Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AU6499

Datum uitspraak2005-09-23
Datum gepubliceerd2005-11-18
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Zutphen
Zaaknummers06/035409-04, BVS-nummer 05/124
Statusgepubliceerd


Indicatie

Onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen groepen spaarlampen, in totaal 33.144 stuks.


Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN Parketnummer: 06/035409-04 BVS-nummer: 05/124 De rechtbank heeft te beslissen op een vordering ex artikel 36b, eerste lid onder 4e van het Wetboek van Strafrecht van de officier van justitie van 22 april 2005, strekkende tot onttrekking aan het verkeer van: - 33.144 spaarlampen in beslag genomen onder: Rodax International B.V. volgens haar opgave thans genaamd Delos International B.V. gevestigd te ’s-Heerenberg, Weteringstraat 25-27, nader te noemen belanghebbende. De vordering is gelijktijdig met het namens belanghebbende inzake bedoelde lampen ingediende klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, in het openbaar behandeld door de raadkamer op 9 september 2005. Van deze behandeling is een proces-verbaal opgemaakt. Overwegingen 1. Blijkens de stukken zijn de spaarlampen op 27 mei 2004 door opsporingsambtenaren van het agentschap Telecom onder belanghebbende in beslag genomen als voorwerpen van (al dan niet opzettelijke) overtreding van het bepaalde in artikel 10.5 juncto artikel 10.1 en/of 10.2 van de Telecommunicatiewet (Tw.) en de krachtens laatstgenoemde artikelen van toepassing zijnde technische voorschriften, strafbaar gesteld bij artikel 1. sub 1 juncto artikel 6 van de wet op de Economische Delicten. 2. Ofschoon zij de jegens belanghebbende gerezen verdenking gegrond achtte, heeft de officier van justitie besloten ter zake geen strafvervolging in te stellen en te volstaan met de onderhavige vordering. 3. Blijkens de stukken, waaronder voormeld klaagschrift, en het in raadkamer verhandelde, is belanghebbende van oordeel, dat er voor onttrekking aan het verkeer geen (redelijke) grond bestaat en dat de spaarlampen haar, zo nodig onder strikte voorwaarden, weer ter beschikking dienen te worden gesteld, zulks gelet op haar goede trouw bij de inkoop, de hoge inkoopwaarde van € 47.000,-, de niet representatieve en daardoor onbetrouwbare aard van de testresultaten, de relatief gunstige resultaten van niet-justitieel onderzoek en haar wens tot schadebeperking met gebruik van de in artikel 10.7 eerste lid sub a Tw vermelde vrijstelling. 4. In verband met het voorgaande stelt de rechtbank op grond van haar onderzoek het volgende vast: - Gelet op de incidentrijke voorgeschiedenis bestond er voor belanghebbende aanleiding voor ernstige twijfel omtrent de waarde van de haar verstrekte conformiteitsverklaringen en het daadwerkelijk aan de wettelijke eisen voldoen van de onderhavige spaarlampen. Overigens is goede trouw bij beslissingen omtrent onttrekking aan het verkeer hooguit van belang in verband met de vraag of (enige) geldelijke compensatie op zijn plaats is, gelet op de waarde van het te onttrekken voorwerp. In het onderhavige geval is de gestelde inkoopwaarde niet onderbouwd en buitendien geen deugdelijke maatstaf voor de thans niet te bepalen en mogelijk zelfs ontbrekende vermogenswaarde. - De in beslag genomen spaarlampen waren niet (deels) afkomstig van binnen de Europese Economische Ruimte (EER) gevestigde leveranciers (zoals Hendrik Trading), maar zij waren door belanghebbende alle rechtstreeks betrokken van een in China gevestigde producent c.q. exporteur. Er was derhalve sprake van invoer in de EER uit een land daarbuiten en aldus van ”in de handel brengen” in de zin van artikel 1.1. onder dd en artikel 10.5 eerste lid Tw. - De betrokken spaarlampen waren bestemd voor verhandeling binnen de EER, zodat de bij artikel 10.7 Tw, vermelde vrijstellingen niet van toepassing waren. - De aard van belanghebbendes bedrijf, groothandel, brengt mede dat de verkoop van spaarlampen in de regel betrekking zal hebben op grote partijen van eenzelfde type. - Belanghebbende heeft geen eigen faciliteiten voor technisch onderzoek bij spaarlampen en zij pleegt bij in- en verkoop daarvan uitsluitend af te gaan op de door haar leverancier verstrekte verklaringen inzake technische conformiteit. - Door belanghebbende is in raadkamer niet alleen erkend dat de uit China betrokken spaarlampen van matige kwaliteit plegen te zijn, maar ook dat hun productiewijze kennelijk medebrengt dat de kwaliteit tussen lampen van exact hetzelfde type nog veel variaties kan vertonen, hetgeen zowel een betrouwbare certificering als een efficiënte technische controle bemoeilijkt. - Belanghebbende heeft geen niet-justitiële onderzoeksresultaten bekend gemaakt en is voorts niet ingegaan op het door de officier van justitie subsidiair gedane voorstel om voor eigen rekening de nog niet geteste spaarlampen alle te onderwerpen aan testonderzoek door TNO. - Belanghebbende heeft tot dusver evenmin aan de officier van justitie een uitgewerkt voorstel voorgelegd, waaruit kan blijken dat haar alsnog een beroep toekomt op een vrijstelling ex artikel 10.7 Tw in verband met repatriëring van de spaarlampen naar China of anderszins. - De aan de in beslagneming ten grondslag liggende TNO-testresultaten zijn als zodanig niet betwist; voorts is evenmin aangevoerd of gebleken dat bij of rond de onderhavige steekproef wettelijke voorschriften zijn geschonden. - Het resultaat van deze steekproef kan als volgt worden weergegeven: Type onder beslag getest foutpercentage testmateriaal ------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 406120 7.630 stuks 5 stuks 40 % 406017 11.954 stuks 5 stuks 20 % 406061 7.504 stuks 4 stuks 100 % 406008 6.051 stuks 4 stuks 100 % 5. Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigen bovenvermelde vaststellingen zonder nader onderzoek de volgende conclusies: - De in beslag genomen spaarlampen dienen per door het type bepaalde groep aangemerkt te worden als een “gezamenlijkheid van voorwerpen” in de zin van de rechtspraak omtrent artikel 36c van het Wetboek van Strafrecht, nu blijkens de testresultaten bij elke groep sprake is van strafbare overtreding van artikel 10.5, eerste lid Tw en wel, naar het zich laat aanzien, in zodanige mate, dat ernstig rekening valt te houden met de mogelijkheid dat van de niet geteste spaarlampen het merendeel dan wel een aanmerkelijk deel niet aan de wettelijke voorschriften voldoet. In hun functie van handelsvoorraad vormen bedoelde groepen aldus figuurlijk even zovele infectiebronnen van waaruit ook die spaarlampen zich ongecontroleerd, snel en massaal in de maatschappij kunnen verspreiden en aldaar elektromagnetische storingen kunnen veroorzaken. - Onder deze omstandigheden zijn de handelsvoorraden van zodanige aard, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang. - Nu aan alle wettelijke vereisten is voldaan dient ten aanzien van de spaarlampen de onttrekking aan het verkeer te worden bevolen. - Er bestaat geen aanleiding voor het (ambtshalve) toekennen van enigerlei geldelijke compensatie op de voet van het bepaalde in artikel 36b tweede lid juncto artikel 33c, tweede en derde lid van het Wetboek van Strafrecht. 6. Volledigheidshalve merkt de rechtbank nog op, dat de aard van de onderhavige voorwerpen en van de toepasselijke regelgeving, waaronder in het bijzonder het bepaalde in artikel 10.7 Tw, aan belanghebbende wellicht nog mogelijkheden biedt voor het bereiken van een voor haar en de officier van justitie aanvaardbare oplossing, alvorens het deze laatste vrijstaat over te laten gaan tot tenuitvoerlegging van onderstaande beslissing. Beslissing Beveelt de onttrekking aan het verkeer ten aanzien van de in beslag genomen groepen spaarlampen, te weten: type 406120 7.630 stuks type 406017 11.954 stuks type 406061 7.504 stuks type 406008 6.051 stuks ---------------- totaal 33.144 stuks Deze beslissing is gegeven door mrs. Van Harreveld, voorzitter, Knoop en Lagarde, rechters, in tegenwoordigheid van Van Aalst, griffier, uitgesproken in het openbaar op 23 september 2005 en ondertekend door de voorzitter en de griffier.