Jurisprudentie
AQ6815
Datum uitspraak2004-08-13
Datum gepubliceerd2004-08-13
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers13/129023-03
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2004-08-13
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Amsterdam
Zaaknummers13/129023-03
Statusgepubliceerd
Indicatie
Verdachten IKEA-afpersing veroordeeld tot 7 en 4 jaar gevangenisstraf
Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummer: 13/129023-03
Datum uitspraak: 13 augustus 2004
op tegenspraak
VERKORT VONNIS
van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer, in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1978,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in P.I. Breda, Huis van Bewaring “De Boschpoort” te Breda.
De rechtbank heeft beraadslaagd naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 29 en 30 juli 2004.
1. Telastelegging
Aan verdachte is telastegelegd hetgeen staat omschreven in de dagvaarding zoals ter terechtzitting nader is omschreven. Van de dagvaarding en de vordering nadere omschrijving zijn kopieën als bijlage 1 en 2 aan dit vonnis gehecht. De nader omschreven telastelegging geldt als hier ingevoegd.
2. Voorvragen
…
3. Waardering van het bewijs
3.1. De rechtbank gaat bij de beoordeling van de zaak uit van het volgende:
- verdachte en zijn [medeverdachte] hebben in de periode van 6 oktober 2002 tot en met 17 januari 2003 de beschikking gehad over verschillende gsm’s, te weten: een grijze Nokia, een rode Nokia en een Sagem;
- aannemelijk geworden is dat de verdachten in die periode ook gebruik hebben gemaakt van de gsm die deel uitmaakte van de bom die is aangetroffen in de Ikea te Sliedrecht (hierna: Sliedrechtse gsm) en van de gsm die bevestigd was aan de bom die is aangetroffen in de Ikea te Amsterdam (hierna: Amsterdamse gsm);
- verdachte heeft in de genoemde periode gebruik heeft gemaakt van meer SIM-kaarten, te weten twee kaarten die hij in Duitsland had gekocht, respectievelijk met de telefoonnummers 0049-1621902962 (het zogenaamde [K.-nummer]) en 0049-1623136749 (het zogenaamde [V.-nummer]), en een kaart die hij tijdens zijn verblijf in Portugal had gekocht met het telefoonnummer 0035-1917072530 (het zogenaamde [J.-nummer]);
- aannemelijk geworden is dat verdachte in de periode van 17 oktober tot en met 29 oktober 2002 ook gebruik gemaakt heeft van een SIM-kaart met het telefoonnummer 06-30061857 (het zogenaamde VIP-nummer);
- bovengenoemde SIM-kaarten zijn afwisselend zijn gebruikt in de verschillende gsm ‘s, zoals blijkt uit het overzicht dat ter terechtzitting van 29 juli 2004 is gepresenteerd en tevens als bijlage 3 aan dit vonnis is gehecht;
- in de periode van 16 tot en met 29 oktober 2002 is vanuit Amsterdam en andere plaatsen in Nederland veelvuldig is gebeld met de grijze Nokia, de rode Nokia, de Sagem en de Sliedrechtse gsm en deze gsm’s heben ook onderling contact gehad;
- aannemelijk geworden is dat het de verdachten waren die de gsm’s toen gebruikten, hetgeen is afgeleid uit de gebruikte SIM-kaarten en de in die periode getraceerde belbewegingen naar familie en overige contacten van de verdachten;
- verdachten zijn op 2 december 2002 naar Ikea Sliedrecht en Ikea Amsterdam gereden en verdachte is bij beide filialen binnen geweest;
- in het onderkomen van de verdachten in Kamp Lintfort zijn op de keukentafel sporen van explosieven aangetroffen die overeenkomen met de springstof die is aangetroffen in de bommen die in Sliedrecht en in Amsterdam zijn gevonden;
- op 4 december 2002 om 5:41 uur straalt een gsm die gebruik maakt van het in de dreigbrief aan Ikea genoemde telefoonnummer 0049-1623136737 (het zogenaamde [C.-nummer]) aan in Kamp Lintfort waar de verdachten toen verbleven;
- in het expertiserapport van het Kriminaltechnisches Institut te Wiesbaden d.d. 20 januari 2003 staat als conclusie dat de anonieme spreker die via het afluisteren van het [C.-nummer] op 4 december 2002 te horen was zeer waarschijnlijk verdachte is;
Verdachten hebben aangevoerd dat zij door een paar Russen, die zij kennen als [Rus 1] en [Rus 2], betrokken zijn geraakt bij deze zaak. Deze Russen hebben alles bedacht en uitgevoerd. Verdachte is in die zin behulpzaam geweest dat hij de Russen tot twee keer toe voor enkele dagen zijn gsm heeft uitgeleend en op 2 december 2002 de Ikea-vestigingen te Sliedrecht en Amsterdam is binnengegaan om te controleren of er beveiligingscamera’s hingen. Hij verklaart wel begrepen te hebben dat het om een illegale actie ging, maar hij dacht daarbij niet aan afpersing met een bom, eerder aan winkeldiefstal. [medeverdachte] heeft de Russen en verdachte naar beide Ikea-vestigingen gereden. Hij verklaart niets geweten te hebben van de criminele plannen van de Russen.
Hoewel de rechtbank niet uitsluit dat er meer personen bij deze zaak betrokken zijn, vindt de door verdachten geschetste rol van de Russen op geen enkele wijze steun in het getraceerde telefoonverkeer of enig ander bewijsmiddel, terwijl uit het opsporingsonderzoek blijkt dat de politie het nodige heeft gedaan om de verklaringen van de verdachten op dit punt uit te zoeken. Dat brengt mee dat de rechtbank aan de verklaringen omtrent de Russen voorbij zal gaan. De verweren die in dit verband zijn opgeworden behoeven dan ook geen verdere bespreking.
3.2. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
ten aanzien van het onder 1 subsisdiair telastegelegde:
in de periode van 1 december 2002 tot en met 4 december 2002 te Amsterdam en te Sliedrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld het winkelbedrijf Ikea te dwingen tot de afgifte van een som gelds van 250.000 Euro, toebehorende aan winkelbedrijf Ikea, in twee vestigingen van dat winkelbedrijf een bom, telkens bestaande uit een hoeveelheid explosief materiaal, te weten te Amsterdam 2,4,6 trinitrotolueen (TNT) respectievelijk te Sliedrecht een mengsel van de springstofcomponenten ammoniumnitraat, ethyleenglycoldinitraat (EGDN), nitroglycerine (NG), 2,4 dinitrotolueen en 2,6 dinitrotolueen (DNT’s) waarschijnlijk zijnde “Methanit” van de firma Nitron, telkens voorzien van een slagpijpje en een als ontstekingsinrichting ingerichte mobiele telefoon, heeft geplaatst en een dreigbrief aan Ikea BV te Amsterdam heeft gestuurd waarin hij personeel en/of de directie van Ikea opmerkzaam maakte op de aanwezigheid van die bommen in de Ikea-vestigingen te Sliedrecht en te Amsterdam en waarin tevens werd vermeld dat er nog een derde bom geplaatst was welker locatie hij, verdachte, eerst zou onthullen na ontvangst van de genoemde geldsom.
ten aanzien van het onder 2 subsidiair telastegelegde:
op 3 december 2002 te Sliedrecht opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht, immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk een bom, bestaande uit een hoeveelheid explosief materiaal, te weten een mengsel van de springstofcomponenten ammoniumnitraat, ethyleenglycoldinitraat (EGDN), nitroglycerine (NG), 2,4 dinitrotolueen en 2,6 dinitrotolueen (DNT’s) waarschijnlijk zijnde “Methanit” van de firma Nitron, voorzien van een slagpijpje en een als ontstekingsinrichting ingerichte mobiele telefoon, geplaatst in de vestiging van het winkelbedrijf Ikea te Sliedrecht, welke bom uiteindelijk tot gedeeltelijke ontploffing kwam op een politiebureau te Sliedrecht, terwijl daarvan gemeen gevaar voor genoemd politiebureau en deszelfs inboedel en levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor opsporingsambtenaren en leden van het Explosieven Opruimings Commando der Koninklijke Landmacht te duchten was.
ten aanzien van het onder 3 subsidiair telastegelegde:
in de periode van 1 tot en met 4 december 2002 te Amsterdam en te Sliedrecht een rechtspersoon genaamd Ikea schriftelijk heeft bedreigd met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar wordt gebracht, immers heeft verdachte Ikea bedreigd met een bomaanslag, immers heeft hij, verdachte, aan Ikea een brief gestuurd waarin, zakelijk weergegeven, Ikea bedreigd werd met het door hem, verdachte, doen ontploffen van een bom in een onbekende Ikea-vestiging indien niet onder door hem te stellen voorwaarden een geldbedrag van 250.000 Euro zou worden betaald door Ikea en tevens, om die bedreiging kracht bij te zetten, in de Ikea-vestigingen te Sliedrecht en te Amsterdam een bom geplaatst, telkens bestaande uit een hoeveelheid explosief materiaal, voorzien van een slagpijpje en een als ontstekingsinrichting ingerichte mobiele telefoon, op de plaatsing welker bommen de directie van Ikea eveneens in die brief opmerkzaam werd gemaakt.
ten aanzien van het onder 4 telastegelegde:
in de periode van 2 en 3 december 2002 te Amsterdam en te Sliedrecht wapens van Categorie II onder 7, te weten telkens hoeveelheden van een explosief materiaal, te weten te Amsterdam 2,4,6 trinitrotolueen (TNT) respectievelijk te Sliedrecht een mengsel van de springstofcomponenten ammoniumnitraat, ethyleenglycoldinitraat (EGDN), nitroglycerine (NG), 2,4 dinitrotolueen en 2,6 dinitrotolueen (DNT’s) waarschijnlijk zijnde “Methanit” van de firma Nitron, telkens voorzien van een slagpijpje en een als ontstekingsinrichting ingerichte mobiele telefoon, zijnde voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, voorhanden heeft gehad.
Voorzover in de telastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
4. Het bewijs
4.1. De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1 primair en subsidiair telastegelegde feit omdat er sprake is van een vrijwillige terugtred van verdachte.
De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende.
Telastegelegd in feit 1 is een poging tot afpersing waarbij gedreigd is met bomontploffingen. In de onderhavige zaak zijn er daadwerkelijk twee bommen geplaatst door verdachte en daarmee was er sprake van een begin van uitvoering als bedoeld in artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht.
Het verweer wordt dan ook verworpen.
4.2. De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
5. De strafbaarheid van de feiten
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straffen en maatregelen
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een poging tot afpersing van Ikea, waarbij gedreigd is met bomontploffingen in een aantal filialen.
De bommen moeten ongeveer een etmaal in de filialen gelegen hebben voordat de afpersbrief met aanwijzingen over de vindplaats bij Ikea binnenkwam. Gezien de instabiele constructie van de bommen was het zeer wel mogelijk geweest dat deze eerder waren afgegaan en dan was de schade niet te overzien geweest, met name nu het een voor het publiek toegankelijk warenhuis betreft waar veel gezinnen met kinderen komen en waar veel personeel rondloopt.
Een van de bommen is uiteindelijk op een politiebureau tot ontploffing gekomen, waarbij twee E.O.C./K.L.-medewerkers (zwaar) lichamelijk letsel hebben opgelopen.
Gevoelens van onveiligheid en onrust in de samenleving worden door dit soort feiten aangewakkerd. Ook mag niet worden uitvlakt de angst en onzekerheid die de medewerkers van alle Ikea-vestigingen moeten hebben gevoeld toen de derde (en volgens de dreigbrief meest gevaarlijke) bom niet werd gevonden. Daarnaast heeft Ikea aanzienlijke schade geleden nu alle vestigingen in Nederland in de drukke decemberperiode twee dagen moesten sluiten. Verdachte heeft slechts gehandeld uit winstbejag en uit niets blijkt dat hij zich heeft bekommerd om het onaanvaardbare risico dat mede door zijn toedoen is ontstaan. De rechtbank rekent hem dit zeer zwaar aan.
Verbeurdverklaring
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een personenauto Ford Sierra, SMN-0259,
- een stuk papier, vel papier met notitie ‘Wiktor 506838574,
die aan verdachte toebehoren, dienen te worden verbeurd verklaard en zijn daarvoor vatbaar, aangezien met behulp van dat voorwerp het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 bewezen geachte is voorbereid.
Onttrekking aan het verkeer
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een paspoort t.n.v. [D. W.], AA3351322,
- een identiteitsbewijs t.n.v. [D. W.], DD0164720,
- twee groene kaarten t.n.v. [D.J. S.] [adres],
- twee groene kaarten blanco nr. PL-07/05931120,
- een document BV-CU 269, ‘Duzy brief’ op voertuig Ford,
- een document, BV-CU 269, document in de Duitse taal voor voertuig Ford,
- een kentekenbewijs Pools,
dienen onttrokken te worden aan het verkeer en zijn daarvoor vatbaar, aangezien met behulp van al deze voorwerpen, opgevat als een gezamenlijkheid van voorwerpen, het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 bewezen geachte is voorbereid en/of begaan en die gezamenlijkheid van voorwerpen van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 45, 55, 57, 157, 285 en 317 van het Wetboek van Strafrecht en op de artikelen 26 en 53 van de Wet wapens en munitie.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
9. Beslissing
Verklaart bewezen dat verdachte het telastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 3 is aangegeven.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1 primair en 3 primair bewezenverklaarde:
De eendaadse samenloop van poging tot afpersing en bedreiging, terwijl deze bedreiging schriftelijk en onder bepaalde voorwaarden is geschied.
Ten aanzien van het onder 2 primair bewezenverklaarde:
Opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvoor levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten was.
Ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde:
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd:
1. 1.00 STK personenauto
Ford Sierra, SMN-0259
31. 1.00 STK papier
vel papier met notitie ‘Wiktor 506838574
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
25. 1.00 STK paspoort
t.n.v. [D. W.], AA3351322
26. 1.00 STK identiteitsbewijs
t.n.v. [D. W.], DD0164720
27. 2.00 STK groene kaarten
t.n.v. [D.J. S.] [adres]
28. 2.00 STK groene kaarten
blanco nr. PL-07/05931120
29. 1.00 STK document
BV-CU 269, ‘Duzy brief’ op voertuig Ford
30. 1.00 STK document
BV-CU 269, document in de Duitse taal voor voertuig Ford
33. 1.00 STK kentekenbewijs Pools
Gelast de teruggave aan [verdachte] van:
2. 1.00 STK doos
karton, afkomstig uit Portugal
3. 1.00 STK tube
met opschrift ‘Super Fix Cyaan’
4. 1.00 STK schroevendraaier
kruiskop, opschrift ‘No 0x60 Chrome Vanadium’, zw/bl handvat
5. 1.00 STK tang, kl:grijs/rood
met geïsoleerde plastic handvatten
6. 1.00 R tape, kl:bruin
Tesa 4124, plaktape
7. 1.00 R tape
cellotape
8. 1.00 STK gereedschap
meer meerdere schroevendraaiers
9. 1.00 STK tang
met oranje handvatten
10a. 6.00 STK bitjes in roodkleurig houdertje
10. 1.00 STK schroevendraaier
met verwisselbare schroefkoppen
11. 1.00 STK tang
met rode handvatten
12. 1.00 STK mini schroevendraaier, kl:zilverkl
13. 1.00 STK stanleymes kl:geel
handvat van plastic
14. 1.00 STK tang, metaal
met rode plastic hoes op handvatten
15. 2.00 STK schroevendraaiers, kruiskop
met groene plastic handvatten
16. 2.00 STK schroevendraaiers, platte
1 met rood en 1 met zwart handvat
17. 1.00 STK fles, kl:wit
met opschrift ‘Tipp-ex’
18. 1.00 STK tube
met opgedroogde inhoud
19. 1.00 STK schroevendraaier
zgn. lichtbuisje met topje
20. 1.00 STK schroevendraaier, metaal
met een kunststof handvat kleur rood
21. 1.00 STK schroevendraaier, metaal
zgn. Horlogemaker met een chromen handvat
22. 1.00 STK document
afrek. mt lijst van diensten
23. 1.00 STK enveloppe
met logo PTC ERA, inh. exploot deurwaarder
24. 1.00 STK enveloppe
met logo PTC ERA, inh. laatste herinnering betaling
32. 1.00 STK DVS papier
groene kaart Ford Sierra, 3 visitekaartjes
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J.C. van Kamp, voorzitter,
mrs. C.W.M. Giesen en J.G. Sillevis Smitt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.E. Vernooij, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 augustus 2004.