Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AQ6807

Datum uitspraak2004-07-14
Datum gepubliceerd2004-08-13
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureKort geding
Instantie naamRechtbank Arnhem
Zaaknummers114717
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter


Indicatie

Beslagrecht. Y stelt zich op het standpunt dat X hem niet goed heeft geadviseerd bij de aankoop van diverse schilderijen. Volgens Y heeft hij als gevolg daarvan te veel betaald voor de schilderijen, waardoor hij schade lijdt. Tot zekerheid van de vergoeding daarvan heeft Y de beslagen gelegd. Aan de orde is of het beslag op de flatwoning onrechtmatig is omdat het beslag op het bedrijfspand voldoende zekerheid biedt voor de schadevordering van Y.


Uitspraak

Rechtbank Arnhem Sector civiel recht Zaak-/rolnummer: 114717 / KG ZA 04-407 Datum vonnis: 14 juli 2004 Vonnis in kort geding in de zaak van 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X ANTIEK B.V., gevestigd te Arnhem, 2. X, wonende te A, eisers in conventie bij dagvaardingen van 24 juni 2004, verweerders in voorwaardelijke reconventie, hierna zowel gezamenlijk als ieder afzonderlijk te noemen: X, procureur mr. J.M. Bosnak, advocaat mr. C.H.B. Winters te Arnhem, tegen 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y HOLDING B.V., statutair gevestigd te Hasselt (Zwartewaterland), feitelijk gevestigd te Havelte (Westerveld), 2. Y, wonende te B (gemeente C), gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie, hierna zowel gezamenlijk als ieder afzonderlijk te noemen: Y, procureur mr. J.C.N.B. Kaal, advocaat mr. P.A. Josephus Jitta te Amsterdam. Het verloop van de procedure X heeft Y ter terechtzitting in kort geding doen dagvaarden en gevorderd als weergegeven in de dagvaarding. Y heeft geconcludeerd tot weigering van de gevraagde voorzieningen en tevens een voorwaardelijke eis in reconventie ingesteld als weergegeven in de pleitnotities van zijn advocaat. X heeft geconcludeerd tot weigering van de in voorwaardelijke reconventie gevorderde voorzieningen. De advocaten van partijen hebben de zaak bepleit overeenkomstig de door hen overgelegde pleitnotities. Zij hebben daarbij producties in het geding gebracht. Ten slotte is vonnis bepaald op heden. De vaststaande feiten 1. Y heeft op 23 februari 2001 een overeenkomst gesloten met X, antiquair, juwelier en horloger te Arnhem. Blijkens die door Y en X ondertekende overeenkomst was daarbij het uitgangspunt dat Y met gebruikmaking van de expertise van X uitsluitend voor speculatieve doeleinden voorwerpen van kunst wilde aan- en verkopen. 2. Met gebruikmaking van de expertise van X heeft Y diverse schilderijen aangekocht. 3. Y heeft met verlof van de voorzieningenrechter op 13 februari 2004 ten laste van X conservatoir beslag doen leggen op diens aandeel in de flatwoning aan de C-laan 0 te D (E) en op diens bedrijfspand aan de F-straat 0 te Arnhem, alsmede op een tweetal bankrekeningen. De beslagen op de bankrekeningen zijn inmiddels weer opgeheven. 4. De beslagen zijn gelegd tot zekerheid van de vergoeding van schade door X aan Y. De voorzieningenrechter heeft de schade met rente en kosten op 11 februari 2004 bij het geven van toestemming tot het leggen van de beslagen voorlopig begroot op € 165.940,00. 5. Y heeft X inmiddels betrokken in een bodemprocedure voor de rechtbank tot vergoeding van schade. De vorderingen In conventie 1. Kort weergegeven vordert X opheffing van het beslag op de flatwoning. X legt aan zijn vordering ten grondslag dat het beslag op de flatwoning onrechtmatig is. Hij voert daarvoor aan dat het bedrijfspand aan de F-straat voldoende zekerheid biedt voor de door Y gestelde schade tot het genoemde bedrag van € 165.940,00. X stelt een spoedeisend belang bij de opheffing van het beslag op de flatwoning te hebben, omdat het beslag de verstrekking aan hem van een bedrijfskrediet blokkeert. 2. Y voert gemotiveerd verweer tegen het gevorderde, waarop hierna voor zover nodig zal worden ingegaan. In voorwaardelijke reconventie 3. Ingeval het in conventie gevorderde (gedeeltelijk) wordt toegewezen, vordert Y kort weergegeven herbegroting van de schadevordering waarvoor de beslagen zijn gelegd tot € 220.792,00 inclusief rente en kosten. Hij stelt daartoe dat de omvang van de schade waarvan hij vergoeding vordert in de hoofdzaak, inmiddels, met rente en kosten, is gestegen tot het laatstgenoemde bedrag. 4. X voert gemotiveerd verweer tegen het gevorderde, waarop hierna, voor zover nodig, zal worden ingegaan. De motivering van de beslissing In conventie 1. Y stelt zich op het standpunt dat X hem niet goed heeft geadviseerd bij de aankoop van diverse schilderijen. Volgens Y heeft hij als gevolg daarvan te veel betaald voor de schilderijen, waardoor hij schade lijdt. Tot zekerheid van de vergoeding daarvan heeft Y de beslagen gelegd. Aan de orde is of het beslag op de flatwoning onrechtmatig is omdat het beslag op het bedrijfspand voldoende zekerheid biedt voor de schadevordering van Y. 2. X heeft een taxatierapport van 20 juni 2004 in het geding gebracht. Gesteld noch gebleken is dat dit rapport niet correct is, zodat van dit rapport kan worden uitgegaan. Blijkens het rapport heeft het bedrijfspand een executiewaarde van € 50.000,00. Niet is aangevoerd of gebleken dat het bedrijfspand met oudere zekerheidsrechten dan het beslag van Y is bezwaard, anders dan met een hypotheek ten behoeve van de SNS Bank voor een schuld die blijkens een overgelegde jaaropgave van de bank op 31 december 2003 € 160.893,43 bedroeg. Hieruit volgt genoegzaam dat het bedrijfspand ook voor Y nog voldoende zekerheid biedt. Dat er anderen zijn die ook schadevergoeding (zullen) vorderen van X zoals Y betoogt -wat daarvan ook zij- doet daar niet aan af, nu Y eerste beslaglegger is. Dit leidt ertoe dat het beslag op de flatwoning onnodig is, en daardoor onrechtmatig. Gelet daarop zal, nu uit de stellingen van X genoegzaam zijn spoedeisend belang bij opheffing van het beslag op de flatwoning volgt, dat beslag worden opgeheven. 3. Als de in het ongelijk gestelde partij zal Y in de kosten van deze procedure worden veroordeeld. In voorwaardelijke reconventie 4. Nu de vordering in conventie zal worden toegewezen, is voldaan aan de voorwaarde waaronder de eis in reconventie is ingesteld, en zal deze behandeld worden. 5. Y heeft de herbegroting van zijn gestelde schadevordering gebaseerd op de schadevordering ten bedrage van € 169.840,00 die hij blijkens de dagvaarding van 27 februari 2004 in de hoofdzaak heeft ingesteld. Onduidelijk is waarom dat bedrag, dat op 27 februari 2004 bekend was bij Y, en in verband met het opstellen van de dagvaarding waarschijnlijk al eerder, niet ook al bekend had kunnen zijn op 11 februari 2004 toen de voorzieningenrechter verlof heeft gegeven tot het leggen van de beslagen. Daarbij komt dat de vordering van Y, die gemotiveerd wordt betwist, in een groot aantal opzichten ongewis is. Om die reden ziet de voorzieningenrechter thans geen aanleiding om de schadevordering waarvoor de beslagen zijn gelegd te herbegroten. 6. Als de in het ongelijk gestelde partij zal Y worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten van de procureur van X zullen in deze procedure worden begroot op nihil. De beslissing De voorzieningenrechter in conventie heft op het door Y gelegde beslag op (het aandeel van X in) het appartementsrecht, C-laan 0 te D (E) kadastraal bekend gemeente D sectie P nummer 2571 A10; veroordeelt Y in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van X bepaald op € 381,80 voor verschotten (€ 241,00 wegens griffierecht en € 140,80 wegens het uitbrengen van de dagvaardingen) en op € 703,00 voor salaris procureur; verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; in voorwaardelijke reconventie; weigert de gevraagde voorzieningen; veroordeelt Y in de kosten van deze procedure; begroot het salaris van de procureur van X in deze procedure, tot aan deze uitspraak, op nihil. Dit vonnis is gewezen door mr. O. Nijhuis en in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier mr. M.J. Daggenvoorde uitgesproken op 14 juli 2004.