op (een) hoeveelhe(i)d(en) geld was, of verborgen of verhuld wie (een) hoeveelhe(i)d(en) geld voorhanden had, bestaande in het bij een buitenlandse bank (Dexia Bank N.V.) bewaren van (naar schatting) 165.300,-- euro in een effectenportefeuille onder het nummer 789-9077940-19 ten name van [medeverdachte 1] en/of 65.574,20 euro op rekeningnummer 833-4142537-22 ten name van [medeverdachte 1] en/of 25.474,96 euro op rekeningnummer 833-5022094-80 ten name van [medeverdachte 1] en/of 50.188,52 euro op rekeningnummer 833-5444506-57 ten name van [medeverdachte 1] en/of 50.188,52 euro op rekeningnummer 833-5444509-60 ten name van [medeverdachte 1] en/of 50.188,52 euro op rekeningnummer 833-5444511-62 (mede) ten name van [medeverdachte 1] en/of 18.464,13 euro op rekeningnummer
833-5271488-87 ten name van [Betrokkene 2] en/of 143.547,72 euro op rekeningnummer 833-5434324-60 ten name van [betrokkene 1] en/of 25.244,40 euro op rekeningnummer 833-5148797-04 ten name van [betrokkene 5], en/of het
bewaren van de op deze rekening(en) betrekking hebbende bankbescheiden in de woning van [Betrokkene 2] en/of het nalaten van het melden van deze hoeveelhe(i)d(en) geld aan de belastingdienst, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten (naar schatting) 165.300,-- euro in een effectenportefeuille onder het nummer 789-9077940-19 en/of 65.574,20 euro op rekeningnummer 833-4142537-22 en/of 25.474,96 euro op rekeningnummer 833-5022094-80 en/of 50.188,52 euro op rekeningnummer 833-5444506-57 en/of 50.188,52 euro op rekeningnummer 833-5444509-60 en/of 50.188,52 euro op rekeningnummer 833-5444511-62 en/of 18.464,13 euro op rekeningnummer 833-5271488-87 en/of 143.547,72 euro op rekeningnummer 833-5434324-60 en/of 25.224,40 euro op rekeningnummer 833-5148797-04 (bij de Dexia Bank N.V.), voorhanden gehad;
en/of
n.
op of omstreeks 17 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (801,15 euro en/of 77.593,43 euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op (een) hoeveelhe(i)d(en) geld was, of verborgen of verhuld wie (een) hoeveelhe(i)d(en) geld voorhanden had,
bestaande in het bij een buitenlandse bank (Fortis Bank N.V.) bewaren van 801,15 euro op rekeningnummer 235-0146675-23 ten name van [Betrokkene 2] en/of 77.593,43 euro op rekeningnummer 013-0878638-30 ten name van [Betrokkene 2] en/of het bewaren van de op deze rekening(en) betrekking hebbende bankbescheiden in de woning van [Betrokkene 2] en/of het nalaten van het melden van deze hoeveelhe(i)d(en) geld aan de belastingdienst, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten 801,15 euro op rekeningnummer 235-0146675-23 en/of 77.593,43 euro op rekeningnummer 013-0878638-30 bij de Fortis Bank N.V. voorhanden gehad,
en/of
o.
op of omstreeks 20 april 2005, in elk geval in het jaar 2005,
van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (71.039,51 euro en 57.185,19 euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op (een) hoeveelhe(i)d(en) geld was, of verborgen of verhuld wie (een) hoeveelhe(i)d(en) geld voorhanden had,
bestaande in het bij een buitenlandse bank (Volksbank Salzburg GmbH) bewaren van 71.039,51 euro en 57.185,19 euro op de (gecodeerde) rekeningnummers 61090650 respectievelijk 61090668 en/of het bewaren van de op beide (gecodeerde) rekeningen betrekking hebbende spaarbankboekjes (zogenaamd "Eurobücher) in de woning van [Betrokkene 2] en/of het nalaten van het melden van deze hoeveelhe(i)d(en) geld aan de belastingdienst,
in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten 71.039,51 euro en 57.185,19 euro op de rekeningnummers 61090650 respectievelijk 61090668 bij de Volksbank Salzburg GmbH, voorhanden gehad;
en/of
p.
op of omstreeks 31 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
van een hoeveelheid geld (61.559,42 euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op een hoeveelheid geld was, of verborgen of verhuld wie een hoeveelheid geld voorhanden had,
bestaande in het bij een buitenlandse bank (Tiroler Sparkasse) bewaren van 61.559,42 euro op rekeningnummer 03003901059 ten name van [betrokkene 7] en/of het bewaren van de op dit rekeningnummer en/of op de daaraan voorafgaande rekeningnummer(s) betrekking hebbende bankbescheiden in de woning van [Betrokkene 2] en/of het nalaten van het melden van deze hoeveelheid geld aan de belastingdienst, in elk geval een hoeveelheid geld, te weten 61.559,42 euro op rekeningnummer 03003901059 bij de Tiroler Sparkasse, voorhanden gehad;
en/of
q.
in of omstreeks de periode van 31 december 2004 tot en met 22 maart 2005, in elk geval in of omstreeks het jaar 2005,
van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (1.994,74 euro, 45.962,20 euro, en 65.996,-- euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op (een) hoeveelhe(i)d(en) geld was, of verborgen of verhuld wie (een) hoeveelhe(i)d(en) geld voorhanden had,
bestaande in het bij een buitenlandse bank (UBS) bewaren van 1.994,74 euro op rekeningnummer 0209-868295.40G en/of 45.962,20 euro op rekeningnummer 0209-868295.M1Q en/of 65.996,-- euro, zijnde de waarde van een effectendepot met het nummer 209-868295.S1, en/of het bewaren van de op dit depot en deze rekeningen betrekking hebbende bankbescheiden in de woning van [Betrokkene 2] en/of het nalaten van het melden van deze hoeveelheid geld aan de belastingdienst,
in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten 1.994,74 euro op rekeningnummer 0209-868295.40G en/of 45.962,20 euro op rekeningnummer 0209-868295.M1Q en/of 65.996,-- euro, zijnde de waarde van een effectendepot met het nummer 209-868295.S1 bij de UBS, voorhanden gehad;
en/of
r.
in of omstreeks de periode van 27 april 2005 tot en met 4 mei 2005, in elk geval in het jaar 2005,
van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (3.531,57 euro, 45.991,15 euro, en 45.382,61 euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op (een) hoeveelhe(i)d(en) geld was, of verborgen of verhuld wie (een) hoeveelhe(i)d(en) geld voorhanden had,
bestaande in het bij een buitenlandse bank (Deutsche Bank SA Espana) bewaren van 3.531,57 euro op rekeningnummer 0019.0091.41.493.0022814 en/of 45.991,15 euro, zijnde de waarde op de beleggingsrekening met het nummer
0019.0091.45.0224013397 en/of 45.382,61 euro, zijnde de waarde op de beleggingsrekening met het nummer 0019.0091.49.0200087119, en/of het bewaren van bescheiden van de Deutsche Bank Espana in de woning van
[Betrokkene 2] en/of het nalaten van het melden van deze hoeveelheid geld aan de belastingdienst,
in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten 3.531,57 euro op rekeningnummer 0019.0091.41.493.0022814 en/of 45.991,15 euro, zijnde de waarde op de beleggingsrekening met het nummer 0019.0091.45.0224013397 en/of
45.382,61 euro, zijnde de waarde op de beleggingsrekening met het nummer 0019.0091.49.0200087119 bij de Deutsche Bank SA Espana, voorhanden gehad;
en/of
s.
op of omstreeks 14 april 2005, in elk geval in het jaar 2005,
(een) vordering(en) met (een) (gelds)waarde(n) van 5.905,55 euro, 2.923,55 euro, en 16.473,15 euro, met betrekking tot de polissen van de levensverzekeringen, genummerd N00700000003498494, N00700000003498497, respectievelijk N00700000003499466, op Nationale Nederlanden Levensverzekeringsmaatschappij N.V., verworven of voorhanden gehad;
en/of
t.
op of omstreeks 31 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een geldvordering van (omgerekend) 31.764,62 euro op [betrokkene 8] verworven of voorhanden gehad;
en/of
u.
op of omstreeks 24 februari 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een geldvordering van 6.613,41 euro of 4.613,41 euro op [betrokkene 9] verworven of voorhanden gehad;
en/of
v.
in of omstreeks de maand maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een geldvordering van 1.750,-- euro op Autobedrijf EMA Venlo B.V. verworven of voorhanden gehad;
en/of
w.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een klomp goud, 4 goudkleurige zakhorloges, een horloge Rolex, een doos met 1 halsketting met bijpassende oorbellen, een goudkleurige ring met groene steen en briljantjes, een horloge Franck Muller bezet met briljant, een album met een muntenverzameling, een doos met munten, een horloge Cartier, een horloge Gianni Versace, een horloge Lacroix in houten doos, een goudkleurige ring met 2 hartvormige stenen, een goudkleurige ketting Dior (letter 0 bezet met steentjes), een zilveren doosje met zilveren sieraden (3 kettingen, 1 ring met munt, 1 kruis, 1 massieve hanger en 1 schakel accessoire), een doosje met twee goudkleurige manchetknopen, een gouden dupont aansteker, een dasspeld goud, een bruin juwelendoosje met 3 dasspelden en 1 gouden dassieraad met steentje, een goudkleurige Minnie Mouse hangertje, een goudkleurige ketting met beerhanger, een goudkleurige ketting met dolfijnhanger, een goudkleurige ketting met hangertje met namen [btrokkene 5] en Willy, een choker met steentjes in zwart zakje Rubin, een parelketting, 3 snoeren aanéén, een parelketting, 4 snoeren aanéén, een juwelendoos met oorstekers hartje met steentjes, een goudkleurige ring met
14 kleine steentjes met in midden grotere steen, een goudkleurige ring met steen, een goudkleurige ring met hartjes en in één hartje 3 steentjes, een goudkleurige ring met 10 kleine steentjes en in midden een grote steen, een goudkleurige ring met 17 steentjes in bloemvorm, een vermoedelijk gouden halsketting (In de sluiting staat: Italy en 750. In het midden is het
woord "[naam medeverdachte 1]" in vermoedelijk goud, gevormd. De letters zijn afgezet met hele kleine vermoedelijk diamantsteentjes. De lengte van de naam is ongeveer 7 cm. Boven de letter E zitten twee diamantachtige steentjes), een vermoedelijk gouden armband. (Onderzijde open. Kun je om de pols klemmen. In armband 5 olifanten achterelkaar: 2 grote en 3 kleine; om en om. Slurf houdt staart vast), een horloge aan beige kleurige riem, een goudkleurig horloge, merk D&G. Soort 8 vorm, waaraan weer een goudkleurig soort ring bevestigd met een sluiting met D & G erop. Goudkleurige wijzers. Geen cijfers. Onder wijzers "D&G". Wijzerplaat wit. Op achterzijde klokje staat: D&G; Dolce Gabbana; TIME; All stainless steel. 3 atm waterresistant, een paar goudkleurige oorhangers. Groot. Soort schakels afgezet met 5 ovale soort steentjes in verschillende kleuren een goudkleurige hanger van een halsketting, in de vorm van een olifant. Enigszins rond, een paar
goudkleurige oorringen, ongeveer 6,5 cm diameter. Bestaat uit goudkleurig staafje waaromheen een goudkleurige draad gedraaid zit, een paar goudkleurige oorhangers, bestaande uit een sluiting met daarin de naam: "DIOR" in de vorm van een kettinkje en een ovale hanger, met daarin een bruinkleurige diamantachtige steen, een goudkleurige hanger: opspringend katachtig dier, een goudkleurige halsketting met nar als hanger. Hoofd, romp en benen kunnen onafhankelijk van elkaar bewegen. In sluiting staat: "50" . "AR" en "750" Ketting bestaat uit aan elkaar verbonden kleine kettinkjes, een goudkleurige polskettinkje: schakels: ovale ringetjes en "v vormen aan elkaar, gouden polskettinkje. In sluiting: "84" "AR " "750".Ovale ringetjes en ovale vormen met twee gaten erin, aan elkaar geschakeld, een goudkleurige lange halsketting, bestaande uit 9 kettinkjes, verbonden middels 8 hartjes. In sluiting: "585" en "5", goudkleurige polsketting. Soortgelijk aan foto 49 maar dan iets grover, een gouden polskettinkje. In sluiting: "750". Kettinkje met 5 schakeltjes en een ronde- en ruitvorm met daarin een roodkleurige steen, goudkleurige oorringen, goudkleurige oorringen met steentjes, goudkleurige oorringen met hartvormige steen, zilverkleurige oorringen met steentjes, 4 goudkleurige opklip oorbellen, een goudkleurige ring, bezet met 11 steentjes, en/of een horloge, Chopard, voorhanden gehad of verworven;
en/of
x.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een sigarenkist (humidor) met inhoud, een muziekinstallatie B&O, twee geluidsboxen B&O, en/of een afstandbediening, voorhanden gehad of verworven;
en/of
y.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een computer (merk: Dell), een flatscreen (merk: Dell), een kabel (merk: Dell), en/of een toetsenbord (merk: Dell), voorhanden gehad of verworven,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dat dat voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit het misdrijf;
(artikel 420ter Wetboek van Strafrecht)
althans indien terzake het vorenstaande onder 4 geen veroordeling zou volgen:
hij meermalen althans eenmaal in of omstreeks de periode van 14 december 2001 tot en met 10 oktober 2005 in de gemeente Venlo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen,
van een voorwerp de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp was en/of heeft verborgen en/of verhuld wie een voorwerp voorhanden had, in elk geval een voorwerp voorhanden heeft gehad en/of heeft verworven,
immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
a.
in de periode van 14 december 2001 tot 19 juli 2005,
verborgen of verhuld wie de rechthebbende op een appartement (woning en berging), gelegen aan de [adres pand 1] te Venlo, was, of verborgen of verhuld wie een appartement (woning en berging), gelegen aan de [adres pand 1] te Venlo, voorhanden had,
bestaande in het laten rusten van de juridische eigendom bij [betrokkene 1] van dat door hem, verdachte, gekochte en/of betaalde appartement, gelegen aan de [adres pand 1] te Venlo,
of
van een hoeveelheid geld (omgerekend 45.378,-- euro) de werkelijke aard of de herkomst verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op deze hoeveelheid geld was, of verborgen of verhuld wie deze of een hoeveelheid geld (omgerekend 45.378,-- euro) voorhanden had,
bestaande in het laten rusten van de juridische eigendom van een appartement (woning en berging), gelegen aan de [adres pand 1] te Venlo, - dat door hem, verdachte, (voor omgerekend 45.378,-- euro) was gekocht en/of betaald -, bij [betrokkene 1];
en/of
b.
op of omstreeks 9 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
van een hoeveelheid geld (80.000,-- euro, 418,-- USdollars, en 3.940,-- Zwitserse Francs) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op een hoeveelheid geld was, of verborgen of verhuld wie deze of een hoeveelheid geld (80.000,-- euro, 418,-- USdollars, en 3.940,-- Zwitserse Francs)
voorhanden had,
bestaande in het aanwezig hebben en/of bewaren van een hoeveelheid geld (80.000,-- euro, 418,-- USdollars, en 3.940,-- Zwitserse Francs) in een safeloket (nummer 693) bij de Coöperatieve Rabobank Venlo e.o., dat was gehuurd op naam van [betrokkene 2] en/of [medeverdachte 1],
in elk geval een hoeveelheid geld (80.000,-- euro, 418,-- USdollars, en 3.940,-- Zwitserse Francs) voorhanden gehad;
en/of
c.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
van een hoeveelheid geld (13.025,-- euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op deze of een hoeveelheid geld was, of verborgen of verhuld wie deze of een hoeveelheid geld (13.025,-- euro) voorhanden had, bestaande in het aanwezig hebben en/of bewaren van een hoeveelheid geld (13.025,-- euro) in de woning van [betrokkene 3] en [betrokkene 4], gelegen aan de [adres pand 2] te Venlo,
in elk geval een hoeveelheid geld (13.025,-- euro) voorhanden gehad;
en/of
d.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een hoeveelheid geld ( 7.397,17 euro) voorhanden gehad (in de woning, gelegen aan de [[adres verdachte]] te Venlo);
en/of
e.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een personenauto, Porsche 911 carrera coupé, gekentekend [kenteken 1], voorhanden gehad;
en/of
f.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een personenauto, Alfa Romeo Spider 1.6, gekentekend [kenteken 2], voorhanden gehad (in een garagebox, gelegen aan de [adres pand 3] te Venlo);
en/of
g.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een personenauto, Mercedes-Benz C220 cdi, zonder kenteken, voorhanden gehad;
en/of
h.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een personenauto, Mercedes-Benz E270, zonder kenteken, voorhanden gehad;
en/of
i.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een personenauto, Mercedes-Benz S400 cdi, gekentekend [kenteken 3], voorhanden gehad;
en/of
j.
op of omstreeks 10 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een speedboot, Mariah SX1800, met het nummer VMHAA137F405 en/of een aanhangwagen, Freewheel 1514 LB, gekentekend [kenteken 4], voorhanden gehad;
en/of
k.
in of omstreeks de periode van 23 februari 2005 tot en met 16 juni 2005, in elk geval in het jaar 2005,
bij de Coöperatieve Rabobank Venlo e.o. 918,24 euro (op rekeningnummer 1538.83.979) en/of 133,68 euro (op rekeningnummer 1538.01.581) en/of 18.291,68 euro (op rekeningnummer 3624.361.635) voorhanden gehad, en/of
op of omstreeks 10 oktober 2005, in elk geval in het jaar 2005,
van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (9.664,21 euro op rekeningnummer 1962.257.436 en/of 3.490,44 euro op rekeningnummer 1015.370.160 en/of 98,99 euro op rekeningnummer 1039.42.653) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats
verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op (een) hoeveelhe(i)d(en) geld was, of verborgen of verhuld wie (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (9.664,21 euro op rekeningnummer 1962.257.436 en/of
3.490,44 euro op rekeningnummer 1015.370.160 en/of 98,99 euro op rekeningnummer 1039.42.653) voorhanden had,
bestaande in het aanwezig hebben en/of bewaren van deze of een hoeveelhe(i)d(en) geld (9.664,21 euro op rekeningnummer 1962.257.436 en/of
3.490,44 euro op rekeningnummer 1015.370.160 en/of 98,99 euro op rekeningnummer 1039.42.653) bij de Coöperatieve Rabobank Venlo e.o. op naam van [betrokkene 5],
in elk geval een hoeveelhe(i)d(en) geld (9.664,21 euro op rekeningnummer 1962.257.436 en/of 3.490,44 euro op rekeningnummer 1015.370.160 en/of 98,99 euro op rekeningnummer 1039.42.653) voorhanden gehad;
en/of
l.
in of omstreeks de periode van 8 maart 2005 tot en met 22 juni 2005, in elk geval in het jaar 2005,
bij de SNS-bank N.V. 391,22 euro (op rekeningnummer 86.28.33.698) en/of 21.221,82 euro (op rekeningnummer 86.64.29.190) en/of 2.200,-- euro (op rekeningnummer 85.27.05.948) en/of 28,92 euro (op rekeningnummer
86.58.98.650) voorhanden gehad;
en/of
m.
in of omstreeks de periode van 7 maart 2005 tot en met 17 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (52.013,90 euro en/of 52.013,90 euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op (een) hoeveelhe(i)d(en) geld was,
of verborgen of verhuld wie (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (52.013,90 euro en/of 52.013,90 euro) voorhanden had,
bestaande in het bij een buitenlandse bank (Dexia Bank N.V.) bewaren van 52.013,90 euro op rekeningnummer 833-5444513-64 en/of 52.013,90 euro op rekeningnummer 833-5444514-65 en/of het bewaren van de op deze rekening(en)
betrekking hebbende bescheiden in de woning van [Betrokkene 2] en/of het nalaten van het melden van deze hoeveelhe(i)d(en) geld aan de belastingdienst,
in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten 52.013,90 euro op rekeningnummer 833-5444513-64 en/of 52.013,90 euro op rekeningnummer 833-5444514-65, bij de Dexia Bank N.V. voorhanden gehad,
en/of van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (naar schatting) 165.300,-- euro en/of 65.574,20 euro en/of 25.474,96 euro en/of 50.188,52 euro en/of 50.188,52 euro en/of 50.188,52 euro en/of 18.464,13 euro en/of 143.547,72 euro en/of 25.224,40 euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op (een) hoeveelhe(i)d(en) geld was, of verborgen of verhuld wie (een) hoeveelhe(i)d(en) geld voorhanden had,
bestaande in het bij een buitenlandse bank (Dexia Bank N.V.) bewaren van (naar schatting) 165.300,-- euro in een effectenportefeuille onder het nummer 789-9077940-19 ten name van [medeverdachte 1] en/of 65.574,20 euro op
rekeningnummer 833-4142537-22 ten name van [medeverdachte 1] en/of 25.474,96 euro op rekeningnummer 833-5022094-80 ten name van [medeverdachte 1] en/of 50.188,52 euro op rekeningnummer 833-5444506-57 ten name van [medeverdachte 1] en/of 50.188,52 euro op rekeningnummer 833-5444509-60 ten name van [medeverdachte 1] en/of 50.188,52 euro op rekeningnummer 833-5444511-62 (mede) ten name van [medeverdachte 1] en/of 18.464,13 euro op rekeningnummer 833-5271488-87 ten name van [Betrokkene 2] en/of 143.547,72 euro op rekeningnummer 833-5434324-60 ten name van [betrokkene 1] en/of 25.244,40 euro op rekeningnummer 833-5148797-04 ten name van [betrokkene 5], en/of het bewaren van de op deze rekening(en) betrekking hebbende bankbescheiden in de woning van [Betrokkene 2] en/of het nalaten van het melden van deze hoeveelhe(i)d(en) geld aan de belastingdienst,
in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten (naar schatting) 165.300,-- euro in een effectenportefeuille onder het nummer 789-9077940-19 en/of 65.574,20 euro op rekeningnummer 833-4142537-22 en/of 25.474,96 euro op rekeningnummer 833-5022094-80 en/of 50.188,52 euro op rekeningnummer 833-5444506-57 en/of 50.188,52 euro op rekeningnummer 833-5444509-60 en/of 50.188,52 euro op rekeningnummer 833-5444511-62 en/of 18.464,13 euro op
rekeningnummer 833-5271488-87 en/of 143.547,72 euro op rekeningnummer 833-5434324-60 en/of 25.224,40 euro op rekeningnummer 833-5148797-04 bij de Dexia Bank N.V., voorhanden gehad;
en/of
n.
op of omstreeks 17 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (801,15 euro en/of 77.593,43 euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op (een) hoeveelhe(i)d(en) geld was, of verborgen of verhuld wie (een) hoeveelhe(i)d(en) geld voorhanden had,
bestaande in het bij een buitenlandse bank (Fortis Bank N.V.) bewaren van 801,15 euro op rekeningnummer 235-0146675-23 ten name van [Betrokkene 2] en/of 77.593,43 euro op rekeningnummer 013-0878638-30 ten name van [Betrokkene 2] en/of het bewaren van de op deze rekening(en) betrekking hebbende bankbescheiden in de woning van [Betrokkene 2] en/of het nalaten van het melden van deze hoeveelhe(i)d(en) geld aan de belastingdienst,
in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten 801,15 euro op rekeningnummer 235-0146675-23 en/of 77.593,43 euro op rekeningnummer 013-0878638-30 bij de Fortis Bank N.V. voorhanden gehad,
en/of
o.
op of omstreeks 20 april 2005, in elk geval in het jaar 2005,
van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (71.039,51 euro en 57.185,19 euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op (een) hoeveelhe(i)d(en) geld was, of verborgen of verhuld wie (een) hoeveelhe(i)d(en) geld voorhanden had,
bestaande in het bij een buitenlandse bank (Volksbank Salzburg GmbH) bewaren van 71.039,51 euro en 57.185,19 euro op de (gecodeerde) rekeningnummers 61090650 respectievelijk 61090668 en/of het bewaren van de op beide (gecodeerde) rekeningen betrekking hebbende spaarbankboekjes (zogenaamd "Eurobücher) in de woning van [Betrokkene 2] en/of het nalaten van het melden van deze hoeveelhe(i)d(en) geld aan de belastingdienst,
in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten 71.039,51 euro en 57.185,19 euro op de rekeningnummers 61090650 respectievelijk 61090668 bij de Volksbank Salzburg GmbH, voorhanden gehad;
en/of
p.
op of omstreeks 31 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
van een hoeveelheid geld (61.559,42 euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op een hoeveelheid geld was, of verborgen of verhuld wie een hoeveelheid geld voorhanden had,
bestaande in het bij een buitenlandse bank (Tiroler Sparkasse) bewaren van 61.559,42 euro op rekeningnummer 03003901059 ten name van [betrokkene 7] en/of het bewaren van de op dit rekeningnummer en/of op de daaraan voorafgaande rekeningnummer(s) betrekking hebbende bankbescheiden in de woning van [Betrokkene 2] en/of het nalaten van het melden van deze hoeveelheid geld aan de belastingdienst,
in elk geval een hoeveelheid geld, te weten 61.559,42 euro op rekeningnummer 03003901059 bij de Tiroler Sparkasse, voorhanden gehad;
en/of
q.
in of omstreeks de periode van 31 december 2004 tot en met 22 maart 2005, in elk geval in of omstreeks het jaar 2005,
van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (1.994,74 euro, 45.962,20 euro, en 65.996,-- euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op (een) hoeveelhe(i)d(en) geld was, of verborgen of verhuld wie (een) hoeveelhe(i)d(en) geld voorhanden had,
bestaande in het bij een buitenlandse bank (UBS) bewaren van 1.994,74 euro op rekeningnummer 0209-868295.40G en/of 45.962,20 euro op rekeningnummer 0209-868295.M1Q en/of 65.996,-- euro, zijnde de waarde van een effectendepot met het nummer 209-868295.S1, en/of het bewaren van de op dit depot en deze rekeningen betrekking hebbende bankbescheiden in de woning van [Betrokkene 2] en/of het nalaten van het melden van deze hoeveelheid geld aan de belastingdienst,
in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten 1.994,74 euro op rekeningnummer 0209-868295.40G en/of 45.962,20 euro op rekeningnummer 0209-868295.M1Q en/of 65.996,-- euro, zijnde de waarde van een effectendepot
met het nummer 209-868295.S1 bij de UBS, voorhanden gehad;
en/of
r.
in of omstreeks de periode van 27 april 2005 tot en met 4 mei 2005, in elk geval in het jaar 2005,
van (een) hoeveelhe(i)d(en) geld (3.531,57 euro, 45.991,15 euro, en 45.382,61 euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld althans verborgen of verhuld wie de rechthebbende op (een) hoeveelhe(i)d(en) geld was, of verborgen of verhuld wie (een) hoeveelhe(i)d(en) geld voorhanden had,
bestaande in het bij een buitenlandse bank (Deutsche Bank SA Espana) bewaren van 3.531,57 euro op rekeningnummer 0019.0091.41.493.0022814 en/of 45.991,15 euro, zijnde de waarde op de beleggingsrekening met het nummer
0019.0091.45.0224013397 en/of 45.382,61 euro, zijnde de waarde op de beleggingsrekening met het nummer 0019.0091.49.0200087119, en/of het bewaren van bescheiden van de Deutsche Bank Espana in de woning van
[Betrokkene 2] en/of het nalaten van het melden van deze hoeveelheid geld aan de belastingdienst,
in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) geld, te weten 3.531,57 euro op rekeningnummer 0019.0091.41.493.0022814 en/of 45.991,15 euro, zijnde de waarde op de beleggingsrekening met het nummer 0019.0091.45.0224013397 en/of
45.382,61 euro, zijnde de waarde op de beleggingsrekening met het nummer 0019.0091.49.0200087119 bij de Deutsche Bank SA Espana, voorhanden gehad;
en/of
s.
op of omstreeks 14 april 2005, in elk geval in het jaar 2005,
(een) vordering(en) met (een) (gelds)waarde(n) van 5.905,55 euro, 2.923,55 euro, en 16.473,15 euro, met betrekking tot de polissen van de levensverzekeringen, genummerd N00700000003498494, N00700000003498497, respectievelijk N00700000003499466, op Nationale Nederlanden Levensverzekeringsmaatschappij N.V., verworven of voorhanden gehad;
en/of
t.
op of omstreeks 31 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een geldvordering van (omgerekend) 31.764,62 euro op [betrokkene 8] verworven of voorhanden gehad;
en/of
u.
op of omstreeks 24 februari 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een geldvordering van 6.613,41 euro of 4.613,41 euro op [betrokkene 9] verworven of voorhanden gehad;
en/of
v.
in of omstreeks de maand maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een geldvordering van 1.750,-- euro op Autobedrijf EMA Venlo B.V. verworven of voorhanden gehad;
en/of
w.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een klomp goud, 4 goudkleurige zakhorloges, een horloge Rolex, een doos met 1 halsketting met bijpassende oorbellen, een goudkleurige ring met groene steen en briljantjes, een horloge Franck Muller bezet met briljant, een album met een muntenverzameling, een doos met munten, een horloge Cartier, een horloge Gianni Versace, een horloge Lacroix in houten doos, een goudkleurige ring met 2 hartvormige stenen, een goudkleurige ketting, Dior (letter 0 bezet met steentjes), een zilveren doosje met zilveren sieraden (3 kettingen, 1 ring met munt, 1 kruis, 1 massieve hanger en 1 schakel accessoire), een doosje met twee goudkleurige manchetknopen, een gouden dupont aansteker, een dasspeld goud, een bruin juwelendoosje met 3 dasspelden en 1 gouden dassieraad met steentje, een goudkleurige Minnie Mouse hangertje, een goudkleurige ketting met beerhanger, een goudkleurige ketting met dolfijnhanger, een goudkleurige ketting met hangertje met namen [btrokkene 5] en Willy, een choker met steentjes in zwart zakje Rubin, een parelketting, 3 snoeren aanéén, een parelketting, 4 snoeren aanéén, een juwelendoos met oorstekers hartje met steentjes, een goudkleurige ring met
14 kleine steentjes met in midden grotere steen, een goudkleurige ring met steen, een goudkleurige ring met hartjes en in één hartje 3 steentjes, een goudkleurige ring met 10 kleine steentjes en in midden een grote steen, een goudkleurige ring met 17 steentjes in bloemvorm, een vermoedelijk gouden halsketting . (In de sluiting staat: Italy en 750. In het midden is het
woord "[naam medeverdachte 1]" in vermoedelijk goud, gevormd. De letters zijn afgezet met hele kleine vermoedelijk diamantsteentjes. De lengte van de naam is ongeveer 7 cm. Boven de letter E zitten twee diamantachtige steentjes), een vermoedelijk gouden armband. (Onderzijde open. Kun je om de pols klemmen. In armband 5 olifanten achterelkaar: 2 grote en 3 kleine; om en om. Slurf houdt staart vast), een horloge aan beige kleurige riem, een goudkleurig horloge, merk D&G. Soort 8 vorm, waaraan weer een goudkleurig soort ring bevestigd met een sluiting met D & G erop. Goudkleurige wijzers. Geen cijfers. Onder wijzers "D&G". Wijzerplaat wit. Op achterzijde klokje staat: D&G; Dolce Gabbana; TIME; All stainless steel. 3 atm waterresistant, een paar goudkleurige oorhangers. Groot. Soort schakels afgezet met 5 ovale soort steentjes in verschillende kleuren een goudkleurige hanger van een halsketting, in de vorm van een olifant. Enigszins rond, een paar
goudkleurige oorringen, ongeveer 6,5 cm diameter. Bestaat uit goudkleurig staafje waaromheen een goudkleurige draad gedraaid zit, een paar goudkleurige oorhangers, bestaande uit een sluiting met daarin de naam: "DIOR" in de vorm van een kettinkje en een ovale hanger, met daarin een bruinkleurige diamantachtige steen, een goudkleurige hanger: opspringend katachtig dier, een goudkleurige halsketting met nar als hanger. Hoofd, romp en benen kunnen onafhankelijk van elkaar bewegen. In sluiting staat: "50" . "AR" en "750" Ketting bestaat uit aan elkaar verbonden kleine kettinkjes, een goudkleurige polskettinkje: schakels: ovale ringetjes en "v vormen aan elkaar, gouden polskettinkje. In sluiting: "84" "AR " "750".Ovale ringetjes en ovale vormen met twee gaten erin, aan elkaar geschakeld, een goudkleurige lange halsketting, bestaande uit 9 kettinkjes, verbonden middels 8 hartjes. In sluiting: "585" en "5", goudkleurige polsketting. Soortgelijk aan foto 49 maar dan iets grover, een gouden polskettinkje. In sluiting: "750". Kettinkje met 5 schakeltjes en een ronde- en ruitvorm met daarin een roodkleurige steen, goudkleurige oorringen, goudkleurige oorringen met steentjes, goudkleurige oorringen met hartvormige steen, zilverkleurige oorringen met steentjes, 4 goudkleurige opklip oorbellen, een goudkleurige ring, bezet met 11 steentjes, en/of een horloge, Chopard, voorhanden gehad of verworven;
en/of
x.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een sigarenkist (humidor) met inhoud, een muziekinstallatie B&O, twee geluidsboxen B&O, en/of een afstandbediening, voorhanden gehad of verworven;
en/of
y.
op of omstreeks 7 maart 2005, in elk geval in het jaar 2005,
een computer (merk: Dell), een flatscreen (merk: Dell), een kabel (merk: Dell), en/of een toetsenbord (merk: Dell), voorhanden gehad of verworven,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat dat voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit het misdrijf.
(Artikel 420bis of 420quater Wetboek van Strafrecht)
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke schrijffouten of misslagen voorkomen, zijn die in deze weergave van de tenlastelegging door de rechtbank verbeterd.
De verdachte is door deze verbetering, zoals uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, niet in de verdediging geschaad.
3. De geldigheid van de dagvaarding
Ten aanzien van de in feit 4 onder m tot en met r genoemde voorwerpen heeft de raadman gesteld dat de dagvaarding nietig dient te worden verklaard, nu deze onvoldoende duidelijk en begrijpelijk zijn, waardoor zijn cliënt niet weet waartegen hij zich heeft te verdedigen.
De rechtbank verwerpt dit verweer. De rechtbank acht de inhoud van de onder m tot en met r genoemde voorwerpen volstrekt duidelijk en helder. Daarnaast blijkt uit het door de verdediging gevoerde inhoudelijke verweer reeds dat zij goed begrepen heeft waartegen zij zich had te verdedigen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is overigens gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke eisen voldoet en dus geldig is.
4. De bevoegdheid van de rechtbank
Krachtens de wettelijke bepalingen is de rechtbank bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen.
5. De ontvankelijkheid van de officier van justitie
Door de raadsman van verdachte is ter verdediging de niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie bepleit en hij heeft daartoe aangevoerd dat ter zake van de ingezette bijzondere opsporingsmiddelen stelselmatige informatie-inwinning en pseudo-koop:
- er jegens verdachte [verdachte] geen verdenking van een misdrijf bestond en zeker niet dat hij betrokken zou zijn bij de handel in harddrugs;
- er in strijd is gehandeld met het beginsel van proportionaliteit en subsidiariteit en
- er bij de aankoop van de hasj en de XTC-pillen in strijd is gehandeld met het bepaalde in artikel 126i, tweede lid van het wetboek van Strafvordering (het Tallon-criterium).
Ten aanzien van de verdenking van een misdrijf en het beginsel van proportionaliteit en subsidiariteit overweegt de rechtbank het navolgende.
De stelselmatige informatie-inwinning is in maart 2004 van start gegaan, zo blijkt uit het proces-verbaal van verbalisant B-1001 op bladzijde 1321. Gelet hierop dient de rechtbank te beoordelen of er ten tijde van de afgifte van het bevel tot stelselmatige informatie-inwinning jegens verdachte [verdachte] dat tot de daadwerkelijke inzet van een opsporingsambtenaar als informant heeft geleid, sprake was van een verdenking van een misdrijf zoals genoemd in artikel 126g van het Wetboek van Strafvordering. Uit hetgeen gerelateerd is in het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 1] op bladzijde 64 en volgende, blijkt dat er bij de politie zeer sterke aanwijzingen waren dat verdachte [verdachte] zich bezig zou houden met de grootschalige handel in verdovende middelen. Deze aanwijzingen waren verkregen tijdens de onderzoeken Romeo (1999) en Condor (2002). Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de officier van justitie terecht in het afgegeven bevel heeft overwogen dat er jegens verdachte [verdachte] een verdenking bestaat dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan misdrijven.
De stelling van de raadsman van verdachte dat er ten tijde van de afgifte van dit bevel onvoldoende verdenking voor de handel in harddrugs bestond doet daaraan niet af. De officier van justitie heeft immers in het afgegeven bevel aangegeven dat deze verdenking gericht was op de handel in harddrugs en/of de handel in softdrugs (artikel 2 juncto 10 en/of artikel 3 juncto 11 van de Opiumwet). Enkel de sterke aanwijzingen dat verdachte [verdachte] zich gedurende lange tijd met de omvangrijke handel in softdrugs in binnenland en naar/van het buitenland bezig hield levert naar het oordeel van de rechtbank in het onderhavige geval reeds een voldoende verdenking van misdrijven op die een bevel ex artikel 126i van het Wetboek van Strafvordering kunnen rechtvaardigen. Gelet op de verdenking en het belang van het onderzoek, hetgeen blijkt uit de aanwijzingen over de omvang en de duur van de handel in verdovende middelen door [verdachte] en uit het feit dat het onderzoek met andere opsporingsmethoden geen resultaten opleverde terwijl de verdenking jegens [verdachte] onverminderd bleef bestaan, heeft de officier van justitie tot de beslissing kunnen komen de stelselmatige informatie-inwinning te bevelen.
Ook ten tijde van de afgifte van het bevel tot pseudo-koop dat gelding had toen de opsporingsambtenaar de koop en levering van hasj en XTC-pillen met verdachte [verdachte] overeenkwam en uitvoerde bestond de hiervoor genoemde verdenking jegens [verdachte] nog. Aangezien de verdenking een misdrijf betrof als omschreven in artikel 67 van het Wetboek van Strafvordering en het vorenomschreven belang van het onderzoek nog steeds aan de orde was, heeft de officier van justitie ook een bevel tot pseudo-koop kunnen afgeven.
Met betrekking tot de gestelde schending van het Tallon-criterium bij de pseudo-koop van de hasj en XTC-pillen het navolgende.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte [verdachte] bij de tenuitvoerlegging van de pseudo-koop door de opsporingsambtenaar/pseudo-koper (Luc) niet tot andere strafbare feiten is gebracht dan waarop zijn opzet reeds tevoren was gericht (Tallon-criterium). Uit het proces-verbaal op bladzijde 1383 van verbalisanten B-1001 en B-1061 en het proces-verbaal op bladzijde 1385 van verbalisant A-1254 (= Luc) blijkt dat de pseudo-koper Luc eerst contact heeft met Gordon, waarbij - als het over handel gaat - Gordon aan Luc vraagt “in de hasj of zo?” Het is vervolgens Gordon die aangeeft dat hij ook aan die handel (hasj) kan komen en dat Luc bij verdachte [verdachte] kan navragen of hij betrouwbaar is. Als Luc bij het naar huis brengen van verdachte [verdachte] aan verdachte [verdachte] vraagt naar de betrouwbaarheid van Gordon, is het verdachte [verdachte] die aangeeft dat Luc ook altijd hem kan bellen als hij iemand nodig heeft en dat Luc voor handel ook direct bij hem terecht kan, maar dat hij niet in piekenwerk doet. Uit dit proces-verbaal blijkt dat het verdachte [verdachte] is die in zijn contact met Luc het initiatief neemt tot de mogelijke (ver)koop en levering van hasj. Ook tijdens de daaropvolgende ontmoeting tussen verdachte [verdachte] en Luc op 16 december 2004 in een restaurant (het proces-verbaal van B-1001 en B-1061 op bladzijde 1392 en het proces-verbaal van verbalisant A-1254 op bladzijde 1394) is het verdachte [verdachte] die de vraag van Luc naar ‘licht spul’ vertaalt naar ‘stuff’. Uit de omstandigheid dat verdachte [verdachte] prompt kan reageren op het verzoek van Luc om informatie over kwaliteiten en prijzen van hasj door drie kwaliteitssoorten met hun afzonderlijke prijzen te noemen, dat verdachte [verdachte] zonder commentaar een bestelling van vijftig kilo hasj accepteert en dat hij aan Luc vraagt of hij de hasj in plakken wil hebben of in repen gesneden, concludeert de rechtbank daarnaast dat verdachte [verdachte] vóór de bestelling door Luc (recente) ervaringen in de handel van hasj had en zich op grote schaal met die handel bezig hield. Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte [verdachte] ten aanzien van de (ver)koop en levering van hasj niet gebracht is tot strafbare feiten waarop zijn opzet niet tevoren was gericht.
Uit het proces-verbaal van verbalisant A-1254 op bladzijde 1395 blijkt tevens dat het verdachte [verdachte] is die bij de bestelling van hasj door Luc met zijn duim en wijsvinger een rondje maakt en bij Luc informeert of hij deze ook nog nodig heeft en daarmee het initiatief neemt tot de (ver)koop en levering van XTC-pillen. Ook bij de bespreking tussen verdachte [verdachte] en Luc op 3 januari 2005 (proces-verbaal van verbalisant A-1254 op bladzijde 1406) is het verdachte [verdachte] die informeert of Luc die dingetjes nog nodig heeft, waarbij door verdachte [verdachte] wederom met duim en wijsvinger een rondje gemaakt wordt. Verder blijkt dat verdachte [verdachte] niet ingaat op het voorstel van Luc om de (ver)koop en levering van XTC-pillen maar te laten zitten (het proces-verbaal van verbalisant A-1254 op bladzijde 1417) en zich inspant om de gevraagde voorbeeld-pillen op te halen en te leveren. Het feit dat verdachte [verdachte] voorts blijkens voormeld proces-verbaal op bladzijde 1395 kennis heeft van de verschillende kwaliteiten/gehaltes werkzame stof per pil, dat hij aangeeft dat over het logo op de XTC-pil te praten valt en hij tevens aanbiedt enkele voorbeeld-pillen aan Luc te leveren, leidt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte [verdachte] tevens kennis en ervaring heeft ter zake van de handel in XTC-pillen. Ook ten aanzien van de op de transactie van hasj volgende (ver)koop en levering van 40.000 XTC-pillen komt de rechtbank derhalve niet tot het oordeel dat het Tallon-criterium door Luc geschonden is.
Bij de (ver)koop en levering van 250.000 XTC-pillen is evenmin het Tallon-criterium geschonden. Uit geen enkel proces-verbaal blijkt dat verdachte [verdachte] enige aarzeling kent als Luc aangeeft over een grotere partij te willen praten als alles bij de eerste levering goed zou gaan (proces-verbaal van verbalisant A-1254 op bladzijde 1425). Voorts deelt [verdachte] aan Luc mee dat 40.000 XTC-pillen voor zijn leverancier helemaal niets voorstelde (proces-verbaal van verbalisant A-1254 op bladzijde 1440), dat hij bij een volgende transactie er wel 10.000 van hem zelf bij wil doen (proces-verbaal van verbalisant A-1254 op bladzijde 1450), dat hij 250.000 pillen heeft besteld (terwijl Luc ‘maar’ 200.000 pillen bij verdachte [verdachte] had besteld), dat zijn leverancier vorige week nog een miljoen pillen had en nu nog maar 250.000, dat hij er de volgende keer 400.000 bij zal doen en dat hij de volgende keer er 100.000 op krediet meekrijgt (proces-verbaal van verbalisant A-1254 op bladzijde 1469).
Uit deze uitlatingen van verdachte [verdachte] kan niet volgehouden worden dat verdachte [verdachte] bij de twee transacties van XTC-pillen tot andere strafbare feiten is gebracht dan waarop zijn opzet daarvoor al was gericht.
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn overigens geen omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan. De officier van justitie kan dus in de vervolging worden ontvangen.
6. Schorsing der vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen gronden voor schorsing der vervolging gebleken.
7. Bewezenverklaring
De officier van justitie heeft, om redenen zoals vervat in haar schriftelijk requisitoir, op 30 november 2005 gevorderd dat het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde zal worden bewezen verklaard.
De raadsman heeft betoogd dat, wanneer zijn beroep op de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie niet wordt gehonoreerd, in elk geval bewijsuitsluiting zal moeten plaatsvinden van alle processen-verbaal die door A-1254 en zijn begeleiders B-1061 en B-1001 zijn opgemaakt, hetgeen volgens de raadsman moet leiden tot en vrijspraak voor de feiten 1, 2 en 3.
Ten aanzien van de primaire varianten onder 1, 2 en 3 heeft de raadsman bovendien gesteld dat van tevoren vaststond dat A-1254 nooit verdovende middelen buiten het grondgebied van Nederland zou brengen als bedoeld in artikel 1, lid 5 van de Opiumwet, hetgeen naar de mening van de raadsman als een absoluut ondeugdelijke poging kan worden beschouwd. Om die reden zou zijn cliënt vrijgesproken dienen te worden van de primaire varianten onder 1, 2 en 3.
Ten aanzien van feit 4 heeft de raadsman geconcludeerd tot vrijspraak. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
- De inwerkingtreding van de wet die witwassen strafbaar stelt dateert van 6 december 2001, inwerkingtreding 14 december 2001. Beweerdelijke witwashandelingen vóór de inwerkingtreding moeten naar de mening van de raadsman buiten beschouwing blijven;
- De delicten uit de titel XXXA zijn allemaal commissiedelicten: het verrichten van een gedraging is strafbaar gesteld. De afzonderlijke witwashandelingen hebben ten aanzien van alle afzonderlijke voorwerpen een eigen tijd en plaats en dienen afzonderlijk te worden ten laste gelegd.
- Het voorwerp dat wordt witgewassen dient afkomstig te zijn uit een voorafgaand misdrijf. Overtredingen – o.a. genoemd in de Opiumwet – vallen buiten het bereik van de witwasbepalingen. Er moet bewijs worden geleverd dat het voorwerp afkomstig is uit misdrijf. Dat kan op grond van de stukken niet worden bewezen. Bovendien heeft er geen gestructureerd onderzoek plaatsgevonden naar de werkelijke herkomst/financiering van de afzonderlijke voorwerpen, hetgeen naar de mening van de raadsman wel in een onderzoek als het onderhavige verwacht had mogen worden.
- Ten aanzien van de witwashandelingen die in het buitenland zijn gepleegd moet worden vastgesteld of sprake is van rechtsmacht. Het dossier biedt hieromtrent onvoldoende aanknopingspunten.
- Cliënt heeft zich weliswaar mogelijk schuldig gemaakt aan belastingfraude, dit betekent echter niet dat hij zich dus schuldig heeft gemaakt aan witwassen.
Met betrekking tot de bewezenverklaring overweegt de rechtbank als volgt.
Het beroep op bewijsuitsluiting.
Nu blijkens hetgeen de rechtbank hiervoor onder punt 5 heeft overwogen er geen sprake is van enige onrechtmatig- dan wel onregelmatigheid met betrekking tot de inzet van Luc, acht de rechtbank geen redenen voor bewijsuitsluiting aanwezig.
De absoluut ondeugdelijke poging.
Op grond van het gestelde in artikel 1, lid 5 van de Opiumwet is voor een bewezenverklaring reeds voldoende: “het enkel met bestemming buitenland ten vervoer aanbieden”. De omstandigheid dat de bewuste verdovende middelen aan een opsporingsambtenaar, handelend als pseudo-koper, zijn aangeboden ter uitvoer en het daardoor op zich waarschijnlijk is dat de middelen in Nederland zullen blijven om aldaar te worden vernietigd, is niet van belang. Van een absoluut ondeugdelijke poging is derhalve geen sprake.
Met betrekking tot het witwassen.
Naar het oordeel van de rechtbank is witwassen, indien, zoals in casu dit witwassen geschiedt door het plaatsen en beheren van gelden op bankrekeningen in het buitenland, (op gecodeerde rekeningen, op andermans naam dan wel op eigen naam) en het aanschaffen en het bezit van goederen, een voortdurend delict. Dit betekent dat met de inwerkingtreding van de strafbaarstelling van witwassen in de huidige vorm per 14 december 2001 gedragingen die voorheen niet strafbaar waren, vanaf die datum wel strafbaar zijn, ook al zijn de betreffende gelden dan wel goederen vóór de inwerkingtreding van de witwasbepalingen verkregen door middel van misdrijven die vóór deze datum zijn gepleegd.
Witwassen heeft betrekking op voorwerpen die uit misdrijf afkomstig zijn.
De rechtbank heeft zich derhalve allereerst gebogen over de vraag of de voorwerpen die in de tenlastelegging bij het witwassen genoemd worden ook uit misdrijf afkomstig kunnen zijn.
De rechtbank acht bewezen dat [verdachte] zich heeft schuldig gemaakt aan de handel in verdovende middelen zoals tenlastegelegd ter zake van de (ver)koop en levering van ruim 50 kilo hasj, 40.000 XTC-pillen en 250.000 XTC-pillen.
Zij overweegt voorts dat [verdachte] zich ook reeds vóór deze transacties op grote schaal, dat wil zeggen gedurende een lange reeks van jaren en met grote hoeveelheden, heeft ingelaten met de handel in verdovende middelen.
Als bewijs daarvoor zijn in het dossier (blz. 64 e.v., deeldossier AO/A1 van 65 Tango) aanwezig de aanwijzingen die verkregen werden tijdens de onderzoeken Romeo (1999) en Condor (2002). Verder bevinden zich in het dossier de verklaringen van de broers [getuige 1] en [getuige 2].
Zij verhalen in hun verhoren over grote (rip)deals in 2001 en 2002, waarbij [verdachte] betrokken was als afnemer van grote hoeveelheden (bijv 1,9 ton in 2001) geripte hasj. Daarbij gegeven zij beiden aan dat [verdachte] sinds vele jaren met de handel van hasj bezig is (proces-verbaal blz 2422 e.v. en 2444 e.v., deeldossier C van 65 Tango). Verder heeft getuige [getuige 3] verklaard (blz 2377 e.v., deeldossier C van 65 Tango) dat hij een handelsvriend [betrokkene 10] heeft gehad, die zich bezig hield met de hasjhandel. Deze [betrokkene 10] deed vanaf ongeveer 1985 zaken met [verdachte]. Verder verklaart [getuige 3] in 2005 dat [verdachte] 15 à 16 jaar terug ook in de drugshandel zat. Hij stelt die wetenschap te hebben omdat [verdachte] hem dat zelf verteld heeft. Ook getuige [betrokkene 9] geeft (in het proces-verbaal blz 2374 e.v., deeldossier C van 65 Tango) aan dat [verdachte] hem meer dan 10 jaar geleden een partij stuff geleverd heeft. De kwaliteit zou zo slecht geweest zijn dat de partij weggegooid was. Ter zake van die levering wenste [verdachte] een jaar geleden plots geld van hem te zien. Mevrouw [betrokkene 2], de schoonmoeder van [verdachte], heeft tegenover de politie op 9 maart 2005 verklaard (proces-verbaal blz 2212, deeldossier C van 65 Tango) dat haar dochter [medeverdachte 1] [voornaam] [verdachte] als meer dan 17 jaar kent. Zij en haar man waren met die relatie niet blij, omdat zij gehoord hadden dat hij handelde in softdrugs. Hij noemde zich wel eens de hasjkoning van Venlo. Zij en haar overleden man wisten dat [verdachte] via de softdrugs zijn geld verdiende en [medeverdachte 1] wist het ook (“Natuurlijk wist [medeverdachte 1] waar [voornaam] zijn geld mee verdiende en natuurlijk wist zij ook dat ze hier van meeprofiteerde”). Vanaf het moment dat [medeverdachte 1] [verdachte] leerde kennen kon ineens van alles, zoals dure kleren en rijden in een Porsche. Als er geld op de rekening bij FORTIS in België staat, dan is het geld niet van mij. Het zal wel geld zijn uit de hasjhandel van [voornaam], aldus mevrouw [betrokkene 2]. De heer [betrokkene 11] (zwager van [verdachte]) heeft verklaard (proces-verbaal blz 2029, deeldossier C van 65 Tango) dat hij pas in 1996/1997 via diverse mensen begrepen heeft dat [verdachte] handelde in verdovende middelen. Ten tijde van zijn aanhouding door de Britse douane in 1997 in verband met het bezit van 70.000 Engelse ponden die hij voor [verdachte] moest ophalen, wist hij dat dit geld afkomstig moest zijn van de handel in verdovende middelen. Als laatste haalt de rechtbank de verklaringen van [verdachte] tegenover Luc aan (o.a. proces-verbaal van A-1254 op blz 1395 e.v. en 1410 e.v., deeldossier A3/PIT van 65 Tango) waarin hij onder andere stelt dat hij gedurende vele jaren in hasj gehandeld heeft, dat hij in het verleden van Marokko naar Engeland gesmokkeld had en dat dit met vrachtwagens gebeurde, het om honderden kilo’s hasj per week ging, dat hij soms wel 50 gulden per kilo verdiende en dat hij eens bij een parkeerplaats 1000 kilo hasj is kwijtgeraakt.
Deze verklaringen van [verdachte] vinden hun bevestiging in hetgeen in dossier E gerelateerd is.
Gelet op deze verklaringen is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] zich in ieder geval sedert 1988 schuldig heeft gemaakt aan de grootschalige handel in verdovende middelen.
Met deze handel in verdovende middelen heeft [verdachte] grote inkomsten gegenereerd.
Uit de verklaringen van de broers [getuige1 en 2], mevrouw [betrokkene 2] en [betrokkene 11] voornoemd, de verklaringen van [betrokkene 7] (zus van [verdachte]) en de verklaringen van [verdachte] tegenover Luc (waarbij hij onder andere aangaf ongeveer 50 gulden per kilo verdiend te hebben, terwijl hij honderden kilo’s verhandelde) blijkt de omvang van deze inkomsten en blijken ook de zeer grote bedragen die [verdachte] sedert zeker het begin van jaren negentig op buitenlandse bankrekeningen heeft gestort.
Die buitenlandse bankrekeningen werden in die tijd veelal geopend op naam van en met medeweten en –werking van een familielid. Die rekeningen zijn op een later tijdstip op naam van [verdachte] en/of [medeverdachte 1] gezet. Daarnaast zijn er talrijke buitenlandse bankrekeningen op naam van [verdachte] en/of [medeverdachte 1] aangetroffen waarop aanzienlijk bedragen stonden. Ook werd een bankkluisje op naam van mevrouw [betrokkene 2] geopend, maar was de daarin zich bevindende aanzienlijke geldsom eigendom van [verdachte]. Uit de inbeslagnames onder [verdachte] en [medeverdachte 1] blijkt dat zij beschikten over dure sieraden, waaronder horloges.
Verder blijkt uit het dossier niet dat [verdachte] zodanige legale inkomsten heeft gehad dat daaruit het bezit van de inbeslaggenomen vermogensbestanddelen te verklaren valt. Uit het dossier blijkt eerder het tegenovergestelde. De legale inkomsten die [verdachte] gedurende een aantal jaren aan de belastingdienst heeft opgegeven zijn zeer marginaal in verhouding tot de aangetroffen vermogensbestanddelen en blijken bij onderzoek door de politie niet op waarheid te berusten. Gelet op grote bedragen die inbeslaggenomen zijn waarvoor geen legale herkomst achterhaald is kunnen worden, kan het niet anders zijn dan dat de vermogensbestanddelen een criminele herkomst hebben. Gelet hierop ligt het naar het oordeel van de rechtbank op de weg van [verdachte] om de mogelijke (deels) legale herkomst van die gelden aannemelijk te maken. De verklaring van [verdachte] als zou zijn vermogen tot stand zijn gekomen met de (verkoop van de) bloemenhandel acht de rechtbank hiervoor onvoldoende, nu hij voor zijn stelling geen enkele onderbouwing naar voren heeft gebracht gegeven. Van [medeverdachte 1] is alleen bekend dat zij korte tijd een boetiek gehad heeft die geen geld opgeleverd heeft en derhalve ook geen verklaring voor het bezit van de inbeslaggenomen vermogensbestanddelen kan opleveren.
De rechtbank overweegt voorts dat zo [verdachte] al legale inkomsten had, deze inkomsten zich vermengd hebben met de inkomsten uit misdrijf, te weten de handel in verdovende middelen. Ten aanzien van vermogensbestanddelen die mogelijk gefinancierd of tot stand gekomen zijn uit zowel legale inkomsten als uit inkomsten uit misdrijf afkomstig, is de rechtbank met verwijzing naar de parlementaire geschiedenis bij artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht (kamerstukken II 1999/2000, 27159, nr 3, blz 17) van oordeel dat ook ten aanzien van die voorwerpen artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is. Naar het oordeel van de rechtbank wisten zowel [verdachte] als [medeverdachte 1] dat de in de tenlastelegging genoemde voorwerpen uit misdrijf afkomstig waren.
Ten aanzien van [medeverdachte 1] overweegt de rechtbank dat die wetenschap blijkt uit de hiervoor aangehaalde verklaring van haar moeder en uit haar directe betrokkenheid bij het openen, op naam hebben of oversluiten van bankrekeningen in vele landen, op welke rekeningen aanzienlijke bedragen gestort werden c.q. stonden.
Pleegplaats witwassen
Uit het dossier komt naar voren dat verdachte zijn (bank)zaken regelde vanuit zijn woonplaats Venlo.
Ook zijn de bankafschriften van de buitenlandse rekeningen aangetroffen in de woning van verdachtes schoonmoeder te Venlo. Gelet op deze omstandigheden acht de rechtbank ook met betrekking tot de tegoeden bij de banken in het buitenland als pleegplaats van het witwassen “in de gemeente Venlo, in elk geval in Nederland” bewezen.
Vrijspraak onderdeel t, u en v
De rechtbank spreekt verdachte vrij van het witwassen van de geldvordering die verdachte op [betrokkene 8] had omdat volgens de verklaring van [betrokkene 8] hij dit bedrag reeds in 1983 of 1984 van verdachte [verdachte] heeft geleend en er geen bewijs voorhanden is dat verdachte dit geldbedrag toen al uit misdrijf verkregen had.
Uit de verklaringen van [betrokkene 9] in samenhang met de overige gegevens in het dossier kan worden afgeleid dat hij in het laatste kwartaal van 2004 door verdachte [verdachte] aansprakelijk is gehouden voor de schade die ontstaan is door het verloren gaan van een partij softdrugs zo’n 10 jaar geleden.
De waarde van die partij zou zo’n 30.000 gulden zijn (= 13.613,41 Euro). Uit het dossier komt tevens naar voren dat deze [betrokkene 9], nadat middellijk (via [betrokkene 12] en [betrokkene 13]) dan wel onmiddellijk door verdachte [verdachte] de nodige dwang op hem is uitgeoefend, van deze “schuld” zo’n 7000 à 9000 Euro betaald heeft. Uit de redenering van de officier van justitie in combinatie met de omstandigheid dat zij onder [betrokkene 9] conservatoir derdenbeslag heeft laten leggen, volgt dat de officier van justitie geen oog had op het middels afpersing geïnde bedrag van 7000 à 9000 euro, maar juist op het van die oorspronkelijk 30.000 gulden nog niet door [betrokkene 9] aan verdachte [verdachte] betaalde bedrag van 6.613,41 (13.613,41 minus 7.000) euro dan wel 4.613,41 (13.613,41 minus 9.000) euro.
De rechtbank is van oordeel dat het nog maar de vraag is of deze “schuld” die [betrokkene 9] aan [verdachte] zou hebben ooit in rechte vastgesteld zal kunnen worden. De omstandigheid dat [betrokkene 9] een deel van deze schuld wel betaald heeft, komt in dit kader gelet op de op [betrokkene 9] uitgeoefende druk geen zelfstandige betekenis toe. Nu het bestaan van deze vordering niet is vast te stellen, kan verdachte zich met betrekking tot deze vordering ook niet schuldig maken aan witwassen.
De rechtbank zal [verdachte] dan ook vrijspreken van dit onderdeel van de tenlastelegging.
De onder v opgenomen vordering op de Autobedrijf EMA heeft betrekking op een Volvo voorzien van kenteken [kenteken 1], die onder [verdachte] in beslag genomen is. Deze Volvo is door justitie teruggeven aan de EMA, omdat het kenteken van deze auto op naam stond van dit autobedrijf. Hoewel er daarna kennelijk vraagtekens zijn gerezen over het al dan niet terecht zijn van deze te naam stelling, zijn deze vraagtekens naar het oordeel van de rechtbank niet zodanig dat is vast komen te staan dat deze Volvo eigenlijk aan [verdachte] toebehoorde en dat deze uit dien hoofde een vordering op de EMA heeft op de door de EMA met betrekking tot deze Volvo geïnde kooppenningen. Nu de eigendom van [verdachte] niet is komen vast te staan kan niet bewezen worden dat verdachte zich met betrekking tot deze Volvo, dan wel de vervangende vordering op de EMA, heeft schuldig gemaakt aan witwassen.
Met betrekking tot een tweetal rekeningen op naam van dochter [btrokkene 5], te weten, 1039.42.653 en 86.58.98.650, overweegt de rechtbank dat de bedragen die op deze rekeningen staan dermate laag zijn dat het aannemelijk is dat [btrokkene 5] dit geld zonder toedoen van verdachte en/of [medeverdachte 1] heeft verkregen. De rechtbank zal verdachte dan ook hiervan vrijspreken.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 5 januari 2005 in de gemeente Maasbree, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1, lid 5 van de Opiumwet, ongeveer drieënvijftig (53) kilogram, van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, door met dat opzet deze hoeveelheid (ongeveer 53 kilogram) hasjiesj af te leveren bij een vrachtauto met bestemming Tsjechië.
2.
hij op 28 januari 2005 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1, lid 5 van de Opiumwet, een hoeveelheid (40.000 pillen) van een materiaal bevattende MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, door met dat opzet deze hoeveelheid (40.000 pillen) van een materiaal bevattende MDMA af te leveren bij een vrachtauto met bestemming Tsjechië.
3.
hij op 7 maart 2005 in de gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1, lid 5 van de Opiumwet, een hoeveelheid (250.000 pillen) van een materiaal bevattende MDMA (3,4-methyleendioxymethamfetamine), zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, door met dat opzet deze hoeveelheid (250.000 pillen) van een materiaal bevattende MDMA, af te leveren bij een vrachtauto met bestemming Tsjechië.
4.
hij in de periode van 14 december 2001 tot en met 10 oktober 2005, in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
a.
in de periode van 14 december 2001 tot 19 juli 2005,
van een hoeveelheid geld (omgerekend 45.378,-- euro) de werkelijke aard of de herkomst verborgen of verhuld
bestaande in:
het laten rusten van de juridische eigendom van een appartement (woning en berging), gelegen aan de [adres pand 1] te Venlo, - dat door hem, verdachte, (voor omgerekend 45.378,-- euro) was gekocht en/of betaald -, bij [betrokkene 1];
en
b.
op 9 maart 2005,
van een hoeveelheid geld (80.000,-- euro, 418,-- USdollars, en 3.940,-- Zwitserse Francs) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld
bestaande in
het aanwezig hebben en/of bewaren van een hoeveelheid geld
(80.000,-- euro, 418,-- USdollars, en 3.940,-- Zwitserse Francs) in een
safeloket (nummer 693) bij de Coöperatieve Rabobank Venlo e.o., dat was
gehuurd op naam van [betrokkene 2] en/of [medeverdachte 1],
en
c.
op 7 maart 2005,
van een hoeveelheid geld (13.025,-- euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld
bestaande in
het aanwezig hebben en/of bewaren van een hoeveelheid geld (13.025,-- euro) in de woning van [betrokkene 3] en [betrokkene 4], gelegen aan de [adres pand 2] te Venlo,
en
d.
op 7 maart 2005,
een hoeveelheid geld ( 7.397,17 euro) voorhanden gehad (in de woning, gelegen aan de [[adres verdachte]] te Venlo);
en
e.
op 7 maart 2005,
een personenauto, Porsche 911 carrera coupé, gekentekend [kenteken 1], voorhanden gehad;
en
f.
op 7 maart 2005,
een personenauto, Alfa Romeo Spider 1.6, gekentekend [kenteken 2], voorhanden gehad (in een garagebox, gelegen aan de [adres pand 3] te Venlo);
en
g.
op 7 maart 2005,
een personenauto, Mercedes-Benz C220 cdi, zonder kenteken, voorhanden gehad;
en
h.
op 7 maart 2005,
een personenauto, Mercedes-Benz E270, zonder kenteken, voorhanden gehad;
en
i.
op 7 maart 2005,
een personenauto, Mercedes-Benz S400 cdi, gekentekend [kenteken 3], voorhanden gehad;
en
j.
op 10 maart 2005,
een speedboot, Mariah SX1800, met het nummer VMHAA137F405
en een aanhangwagen, Freewheel 1514 LB, gekentekend [kenteken 4],
voorhanden gehad;
en
k.
in het jaar 2005,
bij de Coöperatieve Rabobank Venlo e.o.
918,24 euro (op rekeningnummer 1538.83.979) en
133,68 euro (op rekeningnummer 1538.01.581) en
18.291,68 euro (op rekeningnummer 3624.361.635)
voorhanden gehad,
en
in het jaar 2005,
van hoeveelheden geld
(9.664,21 euro op rekeningnummer 1962.257.436 en
3.490,44 euro op rekeningnummer 1015.370.160)
de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld
bestaande in
het aanwezig hebben en bewaren van deze
hoeveelheden geld (9.664,21 euro op rekeningnummer 1962.257.436 en
3.490,44 euro op rekeningnummer 1015.370.160 en 98,99 euro op
rekeningnummer 1039.42.653) bij de Coöperatieve Rabobank Venlo e.o. op naam
van [betrokkene 5],
en
l.
in het jaar 2005,
bij de SNS-bank N.V.
391,22 euro (op rekeningnummer 86.28.33.698) en
21.221,82 euro (op rekeningnummer 86.64.29.190) en
2.200,-- euro (op rekeningnummer 85.27.05.948) en
voorhanden gehad;
en
m.
in het jaar 2005,
van hoeveelheden geld
(52.013,90 euro en/of 52.013,90 euro)
de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld
bestaande in
het bij een buitenlandse bank (Dexia Bank N.V.) bewaren van
52.013,90 euro op rekeningnummer 833-5444513-64 en/of
52.013,90 euro op rekeningnummer 833-5444514-65
en
het bewaren van de op deze rekening(en) betrekking hebbende bescheiden in de woning van [Betrokkene 2]
en
van hoeveelheden geld
(naar schatting) 165.300,-- euro en
65.574,20 euro en
25.474,96 euro en
50.188,52 euro en
50.188,52 euro en
50.188,52 euro en
143.547,72 euro en
25.244,40 euro)
de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld
bestaande in
het bij een buitenlandse bank (Dexia Bank N.V.) bewaren van
(naar schatting) 165.300,-- euro in een effectenportefeuille onder het nummer
789-9077940-19 ten name van [medeverdachte 1] en
65.574,20 euro op rekeningnummer 833-4142537-22 ten name van [medeverdachte 1] en
25.474,96 euro op rekeningnummer 833-5022094-80 ten name van [medeverdachte 1] en
50.188,52 euro op rekeningnummer 833-5444506-57 ten name van [medeverdachte 1] en
50.188,52 euro op rekeningnummer 833-5444509-60 ten name van [medeverdachte 1] en
50.188,52 euro op rekeningnummer 833-5444511-62 (mede) ten name van [medeverdachte 1] en
143.547,72 euro op rekeningnummer 833-5434324-60 ten name van [betrokkene 1] en
25.224,40 euro op rekeningnummer 833-5148797-04 ten name van [betrokkene 5],
en
het bewaren van de op deze rekening(en) betrekking hebbende bankbescheiden in de woning van [Betrokkene 2]
en
n.
in het jaar 2005,
van hoeveelheden geld (801,15 euro en/of 77.593,43 euro) de
werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld
bestaande in
het bij een buitenlandse bank (Fortis Bank N.V.) bewaren van
801,15 euro op rekeningnummer 235-0146675-23 ten name van [Betrokkene 2]
en
77.593,43 euro op rekeningnummer 013-0878638-30 ten name van [betrokkene 2]
en
het bewaren van de op deze rekening(en) betrekking hebbende
bankbescheiden in de woning van [Betrokkene 2]
en
o.
in het jaar 2005,
van hoeveelheden geld (71.039,51 euro en 57.185,19 euro) de
werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld
bestaande in
het bij een buitenlandse bank (Volksbank Salzburg GmbH) bewaren
van 71.039,51 euro en 57.185,19 euro op de (gecodeerde) rekeningnummers
61090650 respectievelijk 61090668 en
het bewaren van de op beide (gecodeerde) rekeningen betrekking hebbende spaarbankboekjes (zogenaamd "Eurobücher) in de woning van [Betrokkene 2]
en
p.
in het jaar 2005,
van een hoeveelheid geld (61.559,42 euro) de werkelijke aard of de herkomst
of de vindplaats verborgen of verhuld
bestaande in
het bij een buitenlandse bank (Tiroler Sparkasse) bewaren van
61.559,42 euro op rekeningnummer 03003901059
en
het bewaren van de op dit rekeningnummer betrekking hebbende bankbescheiden in de woning van [Betrokkene 2]
en/of
q.
in het jaar 2005,
van hoeveelheden geld
(1.994,74 euro,
45.962,20 euro, en
65.996,-- euro)
de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats verborgen of verhuld
bestaande in
het bij een buitenlandse bank (UBS) bewaren van
1.994,74 euro op rekeningnummer 0209-868295.40G en
45.962,20 euro op rekeningnummer 0209-868295.M1Q en
65.996,-- euro, zijnde de waarde van een effectendepot met het nummer
209-868295.S1,
en
het bewaren van de op dit depot en deze rekeningen betrekking hebbende bankbescheiden in de woning van [Betrokkene 2]
en
r.
in het jaar 2005,
van hoeveelheden geld (3.531,57 euro, 45.991,15 euro, en
45.382,61 euro) de werkelijke aard of de herkomst of de vindplaats
verborgen of verhuld
bestaande in
het bij een buitenlandse bank (Deutsche Bank SA Espana) bewaren
van
3.531,57 euro op rekeningnummer 0019.0091.41.493.0022814 en
45.991,15 euro, zijnde de waarde op de beleggingsrekening met het nummer
0019.0091.45.0224013397 en
45.382,61 euro, zijnde de waarde op de beleggingsrekening met het nummer 0019.0091.49.0200087119,
en
het bewaren van bescheiden van de Deutsche Bank Espana in de woning van [Betrokkene 2]
en
s.
in het jaar 2005,
vorderingen met (gelds)waarden van
5.905,55 euro,
2.923,55 euro, en
16.473,15 euro,
met betrekking tot de polissen van de levensverzekeringen, genummerd N00700000003498494,
N00700000003498497, respectievelijk
N00700000003499466, op
Nationale Nederlanden Levensverzekeringsmaatschappij N.V.,
voorhanden gehad;
en
w.
in het jaar 2005,
1. een klomp goud;
2. 4 goudkleurige zakhorloges;
3. een horloge Rolex;
4. een doos met 1 halsketting met bijpassende oorbellen;
5. een goudkleurige ring met groene steen en briljantjes;
6. een horloge Franck Muller bezet met briljant;
7. een album met een muntenverzameling;
8. een doos met munten;
9. een horloge Cartier;
10. een horloge Gianni Versace;
11. een horloge Lacroix in houten doos;
12. een goudkleurige ring met 2 hartvormige stenen;
13. een goudkleurige ketting, Dior (letter 0 bezet met steentjes);
14. een zilveren doosje met zilveren sieraden (3 kettingen, 1 ring met munt, 1 kruis, 1 massieve hanger en 1 schakel accessoire);
15. een doosje met twee goudkleurige manchetknopen;
16. een gouden dupont aansteker;
17. een dasspeld goud;
18. een bruin juwelendoosje met 3 dasspelden en 1 gouden dassieraad met steentje;
19. een goudkleurige Minnie Mouse hangertje;
20. een goudkleurige ketting met beerhanger;
21. een goudkleurige ketting met dolfijnhanger;
22. een goudkleurige ketting met hangertje met namen [btrokkene 5] en Willy;
23. een choker met steentjes in zwart zakje Rubin;
24. een parelketting, 3 snoeren aanéén;
25. een parelketting, 4 snoeren aanéén;
26. een juwelendoos met oorstekers hartje met steentjes;
27. een goudkleurige ring met 14 kleine steentjes met in midden grotere steen;
28. een goudkleurige ring met steen;
29. een goudkleurige ring met hartjes en in één hartje 3 steentjes;
30. een goudkleurige ring met 10 kleine steentjes en in midden een grote steen;
31. een goudkleurige ring met 17 steentjes in bloemvorm;
32. een vermoedelijk gouden halsketting. (In de sluiting staat: Italy en 750. In het midden is het woord "[naam medeverdachte 1]" in vermoedelijk goud, gevormd. De letters zijn afgezet met hele kleine vermoedelijk diamantsteentjes. De lengte van de naam is ongeveer 7 cm. Boven de letter E zitten twee diamantachtige steentjes);
33. een vermoedelijk gouden armband. (Onderzijde open. Kun je om de pols klemmen. In armband 5 olifanten achterelkaar: 2 grote en 3 kleine; om en om. Slurf houdt staart vast);
34. een horloge aan beige kleurige riem (een goudkleurig horloge, merk D&G. Soort 8 vorm, waaraan weer een goudkleurig soort ring bevestigd met een sluiting met D & G erop. Goudkleurige wijzers. Geen cijfers. Onder wijzers "D&G". Wijzerplaat wit. Op achterzijde klokje staat: D&G; Dolce Gabbana; TIME; All stainless steel. 3 atm waterresistant);
35. een paar goudkleurige oorhangers. (Groot. Soort schakels afgezet met 5 ovale soort steentjes in verschillende kleuren);
36. een goudkleurige hanger van een halsketting, in de vorm van een olifant (Enigszins rond);
37. een paar goudkleurige oorringen, ongeveer 6,5 cm diameter (Bestaat uit goudkleurig staafje waaromheen een goudkleurige draad gedraaid zit);
38. een paar goudkleurige oorhangers (bestaande uit een sluiting met daarin de naam: "DIOR" in de vorm van een kettinkje en een ovale hanger, met daarin een bruinkleurige diamantachtige steen);
39. een goudkleurige hanger (opspringend katachtig dier);
40. een goudkleurige halsketting met nar als hanger. (Hoofd, romp en benen kunnen onafhankelijk van elkaar bewegen. In sluiting staat: "50" . "AR" en "750" Ketting bestaat uit aan elkaar verbonden kleine kettinkjes);
41. een goudkleurige polskettinkje (schakels: ovale ringetjes en "v vormen aan elkaar);
42. gouden polskettinkje. (In sluiting: "84" "AR " "750".Ovale ringetjes en ovale vormen met twee gaten erin, aan elkaar geschakeld);
43. een goudkleurige lange halsketting (bestaande uit 9 kettinkjes, verbonden middels 8 hartjes. In sluiting: "585" en "5");
44. goudkleurige polsketting. (Soortgelijk aan foto 49 maar dan iets grover);
45. een gouden polskettinkje. (In sluiting: "750". Kettinkje met 5 schakeltjes en een ronde- en ruitvorm met daarin een roodkleurige steen);
46. goudkleurige oorringen;
47. goudkleurige oorringen met steentjes;
48. goudkleurige oorringen met hartvormige steen;
49. zilverkleurige oorringen met steentjes;
50. 4 goudkleurige opklip oorbellen;
51. een goudkleurige ring, bezet met 11 steentjes, en/of
52. een horloge Chopard,
voorhanden gehad;
en
x.
in het jaar 2005,
een sigarenkist (humidor) met inhoud;
een muziekinstallatie B&O;
twee geluidsboxen B&O en
een afstandbediening,
voorhanden gehad;
en
y.
in het jaar 2005,
een computer (merk: Dell);
een flatscreen (merk: Dell);
een kabel (merk: Dell) en
een toetsenbord (merk: Dell),
voorhanden gehad,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wisten dat dat
voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit het misdrijf.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
8. Het bewijs
De overtuiging van de rechtbank dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en de omstandigheden die zijn vervat in de volgende bewijsmiddelen.
De hieronder vermelde bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit, waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
De genoemde geschriften zijn slechts gebruikt in verband met de inhoud van de overige bewijsmiddelen.
8.1 De bewijsmiddelen
Voor zover het vonnis is uitgewerkt, staan de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen vermeld in de alsdan aan het vonnis gehechte aanvulling als bedoeld in de artikelen 365a en 365b van het Wetboek van Strafvordering.
9. Kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het ten laste van verdachte bewezenverklaarde levert op de navolgende misdrijven.
Ten aanzien van feit 1 primair
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, aanhef en onder A, van de Opiumwet gegeven verbod.
Het misdrijf is strafbaar gesteld bij artikel 11 van de Opiumwet in verband met artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van feit 2 primair
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, aanhef en onder A, van de Opiumwet gegeven verbod.
Het misdrijf is strafbaar gesteld bij artikel 10 van de Opiumwet in verband met artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van feit 3 primair
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, aanhef en onder A, van de Opiumwet gegeven verbod.
Het misdrijf is strafbaar gesteld bij artikel 10 van de Opiumwet in verband met artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht.
Ten aanzien van feit 4 primair
Medeplegen van een gewoonte maken van witwassen.
Het misdrijf is strafbaar gesteld bij artikel 420ter in verband met artikel 47 en artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
10. De strafbaarheid van verdachte
De verdachte is strafbaar voor het bewezenverklaarde nu niet is gebleken van enige omstandigheid die verdachtes strafbaarheid opheft.
11. De straffen en/of maatregelen
De officier van justitie heeft op 30 november 2005 met betrekking tot de op te leggen straf gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van 9 jaren, met aftrek ex artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
De raadsman heeft ten aanzien van de gevorderde straf opgemerkt dat deze, gelet op het blanco strafblad van cliënt en zijn correcte proceshouding, volstrekt disproportioneel is.
11.1 De algemene overwegingen van de rechtbank
Op grond van de aard van het bewezenverklaarde, alsmede op grond van de omstandigheden waaronder dit is gepleegd en de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte na te melden straffen behoren te worden opgelegd.
11.2 De bijzondere overwegingen van de rechtbank
Uit afgelegde verklaringen in het dossier is de rechtbank gebleken dat verdachte zich tenminste vanaf 1988 heeft beziggehouden met grootschalige handel in softdrugs. Terwijl uit de bewezenverklaarde verkopen van MDMA-pillen blijkt dat verdachte zich zeker de laatste tijd ook bezighield met de verkoop van harddrugs. Met deze handel heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank grote winsten behaald, welke hij direct of indirect heeft weggezet op veelal buitenlandse rekeningen.
De omstandigheid dat verdachte in staat is geweest om meer dan 15 jaar zijn gang te gaan zonder dat er - ondanks sterke aanwijzingen - concreet bewijs boven tafel kwam, zegt iets over de doordachte werkwijze en aanpak van verdachte.
Deze doordachte werkwijze blijkt enerzijds uit de loyaliteit die verdachte kennelijk weet te bewerkstelligen bij de mensen die hij inzet bij drugstransporten en/of witwashandelingen (veelal familie), anderzijds schrikt verdachte blijkens de feiten die in het onderzoek naar de vordering van verdachte op [betrokkene 9] naar voren zijn gekomen niet terug voor het dreigen met geweld.
De rechtbank is van oordeel dat het over zo lange periode crimineel handelen van verdachte ernstig inbreuk heeft gemaakt op de rechtsorde, waardoor de samenleving ernstige schade is toegebracht. Dit laatste met name nu uit het dossier blijkt dat het in Venlo een publiek geheim was dat verdachte op grote schaal actief was in de hasjhandel en daarvoor nog nooit was opgepakt.
Daarnaast houdt de rechtbank rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals die zijn gebleken tijdens het onderzoek ter terechtzitting.
De rechtbank is van oordeel dat met het oog op een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of lagere straf dan de hierna vermelde vrijheidsstraf.
11.3 Verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat de onderstaande inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen dienen te worden verbeurdverklaard. Genoemde voorwerpen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring aangezien met betrekking tot die voorwerpen feit 4 is begaan.
- een appartement (woning en berging), gelegen aan de [adres pand 1] te
Venlo;
- een hoeveelheid geld, namelijk € 80.000 en 418,-- US dollars en 3.940,-- Zwitserse Francs (aangetroffen in een safeloket, nummer 693, bij de Coöperatieve Rabobank Venlo e.o. gehuurd op naam van [betrokkene 2] en/of [medeverdachte 1]);
- een hoeveelheid geld, namelijk € 13.025 ([adres pand 2] te Venlo);
- een hoeveelheid geld, namelijk € 7.397,17 ([[adres verdachte]] te Venlo);
- een personenauto, Porsche 911 carrera coupé, gekentekend [kenteken 1];
- een personenauto, Alfa Romeo Spider 1.6, gekentekend [kenteken 2];
- een personenauto, Mercedes-Benz C220 cdi, zonder kenteken;
- een personenauto, Mercedes-Benz E270, zonder kenteken;
- een personenauto, Mercedes-Benz S400 cdi, gekentekend [kenteken 3];
- een speedboot, Mariah SX1800, met het nummer VMHAA137F405;
- een aanhangwagen, Freewheel 1514 LB, gekentekend [kenteken 4];
- Bij de Coöperatieve Rabobank Venlo e.o.
€ 918,24 (op rekeningnummer 1538.83.979), € 133,68 (op rekeningnummer
1538.01.581), € 18.291,68 (op rekeningnummer 3624.361.635) € 9.664,21 (op
rekeningnummer 1962.257.436) en € 3.490,44 (op rekeningnummer
1015.370.160).
- Bij de SNS-bank N.V.
€ 391,22 (op rekeningnummer 86.28.33.698), € 21.221,82 (op rekeningnummer
86.64.29.190) en € 2.200 (op rekeningnummer 85.27.05.948).
- Bij een buitenlandse bank (Dexia Bank N.V.):
€ 52.013,90 op rekeningnummer 833-5444513-64 en € 52.013,90 op
rekeningnummer 833-5444514-65;
en
een effectenportefeuille met een geschatte waarde van € 165.300 onder het
nummer 789-9077940-19 ten name van [medeverdachte 1];
€ 65.574,20 op rekeningnummer 833-4142537-22 ten name van [medeverdachte 1];
€ 25.474,96 op rekeningnummer 833-5022094-80 ten name van [medeverdachte 1];
€ 50.188,52 op rekeningnummer 833-5444506-57 ten name van [medeverdachte 1];
€ 50.188,52 op rekeningnummer 833-5444509-60 ten name van [medeverdachte 1];
€ 50.188,52 op rekeningnummer 833-5444511-62 (mede) ten name van [medeverdachte 1];
€ 143.547,72 op rekeningnummer 833-5434324-60 ten name van [betrokkene 1];
€ 25.224,40 op rekeningnummer 833-5148797-04 ten name van [betrokkene 5].
- Bij een buitenlandse bank (Fortis Bank N.V.)
€ 801,15 op rekeningnummer 235-0146675-23 ten name van [Betrokkene 2];
€ 77.593,43 op rekeningnummer 013-0878638-30 ten name van [Betrokkene 2];
- Bij een buitenlandse bank (Volksbank Salzburg GmbH)
€ 71.039,5 en € 57.185,19 op de (gecodeerde) rekeningnummers 61090650
respectievelijk 61090668.
- Bij een buitenlandse bank (Tiroler Sparkasse)
€ 61.559,42 op rekeningnummer 03003901059.
- Bij een buitenlandse bank (UBS)
€ 1.994,74 op rekeningnummer 0209-868295.40G, € 45.962,20 op
rekeningnummer 0209-868295.M1Q en € 65.996, zijnde de geschatte waarde van
een effectendepot met het nummer 209-868295.S1.
- Bij een buitenlandse bank (Deutsche Bank SA Espana)
€ 3.531,57 op rekeningnummer 0019.0091.41.493.0022814, een
beleggingsrekening met het nummer 0019.0091.45.0224013397, met een
geschatte waarde € 45.991,15 en een beleggingsrekening met het nummer
0019.0091.49.0200087119, met als geschatte waarde € 45.382,61.
- Nationale Nederlanden Levensverzekeringsmaatschappij N.V.
de afkoopwaarde van de polissen van de levensverzekeringen, genummerd
N00700000003498494, N00700000003498497, respectievelijk
N00700000003499466 (respectievelijk ongeveer € 5.905,55, € 2.923,55 en
€ 16.473,15).
- Sieraden, horloges en muntverzameling
- een klomp goud;
- 4 goudkleurige zakhorloges;
- een horloge Rolex;
- een doos met 1 halsketting met bijpassende oorbellen;
- een goudkleurige ring met groene steen en briljantjes;
- een horloge Franck Muller bezet met briljant;
- een album met een muntenverzameling;
- een doos met munten;
- een horloge Cartier;
- een horloge Gianni Versace;
- een horloge Lacroix in houten doos;
- een goudkleurige ring met 2 hartvormige stenen;
- een goudkleurige ketting, Dior (letter 0 bezet met steentjes);
- een zilveren doosje met zilveren sieraden (3 kettingen, 1 ring met munt, 1 kruis, 1
massieve hanger en 1 schakel accessoire);
- een doosje met twee goudkleurige manchetknopen;
- een gouden dupont aansteker;
- een dasspeld goud;
- een bruin juwelendoosje met 3 dasspelden en 1 gouden dassieraad met steentje;
- een goudkleurige Minnie Mouse hangertje;
- een goudkleurige ketting met beerhanger;
- een goudkleurige ketting met dolfijnhanger;
- een goudkleurige ketting met hangertje met namen [btrokkene 5] en Willy;
- een choker met steentjes in zwart zakje Rubin;
- een parelketting, 3 snoeren aanéén;
- een parelketting, 4 snoeren aanéén;
- een juwelendoos met oorstekers hartje met steentjes;
- een goudkleurige ring met 14 kleine steentjes met in midden grotere steen;
- een goudkleurige ring met steen;
- een goudkleurige ring met hartjes en in één hartje 3 steentjes;
- een goudkleurige ring met 10 kleine steentjes en in midden een grote steen;
- een goudkleurige ring met 17 steentjes in bloemvorm;
- een vermoedelijk gouden halsketting. (In de sluiting staat: Italy en 750. In het
midden is het woord "[naam medeverdachte 1]" in vermoedelijk goud, gevormd. De letters zijn
afgezet met hele kleine vermoedelijk diamantsteentjes. De lengte van de naam is
ongeveer 7 cm. Boven de letter E zitten twee diamantachtige steentjes);
- een vermoedelijk gouden armband. (Onderzijde open. Kun je om de pols klemmen.
In armband 5 olifanten achterelkaar: 2 grote en 3 kleine; om en om. Slurf houdt
staart vast);
- een horloge aan beige kleurige riem (een goudkleurig horloge, merk D&G. Soort 8
vorm, waaraan weer een goudkleurig soort ring bevestigd met een sluiting met
D&G erop. Goudkleurige wijzers. Geen cijfers. Onder wijzers "D&G". Wijzerplaat
wit. Op achterzijde klokje staat: D&G; Dolce Gabbana; TIME; All stainless steel. 3
atm waterresistant);
- een paar goudkleurige oorhangers. (Groot. Soort schakels afgezet met 5 ovale
soort steentjes in verschillende kleuren);
- een goudkleurige hanger van een halsketting, in de vorm van een olifant (Enigszins
rond);
- een paar goudkleurige oorringen, ongeveer 6,5 cm diameter (Bestaat uit
goudkleurig staafje waaromheen een goudkleurige draad gedraaid zit);
- een paar goudkleurige oorhangers (bestaande uit een sluiting met daarin de naam:
"DIOR" in de vorm van een kettinkje en een ovale hanger, met daarin een
bruinkleurige diamantachtige steen);
- een goudkleurige hanger (opspringend katachtig dier);
- een goudkleurige halsketting met nar als hanger. (Hoofd, romp en benen kunnen
onafhankelijk van elkaar bewegen. In sluiting staat: "50". "AR" en "750" Ketting
bestaat uit aan elkaar verbonden kleine kettinkjes);
- een goudkleurige polskettinkje (schakels: ovale ringetjes en "v vormen aan elkaar);
- gouden polskettinkje. (In sluiting: "84" "AR " "750".Ovale ringetjes en ovale vormen
met twee gaten erin, aan elkaar geschakeld);
- een goudkleurige lange halsketting (bestaande uit 9 kettinkjes, verbonden middels
8 hartjes. In sluiting: "585" en "5");
- goudkleurige polsketting. (Soortgelijk aan foto 49 maar dan iets grover);
- een gouden polskettinkje. (In sluiting: "750". Kettinkje met 5 schakeltjes en een
ronde- en ruitvorm met daarin een roodkleurige steen;
- goudkleurige oorringen;
- goudkleurige oorringen met steentjes;
- goudkleurige oorringen met hartvormige steen;
- zilverkleurige oorringen met steentjes;
- 4 goudkleurige opklip oorbellen;
- een horloge Chopard;
- een sigarenkist (humidor) met inhoud;
- een muziekinstallatie B&O;
- twee geluidsboxen B&O;
- een afstandbediening;
- een computer (merk: Dell);
- een flatscreen (merk: Dell);
- een kabel (merk: Dell);
- een toetsenbord (merk: Dell).
12. Toepasselijke wetsartikelen
Na te melden beslissing is gegrond op de artikelen:
Wetboek van Strafrecht art. 10, 24, 27, 33, 33a, 47, 57, 91, 420bis, 420ter;
Opiumwet art. 2, 3, 10, 11.
BESLISSING
De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verstaat dat het aldus bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en verklaart verdachte ter zake strafbaar;
veroordeelt verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van 7 jaren en beveelt dat de tijd door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan verdachte opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
verklaart verbeurd: alle vermogensbestanddelen zoals hiervoor onder 11.3 genoemd.
Vonnis gewezen door mrs. L.P. Bosma, M.J.A.G. van Baal en W.A.H.J. Poppeliers, rechters, van wie mr. Van Baal voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.J.P. Beurskens als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op
23 december 2005.