
Jurisprudentie
AQ7019
Datum uitspraak2004-07-21
Datum gepubliceerd2004-08-18
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
ZaaknummersKG 04/714
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2004-08-18
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
ZaaknummersKG 04/714
Statusgepubliceerd
Indicatie
[...] Nationalevacaturebank en [eiser sub 2] vorderen - zakelijk weergegeven - CVBank:
I. te gebieden om, binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, de volgende handelingen te (doen) staken en gestaakt te (doen) houden:
a. het verzamelen van gegevens van enige gebruiker, waaronder [eiser sub 2], van de website, www.nationalevacaturebank.nl;
b. het ongevraagd benaderen, op welke wijze dan ook, van gebruikers, waaronder [eiser sub 2], van de website www.nationalevacaturebank.nl, waaronder mede verstaan het aanbieden van haar dienstverlening aan deze gebruikers; [...]
Uitspraak
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - voorzieningenrechter
Vonnis in kort geding van 21 juli 2004,
gewezen in de zaak met rolnummer KG 04/714 van:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
Nationalevacaturebank.nl B.V.,
gevestigd te Groningen,
eiseres sub 1,
procureur mr. W. Taekema,
advocaat mr. Chr. A. Alberdingk Thijm te Amsterdam,
2. [eiser sub 2],
wonende te [woonplaats],
eiser sub 2,
procureur mr. W. Taekema,
advocaat mr. Chr. A. Alberdingk Thijm te Amsterdam,
tegen:
de besloten vennootschap,
Add is Multiply 1 B.V. tevens handelend onder de naam CVBank,
gevestigd te 's-Gravenhage,
gedaagde,
procureur mr. C.J.R. van Binsbergen.
Partijen worden hierna aangeduid als "NVB", "[eiser sub 2]" en "CVBank".
1. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van 13 juli 2004 wordt in dit geding van het volgende uitgegaan:
- NVB is in 2000 begonnen met de website www.nationalevacaturebank.nl. Op die website worden werkgevers en werknemers met elkaar in contact gebracht.
- [eiser sub 2] heeft diverse vacatures geplaatst op de website van NVB.
- CVBank exploiteert eveneens een website, www.cvbank.nl, waarop werkgevers en werknemers met elkaar in contact worden gebracht.
- NVB heeft van meerdere klanten klachten ontvangen. Daarin werd aangegeven dat zij zeer kort, binnen enkele minuten, na het plaatsen van een vacature op de website van NVB een commerciële email ontvingen van CVBank.
- Ook [eiser sub 2] is op deze wijze door CVBank benaderd.
- Per brief van 19 februari 2004 heeft NVB de CVBank gesommeerd deze handelwijze te staken en gestaakt te houden.
- Vervolgens heeft de CVBank, via haar raadsman, op 3 maart 2004 laten weten geen aanleiding te zien haar handelwijze aan te passen.
2. De vordering, de gronden daarvoor en het verweer
NVB en [eiser sub 2] vorderen - zakelijk weergegeven - CVBank:
I. te gebieden om, binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, de volgende handelingen te (doen) staken en gestaakt te (doen) houden:
a. het verzamelen van gegevens van enige gebruiker, waaronder [eiser sub 2], van de website, www.nationalevacaturebank.nl;
b. het ongevraagd benaderen, op welke wijze dan ook, van gebruikers, waaronder [eiser sub 2], van de website www.nationalevacaturebank.nl, waaronder mede verstaan het aanbieden van haar dienstverlening aan deze gebruikers;
II. te gebieden om binnen 2 dagen na betekening van dit vonnis aan de raadsman van NVB en [eiser sub 2] opgave te doen van:
a) de namen van alle personen en bedrijven die de CVBank heeft verzameld van de website www.nationalevacaturebank.nl;
b) de namen van alle personen en bedrijven die zij aan de hand van de verzamelde gegevens heeft benaderd;
III. te gebieden om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis aan elke persoon en bedrijf die zij heeft benaderd aan de hand van de verzamelde gegevens van voornoemde website een excuusbrief te sturen volgens een in de dagvaarding opgenomen tekst;
IV. te veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis aan NVB te betalen een bedrag van € 20.000,-- als voorschot op verbeurde boeten en geleden schade;
V. te veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis aan NVB een bedrag van € 848,-- te betalen wegens buitengerechtelijke kosten;
VI. te bevelen dat CVBank na betekening van dit vonnis bij overtreding van een of meer van de onder I t/m V omschreven ge- en verboden een dwangsom verbeurt.
Daartoe voeren NVB en [eiser sub 2] het volgende aan.
De handelwijze van CVBank ten opzichte van NVB is ongeoorloofd wegens strijd met het databankenrecht van NVB, wegens strijd met de gebruiksvoorwaarden van de website van NVB en omdat CVBank onrechtmatig handelt door zonder toestemming van NVB gebruik te maken van haar eigendommen.
Ten opzichte van [eiser sub 2] is de handelwijze van CVBank in strijd met onder meer artikel 11.7 Telecommunicatiewet en de Wet bescherming persoonsgegevens.
CVBank voert gemotiveerd verweer dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
3. De beoordeling van het geschil
3.1. Ter zitting heeft CVBank erkend dat zij op het internet zoekt naar adressen van werkgevers met vacatures om deze vervolgens ongevraagd te benaderen met commerciële boodschappen. Daarbij geeft CVBank aan dat de website van NVB geen blokkade bevat waardoor CVBank die website zonder problemen kan raadplegen, hetgeen zij geenszins uitsluit. Gelet op het vorenstaande is het aannemelijk dat CVBank ook adressen van de website van NVB heeft gehaald, waarvan in het onderstaande dan ook uitgegaan wordt. Tussen partijen is in geschil of een dergelijke handelwijze onrechtmatig is.
3.2. De voorzieningenrechter oordeelt daarover als volgt. Indien iemand zonder daartoe gerechtigd te zijn gebruik maakt van een goed waarop een ander een exclusief recht heeft, en hij daardoor - zoals in de regel het geval zal zijn - inbreuk maakt op dat exclusieve recht, handelt hij onrechtmatig tegenover die rechthebbende, behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond. In zijn arrest van 12 maart 2004 heeft de Hoge Raad (RvdW 2004, 46) beslist dat daar waar vaststaat dat een Internet Service Provider (ISP) exclusieve rechten heeft op zijn computersysteem (en klantenbestand), bedrijf X - bij gebreke van een gestelde of gebleken rechtvaardigingsgrond - tegenover de ISP onrechtmatig handelt door tegen de door hem kenbaar gemaakte wil van de ISP gebruik te maken van dat computersysteem om ongevraagd adressen van klanten van de ISP te achterhalen en deze vervolgens via emails te benaderen met commerciële boodschappen. In casu is geen sprake van een ISP met een eigen computersysteem, maar van NVB met een website met klantenbestand die gebruik maakt van een ISP. Analoog aan voornoemd arrest is de voorzieningenrechter van oordeel dat nu CVBank tegen de aan haar kenbaar gemaakte wil van NVB inbreuk maakt op het klantenbestand van NVB en dat klantenbestand het exclusieve eigendom is van NVB, CVBank onrechtmatig handelt jegens NVB.
3.3. Nu het beroep van NVB op het onrechtmatige handelen van CVBank slaagt behoeven de overige aangevoerde grondslagen - strijd met het databankenrecht en strijd met de gebruikersvoorwaarden van de website van NVB - geen behandeling meer. De vorderingen vermeld onder I, II en III zullen dan ook worden toegewezen.
3.4. NVB stelt schade te hebben geleden doordat haar medewerkers veel tijd moesten besteden aan het behandelen van klachten over de handelwijze van CVBank. Daarnaast lijdt zij reputatieschade, aangezien klanten denken dat de emails afkomstig zijn van NVB. Klanten dreigen daardoor hun abonnement niet te verlengen.
3.5. Gelet op de ter zitting aangedragen hoeveelheid klachten van klanten van NVB acht de voorzieningenrechter het aannemelijk dat NVB veel tijd heeft moeten besteden aan de behandeling van deze klachten. Tevens is het aannemelijk dat de reputatie van NVB door het handelen van CVBank is geschaad. De voorzieningenrechter oordeelt een voorschot van € 5.000,=, vermeerderd met de wettelijke rente, op een schadevergoeding dan ook op zijn plaats.
3.6. CVBank stelt dat het boetebeding in de door NVB gehanteerde gebruiksrechtovereenkomst onredelijk bezwarend is. Nu CVBank geen consument is rust de bewijslast op CVBank. Daargelaten of de gebruiksrechtovereenkomst in casu daadwerkelijk van toepassing is, is de behandeling van dit punt te gecompliceerd voor behandeling in een procedure in kort geding. De vordering tot toewijzing van een voorschot op verbeurde boetes zal dan ook worden afgewezen.
3.7. NVB stelt dat CVBank ook onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser sub 2] door hem in strijd met artikel 11.7 lid 1 van de Telecommunicatiewet (Tw) ongewenste emails te sturen. CVBank voert als verweer dat [eiser sub 2] niet is benaderd als natuurlijke persoon, maar als directeur van Vitaflex. Hierdoor zou er geen strijd zijn met artikel 11.7 lid 1 Tw.
3.8. Uit artikel 1.1 sub p Tw blijkt dat onder "abonnee" wordt verstaan een natuurlijke persoon of rechtspersoon die partij is bij een overeenkomst met een aanbieder van openbare elektronische communicatiediensten voor de levering van dergelijke diensten. De vraag of [eiser sub 2] werd benaderd als natuurlijke persoon dan wel als directeur van Vitaflex is in casu dan ook niet relevant. Ter zitting is door NVB gesteld, hetgeen door CVBank niet is betwist, dat CVBank commerciële e-mails heeft gestuurd aan [eiser sub 2], zonder daartoe vooraf toestemming te hebben verkregen. Daarmee heeft CVBank gehandeld in strijd met artikel 11.7 lid 1 Tw en heeft zij onrechtmatig gehandeld jegens [eiser sub 2].
3.9. De voorzieningenrechter ziet aanleiding de gevorderde dwangsom te matigen en te maximeren. Voorts zal worden bepaald dat de op te leggen dwangsom vatbaar is voor matiging door de rechter, voor zover handhaving daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, zulks mede in aanmerking genomen de mate waarin aan de veroordeling is voldaan, de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid daarvan.
3.10. De door NVB gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen. Onvoldoende is gebleken dat de verrichte inspanningen aan de zijde van NVB meer omvatten dan een enkele sommatie en het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Kosten voor deze werkzaamheden behoren dan ook tot de proceskosten.
3.11. CVBank zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter:
veroordeelt CVBank:
A. om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, de volgende handelingen te
(doen) staken en gestaakt te (doen) houden:
a. het verzamelen van gegevens van enige gebruiker, waaronder [eiser sub 2], van de website, www.nationalevacaturebank.nl;
b. het ongevraagd benaderen, op welke wijze dan ook, van gebruikers, waaronder [eiser sub 2], van de website www.nationalevacaturebank.nl, waaronder mede verstaan het aanbieden van haar dienstverlening aan deze gebruikers;
B. om binnen 2 dagen na betekening van dit vonnis aan de raadsman van NVB en
[eiser sub 2] opgave te doen van:
a) de namen (inclusief adressen, telefoonnummers en faxnummers) van alle personen en bedrijven die de CVBank heeft verzameld van de website www.nationalevacaturebank.nl;
b) de namen van alle personen en bedrijven die zij aan de hand van de verzamelde gegevens van die website heeft benaderd;
C. om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis aan elke persoon en bedrijf
die zij heeft benaderd aan de hand van de verzamelde gegevens van
voornoemde website een brief te sturen met de volgende tekst, met gelijktijdige
toezending van deze brieven aan de raadsman van NVB:
"Geachte heer/mevrouw,
In zijn vonnis van 21 juli 2004 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage bepaald dat wij u een brief met de volgende tekst moeten sturen.
Recentelijk hebben wij u benaderd om gebruik te maken van onze diensten. Uw gegevens hebben wij echter op onrechtmatige wijze verkregen door deze te verzamelen van de website www.nationalevacaturebank.nl. De Nationale Vacaturebank heeft ons hiervoor geen toestemming gegeven.
Wij betreuren onze handelwijze ten zeerste. Wij zullen uw gegevens vernietigen en u derhalve ook niet meer op enige wijze benaderen ter promotie van onze diensten.
Hoogachtend,
Namens de CVBank,
.............. (naam)
.............. (functie)"
D. om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis aan NVB te betalen een bedrag van € 5.000,-- als voorschot, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
E. om bij overtreding van een of meer van onder A, B en C genoemde ge- en verboden of een gedeelte daarvan te betalen aan NVB een dwangsom van € 1.000,-- per overtreding met een maximum van € 20.000,=;
veroordeelt CVBank in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van NVB en [eiser sub 2] begroot op € 1.014,40, waarvan € 703,-- aan salaris procureur, € 241,-- aan griffierecht en € 70,40 aan dagvaardingskosten;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J. Paris en uitgesproken ter openbare zitting van 21 juli 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.
PMG