Jurisprudentie
AT4152
Datum uitspraak2005-04-14
Datum gepubliceerd2005-04-19
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers76979/ES RK 04-1410
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2005-04-19
RechtsgebiedPersonen-en familierecht
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Alkmaar
Zaaknummers76979/ES RK 04-1410
Statusgepubliceerd
Indicatie
De vrouw verzoekt, als nevenvoorziening bij de echtscheiding, de man de omgang tussen hem en de minderjarigen te ontzeggen. De rechtbank acht termen aanwezig dat verzoek toe te wijzen. Voorts verzoekt de vrouw te bepalen dat partijen over gaan tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap. De verdeling wordt beheerst door het Turkse rechtsstelsel. De vrouw wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek voor de periode vanaf de datum huwelijksvoltrekking tot 1 januari 2002. Vanaf 1 januari 2002 is Turks recht van toepassing op de verdeling van de alsdan naar Turks recht bestaande beperkte gemeenschap van goederen.
Uitspraak
RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
zaak- en rekestnummer: 76979/ES RK 04-1410
datum: 14 april 2005
Beschikking van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken
in de zaak van:
[verzoekster], blijkens het overgelegde internationaal uittreksel uit de huwelijksakte na het huwelijk genaamd: [naam] en blijkens het door de gemeente Hoorn afgegeven uittreksel uit de basisadministratie aldaar ingeschreven als [verzoekster],
wonende te Hoorn,
verzoekende partij,
procureur mr. J.W.E. Groot,
tegen:
[gerekwestreerde],
wonende te Hoorn,
gerekwestreerde,
niet verschenen.
Partijen zullen verder ook worden aangeduid als de vrouw en de man.
HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Ter griffie van deze rechtbank is op 16 november 2004 het inleidende verzoekschrift van de vrouw ingekomen waarin wordt verzocht tussen partijen, Nederlanders, echtscheiding, uit te spreken.
Voorts is hierbij verzocht nevenvoorzieningen als bedoeld in artikel 827 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te treffen.
De vrouw heeft vervolgens het verzoek aangevuld c.q. gewijzigd.
De man heeft binnen de daarvoor gestelde, en op verzoek van zijn raadsman eenmaal verlengde, termijn geen verweerschrift ingediend.
DE BEHANDELING VAN DE ZAAK
Het ingediende verzoekschrift met overgelegde bescheiden voldoet aan de in artikel 815 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vermelde voorschriften.
De rechtbank heeft de in deze beschikking vermelde voornamen en geslachtsnamen van partijen en de datum en plaats van de huwelijksvoltrekking, alsmede voornaam, geboortedatum en -plaats van hun minderjarige kinderen overgenomen uit de desbetreffende bescheiden.
Door de omstandigheid dat partijen naast de Nederlandse tevens de Turkse nationaliteit bezitten draagt de onderhavige zaak een internationaal karakter zodat eerst de vraag dient te worden beantwoord of de Nederlandse rechter in deze zaak rechtsmacht toekomt.
Deze vraag kan ten aanzien van het verzoek tot echtscheiding in bevestigende zin worden beantwoord, nu uit de overgelegde stukken is gebleken dat partijen hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben.
Met betrekking tot de nevenvoorziening ten aanzien van de echtelijke woning komt de rechtbank rechtsmacht toe omdat de woning in Nederland is gelegen.
Met betrekking tot de overige nevenvoorzieningen komt de rechtbank rechtsmacht toe op grond van de woonplaats van partijen en de gewone verblijfplaats van de minderjarigen.
Vervolgens komt aan de orde welk rechtsstelsel op het verzoek tot echtscheiding en de nevenvoorzieningen van toepassing is.
Op het verzoek tot echtscheiding is het Nederlandse rechtsstelsel van toepassing, aangezien de vrouw een daartoe strekkende rechtskeuze heeft gedaan en de man deze keuze door niet te verschijnen onweersproken heeft gelaten.
De nevenvoorziening tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap wordt beheerst door het Turkse rechtsstelsel, aangezien partijen ten tijde van de huwelijkssluiting de Turkse nationaliteit gemeenschappelijk hadden. Met ingang van 1 januari 2002 is het Turks wettelijk stelsel, inhoudende de algehele scheiding van goederen, gewijzigd in een beperkte gemeenschap. Ingevolge de daarvoor geldende overgangsrechtelijke bepaling konden echtgenoten tot 1 januari 2003 opteren voor het behoud van het bestaande regime. Nu de vrouw heeft gesteld dat partijen van deze mogelijkheid geen gebruik hebben gemaakt, is vanaf 1 januari 2002 op het huwelijksvermogenregime het nieuwe stelsel van toepassing
De rechtbank zal de vrouw in haar verzoek tot verdeling niet-ontvankelijk verklaren voor zover dat betrekking heeft op de periode vanaf de datum huwelijksvoltrekking tot 1 januari 2002. Met betrekking tot de verzochte verdeling van de beperkte gemeenschap volgens Turks recht zal de rechtbank het verzoek toewijzen, met dien verstande dat op de in dit kader mede verzochte benoeming van een notaris en onzijdige personen het Nederlandse rechtsstelsel van toepassing is als het recht van het land waar de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap zich zal voltrekken.
Op de nevenvoorziening tot toekenning van het huurrecht van de echtelijke woning is het Nederlandse rechtsstelsel van toepassing, aangezien die woning in Nederland is gelegen.
Op de nevenvoorziening met betrekking tot het gezag (c.a.) is het Nederlandse rechtsstelsel van toepassing, nu aannemelijk is geworden dat de minderjarigen in Nederland hun gewone verblijfplaats hebben.
De rechtbank acht, gelet op hetgeen de vrouw ten aanzien van haar verzoek ten grondslag heeft gelegd, na te melden voorziening in het gezag het meest in het belang van de betrokken minderjarigen.
De vrouw heeft verzocht de man het recht op omgang te ontzeggen.
De vrouw heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat de man heeft getracht hen, op voor de vrouw en de minderjarigen traumatiserende wijze, te bewegen met hem naar Turkije te vertrekken. De man heeft zichzelf, in het bijzijn van de oudste minderjarige, met een mes verwond teneinde hem mee te krijgen. De minderjarigen zijn aangemeld bij het RIAGG voor hulpverlening bij de verwerking van hetgeen hen is overkomen.
De voorzieningenrechter heeft de man bij vonnis van 28 oktober 2004 een contact- en straatverbod opgelegd voor de periode van één jaar, te rekenen vanaf de dag dat de man vrijkomt uit detentie.
De rechtbank acht het verzoek van de vrouw, gelet op artikel 827 lid 1 sub c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering jo artikel 377a lid 3 sub a en sub d van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, voor toewijzing vatbaar.
De verzochte echtscheiding en de nevenvoorzieningen ten aanzien van het gezag, de verdeling van de beperkte gemeenschap, de toekenning van het huurrecht zijn en het verzoek van de vrouw om de man de omgang te ontzeggen zijn, gelet op het toepasselijke recht, de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voorgekomen en kunnen derhalve worden toegewezen.
DE BESLISSING
De rechtbank :
Spreekt tussen partijen, op [huwelijksdatum en –plaats] gehuwd, ECHTSCHEIDING uit.
Bepaalt dat de vrouw wordt belast met de uitoefening van het gezag over de minderjarigen:
[naam kind], geboren in de gemeente [geboortedatum en –plaats], en
[naam kind], geboren in de gemeente [geboortedatum en –plaats].
Ontzegt de man het recht op omgang met voornoemde minderjarigen.
Verklaart de vrouw niet-ontvankelijk in haar verzoek met betrekking tot de verdeling voor zover dat betrekking heeft op de huwelijksperiode vanaf de datum huwelijksvoltrekking tot 1 januari 2002.
Bepaalt dat partijen met elkaar over zullen gaan tot verdeling van de beperkte gemeenschap van goederen naar Turks recht, zoals deze vanaf 1 januari 2002 van toepassing is, en benoemt, tenzij partijen binnen acht dagen na inschrijving van deze beschikking anders overeenkomen, notaris mr. G.M.M. van den Berg te Hoorn, respectievelijk de ambtelijke bewaarder van zijn protocol om op een door deze te bepalen tijd en plaats de verdeling te bewerkstelligen.
Benoemt voorts mrs. D. van der Pol en J.Y. Kuit, advocaten te Hoorn, tot onzijdige personen om de vrouw, respectievelijk de de man, te vertegenwoordigen bij de verdeling, indien de vrouw, respectievelijk de man, daartoe niet meewerkt of wegblijft.
Bepaalt dat de vrouw met ingang van heden huurster zal zijn van de woning aan de [straat- en plaatsnaam].
Verklaart deze beschikking, behoudens ten aanzien van de echtscheiding, uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. L. van der Heijden, lid van gemelde kamer, tevens kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van DONDERDAG 14 april 2005, in tegenwoordigheid van de griffier.