Jurisprudentie
AS4492
Datum uitspraak2005-02-01
Datum gepubliceerd2005-02-01
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers08/000146-04
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2005-02-01
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Almelo
Zaaknummers08/000146-04
Statusgepubliceerd
Indicatie
verdachte B wordt vrijgesproken van betrokkenheid bij een afpersingszaak en vrijgesproken van diefstal en van bedreiging van twee bezoekers van nachtclub trocodero. voor het medeplegen van poging tot zware mishandeling van die twee bezoekers en voor enige andere gewledsdelicten krijgt hij vijftien maanden gevangenisstraf opgelegd, met de verplichting enige schade te vergoeden aan die bezoekers van de nachtclub.
Uitspraak
RECHTBANK ALMELO
Parketnummer: 08/000146-04.
STRAFVONNIS
Uitspraak: 1 februari 2005.
De rechtbank te Almelo, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Almelo, tegen:
[B.],
geboren te [plaats] op [datum] 1965,
wonende te [plaats],
thans verblijvende in het huis van bewaring te [plaats],
terechtstaande dat:
1.
hij op of omstreeks 17 april 2004 in de gemeente Enschede
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een of meer
perso(o)n(en) genaamd [benadeelde jr.] en/of [benadeelde sr.] van het leven te beroven,
met dat opzet tezamen met zijn, verdachtes, mededader(s) en/althans alleen die
[benadeelde jr.] en/of die [benadeelde sr.]:
- met (een) honkbalknuppel(s) en/of een ketting en/althans (telkens) met een
(hard) voorwerp, meermalen met kracht op/tegen het hoofd en/of lichaam heeft
geslagen, en/of
- meermalen, althans eenmaal, met kracht in/tegen het hoofd en/of het lichaam
heeft gestompt en/of geslagen en/of geschopt en/of getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 17 april 2004 in de gemeente Enschede
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen en/althans alleen aan een of meer
perso(o)n(en) genaamd [benadeelde jr.] en/of [benadeelde sr.], opzettelijk zwaar
lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet tezamen met zijn, verdachtes,
mededader(s) en/althans alleen, die [benadeelde jr.] en/of die [benadeelde sr.]:
- met (een) honkbalknuppel(s) en/of een ketting en/althans (telkens) met een
(hard) voorwerp, meermalen met kracht op/tegen het hoofd en/of lichaam heeft
geslagen, en/of
- meermalen, althans eenmaal, met kracht in/tegen het hoofd en/of het lichaam
heeft gestompt en/of geslagen en/of geschopt en/of getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 17 april 2004 te gemeente Enschede tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon,
genaamd [benadeelde jr.] en een persoon genaamd [benadeelde sr.], tegen hun hoofd en lichaam
heeft getrapt, geslagen met de hand en met de vuist en geslagen met een
ketting en/of een knuppel, waardoor voornoemde [benadeelde sr.] en [benadeelde jr.] letsel
hebben bekomen en/of pijn hebben ondervonden;
2.
hij op of omstreeks 17 april 2004 in de gemeente Enschede
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen Euro 105,--,
althans een geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde jr.], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde jr.], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping
op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of verdachtes mededader(s) die [benadeelde jr.]:
- met (een) honkbalknuppel(s) en/of een ketting en/althans (telkens) met een
(hard) voorwerp, meermalen met kracht op/tegen het hoofd en/of lichaam
heeft/hebben geslagen, en/of
- meermalen, althans eenmaal, met kracht in/tegen het hoofd en/of het lichaam
heeft gestompt en/of geslagen en/of geschopt en/of getrapt,
- een of meer (vuur)wapen(s) en/althans (een) op (een) vuurwapen(s)
gelijkend(e) voorwerp(en) op/tegen het gezicht/hoofd en/of lichaam
heeft/hebben gericht (gehouden) en/of gedrukt/geduwd;
3.
hij op of omstreeks 17 april 2004 te gemeente Enschede, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [benadeelde sr.] en [benadeelde jr.]
heeft bedreigd
= met openlijk geweld met verenigde krachten tegen personen en/of goederen;
= met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen en/of goederen
in gevaar werd gebracht;
= met zware mishandeling;
immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
opzettelijk dreigend een pistool, althans een vuurwapen of een op een
vuurwapen gelijkend voorwerp op [benadeelde sr.] en [benadeelde jr.] gericht, althans met
een vuurwapen ten overstaan van hen gemanipuleerd;
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2002 tot en met 22 april 2004 in
de gemeente Enschede en Hengelo (O) en/althans (elders) in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde H.] heeft gedwongen tot de
afgifte van een (aanzienlijk) geldbedrag, in elk geval van enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde H.], in elk geval aan een anderof anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
hebbende dat geweld en/of die bedreiging met geweld eruit bestaan dat
verdachte en/of zijn mededaders,
tesamen en in vereniging en/of alleen:
[benadeelde H.] heeft medegedeeld dat [verdachte] door [benadeelde H.] een paar dagen heeft
vastgezeten,
[benadeelde H.] herhaaldelijk heeft opgebeld voor het maken van een afspraak, (ook
nadat [benadeelde H.] had medegedeeld geen prijs te stellen op contacten met
verdachte en zijn mededaders),
[benadeelde H.] herhaaldelijk SMS berichten heeft verzonden, (ook nadat [benadeelde H.] had
medegedeeld geen prijs te stellen op contacten met verdachte en zijn
mededaders),
herhaaldelijk met zijn auto duidelijk waarneembaar, opvallend langs de woning
en het kantoor van [benadeelde H.] is gereden,
herhaaldelijk met zijn auto duidelijk waarneembaar voor [benadeelde H.] en of diens
zakenpartner, langs een garage in Haaksbergen (waarin [benadeelde H.] belangen had)
is gereden,
[benadeelde H.] heeft toegeroepen dat [benadeelde H.] niet moest denken dat hij zomaar
rustig door Enschede kon rijden,
[benadeelde H.] heeft medegedeeld dat [benadeelde H.] rustig met zijn vrouwtje zou kunnen
leven indien [benadeelde H.] zou betalen,
[benadeelde H.] heeft medegedeeld dat het allemaal niet goed zou komen als hij 'de
lange' erbij zou halen,
[benadeelde H.] heeft medegedeeld dat [verdachte] vijf of zes broers had die TBS
hadden of er dicht tegenaan zaten en dat het helemaal mis zou gaan als die
zouden komen en/of,
[benadeelde H.] al dan niet via derden heeft laten weten dat hij een geldbedrag zou
moeten betalen;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 4 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2002 tot en met 22 april 2004 te
Enschede en Hengelo (O), althans in Nederland, ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en)
wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[benadeelde H.] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde H.], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), tesamen en in vereniging met anderen, althans alleen, [benadeelde H.] heeft medegedeeld dat [verdachte] door [benadeelde H.] een paar dagen heeft vastgezeten,
[benadeelde H.] herhaaldelijk heeft opgebeld voor het maken van een afspraak;
[benadeelde H.] herhaaldelijk SMS berichten heeft verzonden, ook nadat [benadeelde H.] had
medegedeeld geen prijs te stellen op contacten met verdachte en zijn
mededaders,
herhaaldelijk met zijn auto duidelijk waarneembaar, opvallend langs de woning
en het kantoor van [benadeelde H.] is gereden,
herhaaldelijk met zijn auto duidelijk waarneembaar voor [benadeelde H.] en of diens
zakenpartner, langs een garage in Haaksbergen (waarin [benadeelde H.] belangen had)
is gereden,
[benadeelde H.] heeft toegeroepen dat [benadeelde H.] niet moest denken dat hij zomaar
rustig door Enschede kon rijden,[benadeelde H.] heeft medegedeeld dat [benadeelde H.] rustig met zijn vrouwtje zou kunnen leven indien [benadeelde H.] zou betalen,
[benadeelde H.] heeft medegedeeld dat het allemaal niet goed zou komen als hij 'de
lange' erbij zou halen,
[benadeelde H.] heeft medegedeeld dat [verdachte] vijf of zes broers had die TBS hadden
of er dicht tegenaan zaten en dat het helemaal mis zou gaan als die zouden
komen en/of,
[benadeelde H.] al dan niet via derden heeft laten weten dat hij een geldbedrag zou
moeten betalen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 4 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, MEER SUBSIDIAIR, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2002 tot en met 22 april 2004 te
Enschede en Hengelo (O), althans in Nederland , tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, [benadeelde H.] heeft bedreigd
= met openlijk geweld met verenigde krachten tegen personen en/of goederen;
= met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen en/of goederen
in gevaar werd gebracht;
= met enig misdrijf tegen het leven gericht;
= met zware mishandeling;
= met brandstichting;
immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
opzettelijk dreigend
[benadeelde H.] medegedeeld dat [verdachte] door [benadeelde H.] een paar dagen heeft
vastgezeten,
[benadeelde H.] herhaaldelijk opgebeld voor het maken van een afspraak;
[benadeelde H.] herhaaldelijk SMS berichten verzonden, ook nadat [benadeelde H.] had
medegedeeld geen prijs te stellen op contacten met verdachte en zijn
mededaders,
herhaaldelijk met zijn auto duidelijk waarneembaar, opvallend langs de woning
en het kantoor van [benadeelde H.] is gereden, herhaaldelijk met zijn auto duidelijk waarneembaar voor [benadeelde H.] en of diens zakenpartner, langs een garage in Haaksbergen (waarin [benadeelde H.] belangen had) gereden,
[benadeelde H.] toegeroepen dat [benadeelde H.] niet moest denken dat hij zomaar rustig door
Enschede kon rijden,
[benadeelde H.] medegedeeld dat [benadeelde H.] rustig met zijn vrouwtje zou kunnen leven
indien [benadeelde H.] zou betalen,
[benadeelde H.] medegedeeld dat het allemaal niet goed zou komen als hij 'de lange'
erbij zou halen,
[benadeelde H.] medegedeeld dat [verdachte] vijf of zes broers had die TBS hadden of er
dicht tegenaan zaten en dat het helemaal mis zou gaan als die zouden komen,
en/of,
[benadeelde H.] al dan niet via derden laten weten dat hij een geldbedrag zou moeten
betalen;
5.
hij op of omstreeks 04 april 2004 te gemeente Enschede opzettelijk mishandelend
een persoon, genaamd [benadeelde feit 5], met de vuist of vlakke hand in het gezicht
heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft
ondervonden;
6.
hij in of omstreeks de maand december 2003 te gemeente Enschede opzettelijk
mishandelend een persoon, genaamd [benadeelde feit 6], een klap in het gezicht heeft
gegeven, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
7.
hij in of omstreeks de maand december 2003 te gemeente Enschede opzettelijk
mishandelend een persoon, genaamd [benadeelde feit 7], tegen het gezicht en/of het
lichaam heeft getrapt en/of geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of
pijn heeft ondervonden;
8.
hij op of omstreeks 05 november 2003 te gemeente Enschede opzettelijk
beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [benadeelde feit 8], gedurende en/of ter zake
van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, dienstdoende als
parkeerwachter in dienst van regiopolitie Twente in zijn tegenwoordigheid
mondeling heeft toegevoegd de woorden "kankerhomo, kankerlijer", althans
woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
9.
hij op of omstreeks 05 november 2003 te gemeente Enschede [benadeelde feit 8] en [benadeelde feit 9] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans
met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend voornoemde
[benadeelde feit 9] de woorden toegevoegd :"Over het algemeen loopt het met de mensen van de politie die ik na een tijdje nog ken, niet zo goed af", althans woorden
van gelijke dreigende aard of strekking, welke woorden ook [benadeelde feit 8] ter ore zijn gekomen;
Gezien de stukken;
Gelet op het onderzoek ter terechtzitting;
Gehoord de vordering van de officier van justitie;
Gelet op de verdediging door en namens verdachte gevoerd;
De rechtbank heeft de eventuele in de tenlastelegging begane kennelijke schrijffouten verbeterd, in de bewezenverklaring.
Verdachte wordt daardoor in zijn verdediging niet geschaad.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte sub 1 primair, sub 2, sub 3 en sub 4 primair, subsidiair en meer subsidiair is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
De rechtbank is door de inhoud van wettige bewijsmiddelen - die in de gevallen waarin de wet aanvulling van dit (verkorte) vonnis met de bewijsmiddelen vereist, in een aan dit vonnis te hechten bijlage zullen worden opgenomen - waarop na te melden beslissing steunt, tot de overtuiging gekomen en acht wettig bewezen dat verdachte het sub 1 subsidiair, sub 5, sub 6, sub 7, sub 8 en sub 9 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 17 april 2004 in de gemeente Enschede
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met anderen aan personen genaamd [benadeelde jr.] en [benadeelde sr.] , opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet tezamen met zijn, verdachtes,
mededaders, die [benadeelde jr.] en die [benadeelde sr.]:
- met honkbalknuppels met kracht op/tegen het hoofd en het lichaam heeft
geslagen en
- met kracht tegen het hoofd en het lichaam heeft geslagen en geschopt en/of getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 04 april 2004 te gemeente Enschede opzettelijk mishandelend
een persoon, genaamd [benadeelde feit 5], in het gezicht heeft geslagen, waardoor deze pijn heeft ondervonden;
hij in of omstreeks de maand december 2003 te gemeente Enschede opzettelijk
mishandelend een persoon, genaamd [benadeelde feit 6], een klap in het gezicht heeft
gegeven, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden;
hij in de maand december 2003 te gemeente Enschede opzettelijk
mishandelend een persoon, genaamd [benadeelde feit 7], tegen het gezicht en het
lichaam heeft getrapt en/of geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en
pijn heeft ondervonden;
hij op 05 november 2003 te gemeente Enschede opzettelijk
beledigend een ambtenaar, te weten [benadeelde feit 8], gedurende en ter zake
van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, dienstdoende als
parkeerwachter in dienst van regiopolitie Twente in zijn tegenwoordigheid
mondeling heeft toegevoegd de woorden "kankerhomo, kankerlijer".
hij op 05 november 2003 te gemeente Enschede [benadeelde feit 9] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend voornoemde
[benadeelde feit 9] de woorden toegevoegd :"Over het algemeen loopt het met de mensen van de politie die ik na een tijdje nog ken, niet zo goed af".
Tot deze beslissing geven reden de in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden, waarbij de inhoud van die bewijsmiddelen telkens alleen is gebezigd tot bewijs van het tenlastegelegde feit, waarop deze inhoud in het bijzonder betrekking heeft.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte sub 1 subsidiair, sub 5, sub 6, sub 7, sub 8 en sub 9 meer of anders is tenlastegelegd, zodat hij daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde levert op:
wat betreft sub 1 subsidiair het misdrijf:
"Medeplegen van poging tot zware mishandeling",
strafbaar gesteld bij artikel 302, jo de artikelen 45 en 47 van het Wetboek van Strafrecht, meermalen gepleegd;
wat betreft sub 5 en sub 6 en sub 7, telkens het misdrijf:
"Mishandeling",
strafbaar gesteld bij artikel 300 van het Wetboek van Strafrecht;
wat betreft sub 8 het misdrijf:
"Eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening",
strafbaar gesteld bij artikel 267 jo. artikel 266 van het Wetboek van Strafrecht;
en wat betreft sub 9 het misdrijf:
"Bedreiging met zware mishandeling",
strafbaar gesteld bij artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht;
De verdachte is strafbaar, aangezien niet is gebleken van een zijn strafbaarheid uitsluitende omstandigheid.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte, terzake sub 1 primair, sub 2, sub 3, sub 5, sub 6, sub 7, sub 8 en sub 9 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren onvoorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest,
met integrale toewijzing van de civiele vorderingen van [benadeelde jr.] en [benadeelde sr.] en telkens oplegging daarbij van de zogenaamde Terwee-maatregel en met verbeurdverklaring van drie GSM telefoons en met onttrekking aan het verkeer van het overige beslag.
Terzake het sub 4 primair, subsidiair en meer subsidiair tenlastegelegde heeft de officier van justitie tot vrijspraak geconcludeerd.
De rechtbank overweegt wat de straf betreft, dat op grond van de aard van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, aan verdachte de straf en maatregelen behoren te worden opgelegd, zoals deze hierna zullen worden bepaald, waarbij nog het volgende is overwogen:
Verdachte heeft zich samen met anderen onder meer schuldig gemaakt aan poging tot zware mishandeling van een tweetal bezoekers van de nachtclub “Trocodero” te Enschede. Aanleiding hiertoe vormde een geschil tussen beide bezoekers -vader en zoon [benadeelde sr en jr.]- enerzijds en de eigenaar van genoemde horecagelegenheid, danwel verdachte, anderzijds omtrent door eerstgenoemde personen al dan niet bestelde consumpties. Tijdens de discussie die hierop volgde zijn vader en zoon [benadeelde sr en jr.] door verdachte en zijn mededaders naar een ruimte achterin de zaak geleid, alwaar zij zijn geschopt en geslagen. Dat het door beide slachtoffers opgelopen letsel, gelet op het feit dat bij het uitgeoefende geweld onder meer honkbalknuppels zijn gehanteerd, niet als ernstig kan worden gekwalificeerd, is niet de verdienste van verdachte en zijn mededaders geweest.
Voorts heeft verdachte, zonder aanwijsbare reden, op verschillende tijdstippen een aantal personen in de binnenstad van Enschede aan geweld en intimidaties blootgesteld en heeft hij zich schuldige gemaakt aan het bedreigen en beledigen van politieambtenaren.
Op het plegen van dergelijke ernstige delicten, waardoor verdachte niet alleen de menselijke waardigheid van de slachtoffers op grove wijze heeft miskend maar ook gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij in het algemeen en bij die slachtoffers in het bijzonder heeft teweeg gebracht, dient naar het oordeel van de rechtbank gereageerd te worden met een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf als na te melden.
Bij het bepalen van de duur van de detentie heeft de rechtbank er onder meer rekening mee gehouden dat verdachte, blijkens zijn documentatie, herhaaldelijk terzake agressiedelicten is veroordeeld en dat zelfs een veroordeling door het gerechtshof te Arnhem in 1998 terzake van agressiedelicten tot een gevangenisstraf van 4 jaar en 12 maanden hem er kennelijk niet van kan weerhouden door te gaan met het plegen van dergelijke criminele activiteiten. Voorts heeft hij met zijn laakbare gedragingen een reputatie opgebouwd die erin heeft geresulteerd dat verschillende personen zodanig zijn geïntimideerd dat zij uit angst voor verdachte er moeite mee hebben een voor verdachte belastende verklaring af te leggen bij politie en/of justitie. Met de bewezenverklaarde feiten heeft verdachte opnieuw aangetoond dat zijn reputatie niet ten onrechte is.
De rechtbank heeft op de voet van het bepaalde in artikel 63 van het wetboek van Strafrecht tevens in rekening gebracht de aan verdachte bij vonnis van de politierechter te Almelo d.d. 1 april 2004 opgelegde geldboete van €. 300,-- subsidiair 6 dagen hechtenis.
De rechtbank overweegt dat vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer de aan verdachte toebehorende drie honkbalknuppels, nu deze van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan is strijd is met de wet en deze bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte sub 1 subsidiair begane feit zijn aangetroffen, terwijl deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten
Civiele vordering
De rechtbank overweegt verder, dat [benadeelde jr.], wonende te [adres jr] en [benadeelde sr.], wonende te [adres sr.], ter zake van het hiervoor sub feit 1 subsidiair bewezen verklaarde feit, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij hebben gevoegd in het strafproces en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave hebben gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van respectievelijk €. 1444,50 ([benadeelde jr.]) en €. 1757,-- ([benadeelde sr.]).
Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze vorderingen van de benadeelde partijen ten dele gegrond, aangezien op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en het verhandelde ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partijen door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade is toegebracht.
De schade bedraagt telkens minder dan het gevorderde bedrag, namelijk €. 568,50 voor wat betreft de benadeelde partij [benadeelde jr.] en €. 1057,-- voor wat betreft de benadeelde partij [benadeelde sr.], zodat de vorderingen tot die bedragen toewijsbaar zijn, telkens met niet-ontvankelijkheid van de benadeelde partij in het resterende deel van de vordering.
De rechtbank zal hierbij telkens de maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen, aangezien de verdachte jegens de slachtoffers naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door feit is toegebracht.
De rechtbank overweegt voorts, dat [benadeelde H.], wonende te adres H] ter zake van het sub 4 tenlastegelegde, zich via het in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering voorgeschreven formulier als benadeelde partij heeft gevoegd in het strafproces en op de voet van artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave heeft gedaan van de vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij, tot een totaalbedrag van €. 300.000,--
Naar het oordeel van de rechtbank dient voornoemde benadeelde partij [benadeelde H.] in zijn vordering niet ontvankelijk te worden verklaard, nu verdachte terzake van het feit waarop die vordering betrekking heeft wordt vrijgesproken.
De na te melden straf en maatregelen zijn gegrond, behalve op voormelde artikelen, op de artikelen 10, 27, 57, 36b, 36d, 36f, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht.
R E C H T D O E N D E:
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte sub 1 primair, sub 2, sub 3 en sub 4 primair, subsidiair en meer subsidiair is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen, dat het sub 1 subsidiair, sub 5, sub 6, sub 7, sub 8 en sub 9 tenlastegelegde zoals boven omschreven door verdachte is begaan.
Verstaat, dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven vermeld.
Verklaart verdachte strafbaar.
Veroordeelt verdachte ter zake daarvan tot een gevangenisstraf voor de tijd van vijftien maanden.
Beveelt dat de tijd, die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
een metalen - en twee houten honkbalknuppels.
Veroordeelt verdachte, terzake van het sub 1 subsidiair bewezen feit tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde jr.], voornoemd van een bedrag groot: €. 568,50 en aan de benadeelde partij [benadeelde sr.], voornoemd, van een bedrag groot €. 1057,--, telkens voorzover dit bedrag niet door een mededader zal zijn betaald.
Veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering.
Legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het sub 1 subsidiair bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag groot €. 568,50 ten behoeve van de benadeelde [benadeelde jr.], voornoemd, en van een bedrag groot €. 1057,-- ten behoeve van de benadeelde [benadeelde sr.], voornoemd, telkens met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van respectievelijk 3 dagen en 7 dagen zal worden toegepast, een en ander voorzover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan.
Verstaat dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoelde bedragen, daarmee telkens de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen komt te vervallen en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partijen het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee telkens de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Bepaalt dat voornoemde benadeelde partij: [benadeelde jr.] voor een deel van €. 876,-- en voornoemde benadeelde partij [benadeelde sr.], voor een deel van €. 700,-- niet ontvankelijk zijn in hun vordering en dat de benadeelde partijen dat gedeelte van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
Bepaalt dat voornoemde benadeelde partij: [benadeelde H.], voornoemd niet ontvankelijk is in zijn vordering en dat de benadeelde partij die vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte sub 1 subsidiair, sub 5, sub 6, sub 7, sub 8 en sub 9 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
Gelast de teruggave van de volgende inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
3 Nokia GSM telefoons; en 3 videobanden, aan verdachte.
Aldus gewezen door mr. Berg, voorzitter, mrs. Stoové en Maten, rechters, in tegenwoordigheid van Klaassen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 1 februari 2004.