Jurisprudentie
AS6160
Datum uitspraak2005-02-08
Datum gepubliceerd2007-07-20
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHerziening
Instantie naamHoge Raad
Zaaknummers03176/04 H
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2007-07-20
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureHerziening
Instantie naamHoge Raad
Zaaknummers03176/04 H
Statusgepubliceerd
Indicatie
Herziening
Uitspraak
8 februari 2005
Strafkamer
nr. 03176/04 H
SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een vonnis van de Rechtbank te Arnhem van 25 november 2002, nummer 05/070037-98, alsmede van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 24 juni 2003, nummer 21/003876-02, ingediend door mr. A.J. Van, advocaat te Amersfoort, namens:
[Aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965, wonende te [woonplaats].
1. De uitspraken waarvan herziening is gevraagd
De Rechtbank heeft in haar vonnis de aanvrager veroordeeld wegens "overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994". Het Gerechtshof heeft voornoemd vonnis vernietigd en in zijn arrest de aanvrager vrijgesproken van het primair tenlastegelegde en het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vervolging met betrekking tot het subsidiair tenlastegelegde.
2. De aanvrage tot herziening
De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. Beoordeling van de aanvrage
De aanvrage zal niet tot herziening kunnen leiden, reeds omdat het vonnis van de Rechtbank door het Hof is vernietigd en het arrest van het Gerechtshof niet is een in kracht van gewijsde gegane einduitspraak houdende veroordeling in de zin van art. 457, eerste lid, Sv. De aanvrage kan derhalve niet worden ontvangen.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de aanvrage niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier L.J.J. Okker-Braber, en uitgesproken op 8 februari 2005.