
Jurisprudentie
AQ6506
Datum uitspraak2004-07-06
Datum gepubliceerd2004-08-06
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Utrecht
ZaaknummersSBR 04/1512 VV
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Datum gepubliceerd2004-08-06
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Utrecht
ZaaknummersSBR 04/1512 VV
Statusgepubliceerd
SectorVoorzieningenrechter
Indicatie
In massagesalon wordt tantramassage aangeboden. Sprake van een erotische massagesalon, zodat op grond van de APV sprake is van een seksinrichting. Aard van het bedrijf is dienstverlenend, wat in strijd is met de bepalingen van het bestemmingsplan. Nu niet tevens aan het besluit ten grondslag is gelegd dat het hier gaat om een seksinrichting, waarvan gelet op het gevoerde beleid er in de regio maar één is toegestaan, heeft verweerder naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende gemotiveerd om welke reden geen sprake is van een met de overige dienstverlenende bedrijven vergelijkbaar geval.
Uitspraak
RECHTBANK UTRECHT
sector bestuursrecht
nr. SBR 04/1512
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht op het verzoek om een
voorlopige voorziening, in het geschil tussen:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker,
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein,
verweerder.
____________________________________________________________________________________
1. INLEIDING
1.1 Bij besluit van 18 mei 2004 heeft verweerder de massagesalon 'Siam City' gelast om binnen acht dagen na verzenddatum van dit besluit het strijdige gebruik op het perceel Liesbosch 4c (hierna: het perceel) te Nieuwegein te staken, dan wel te doen staken. Bij gebreke daarvan zal van gemeentewege worden overgegaan tot beëindiging van de overtreding, bestaande uit het treffen van maatregelen (verzegeling of ontruiming) die het onmogelijk maken de bedrijfsvoering te continueren.
1.2 Het verzoek is op 25 juni 2004 ter zitting behandeld, waar verzoeker in persoon is verschenen, bijgestaan door mr. M.A. Schoots, advocaat te Rotterdam. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen mr. M.H.M. van Rijbroek en M.M. Teunissen, beiden werkzaam bij de gemeente Nieuwegein.
2. OVERWEGINGEN
2.1 Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2.2 Voor zover deze toetsing meebrengt dat een oordeel wordt gegeven over het geschil in de bodemprocedure, heeft dit oordeel een voorlopig karakter en bindt dit de rechtbank niet bij haar beslissing in die procedure.
2.3 Aangezien tijdig bezwaar is gemaakt bij verweerder tegen het besluit waarop het verzoek betrekking heeft en deze rechtbank in de hoofdzaak bevoegd zal zijn, is er geen beletsel het verzoek om een voorlopige voorziening ontvankelijk te achten.
2.4 Voor de voorafgaande feiten verwijst de voorzieningenrechter naar de uitspraken van 31 december 2003 (nr. SBR 03/2864) en 20 april 2004 (reg. 04/4999 en 04/500), welke de voorzieningenrechter tussen partijen gewezen heeft naar aanleiding van een dwangsomoplegging ter beëindiging van het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van de onderneming 'Siam City' in dit pand.
2.5 Met betrekking tot verzoekers grief dat de tenaamstelling van de aanschrijving niet juist is, overweegt de voorzieningenrechter het volgende.
De aanschrijving is gericht aan 'Siam City', ter attentie van de heer [verzoeker], en is gezonden naar het adres De Liesbosch 4c te Nieuwegein. Vaststaat dat 'Siam City' de handelsnaam is van de massagesalon die op het genoemde adres is gevestigd. Er kon voor verzoeker dan ook geen twijfel bestaan dat de aanschrijving betrekking had op deze massagesalon. Vaststaat ook dat verzoeker bij de exploitatie van de massagesalon ter plaatse is betrokken en daarop ook invloed kan uitoefenen, getuige zijn verklaring ter zitting dat hij de daar werkzame masseuses heeft aangesproken om bij de massages geen seksuele handelingen te verrichten. Voorzover gesteld is dat de tenaamstelling niet juist is, aangezien het besluit gericht had moeten zijn aan de op 30 januari 2004 opgerichte 'Vereniging Siam City' welke sinds die datum de onderneming drijft, gaat de voorzieningenrechter aan dit argument voorbij nu verzoeker, gelet op het voorgaande, hierdoor niet in zijn belang is geschaad. Dit gebrek kan bovendien in het besluit op bezwaar worden hersteld.
Als geadresseerde van de bestuursdwangaanschrijving bestond voor verzoeker voorts de mogelijkheid om in persoon een bezwaarschrift in te dienen. De voorzieningenrechter acht verzoeker dan ook ontvankelijk in zijn verzoek om voorlopige voorziening.
2.6 Op grond van de verklaringen van verzoeker ter zitting moet worden geconcludeerd dat in de massagesalon nog immer tantramassage wordt aangeboden en dat deze vorm van massage daar ook daadwerkelijk plaatsvindt. De aard van deze werkzaamheden is niet gewijzigd ten opzichte van de situatie ten tijde van de dwangsomoplegging. Het feit dat 'Siam City' sedert 30 januari 2004 een vereniging is geworden is naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen relevante wijziging in de omstandigheden. Zoals verzoeker ter zitting heeft verklaard had de overgang naar een vereniging vooral een belastingtechnische achtergrond. Verder is uit niets gebleken dat de vereniging een besloten karakter heeft, zo dit - gelet op de jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State ter zake - voor dit geschil al relevant zou zijn. Ook overigens ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om over de aard van de dienstverlening anders te oordelen dan de voorzieningenrechter heeft gedaan in de uitspraken van 31 december 2003 en 20 april 2004. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Siam City' een erotische massagesalon is als bedoeld in de algemene Plaatselijke Verordening (APV), zodat op grond van deze verordening sprake is van een seksinrichting.
2.7 Voorts staat vast dat de aard van het bedrijf dienstverlenend is. Gelet daarop moet worden geconcludeerd dat de massagesalon in strijd is met de bepalingen van het vigerende bestemmingsplan ter plaatse, dat op het perceel uitsluitend industriële bedrijven toelaat. Verweerder is dan ook in beginsel bevoegd om op te treden.
2.8 Het bestreden besluit vermeldt dat het dienstverlenend gebruik in strijd is met de bepalingen van het bestemmingsplan. Daarnaast wordt in het besluit gewezen op de omstandigheid dat voor deze seksinrichting geen vergunning op grond van de APV kan worden verleend. Ter zitting heeft verweerder toegelicht dat het bedrijf is aangeschreven vanwege de overtreding van het bestemmingsplan en dat de omstandigheid dat het gaat om het verrichten van seksuele handelingen daarbij niet zozeer van belang is.
Op grond van het voorgaande stelt de voorzieningenrechter vast dat verweerder de aanschrijving uitsluitend heeft gebaseerd op de overtreding van het bestemmingsplan vanwege het dienstverlenend karakter van het bedrijf.
2.9 Verzoeker heeft in dit verband met een beroep op het gelijkheidsbeginsel gewezen op diverse andere dienstverlenende bedrijven die zijn gevestigd op de Liesbosch waartegen verweerder niet optreedt. Verzoeker heeft daarbij benadrukt dat het pand waarin de massagesalon is gevestigd, een zogenoemd 'bedrijfsverzamelgebouw' is waarin geen sprake is van enige industriële bedrijvigheid.
Verweerder heeft hieromtrent ter zitting verklaard dat ook tegen de overige dienstverlenende bedrijven zal worden opgetreden en dat daartoe een ambtelijke inventarisatie is gemaakt op grond waarvan verdere actie zal worden ondernomen.
De voorzieningenrechter is echter van oordeel dat deze enkele stelling van verweerder onvoldoende is om dit beroep op het gelijkheidsbeginsel te weerleggen. Verweerder heeft, gelet op hetgeen in 2.8 is overwogen, bij het thans betreden besluit kennelijk de bedoeling gehad de aanschrijving uitsluitend te baseren op het feit dat de massagesalon een dienstverlenend bedrijf is. Nu niet tevens aan het besluit ten grondslag is gelegd dat het hier gaat om een seksinrichting, waarvan gelet op het gevoerde beleid er in de regio maar één is toegestaan, heeft verweerder naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende gemotiveerd om welke reden geen sprake is van een met de overige dienstverlenende bedrijven vergelijkbaar geval.
2.10 Gelet op hetgeen in 2.6 is overwogen gaat de voorzieningrechter er vanuit dat dit motiveringsgebrek bij het besluit op bezwaar hersteld kan worden. Dat neemt echter niet weg dat, zolang dat gebrek niet gerepareerd is, het bestreden besluit zoals dat thans voorligt onvoldoende draagkrachtig gemotiveerd is om een zware maatregel als een algehele sluiting te kunnen rechtvaardigen.
Op grond van het voorgaande ziet de voorzieningenrechter dan ook aanleiding het besluit te schorsen totdat verweerder op het bezwaar van verzoeker heeft beslist.
2.11 Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is er aanleiding om verweerder te veroordelen in de kosten die verzoeker in verband met de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht begroot op € 644,- als kosten van verleende rechtsbijstand.
3. BESLISSING
De voorzieningenrechter,
3.1 wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe,
3.2 schorst het besluit van 18 mei 2004, tot zes weken na de beslissing op verzoekers bezwaar,
3.3 bepaalt dat verweerder het door verzoeker betaalde griffierecht van € 136,- aan hem vergoedt,
3.4 veroordeelt verweerder in de kosten van dit geding ten bedrage van € 644,-
3.5 wijst de gemeente Nieuwegein aan als de rechtspersoon die de onder 3.3. en 3.4 genoemde bedragen dient te betalen.
Aldus gewezen door mr. V.M.M. van Amstel voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 6 juli 2004
De griffier: De voorzieningenrechter:
mr. S. Meurs mr. V.M.M. van Amstel
Afschrift verzonden aan partijen op: